De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Bron: Pixabay
Opinie -

Overvloed en onbehagen: hoe groot is de kloof tussen welvaart en welzijn?

Het gaat wat beter met onze economie, maar hoe gaat het met ons? Volgens sommigen staat onze samenleving er niet zo goed voor en is ze zelfs zo goed als onleefbaar geworden. Misschien moeten we het over een andere boeg gooien en naar een leefbare samenleving streven, waarin welzijn meer aandacht krijgt.

vrijdag 10 januari 2020 12:27
Spread the love

Bruto Nationaal Geluk

Hoe groot onze welvaart ook is en hoewel we weer wat betere macro-economische cijfers neerzetten, toch wil de euforie maar niet losbarsten en is een babyboom niet direct te verwachten. Hoe komt dit? Wat is er aan de hand? Sommige statistieken zijn cosmetisch en bewijzen weinig. De daling van de werkloosheid vertaalt zich in een stijging van het aantal leefloners omdat de regering de werkloosheidsreglementering heeft verscherpt.

Bovendien is de marge voor groei ook niet zo groot omdat onze productiviteit en ons inkomen al tot de hoogste ter wereld behoren. Spectaculaire verbeteringen zijn niet te verwachten. We moeten dus niet denken dat door de economische groei de werkloosheid verdwijnt en de sociale zekerheid betaalbaar blijft. Ten slotte beperken economische discussies over de samenleving zich tot een handvol statistieken (groei, werkloosheid, begrotingstekort), maar er blijft zoveel buiten beschouwing dat zich soms wat moeilijker in cijfers laat vangen.

Politici lijden aan blikvernauwing. De toestand van een samenleving is niet louter het Bruto Nationaal Product, is niet alleen een kwestie van welvaart, maar ook van welzijn. In Bhutan spreekt men dan ook liever over het Bruto Nationaal Geluk en natuurlijk bekijkt men de zaken vanaf de Himalaya anders dan vanuit ons kikkerperspectief. Hoe staat het met ons Bruto Nationaal Geluk?

Borderline times

Psychiater Dirk De Wachter schreef in zijn boek Borderline Times (2011) dat onze samenleving veel kenmerken van borderline patiënten heeft. Typisch voor borderline is instabiliteit, een manisch-depressieve toestand van extreme reacties. We jagen ons op om maar zo veel mogelijk te doen en te beleven om zo de illusie te hebben dat ons leven rijk gevuld is en we niets missen. Een overvolle agenda en een hyperactief digitaal leven geven toch het idee dat we veel contacten hebben en niet alleen staan.

We consumeren erop los, gaan vaak op vakantie om de batterijen weer op te laden (alsof we daarop werken). We hebben behoefte aan zoveel mogelijk kicks, verslaving aan drugs en alcohol nemen toe. Na een diepe bungeejump worden we feilloos teruggekatapulteerd naar onze eigen leegte. We zijn door alle rusteloosheid niet meer tot duurzame relaties in staat.

Naast een gebrek aan rust is er een gebrek aan zekerheid. Veel wat ons leven vroeger structuur en inhoud gaf, is verwaterd of verdwenen. Traditionele gezinspatronen, de taakverdeling tussen mannen en vrouwen, de relatie tussen ouders en kinderen, hebben plaatsgemaakt voor allerlei samenlevingsverbanden. Religie en ideologie hebben veel van hun betekenis moeten prijsgeven. Ook werken is veranderd: niemand heeft nog levenslang hetzelfde beroep bij dezelfde werkgever. We kunnen en willen niet terug naar vroeger, omdat alles toen niet beter was. Voor velen is de moderne vrijheid een bevrijding, maar voor iedereen blijft het zoeken.

Wie dit alles cijfermatig onderbouwd wil zien kan zich laven aan de volgende statistieken: 1 op de 4 Belgen is in behandeling voor depressie of een andere psychiatrische aandoening, 1 op de 10 slikt antidepressiva. Na Finland heeft België het hoogste zelfmoordcijfer van Europa, dat is anderhalf maal het Europese gemiddelde. Twee van de drie huwelijken eindigt in een scheiding en zo’n 30 procent van de stadsbewoners bestaat uit alleenstaanden. De sociale uitgaven voor ziekte zijn inmiddels hoger dan die voor werkloosheid. Volgens het Riziv hebben ruim 35 procent van de langdurige ziektes psychische oorzaken. Velen zitten dus niet goed in hun vel.

Elementaire deeltjes

Als geen ander laat de Franse schrijver Michel Houellebecq het faillissement van de Westerse samenleving zien. Sinds zijn debuut, De wereld als markt en strijd (1994), beschrijft hij de heersende ideologie van de markt en het kapitalisme. Niets heeft waarde of betekenis op zichzelf, alles heeft een prijs, zelfs de liefde is een markt. Bedrijven zijn met niets anders bezig dan fuseren, winst- en beurscijfers neerzetten en het management is alleen geïnteresseerd in winstmaximalisatie.

