Een kind speelt in de rivier in de buurt van het dorpje Jokolo. Op de achtergrond de bergen van de Kaukasus. Foto: © Giacomo Sini
Reportage - Giacomo Sini,

Pankisi, Georgische oase van vrede in door oorlogen geteisterde Kaukasus

Italiaans journalist Giacomo Sini reisde meermaals door de Kaukasus. In de vallei van de Pankisi vond hij een oase van rust en vrede tussen samenlevende gemeenschappen, die hun onderlinge verschillen weten te overstijgen. Alleen drugsbendes die de poreuze grenzen tussen Georgië en Rusland gebruiken voor hun handel veroorzaken gewelduitbarstingen. Desondanks slagen de lokale inwoners er in hun eigenheid te vrijwaren.

maandag 19 april 2021 15:18
Spread the love

 

De route tussen Tbilisi en het kleine dorpje Jokolo, midden in de Pankisivallei, wordt gekenmerkt door een adembenemend berglandschap. Van de Georgische hoofdstad, genesteld in een groene vallei, gaat de weg verder tot in de zuidelijke hellingen van het Kaukasusgebergte. De bochten volgen elkaar op. Tussen bergtoppen die aan een eindeloze horizon schitteren doemen uitgestrekte vlaktes van groen en bossen op.

Op weg naar de Pankisi verandert ook het stedelijk landschap. De Sovjetstijl-appartementen veranderen in groepen kleine, op elkaar gepakte huizen. We aanschouwen een eeuwenoud schouwspel. Bij het naderen van Pankisi weerklinkt de oproep tot de Adhan, het gebed voor moslims in de vallei. In de verte torent de sierlijke minaret als een kleurrijke diamant boven de huizen uit.

De oude moskee van het dorp Duisi. Foto: © Giacomo Sini

De Pankisivallei heeft een oppervlakte van amper 10 op 3 kilometer en bevindt zich ten zuiden van de Georgisch-Tsjetsjeense grens in de bergachtige regio Kakheti regio van Georgië. De vallei ligt langs de zuidoostelijke hellingen van het Kaukasusgebergte waar de bovenloop van de Alazanirivier door de beboste bergen en kloven stroomt. De Alazani stroomt 351 kilometer zuidwaarts tot in de regio Kakheti en oostwaarts tot in Azerbeidzjan alvorens ze in de Kaspische Zee uitmondt.

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de regio tussen 1999 en 2004 één ingrijpende periode van onrust gekend, die de regio enorm getekend heeft. Het uitbreken van de tweede Russisch-Tsjetsjeense oorlog in 1999 leidde tot migratie van Tsjetsjeense separatistische strijders, alsook van een kleinere groep buitenlandse strijders die zich inzetten voor de strijd in Tsjetsjenië, naar de vallei. De meesten onder hen keerden nochtans spoedig terug naar Rusland waar ze uiteindelijk ook stierven.

De nieuwe moskee van Duisi. Foto: © Giacomo Sini

“Een gebied overgeleverd aan radicale jihadisten”, zo verwijzen buitenlandse media met weinig kennis van zaken naar de regio. De verschillende gemeenschappen die in de vallei samenleven weerleggen deze negatieve verwijzingen ten stelligste.

De etnische achtergrond van de bevolking van de provincie Kakheti in het algemeen, en die van het district Akhmeta in het bijzonder, is inderdaad zeer kleurrijk. De inwoners stammen onder meer af van etnische Georgiërs, Joden, Armeniërs, Vainakken, Ossetiërs, Dagestanen, Azeri’s, Grieken en Russen.

Een uitgebreide traditie van gemengde huwelijken en intensieve economische en culturele betrekkingen hebben de etnische identiteit van de niet-etnisch-Georgische gemeenschappen in de regio sterk beïnvloed. De valleibewoners benadrukken echter dat deze situatie nooit tot onrust leidde. Het huidige klimaat van straffeloosheid en verhoogde criminaliteit is een gevolg van de toevloed van drugshandelaars die de moeilijke grenssituatie begonnen uit te buiten.

Deze jonge Tsjetsjeen (met ‘Tsjetsjenië ‘op zijn T-shirt) brengt zijn zomervakantie door in de Pankisi-vallei. Foto: © Giacomo Sini

Pankisi is de historische vallei waar de Kisten, een oude moslimgemeenschap sterk beïnvloed door het Soefisme en oorspronkelijk Vainak, al sinds de 18de eeuw leven en er nog steeds goed gedijen. Zij hebben weinig te maken met fundamentalistische ideologieën.

