Vrouwen begonnen zich te organiseren na het olielek. Foto: Roxana Vergara/mongabay.com
Reportage - Francesca García Delgado, Vanessa Romo, Mongabay Latam,

Peruviaanse inheemse vrouwen leiden strijd tegen olievervuilers

In 2014 werd de rivier Marañón in Peru zwaar vervuild door een enorm olielek in een pijplijn. Deze rivier loopt door de vallei van het volk der Cuninico. De vrouwen van deze Peruviaanse gemeenschap leiden sindsdien een onafgebroken strijd voor gerechtigheid. Een reportage door de internationale leefmilieu-organisatie Mongabay over vrouwen die in zeer moeilijke omstandigheden hun rechten opeisen voor hun gemeenschap.

woensdag 17 februari 2021 10:41
Spread the love

 

Voor de 47-jarige Flor de María Paraná was 22 juni 2014 zonder twijfel een sombere dag. Het was meteen ook de dag waarop zij de leider werd die ze vandaag nog steeds is.

“Die zondag veranderde alles,” herinnert ze zich. Ze rook een sterke brandstofgeur en zag dode vissen drijven tussen zwarte vlekken in de rivier Marañón. De schade bleek zich uit te breiden tot in de beken van de inheemse gemeenschap van Cuninico, in het district Urarinas van de provincie Loreto. Zonder het te beseffen was Flor de María getuige van een van de grootste olielekken van de laatste jaren in het Peruviaanse Amazonebekken.

Aan bewijzen geen gebrek: “Het olielek besmette al onze vissen en gewassen. We hadden geen eten meer, dus gingen de mannen de olie opkuisen.” Het overheidsbedrijf Petroperú, exploitant van de Oleoducto Norperuano (ONP-pijplijn), huurde de mannen van de lokale gemeenschap in om de vervuiling door de pijplijn met ruwe olie op te kuisen.

Dit olielek heeft de levens van 90 families van de gemeenschap Kukama Kukamiria, wiens bestaan en wereldvisie nauw verweven zijn met de rivier Marañón, op zijn kop gezet.

Het tijdelijke contract met het bedrijf om het lek op te kuisen hield een zwijgplicht in: de mannen mochten niet klagen, noch op enige andere wijze kritiek uiten op de situatie, op Petroperú of op de regering. Uiteindelijk waren het de vrouwen die hun stem lieten horen en het heft in handen namen in de nasleep van het olielek.

  • Deze vrouwen startten drie organisaties die de voorbije zes jaar essentieel bleken om verbeteringen af te dwingen op het vlak van algemene gezondheid, milieu en economische stabiliteit.
  • Via deze geconsolideerde en versterkte organisaties hebben de vrouwen van Cuninico met succes gewerkt aan het terugwinnen van hun cruciale gemeenschapsrechten.
  • Een van hun overwinningen is een gerechtelijk bevel aan de regering om de schade van de olieramp van 2014 te herstellen en zich voor maatschappelijke basisdiensten in te zetten.

De Inheemse Moeder

Flor de María Paraná legt uit dat de olielek het moment was in de geschiedenis van haar gemeenschap waarop de rol van de vrouw radicaal veranderde. Ze vertelt fier over de eerste maal dat zij protesteerden, toen duidelijk werd wat de gevolgen waren van de olievervuiling: ademhalingsziekten, huidinfecties, diarree en spontane abortussen. Het waren de vrouwen zelf die zich organiseerden om in dialoog te treden met de overheid.

“Mijn moeder vertelde me dat vrouwen vroeger nooit welkom waren op bijeenkomsten en er niet gewaardeerd werden.” Omdat ze vrouwen waren hadden ze geen recht op een opinie, laat staan om een vergadering bij te wonen. Alleen mannen werden toegelaten. “Dat is nu veranderd,” zegt Paraná.

“We zwijgen niet langer. We hebben hen over onze werkelijkheid verteld: hoe wij lijden onder de vervuiling van ons water en onze gewassen omdat wij als vrouwen en als moeders onze kinderen niet kunnen voeden.”

