Opinie -

Peter Singer in Leuven: gelijkwaardigheid of kille boekhoudkunde van geluk?

Ethicus Peter Singer is voorvechter van altruïsme tegenover mens en dier. Zijn ethiek is echter zeer controversieel ten aanzien van één bepaalde groep: mensen met een beperking. Hij is voorstander van het euthanaseren van pasgeborenen met een beperking als dat tot 'groter algemeen geluk' kan leiden. Leuvense schepen (sp.a) Bieke Verlinden reageert samen met rolstoelgebruikster Dorien Meulenijzer en feministe Xanne Huybrecht op de uitnodiging van Peter Singer op het festival van de gelijkheid in Leuven deze week.

maandag 20 juni 2016 14:40
Spread the love

Het is vrijdagochtend en ik rijd met mijn rolstoel de lift in, samen met de buren van het zevende. Voor de zoveelste keer dezelfde vraag: of ik een fijn wandelingetje ga maken? Ik vertel hen dat ik naar mijn werk vertrek. Wat verrast geknik. Maar of ik wel naar buiten kan zo zonder jas, het is toch wat frisjes? Ik antwoord dat mijn auto voor de deur staat en ik dus snel warm zal zitten. Verbazing alom. Een schouderklopje. Goed bezig, meiske.

We denken duidelijk nog vaak in stereotypen. Vele mensen met een beperking zijn immers perfect in staat om te werken of op een andere manier actief deel uit te maken van onze maatschappij. Later op de dag spreek ik met schepen Bieke Verlinden over ‘gelijkheid’: wat betekent dat concept in een samenleving gekenmerkt én gesterkt door een grote diversiteit aan mensen?

Ons gesprek verlegt zich al gauw naar het Festival van de Gelijkheid, dat vanavond plaatsvindt in Leuven. Het zou het ideale moment moeten zijn om over gelijkheid en solidariteit na te denken en ons bewust te worden van ingebakken stereotypen. Dit jaar hangt er echter een grimmig sfeertje rond de avond, want niemand minder dan ethicus Peter Singer prijkt op de affiche. 

Ethiek met beperkingen

Peter Singer geldt (terecht) als voorvechter van altruïsme tegenover mens en dier. Gisteren, 13 juni, werd hij nog geroemd in het dagblad De Morgen omdat hij “de wereld rond[reist] om welvarende westerlingen te overtuigen een deel van hun inkomen af te staan aan goede doelen”. Zijn ethiek is echter zeer controversieel ten aanzien van één bepaalde groep: mensen met een beperking.

Singer ziet namelijk weinig graten in het euthanaseren van pasgeborenen met een beperking (u leest dit goed: kindjes die geboren zijn) als dat tot ‘groter algemeen geluk’ kan leiden. Volgens hem moet een leven immers ‘goed genoeg’ zijn om het leven waard te zijn. En dat ‘goed genoeg’ houdt fysieke en geestelijke volmaaktheid in. Een beetje afwijking, een beetje diversiteit mag wat hem betreft leiden tot een duwtje richting levensbeëindiging. Voor ons geluk. 

Utilitaristische rekensommen

Volgens Singers’ filosofische stroming, het utilitarisme, is geluk ‘de som van plezier min pijn’. Een utilitarist wil zo veel mogelijk mensen zo gelukkig mogelijk maken en is er van overtuigd dat zoiets via logica gemeten kan worden. Echte mensen met echte levens, zoals u en ik, weten dat het net iets ingewikkelder kan zijn. Zo’n rekensom, als ze al mogelijk is, is allesbehalve een objectieve formule om geluk te meten, laat staan de ‘bestaanswaarde’ van iets vast te stellen.

Bovendien leidt de suggestie om louter te investeren in de groep mensen waar de grootst mogelijke geluksopbrengst kan worden geboekt tot de pijnlijke vaststelling dat investeren in andere situaties en levens als minderwaardig wordt beschouwd. Wekken de ideeën van onze ethicus geen verontwaardiging wanneer hij predikt dat bij de geboorte van een kind met eender welke beperking, ouders best zouden overgaan tot infanticide? Ze kunnen volgens Singers logica beter investeren in een tweede, ‘normaal’ (sic) kind.

Utilitaristische rekensommen lijken misschien efficiënt, ze leiden tot een ineffectief en daarom waardeloos zorgdenken. Wat is immers volmaakt? Of gelukkig? Wat betekent die dooddoener ‘efficiënt’? Het is het codewoord dat het zorgdebat tegenwoordig in de ban houdt. Utilitarisme als doorgedreven vorm van efficiëntiedenken wakkert in de context van het besparingsbeleid de boekhouder in ons aan en schuift de mens opzij. 

Leidt vermaatschappelijking tot hoger algemeen geluk?

