De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

PVDA-voorzitter Peter Mertens in gesprek met Manal Toumi, districtraadslid in Deurne op de lokale boeklancering van 'Ze zijn ons vergeten'.

Peter Mertens: ‘Socialisme is de beste preventie’

Nog eens een boekvoorstelling live bewonderen, dat was geleden van 9 feburari 2020, in de Antwerpse Roma, een eerbetoon aan wijlen Dirk Van Duppen* en zijn prachtige 'Zo verliep de tijd die me toegemeten was'. Een gemeenschappelijke deler: Peter Mertens op het podium. Gisterenavond, in zaal Familia in Deurne, presenteerde de PVDA-voorzitter zijn manifest 'Ze zijn ons vergeten - De werkende klasse, de zorg en de crisis die komt'.

woensdag 16 september 2020 11:16
Spread the love

 

(* (Her)beleef de namiddag gewijd aan Dirk Van Duppen in dit uitgebreide verslag.)

Wat een wereld van verschil, voor versus middenin de coronastorm. De tijden van zorgeloos een zaal binnen te waaien en je neer te ploffen waar je zin hebt, zijn vervlogen – of toch minstens nog een hele tijd niet aan de orde? Alcoholgel, mondmaskerplicht, circulatiepijlen op de grond, stoelen afgemeten op anderhalve meter van elkaar. De zenuwen zijn voelbaar in de ruimte en de start verloopt wat rommelig, maar dat maakt het best charmant. Last minute het podium nog wat reorganiseren om veilig plaats te geven aan gitarist Jokke Schreurs en zijn kameraad Gino (van wie ik de achternaam niet heb kunnen strikken). Tijdens het stoelgeschuifel breekt een glas, ook de microfoon is plots compleet overstuur, een beetje zoals de lokale partijleden die alles in goede banen proberen te leiden.

In afwachting wandel ik alvast even naar de toog voor een drankje, waar je bovendien een hele rondedans mee mag doen: naar buiten, opnieuw door de gang en terug binnen langs de deur waar je jezelf bij het aankomen moest aanmelden om vervolgens je handen te laten zegenen met een scheut ontsmettingsmiddel. Bevreemdend, maar zo moet dat tegenwoordig. Zomerse gitaargeluiden lokken me weer naar mijn stoel. Wat heb ik dat gemist na een bijna muziekloze zomer. Met een glimlach achter mijn masker en grote pretogen observeer ik de tokkende schoenzool van Jokke op het podium en de al even enthousiaste voeten in het publiek. Gastvrouw van de avond Manal Toumi wil eraan beginnen, maar – ‘hallo, micro?’ – krijgt niet meteen de juiste versterking. Trillende handen verraden wat nervositeit, maar al snel loopt alles los. De spelregels van de avond worden eerst nog even meegedeeld, waaronder ‘geen selfies met Peter voor de veiligheid.’

Normaal

‘Wie een half jaar geleden gezegd zou hebben dat we hier vandaag op deze manier zouden zitten, die was wellicht afgevoerd door de mannen in de witte jassen’, deelt Mertens, die prijsgeeft hoe hij hunkert naar het normaal van knuffels en nabijheid, maar niet terug wil naar het normaal van de ongelijkheid. Mooi, hoe hij ‘zijn’ manifest omschrijft als iets wat zeker niet alleen van hem is, aangezien er minstens veertig mensen aan hebben bijgedragen. Een collectief werk, waar ook de volwaardige studiediensten van Geneeskunde Voor Het Volk (GVHV) en de PVDA voor zijn ingezet. Het verlies van Dirk Van Duppen, zo vertelt Mertens, heeft ook veel knowhow doen verdwijnen: ‘Een monument laat altijd een leegte achter.’ Met een dikke knipoog stelt hij dat er zeker zes of zeven jonge mensen voor nodig waren om die leemte op te vullen. ‘Mijn naam staat er op, maar zij zijn de ruwe grondstoffen’, klinkt het dankbaar.

Op de vraag wie onder ‘ze’ en wie onder ‘ons’ valt, reageert Mertens met het nodige bochtenwerk: ‘Het hoofdwoord is ‘ONS’. In de Duitse vertaling is de titel Uns haben Sie vergessen. Dat vind ik eigenlijk mooier klinken, maar dat zal misschien de poëet in mij zijn.’ Die ‘ons’ slaat op zij die altijd vergeten zijn geweest, die nooit genoemd of gezien worden, maar in deze pandemische tijden essentieel blijken te zijn. ‘Oh, sh*t, hygiëne en zorg zijn kei belangrijk’, vat Mertens het doorgedrongen besef samen. Hij vertelt over getuigenissen van zorg- en poetspersoneel, van rekkenvullers en vuilnismannen die zeggen: ‘Ze hebben toen geapplaudisseerd, maar ze zijn ons alweer vergeten.’