Flor de María’s leiderschap blijkt een aangeboren talent dat jaren gesmeed werd. Vanaf haar 17de volgde ze lessen in de parochie van Santa Rita de Castilla, een katholieke missiepost op een uur wandelafstand, die vrouwen en mannen opleidt in gezondheidszaken. Ze herinnert zich hoe de zusters beslissend waren in haar leven, in het onderkennen van haar rechten als vrouw en in de vorming van haar politieke rol.

Maanden na het olielek, werd Flor de María uitgeroepen tot “Inheemse Moeder”van Cuninico, een positie die haar rol als vrouw, vechtend voor de mensenrechten van haar gemeenschap, benadrukt. Samengevat, in Cuninico is haar woord wet.

Flor de María Paraná maakte internationaal indruk met haar toespraak in Chili op de OAS-conferentie, waar ze haar fles zwaar vervuild drinkwater toonde. Foto: Sophie Pinchetti/Instituto Chaikuni

Een voorbeeld van haar doorzettingsvermogen gaf ze tijdens een hoorzitting van de Inter-American Commission on Human Rights (IACHR – een instelling van de Organisatie van Amerikaanse Staten) in Chili in 2016 die het lek in Cuninico behandelde. Ze toonde een plastic fles met besmet water, terwijl ze verklaarde dat ze nu enkel nog regenwater konden drinken aangezien alle waterbronnen vervuild zijn.

Flor de María wees ook op het daardoor ontstane voedselgebrek en talrijke ziekten bij zowel kinderen als volwassenen. “Dit vervuilde water loopt nu door onze rivier, water dat wij niet meer kunnen drinken. Wat hebben wij aan dat water, als het niet drinkbaar is?” 


Ze deed eveneens verslag van kinderen die zonder beschermende kledij de ruwe olie opkuisten. Germán Velásquez, toenmalig voorzitter van Petroperú, was ook op deze hoorzitting aanwezig. Hij beweerde hiervoor nooit kinderen ingehuurd te hebben.


“Honden ruiken geen vervuiling, zij ruiken enkel vlees,” grapt Flor de María, wanneer ze zich herinnert dat ze zonder problemen langs de luchthavensecurity passeerde op weg naar de zitting in Chili. “Het was noodzakelijk dat ik dit flesje meebracht om te tonen wat voor water er nu door onze lichamen stroomt.” Ze herinnert zich hierbij de verontwaardiging van sommige leden van de IACHR.


Dankzij haar inspanningen in 2017 maande de IACHR de Peruviaanse regering ten strengste aan om Cuninico en drie andere getroffen gemeenschappen te helpen.

Van Cuninico tot de hoofdstad Lima duurt de reis twee dagen. De dichtsbijzijnde stad is Nauta op 8 uur met de speedboat. Foto: María Eugenia Ulfe

Drie organisaties voor alle stemmen

Het lek van de ruwe aardolie op de waterwegen en de bodem rond Cuninico had een enorme impact op elk aspect van het gemeenschapsleven, op hun voedselsystemen, economie, gezondheid en onderwijs. Ondanks deze tragedies herleefde de moed van de bevolking. Vooral bij de vrouwen: hun moed inspireerde niet alleen de plaatselijke bevolking maar ook anderen, tot ver buiten Cuninico.


Deze noodzaak om hun stem te laten horen en gehoord te worden – hun behoefte aan mondigheid, ‘empowerment’ – leidde ertoe dat veel vrouwen zich achter een duidelijke politieke agenda gingen scharen, wat hen hielp om zich tegenover de regering sterk te maken.


Deze inspanningen leidden niet tot de oprichting van één, maar van drie basisorganisaties als antwoord op de vervuiling. Elk van deze drie organisaties wordt geleid door een vrouw van Cuninico:

  • de Organización de Mujeres Indígenas del Marañón (Organisatie van Inheemse Vrouwen van Marañón – Ordemim);
  • de Organización de Mujeres Nativas del Marañón (Organisatie van Autochtone Vrouwen van Marañón – Orgamunama); en
  • de Asociación de Mujeres Indígenas (Vereniging van Inheemse Vrouwen – Admic).