In Platform (2001) is geluk en genot te koop in Thailand, een reisorganisator heeft veel succes met de promotie van een uitgekiend product: vakantieliefdes. Maar de tropische idylle wordt plots verstoord door de aanslag van een radicale islamitische groep. In De kaart en het gebied (2010) is een kunstwerk alleen van belang wanneer culturele beleggers er waarde aan toekennen en een absurd bod doen: reclame, media en hype zijn de enige succesfactoren.

De hoofdpersonen in zijn romans zijn zonder uitzondering eenzaam en geïsoleerd. Ze werken zonder enige inspiratie in koude, onpersoonlijke en onverschillige bedrijven. Duurzame relaties hebben ze niet, meestal zijn ze verslaafd aan vluchtige seks. Niemand wordt ooit gemist. Mensen zijn gereduceerd tot elementaire deeltjes die willekeurige, instabiele verbanden met elkaar aangaan. Ze zijn verbitterd.

Houellebecq ziet maar één uitweg die hij de koude revolutie noemt. We moeten onszelf soms aan de samenleving onttrekken en onbereikbaar zijn, ons niet blootstellen aan de wereld en het leven op afstand houden. Verdwijn eens een maand spoorloos in de Himalaya en maak een trekking. Geen contact houden met het thuisfront. Misschien hervinden we zo ons evenwicht.

Kijk eens in de spiegel

De boeken van De Wachter en Houellebecq hebben veel weerklank gehad, velen blijken zichzelf en onze samenleving te herkennen in de spiegels die zij ons voorhouden. Je kunt je afvragen of onze politici wel eens in de spiegel kijken, twijfel is immers niet hun sterke punt. Voor Bart De Wever is er geen alternatief. Typisch een tunnelvisie, zouden psychiaters zeggen.

Maar er zijn natuurlijk altijd alternatieven, zowel voor een individu als een samenleving. Als individu hoeven we niet met alles mee te doen, we hebben meer keuzevrijheid dan we denken. We kunnen besluiten minder te werken en minder te consumeren. En ook als samenleving kunnen we een radicaal andere weg inslaan.

In de geschiedenis is dat meestal het gevolg van oorlogen of revoluties. Zulke disruptieve ontwikkelingen zijn abrupt en onvoorspelbaar, denk maar aan de val van het communisme. Dictators kunnen zich tientallen jaren handhaven tot ze plotseling op een goede dag aan hun einde komen. Maar maatschappelijke verhoudingen kunnen ook geleidelijk veranderen, zoals de geleidelijke beperking van de werkweek illustreert.

Tegenwoordig lijken velen hun hele identiteit en existentie op hun werk te baseren en vinden werkgevers dat je je moet smijten in je job. Geen wonder dat zovelen door jobverlies of bij hun pensioen in een ‘zwart gat’ terechtkomen: ze hebben alles gegeven en zichzelf verloren. In de jaren 70 met hoge economische groei werd werken niet zo overschat als nu. Jonge universitairen vonden werken voor bedrijven toen geen droom, ze wilden geen handlanger zijn van het internationaal kapitaal of een uitbuiter die winst maakte op de rug van een ander. Zeker is dat de tijden wel weer zullen veranderen. Alles begint met veranderingen in ons denken, aan twijfel over vanzelfsprekendheden, waardoor de ‘tijdgeest’ verandert.

Naar een leefbare samenleving

Het huidige beleid is er totaal niet op gericht om onze samenleving leefbaarder te maken. Men neemt juist maatregelen die ons onbehagen alleen maar kunnen vergroten. We moeten nog langer werken en nog flexibeler zijn. De mogelijkheden om op adem te komen, zoals loopbaanonderbreking en landingsbanen, worden teruggedraaid.

De gevolgen zijn voorspelbaar: stress, depressie en burn-out zullen nog meer voorkomen. Uit de resultaten van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor blijkt dat slechts 49,6 procent van de werknemers zijn job werkbaar vindt, meer dan de helft van de jobs scoort volgens hen slecht op criteria als leermogelijkheden, stress en werk-privébalans. Bovendien is deze score de afgelopen jaren verslechterd, we komen van bijna 55 procent in 2013 (zie www.werkbaarwerk.be).

Door de digitalisering en de platformeconomie zullen we meer dan ooit alleen op onszelf zijn aangewezen. Wie niet meekan in de ratrace of wordt afgedankt, krijgt lagere, in de tijd beperkte uitkeringen. Volgens onze neoliberale politici de enige methode om mensen te prikkelen werk te zoeken.

Alles staat haaks op ieder streven naar vergroting van het Bruto Nationaal Geluk. Alles wijst erop dat we voor onze overvloed een prijs betalen in de vorm van onbehagen. We moeten nadenken of we geen andere samenleving willen waarin de nadruk op leefbaarheid komt te liggen. Met meer tijd en rust. We komen dan vanzelf tot de ontdekking wat belangrijk is in ons leven en wie weet hebben we weer tijd voor familie en vrienden. We werken immers om te leven en niet andersom.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!