Strijdbaar

Tijd voor een eerste filmpje van zo’n getuigenis: Mireille werkt als poetshulp op een Covid-afdeling. Ze vertelt hoe ze mensen hoorde huilen van de pijn en hoe ze dagen, nachten en weekends het beste van zichzelf gaf om ervoor te zorgen dat zorgverleners zo snel mogelijk weer nieuwe patiënten konden verzorgen. Ze deelt ook  hoe er in haar straat elke avond muziek werd gespeeld en in de handen werd geklapt. ‘Buren horen zeggen ‘dat is voor u, hé’, dat doet iets met een mens.’ Ze gaat verder door te delen hoe ze gehoopt had op een extraatje van de grote baas (dat nooit kwam), maar vooral dat zij, samen met al het hardwerkend schoonmaakpersoneel, die 14 euro per uur nu wel eindelijk dubbel en dik verdient.

“Voor het virus zijn benauwde woon- en werkomstandigheden een festival.”

Moeilijk om daar niet met medeleven op te reageren, net zoals wanneer de eerste gast op het podium zijn verhaal doet als vakbondsafgevaardigde en werknemer van Lidl. Hij omschrijft het manifest van Mertens als ‘een strijdbaar, werkbaar boek dat verontwaardigt’. Hij zou het willen uitdelen in de winkel waar hij al tien jaar werkt. Hoe hard het hamstereffect en het gebrek aan daadkracht van de directie ook heeft gewogen, een crisis als deze blijkt ook gouden randen te hebben. Zo deelt Dillan dat de coronachaos voor even komaf maakte met de heersende logica van winstcijfers die bepalen hoeveel personeel mag worden ingezet. ‘Voor de eerste keer in mijn carrière had ik werkbaar werk en kon ik bezig zijn met de essentie: mensen de noodzakelijke producten aanbieden.’ Hij laat ook het woord ‘arbeiderscontrole’ vallen, om te beschrijven hoe ze zelf voor het eerst konden beslissen om delen van de winkel – of wanneer het onveilig werd – de hele keet te sluiten. Crisisoverleg was bovendien nodig om de noodzakelijke handschoenen, ontsmettingsmiddelen, maskers en schermen af te dwingen.

Peter Mertens vult aan met een thema dat in zijn boek (ik moet het nog lezen) ook aan bod komt: sociale dumping. Hij heeft het over hoe grensarbeiders ook in ons land met veel te veel in camionettes worden gestopt om te gaan werken in onveilige omstandigheden en na een lange dag weer te landen in even slechte woonomstandigheden. ‘Voor het virus is dat een festival, het is als de Champions league’, aldus Mertens, die daarmee ontkracht dat een pandemie niet zou discrimineren. ‘Covid-19 houdt meer van Deurne-Noord dan van ‘s-Gravenwezel.’ Dillan besluit het gesprek met een citaat uit het boek: ‘De sterren zie je pas als het donker wordt, het is goed dat wij onszelf nu ook als sterren zien.’

Voor het volk

Tijd voor een tweede video, eentje over de vooruitstrevende acties van GVHV tijdens de eerste coronagolf. Aan het woord dokter Anne Delespaul, die samen met thuisverpleegkunde Elly het podium op wandelt voor een volgende gespreksronde. Eerst is Elly aan de beurt, ze praat over hoe ze zich in de steek gelaten voelde door het beleid en hoe de beperkte middelen achter slot en grendel moesten omdat ook collega’s begonnen te hamsteren. Beschermingsmateriaal op rantsoen. Opvallend, ook zij vertelt hoe de komst van corona tijdelijk een rem heeft gezet op de drang om alles te meten en te controleren. Zo was ze voor even verlost van de plicht om bij iedere patiënt de identiteitskaart in te lezen in een tablet, wat het uiteraard hogerop niet meer mogelijk maakte om gedetailleerd op te volgen hoe lang ze over haar ronde doet. ‘Het duurde maar een paar weken voor we de eerste en de laatste patiënt toch weer moesten inlezen.’

“De winstdruk perst alle menselijkheid eruit.”

Op dit verhaal pikt Mertens in met een pleidooi om ouderen opnieuw meer te gaan respecteren en dat er tijd moet zijn voor een tasje koffie en een goed gesprek, in plaats van opgejaagd te worden door percenten en cijfers. ‘De winstdruk perst de menselijkheid eruit.’ Hij haalt bij wijze van voorbeeld voor onze omgang met bejaarden een artikel in de Nederlandse krant De Telegraaf aan, waarin opiniemaakster Marianne Zwagerman hen omschrijft als dor hout dat gekapt wordt door het virus en waar je geen hele maatschappij voor moet gijzelen. ‘Alles draait om rentabiliteit. Wie onrendabel is – de bejaarden, de gehandicapten – telt niet mee’, klinkt het. ‘Ouderen zijn geen last, ze zijn de ervaring die wij nog niet hebben.’ Hij maakt de sprong naar culturen waarin de wijsheid van de oudsten nog intens gerespecteerd wordt en zet dat in schril contrast met de commercialisering van onze ouderenzorg, waar besparingsrondes de kwaliteit van leven aantasten. ‘Hou de commerce uit de zorg, op de gezondheid van de mensen maak je geen winsten’, luidt het besluit.