De 38-jarige Agnita Saboya Vásquez is voorzitster van Ordemim, in 2017 opgericht, drie jaar na het lek. De gevolgen van die vervuiling voor de levensbehoeften van de verschillende gemeenschappen maakten het oprichten van haar organisatie noodzakelijk. Dankzij Ordemim werden hun eisen ingewilligd door de overheid en door overheidsinstellingen, binnen het kader van een bredere aanpak.


“Voor het lek woonden we nooit bijeenkomsten bij,” zegt Agnita Saboya, “we waren bang om onze stem te laten horen of een stelling in te nemen. Dat werd ons ook ten stelligste verboden. ‘Ga in de keuken je mening verkondigen!’ Dat zeiden ze tegen ons wanneer we gehoord wilden worden.” Galo Vásquez – voormalig leider van Cuninico – verzekerde ons bij zijn aantreden niet langer bang te zijn. We zouden gehoord worden. Hij moedigde ons aan om ons standpunt te verdedigen.”

Voordien was Agnita al voorzitster van Vaso de Leche (‘glas melk’) van de Comedor Popular (volkskeuken) leidster van het educatief centrum van haar gemeenschap. In die hoedanigheid werkte ze al samen met andere vrouwen en kinderen.

Als alleenstaande moeder van vijf is haar tijd beperkt, die verdeelt ze tussen haar hectische gezinsleven en haar taken als voorzitster. Daar heeft ze geen moeite mee. Ze is er immers van overtuigd dat, door de verantwoordelijkheid die inheemse vrouwen in hun gemeenschappen zelf dragen, zij het best geplaatst zijn om de strijd aan te voeren voor de dringendste verwachtingen van de lokale bevolking. 


“Tijdens al onze meetings zeg ik steeds weer dat, als ik geweten had wat voor gevolgen de olie op onze gemeenschappen zou hebben, ik meer zou hebben gedaan. Nu willen we juridische remedies om onze kinderen een gezond en waardig leven te garanderen.”


De covid-19-pandemie sloeg ook toe in Peru in maart 2020. Agnita Saboya was toen samen met haar kinderen in Iquitos, hoofdstad van de regio Loreto, om het werk van Ordemim te coördineren. Enkele weken later liep ze het virus op en sindsdien mag ze Loreto niet meer verlaten. Ze is nog steeds niet volledig hersteld en spreekt moeizaam. Toch blijft ze in contact met meer dan 100 vrouwen uit Cuninico en de gemeenschappen van San Francisco, Santa Rosa, Alianza en Chanchamayo in het district Urarinas.

De beken van de rivier Marañón zijn de levensaders van de lokale gemeenschappen. De olievervuiling veroorzaakte een drastische wijziging van hun leefgewoontes.. Foto: Sophie Pinchetti/Instituto Chaikuni

“Ik heb besloten koste wat kost te blijven vechten voor de noden van mijn volk voor de rechten van onze kinderen en voor degelijk onderwijs, opdat ook zij een waardig leven kunnen leiden,” zegt de 53-jarige Sara Vásquez, 3, eerste voorzitster van Orgamunama, dat eveneens in 2017 werd opgericht.


Een van de meest dramatische gevolgen van het olielek in Cuninico was het verlies van voedselzekerheid omdat de visvangst en de gewassen waren aangetast waar het volk der Kukama Kukamiria van leeft.

Dankzij Orgamunama hebben vrouwen een manier gevonden om gehoord te worden. “We zijn erin geslaagd onze organisatie op te laten nemen in de werkgroepen van het voorzitterschap van de nationale Ministerraad en van meerdere ministeries,” aldus nog Sara Vásquez.

“We zijn gestart met 50 leden en registreerden ons bij de Superintendencia Nacional de los Registros Públicos(Nationale Overzichtsraad van Openbare Registers – Sunarp). Vervolgens richtte ik ook kernen op in de nabijgelegen dorpen. Nu militeren 500 vrouwen van 24 gemeenschappen actief in onze organisatie.”