De Kisten migreerden uit afgelegen bergdorpen in de noordelijke Kaukasus en vestigden zich tussen 1830 en 1870 in de vallei. Rond die tijd werden deze nieuwe kolonisten bij hun Georgische gastheren bekend als ‘Kisten’. De huidige Kisten zijn soennitische moslims.

Ondanks hun assimilatie met de Georgische cultuur behielden de Kisten trots hun gewoonten en tradities en weigeren zij te assimileren met andere Noord-Kaukasische nationaliteiten zoals Tsjetsjenen en Ingoesjetiërs. Zij zijn tweetalig Georgisch-Tsjetsjeens, maar ook bedreven in het Russisch. Daarbij nemen zij voor officiële doeleinden de Georgische nationaliteit aan.

De Alazani, die in de Groote Kaukasus ontspringt, stroomt er in de nabijheid van enkele kleine dorpjes. Om af te koelen van de zwoele zomer zitten veel inwoners ontspannen aan de oevers en genieten zij van het uitzicht, tenminste wanneer er geen overstromingsgevaar is.

Niet ver van dit schouwspel zoeken enkele oude mannen hun grazende paarden op. “Wij hebben onze tradities die geworteld zijn in de tijd, ze zijn uniek. De Dhikir is daar een voorbeeld van. Het is een oud Soefi-ritueel, dat alleen door vrouwen in de vallei wordt beoefend”, zegt Tengizi, die als paardenfokker in de vallei werkt.

Dit ritueel en de boodschap die daaraan verbonden is, maakt deze vallei tot een unieke plek. Soefisme is een mystieke tak van de islam die de nadruk legt op directe, persoonlijke ontmoetingen met God.

De rust van de Pankisi-vallei. Foto: © Giacomo Sini

De Dhikir of Zikir (wat “herinneren” betekent in het Arabisch) verwijst zowel naar een stille, individuele oproep tot God, als naar een gemeenschappelijk gebed met recitatie en een uitbundige dans. Dit ritueel moet angsten verdrijven, persoonlijk potentieel ontsluiten en de deelnemer dichter bij God brengen.

Het bestaat uit het extatisch gezamenlijk reciteren van de namen van God en uit zich uiteindelijk in zang, dans en, hier in Pankisi, in de roep tot marshua kavkaz – “vrede in de Kaukasus”.

Met het afnemend christendom in het gebied begonnen vele islamitische predikers uit het nabijgelegen Tsjetsjenië, Ingoesjetië, Dagestan en Azerbeidzjan in Pankisi verscheidene sekten te stichten. De Kist Machig Machalikashvili verspreidde de leer van de sekte van Kunta Hajji, een Tsjetsjeense Soefi-mysticus en pacifist uit het dorp Eliskhan-Iurt.

Tenten van de UNHCR voor vluchtelingen uit het nabije Tsjetsjenië wijzen er op dat het conflict niet ver weg is. Foto: © Giacomo Sini

Hij verkondigde dat God niet van oorlog houdt, dat alle gelovigen broeders zijn en dat zij hun lot aan Allah moeten toevertrouwen. De sekte van Kunta Hajji verschilde van andere in haar rituele praktijken. In Tsjetsjenië en Ingoesjetië beschouwde de sekte van de Naqsjbandi (een belangrijke soennitische spirituele orde van het soefisme) zichzelf als moeriden en verrichtten zij geen ziarat (vereren van heilige plaatsen) of Dhikir. De Kisten voerden dit ritueel in hun eigen taal uit omdat zij geen Arabisch kenden.

“Vrouwen die dit ritueel beoefenen roepen de buitenwereld op tot vrede. Deze prachtige vallei moet hierom bekend staan”, zegt Arbi, een plaatselijke Engelse student die in de regio verblijft. “De meesten onder deze mensen beschouwen zichzelf als Hadjiïsten, die een leer van broederlijke liefde en geweldloos verzet blijven prediken”, besluit de jongeman. De ceremonie van de Dhikr heeft op vrijdag plaats in de oudste moskee van Duisi, het centrale dorp van Pankisi.