“Alles draait om rentabiliteit. Wie onrendabel is – de bejaarden, de gehandicapten – telt niet mee.”

Anne Delespaul neemt het woord en omschrijft hoe de overgang van groeps- naar coronapraktijk is verlopen. Om te beginnen was het wennen aan de eindeloze stroom aan telefoongesprekken nu elkaar fysiek zien geen of toch veel minder een optie was. Om aandacht te hebben voor zorgcontinuïteit besloot haar team proactief te bellen naar de patiënten, beginnend bij de tachtigers, de zeventigers, de zestigers, … , met de vraag hoe ze het stellen en of ze iets nodig hebben. Vervolgens werd een leger vrijwilligers opgetrommeld om boodschappen te doen, voorschriften rond te dragen en ondersteuning te bieden bij de berg aan administratie. De solidariteit is groot. GVHV ging ook veel sneller dan het beleid inzetten op testen en tracen. ‘Dat is mensenwerk, daar heb je veel volk voor nodig en een goede zorgvisie’, aldus Anne, die samen met andere geneeskundigen voor het volk naar woonzorgcentra trok om testen uit te voeren. Toch wel andere koek dan de anonieme commerciële callcenters van de overheid die vooral inzet op controle.

Wat het beleid kan leren van GVHV? ‘Bij ons ontstaat zorg op een organische manier, niet gedreven door betalingen per prestatie. Wij werken met een forfaitair systeem, een budget om te besteden aan het gezond houden van mensen, aan voorkomen in plaats van genezen. Daarmee valt veel te winnen’, aldus Anne. Daarop pikt Peter in door te stellen dat het schaarstedenken plaats moet maken voor vertrouwen en dat de op het curatieve gerichte zorg veel meer moet inzetten op preventie, wat uiteraard tegen de winkel is van onder meer big pharma, die gebaat zijn bij terugkerende problemen. Zo blijven de pillen minstens over de toonbank rollen. ‘De beste preventie is het socialisme, eerstelijnsgezondheidszorg in een niet-kapitalistische maatschappij’, rondt de partijvoorzitter af.

Sound of Silence

Een muzikaal intermezzo, maar eerst nog een stevige sneer naar cultuurminister Jambon: ‘Voor de komst van het virus werden de projectsubsidies teruggetrokken, maar middenin de coronacrisis moest het achterste van een varken toch toegeven dat de culturele sector structureel gezond was. Elke euro die geïnvesteerd wordt, levert twee euro op. We slurpen niet aan de subsidieslurf, we moeten niet zo stiefmoederlijk behandeld worden. Het mag wel iets meer zijn’, pleit Jokke Schreurs, die voorspelt dat het minstens vijf jaar gaat vragen om te herstellen. Samen met Gino speelt hij het symbolisch gekozen romalied Hoe kan ik jou nu vergeten?

 

De derde video van de avond begint: een virtueel gesprek tussen Peter Mertens en econoom Paul De Grauwe, een liberale denker die heil ziet in een miljonairstaks: 1 eurocent heffen op elke euro extra boven het miljoen, en dat progressief. Deze professor ziet de concentratie van grote vermogens als een gevaar voor de democratie: ‘Men heeft mij verweten communist te zijn als ik dat zeg, maar als liberaal die uitgaat van een idee van eerlijkheid, durf ik zeggen: zo moet het gebeuren.’ Dit volledige gesprek zou trouwens deze week nog integraal online verschijnen.

Of corona een kantelmoment kan zijn? Mertens hoopt alvast van wel, eentje dat de winnaars van deze crisis – de digitale giganten zoals Amazon – en de vrije markt ontmaskert voor wat ze zijn (even lachen met zijn eigen woordspelletje moet kunnen). Hij roept op om vooral te onthouden en niet te doen wat ‘ze’ willen:

‘Ze willen dat we heel snel alles vergeten. Vergeten dat het niet de beurzen, maar het werkvolk zijn die de boel doen draaien. Vergeten dat de markt faalt en dat alle menselijkheid eruit wordt geperst.’

Hij heeft het over een geestbeving, over het in de verf zetten, het blijvend onderlijnen van alle evidenties en van de fierheid van de arbeidersklasse.’ Eindigen doet de radicaal linkse denker met het delen van zijn hoop om zo snel mogelijk terug zonder f*cking mondkapjes te mogen leven.

“Hou de commerce uit de zorg, op de gezondheid van de mensen maak je geen winsten.”

Zwart-wit

Zoals ik zei, ik moet het boek nog lezen, maar op basis van de voorstelling lijkt ook deze beleidsmaker mij in hetzelfde zwart-witte bedje ziek. Als de nadruk echt op ‘samen’ mag liggen, zijn er dan geen andere oplossingen dan het driedubbel onderstrepen van de verschillen tussen ze en ons?

Eentje om over na te denken.

 

Meer politiek getinte schrijfsels?

 

Tot schrijfs

Lynn Formesyn

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!