Deze vrouwen werken vooral in de maïs- en rijstteelt, maar ook in productieve ontwikkelingsprojecten voor onder meer handwerk en weefsels. 


Aanvankelijk ondervonden ze veel verzet bij de mannen in hun gemeenschap. In Cuninico en andere inheemse gemeenschappen in de Amazone is de rol van de vrouw traditioneel beperkt tot het huishouden. De machismo-cultuur die vrouwen in dit keurslijf duwt begint stilaan af te brokkelen: vrouwen eisen nu gelijke rechten en deelname aan het bestuur.


Sara Vásquez is mede-oprichter van Orgamunama, een van de drie zelfhulporganisaties die werden gestart na het olielek. Foto: Sara Vásquez

De 53-jarige Talita Paraná is eveneens een voortrekster en protagoniste uit Cuninico. Zij is daar sinds 2018 voorzitster van Admic. Ze herinnert zich nog dat de nonnen van de parochie Santa Rita de Castilla parochie haar twintig jaar geleden al verwittigden voor het risico dat het leven liep dichtbij de ONP-pijplijn wegens de kans op olielekken.

Hierdoor was ze reeds extra bewust van het gevaar van een mogelijke olievervuiling. Het was een van de redenen waarom ze met haar vereniging aandrong op medisch onderzoek van de plaatselijke bevolking bij het Centro Nacional de Salud Ocupacional y Protección del Medio Ambiente para la Salud National (nationaal centrum voor gezondheid op de werkvloer en bescherming van het leefmilieu voor de nationale gezondheid – Censopas) en de Dirección Regional de Salud (regionale directie gezondheidszorg – Diresa) van Loreto.

Studies bevestigden in 2016 al dat sommige leden van de Cuninico-gemeenschap hoge concentraties zware metalen zoals kwik en cadmium in hun lichaam hebben. Paraná zegt dat de mensen niet alleen positief testen op zware metalen. Sinds het lek hebben de mensen daarenboven last van keelproblemen en ondergewicht. Vooral vrouwen betalen daarbovenop een zware tol doordat alcoholmisbruik bij de mannen toenam, wat leidde tot meer huiselijk geweld.

“Ik heb nooit een hogere opleiding genoten. Dat neemt niet weg dat ik de plicht heb mijn volk te helpen,” zegt Paraná. “Ik wil dat vrouwen er vertrouwen in krijgen dat zij onder gelijkaardige omstandigheden hetzelfde werk kunnen verrichten als mannen.”

Ieder vertelt haar eigen verhaal


In 2019 reisde een team van de faculteit sociale wetenschappen van de Pontificia Universidad Católica del Perú (PUCP) onder leiding van antropologe María Eugenia Ulfe naar Cuninico. Zij documenteerde er de relatie tussen de gemeenschap en de regering aan de hand van dit dossier van olievervuiling.


Roxana Vergara was een lid van dit team. Zij is advocate en gediplomeerd antropologe en schreef haar thesis over de organisaties opgericht door de vrouwen in Cuninico. Daarin beschrijft ze hoe vanaf 2014 de vrouwen van deze gemeenschap er sinds het olielek in geslaagd zijn hun leiderschap te consolideren, wat reeds vorm begon te krijgen op vlak van openbare gezondheid en door aanverwante initiatieven ontstaan uit de training die ze kregen op de missiepost van Santa Rita de Castilla.


Dankzij deze drie organisaties, en de vrouwen erachter, kreeg een sterker leiderschap vorm. Er kwam een diversificatie van hun vraag naar productieve projecten, een pleitbezorging voor de ontwikkeling van een efficiënt openbaar bestuur en de eis voor het recht op vertegenwoordiging in gerechtelijke procedures, met de steun van het Instituto de Defensa Legal (instituut voor wettelijke verdediging – IDL) en het Vicariaat van Iquitos.

Ook de kweek van hun medicinale kruiden werd door het olielek zwaar aangetast. Foto: Roxana Vergara

“Meer en meer vrouwen sluiten zich aan bij deze drie organisaties. Ze voelen zich daar veiliger en krijgen meer aandacht en bewustzijn van de rechten die ze hebben,” zegt Vergara. “Toen het olielek zich voordeed, verzamelden ze zich maandenlang op het dorpsplein om aandacht te eisen voor voedsel voor hun kinderen, medische verzorging bij ziekte en zelfs werkveiligheid voor hun mannen. Ze confronteerden daarbij de ambtenaren van Petroperú.