Ik ben er op de dag dat de Jumu’ah doorgaat, een gezamenlijk moslimgebed gericht naar Duisi, het dorp waar een kleine cluster huizen en de oude kleurrijke minaret staat. Op de binnenplaats van de moskee zitten twaalf zwijgende vrouwen. “Hier houden we de Dhikir”, zegt Khadishat, een van de invloedrijkste deelneemsters. Er heerst een contemplatieve stilte tot wanneer de ceremonie begint.

Vrouwen beginnen het ritueel van de Dhikir. Foto: © Giacomo Sini

In een kring beginnen de vrouwen de naam van God en Mohammed te reciteren. Het zingen wordt heftiger, terwijl ze in de handen klappen. Wanneer de ceremonie intenser wordt, staan de vrouwen op en houden het dwingende ritme aan door met hun voeten mee te stampen op de melodie van de stem. Daarop gaan ze in cirkels lopen, in extase, terwijl ze La ilaha ilallah zingen, “er is geen God dan God”. In de extatische sfeer trekt de stem van een van de oudere vrouwen in de ceremonie alle aandacht door haar vurige zang ondanks haar hoge leeftijd.

Deze soefi-traditie kan voor zij die er niet veel van afweten vergeleken worden met de wervelende derwisjdansen in Turkije. Toch zijn er duidelijke verschillen, te beginnen met het geslacht van de celebranten. Na enige tijd bereiken de gezangen van de vrouwen een hoogtepunt, het ritme wordt steeds verder opgedreven en er wordt hevig gestampt.

Foto: © Giacomo Sini

De opwinding van de vrouwen trekt daarna langzaam weg totdat een lome toestand ontstaat, het ritme vertraagt en overvloeit in een natuurlijke mystieke kalmte. Ze zingen nu de naam Allah. Wanneer de ceremonie eindigt drukt iedereen de hand van de grootmeesteres die de Dhikr leidde, terwijl zij de naam van Allah blijft uitspreken met een sterke nadruk. Ik schat dat de ceremonie een uur heeft geduurd.

Wanneer we naar Jokolo terugkeren glijden onze ogen over een paar tenten, we kunnen de ‘UNHCR’-opschriften onderscheiden. “Dit zijn Tsjetsjeense vluchtelingen die tijdens het gewapende conflict met Rusland massaal naar het Kaukasische deel van de Russische Federatie zijn gevlucht”, vertelt Arbi ons.

Tijdens de Russisch-Tsjetsjeense oorlog in de jaren 1990 vond een groot aantal Tsjetsjeense vluchtelingen onderdak in deze vallei, waardoor de bevolking enorm toenam. Zij werden toen ook een integraal deel van de Pankisi-gemeenschap. De integratie van deze Tsjetsjeense vluchtelingen werd vergemakkelijkt dankzij de grote overeenkomsten tussen het Tsjetsjeense en de taal die de Kisten spreken.

Deze Kist-boer komt thuis van zijn werk op het veld. Foto: © Giacomo Sini

Toen in december 1994 de oorlog uitbrak tussen Tsjetsjeense strijders en de door Rusland gesteunde centrale regering in Tsjetsjenië, werd Pankisi overspoeld door vluchtelingen. Onder hen bevonden zich ook veel families van de Kisten van Pankisi, die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie naar Tsjetsjenië vertrokken waren.

“Tijdens het laatste conflict tussen Rusland en Georgië in 2009 over de afgescheiden regio Ossetië, vreesden sommige mensen in de vallei het ergste”, zegt een plaatselijke Tsjetsjeense vluchteling. “Zij waren bang dat Rusland ons zou bombarderen, vooral omdat we zo dicht bij de Russische grens verbleven”, vervolgt de jongeman. De vallei van de Pankisivallei bleef sindsdien echter gespaard van deze gevreesde aanvallen en dit landelijke berggebied is een veilig toevluchtsoord gebleken.

De oproep tot gebed is het enige geluid dat de stappen in de stilte van de vallei onderbreekt. Wanneer we langs de huizen van de vallei lopen, zegt de oude herder Khasan ons: “Dit is een rijke vallei waarin vrede, cultuur en verschillende mensen samenleven tussen de rust van de bergen”. Het zijn deze culturele en natuurlijke rijkdommen die de vallei zo uniek maken, dit vooral door haar vreedzame en gastvrije karakter, die wordt weerspiegeld in de levenshouding van zijn inwoners.

 

Deze reportage werd uit het Engels vertaald door Louise Hantson.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!