De Controlecommissie van het Congres bestudeert de rol van drie ministers uit de regering van Alan García (2006-2011) in de totstandkoming van het contract met het Israëlische veiligheidsbedrijf Global CST, een bedrijf dat werd opgericht en wordt geleid door reservegeneraal Israel Ziv.  

Het contract werd in het geheim afgesloten in 2009. De bedoeling was militairen te ondersteunen in hun strijd tegen een restant van de guerrillagroep Lichtend Pad.

Een onderzoek van de Algemene Controledienst in Peru had vastgesteld dat zowel burgerlijke als militaire autoriteiten hun boekje te buiten waren gegaan. De Peruaanse staat verloor 12 miljoen euro doordat Global CST zijn verplichtingen niet is nagekomen, luidde conclusie.

Onderzoek van anticorruptiedienst

Daarop ging de anticorruptiedienst van het gerecht aan de slag. De komende dagen gaat die formeel een onderzoek instellen tegen minstens twintig voormalige functionarissen.

Het Congres wil vooral de oud-ministers Hernán Garrido, Ántero Flores Aráoz en Rafael Rey horen (de laatste twee waren verantwoordelijk voor Defensie), en ook oud-generaal Francisco Contreras.

“We willen weten of het nodig was om een buitenlands bedrijf hiernaartoe te halen om militairen te trainen die tegen de terroristen strijden”, zegt commissievoorzitter Gustavo Rondón. “Na de verklaringen zullen we onze conclusies neerleggen in een rapport dat we zullen sturen naar het gerecht, waar een strafonderzoek loopt.”

Global CST in Colombia

Na zijn vertrek als minister in 2008 ging Garrido voor Global CST in Colombia werken. Daar ondersteunde het Israëlische bedrijf militairen die tegen de FARC-rebellen vochten.

Het Colombiaanse contract werd getekend toen de huidige president van Colombia, Juan Manuel Santos, op Defensie zat.

Garrido’s entourage zegt dat de oud-minister Ziv alleen maar in contact heeft gebracht met de Peruaanse autoriteiten en niets met het contract te maken heeft en zelfs niet betaald is. Maar na de ondertekening van het contract leverde Garrido wel consultancydiensten bij projecten voor sociale ontwikkeling van het Israëlische bedrijf in Colombia en Guinea.

Aanbeveling van Santos

Voormalig legerchef Otto Guibovich vertelde al in het congres dat het inhuren van een buitenlands bedrijf onnodig was aangezien de Peruanen meer ervaring hebben.

Uit documenten die IPS kon inkijken, blijkt dat Global CST zijn ervaring in anti-guerrillatactieken staafde met brieven van onder meer de toenmalige Colombiaanse minister van Defensie Santos, de huidige president.

In een brief aan Ziv, die 20 juni 2009 gedateerd is, bedankt Santos hem “voor het uitstekende werk van de groep adviseurs van Global CST, die onder mijn leiding de laatste drie jaar het ministerie van Defensie hebben geadviseerd met veel inzet en talent.”

Moussa Dadis Camara

Ziv vertelde toen niet aan de Peruanen dat zijn bedrijf in 2009 ook de lijfwacht van de omstreden kapitein Moussa Dadis Camara trainde, die in 2008 een staatsgreep had gepleegd in het Afrikaanse Guinea.

De Algemene Controledienst stelde vast dat het leger in zijn actieplan en jaarbegroting voor 2009 niets had voorzien voor een contract met de Israëli’s. Volgens bronnen bij de dienst heeft de legertop de noodzaak om een buitenlands bedrijf aan te trekken “uitgevonden”, op maat van het voorstel van “Global CST”. “Het ergste is dat ze daarbij een document vervalst hebben om het contract met het Israëlische bedrijf toe te staan.”

“Een duidelijk bewijs dat er een samenloop van intenties bestond om het bedrijf te contracteren, is dat de chef van het Gemeenschappelijk Commando, generaal Francisco Contreras, om middelen heeft verzocht voor een bedrag dat precies overeenkwam met wat Global CST voor zijn diensten had gevraagd”, aldus de bronnen.