Ze begonnen ook de podcast Nuestras historias desde Cuninico waarin inheemse vrouwen en mannen persoonlijk relaas doen over hoe hun dagelijks leven beïnvloed wordt door het olielek en door covid-19,” vertelt Vergara. De podcast wil hen de kans bieden te praten over hun noden en hoe om te gaan met al die ongunstige omstandigheden.

De afleveringen beginnen gewoonlijk met getuigenissen van vrouwen, gevolgd door verhalen van mannen die ook hun bijdrage leveren. De drie afleveringen die ze tot nu toe produceerden bevatten bijdragen van Flor de María Paraná, Agnita Saboya, Talita Paraná, Lidia Guerra, Natalia Teagua en Marita Salinas.


PUCP-professor en antropologe María Eugenia Ulfe zegt dat het steeds haar bedoeling en dat van haar team was om samen te werken met de vrouwen van Cuninico. Zij moeten als verantwoordelijken immers zorgen voor hun families, die nu moeten werken in deze vervuilde omgeving. Zij staan tevens in voor het halen van water, wat nu bemoeilijkt wordt omdat ze steeds langere afstanden moeten afleggen om nog niet-vervuild water te vinden.


“Het is belangrijk de geschiedenis te bewaren van de relatie van deze gemeenschappen met de kerk, die, via de parochie van Santa Rita de Castilla en de komst van de Broeders Augustijnen tijdens de jaren 1970, cruciaal was om zendelingen te trainen. Dit is een reeds jarenlang bestaande opleiding die door het olielek gereactiveerd werd en uiteindelijk deze leiders voortbracht,” stelt Ulfe.

Alicia Abanto is afgevaardigde voor leefmilieu, openbare diensten en inheemse volkeren bij de Defensoría del Pueblo (ombudsdienst van het volk). Zij stelt dat de olielekken reeds bestaande uitdagingen in inheemse gemeenschappen verscherpten, met name ook de diepe ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.

“Het gebrek aan veilig water en voedsel treft vrouwen het hardst. Zij ervaren de psychologische druk het zwaarst, daar ze als vrouw voorbestemd zijn om hun familie te voeden. Ze moeten hun kinderen echter niet alleen voeden, maar er ook voor zorgen dat ze later een goed leven kunnen leiden in de gemeenschap,” zegt Abanto aan Mongabay Latam (de Latijns-Amerikaanse afdeling van Mongabay).

Er ontstaan niet enkel leefmilieuproblemen bij een olielek. Lekken veroorzaken ook sociale problemen door de verhoogde aanwezigheid van buitenstaanders in de inheemse gemeenschappen. Dit zorgt voor spanningen en heeft verhoogd alcoholmisbruik tot gevolg, wat dan weer leidt tot meer huiselijk geweld en seksuele aanranding van vrouwen en minderjarigen.


“Vrouwen moeten gesteund en begeleid worden zodat hun stem gehoord wordt,” zegt Abanto. “De lokale gemeenschap is de sleutel tot de wederopbouw. Het is essentieel dat de vrouwen daarbij een stem krijgen, waardoor ook zij leidinggevend kunnen optreden. Het spreekt echter voor zich dat dit de veroorzakers van deze ecologische ramp, zoals de staat en het bedrijf in kwestie, niet ontslaat van hun verantwoordelijkheid. Vooral zij moeten instaan voor het herstel van de opgelopen schade.”

Olievervuiling tot in de beken rond de rivier. Foto: Sophie Pinchetti/Instituto Chaikuni

Juridische hoorzittingen


Juan Carlos Ruiz Molleda, IDL-advocaat en raadgever voor de getroffen gemeenschappen van Cuninico, Nueva Esperanza, Nueva Santa Rosa en San Francisco, vertelde aan Mongabay Latam dat na een lange juridische strijd in 2019, de regionale regering van Loreto een eerste gezondheidsplan goedkeurde om de gevolgen van de ramp aan te pakken. Over een tijdsspanne van drie jaren zou 700.000 dollar geïnvesteerd worden in gezondheidsmaatregelen voor de vier getroffen gemeenschappen.