Als we de theorie van Singer even loslaten op een actueel debat in de zorgsector, m.n. de zorg voor personen met een beperking, dan zien we dat een utilitaristisch rekensommetje niet helpt om meer waardigheid in het huidige politieke discours te krijgen. Er vallen over gelijkheid en gelijkwaardigheid in heel het ‘vermaatschappelijkingsdebat’ van de zorg nogal wat noten te kraken. Als we eerlijk zijn en het debat ten gronde voeren, komen we tot de vaststelling dat de efficientie-aanpak hetzelfde doet als Singers ethiek: ondermijnen dat we méér en effectief investeren in personen met een beperking.

Het is misschien een ongemakkelijke waarheid maar Singers’ suggestie dat mensen met een beperking ons ‘algemeen geluk’ verlagen, leunt nauw aan bij de huidige vermaatschappelijking van de zorg. Zeker als je het debat voert in kader van rationalisering en besparing. Want wanneer je het recht op zorg en opvang laat varen voor zo’n zogenaamd ‘efficiënter’ model, zie je dat een afhankelijkheidsrelatie steeds voorop komt te staan. 

Het terugduwen van individuele zorgvragen naar het netwerk van de persoon met een hogere kwetsbaarheid leidt tot grotere ongelijkheid en mondt uiteindelijk uit in een caritas-model. Een model waarin mensen met een beperking dankbaar mogen zijn dat hun omgeving hen wíl helpen. ‘Het netwerk’ vervangt dan elke verantwoordelijkheid vanuit de overheid. De politieke drive naar afdwingbare rechten en sterke zorgvoorzieningen valt weg. Mensen met een beperking moeten terugvallen op een beperkt persoonlijk budget en op liefdadigheid vanuit de omgeving.

Hoe beschermen we mensen met zorgnoden tegen utilitaristische en andere rekenkunde? Enkel door de mens – in al zijn diversiteit – centraal te stellen. Iedere andere vertrekbasis zorgt ervoor dat ‘de sterkste zwakkere’ er misschien op vooruit gaat maar werkt ongelijkheid en onaanvaardbare situaties in de hand. Zo komen heel wat mensen in de kou te staan. Het is de kunst om te streven naar gelijkwaardigheid en niet gelijkheid.

Ondermaats investeren in zorginstanties en commerciële bejubeling van zorgprincipes maakt dat zorg verwordt tot een verzameling ‘prestaties’. Prestaties die in tijdsschema’s gegoten worden en op die manier ver van mensen komen te staan. 7 minuten om iemand die zelfstandig thuis woont ‘op het toilet te zetten’. 12 minuten voor een bad waar je slechts tweemaal per week recht op hebt. Enzovoort. Na het ‘strippen’ van de zorg behoren kwaliteitstijd en zorgzaam handelen louter tot de taken van het familiale netwerk. Heb je dat netwerk niet, dan heb je pech. Of vanuit Singers visie: ‘dat is het leven niet waard’.

Geen geld?

Het mantra dat zorg zoals we die nu kennen onbetaalbaar is, is quatsch. Helaas blijkt de macht van het geld slechts één drijfveer te kennen: groei. Winst waarmee niets anders wordt gedaan dan inzetten op meer winst. Herverdeling op maat zou een veel gepastere politieke keuze zijn dan zorg op maat, die in zijn huidige vorm voornamelijk roofbouw pleegt op een solidaire samenleving. We moeten durven kiezen voor herverdeling door een globalisering van de inkomsten en een sterke investering in publieke voorzieningen.

Of het nu gaat over justitie, onderwijs, kinderopvang, openbaar vervoer of zorg voor mensen met welke beperking dan ook: hoe we omgaan met de meest kwetsbaren van deze samenleving definieert ons democratisch gehalte. Hoog tijd dus voor politieke keuzes die alle mensen, met ongelijkheden en onvolkomenheden, voorop stellen. Keuzes die zich niet laten afschrikken door het idee dat ‘moeilijker’ hetzelfde zou zijn als ‘het bestaan niet waard’. Want het hervormen van zorg in louter meetbare en ‘efficiënte’ technieken maakt niet dat personen met een beperking er gelukkiger op worden. En mensen gelukkiger maken, daar was het ons toch om te doen? 

Festival van de Gelijkheid of de Gelijkwaardigheid?

Laat ons op een Festival van de Gelijkheid alvast mensen met een beperking het woord geven wanneer de hoofdgast hen als minderwaardig wil wegzetten. En laten we dan kijken hoe we als samenleving oplossingen kunnen aanreiken voor wat moeilijk is, in plaats van ons via kille rekensommen te ontdoen van wat ongemakkelijk is. Er zijn betere oplossingen dan zo’n boekhoudkunde van het geluk.

Dorien Meulenijzer leidt een gelukkig leven vanuit haar rolstoel en werkt op vele vlakken aan toegankelijkheid voor iedereen.

Bieke Verlinden is sp.a-schepen voor sociale zaken, werk en studentenzaken in Leuven.

Xanne Huybrecht is als feminist begaan met diversiteit en gelijkwaardigheid

take down
the paywall
steun ons nu!