“Dit gezondheidsplan werd tijdens een hoorzitting aangekondigd in uitvoering van een gerechtelijk bevel van augustus 2019. Dit schept een zeer belangrijk precedent,” zegt Ruiz, “normaal gezien zou de uitvoering van dit plan van start gaan in januari of februari van 2020, maar door de pandemie stelde het regionale bestuurscollege van de dienst gezondheidszorg van de regio Loreto dat het overstelpt is door het vele werk. Enkele weken geleden kwamen we weer samen en we besloten de zaak opnieuw te bekijken. ”

Het plan moet epidemiologische en gezondheidsonderzoeken omvatten voor de inheemse gemeenschappen van Cuninico, Nueva Santa Rosa, San Francisco en Nueva Esperanza gedurende heel 2021. Het zal volledig betaald worden met de 10 procent aan olie-royalty’s die de regering van Loreto jaarlijks ontvangt en bij wet verplicht is te investeren in de lokale gemeenschappen. “Dit gerechtelijk bevel kwam er” volgens Ruiz, “omdat de overheid van Loreto beweerde geen fondsen te hebben om dit plan uit te voeren. De rechter besliste daarom dat het nodige geld van de olie-royalties moest komen.”

Samen met vrijwillige technici creëerden de vrouwen van Cuninico een eigen podcast. Foto: Roxana Vergara

Het betrokken bedrijf Petroperú heeft getracht de schuld voor het olielek af te schuiven op de plaatselijke bevolking en beschuldigde haar zelfs van sabotage. In het geval van Cuninico verzamelden het Organismo Supervisor de la Inversión en Energía y Minas (toezichthoudend organisme op de investeringen in energie en mijnbouw – Osinergmin) en het Organismo de Evaluación y Fiscalización Ambiental (organisme voor evaluatie en fiscalisering van het leefmilieu – OEFA) de nodige bewijzen. Daaruit besloten zij dat het lek veroorzaakt werd door nalatigheid van het bedrijf bij het onderhoud van de pijpleidingen. De OEFA veroordeelde op grond daarvan het oliebedrijf tot een administratieve sanctie.

Een rechtbank in Loreto bevestigde tevens een eerdere uitspraak van februari 2016 waarbij het Ministerie van Gezondheid en het overheidsinsituut voor epidemiologie het bevel kregen om een strategisch noodplan voor de openbare gezondheid op te stellen en uit te voeren. Dit plan behelst eveneens de uitvoering van een programma voor medische zorg en van een epidemiologisch onderzoek naar leefmilieu en gezondheid onder de bevolking naar gevolgen van het olielek, en dit binnen de 30 dagen volgend op het vonnis.

Ruiz benadrukt de onmiskenbare impact van de inheemse moeders en vrouwen van Cuninico en de andere gemeenschappen op deze juridische procedures: haar getuigenissen en haar opvolging van deze zaak voor het welzijn van de gemeenschappen waren doorslaggevend voor het gerecht, dat hen tot nu zo in de steek had gelaten. 


“We voelen ons niet alleen gesterkt als leiders, maar als volk,” zegt Sara Vásquez van Orgamunama. In de nasleep van de chaos die het olielek veroorzaakte, vonden vrouwen haar rechten en haar stem – dit kan niet meer ongedaan worden gemaakt.

 

Perú: las mujeres que son la voz de Cuninico van Francesca García Delgado en Vanessa Romo werd naar het Engels vertaald door Geneviève Belmaker tot In an oil spill’s aftermath in Peru, new voices lead an Indigenous fight for justice en vertaald door Erika Vanempten. Mongabay is een internationaal non profit platform voor journalistiek over het leefmilieu dat sinds 1999 publiceert in het Engels, Bahasa, Spaans, Hindi en Portugees.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!