Over borstvoeding en schuld

Over borstvoeding en schuld

donderdag 4 januari 2018 18:43
Spread the love

Er is heel wat te doen in de media deze dagen over borstvoeding. Moeders horen vaak neerbuigende opmerkingen (of zien de nog luider klinkende non-verbale commentaren) wanneer ze vertellen dat ze geen borstvoeding (meer) geven.

Dat voelt echt niet fijn.

Deze mama’s voelen zich schuldig.

Breder beschouwd lijkt het alsof niemand zich fijn voelt: zij die kiezen voor borstvoeding kunnen zich maar best verstoppen in één of andere publieke WC – ik wil maar zeggen, ‘zij durven nogal, met hun borsten bloot’. Zij die geen borstvoeding geven krijgen ook spijs van het rollende ogen ballet. Niemand wint. 

Het is één van de eerste lessen die ik leerde als mama: ik zal het nooit goed doen voor iedereen. Wat ik ook doe, ik zal altijd commentaar krijgen, van iemand. Voor elke interventie met mijn kind zijn er op hetzelfde ogenblik steunende en ontroerde blikken te zien én boze, geïrriteerde. Ik besliste algauw: misschien heeft het allemaal niet zo veel met mij (of mijn kind) te maken? 

Ik geef een ander voorbeeld. Ik zit te genieten van een koffie terwijl ik een blog schrijf. Kinderen naast me doen wat kinderen doen – ze spelen en dat klinkt al eens luid. Meestal geniet ik daar enorm van. Voel ik me om wat voor reden dan ook gestresseerd? Ik zou wel eens ‘de blik’ durven werpen, dat denk ik wel…

Dus misschien gooien we met opmerkingen over borstvoeding naar elkaar omdat we ons zo verdomd onzeker voelen over onszelf en onze eigen keuzes. Ja, borstvoeding heeft tal van voordelen. Tegelijk, nee borstvoeding is niet dé voorspeller voor een gezonde hechting zoals we vaak te horen krijgen. Dat is een geïnteresseerde en wederkerige interactie.

Maar nu even iets anders. Ik zou het graag even hebben over schuldgevoel – in het algemeen (los van borstvoeding of niet) in het ouderschap. Ik vraag me steeds vaker af waarom we als moeders er alles aan zouden doen om schuldgevoel buiten ons vizier te houden. Volgens mij is dat …

een onmogelijke taak en precies daarom kost het ons zo veel energie.

Je zal je als mama, en hé, als ouder, schuldig voelen. Dat staat buiten kijf denk ik. Zo heb ik zelf massa’s schuldgevoel moeten doorworstelen (mijn dochter is nog maar 4!), bijvoorbeeld toen ik mijn dochter overleverde aan dokters voor een operatie. Deze operatie bleek achteraf helemaal niet nodig te zijn geweest, maar mijn dochter heeft er wel de nodige angsten aan overgehouden.

Ja, ik voelde me ongelofelijk schuldig! Het omarmen van dat schuldgevoel heeft er echter toe geleid dat ik gepaste actie kon ondernemen – helende actie – in relatie tot mezelf (het hele gebeuren stond – het is bijna te stereotiep om interessant te zijn, maar echt – niet los van ervaringen uit mijn eigen kindertijd) en tot mijn kind. Had ik mijn schuldgevoel niet omarmd dan had ik haar boosheid en angst niet kunnen ontvangen en helpen reguleren. Ik had deze gevoelens in haar ofwel weggeduwd ofwel was ik zelf in paniekmodus blijven hangen.

Schuldgevoel kunnen we ons mijns inziens pas laten aanpraten wanneer de boodschap resoneert met wat we binnenin reeds (deels) ervaren. Ik zal me nooit schuldig voelen omdat anderen iets anders denken, behalve over beslissingen die ik uit onzekerheid heb genomen of waar ik mezelf al niet goed bij voelde. Of ik voel me schuldig omdat ik ergens “deep down” iets anders wou. Ik voel me bijvoorbeeld niet snel schuldig omdat ik iets deed waar ik echt achter stond waarvan achteraf blijkt dat het niet ideaal was, maar wel wanneer ik iets deed tegen mijn gevoel – omdat “men” dat “beter” achtte – en ik erop terugblik en denk “damn!”

Ik heb het wel eens meegemaakt dat een apotheker tegen me zei – ze wilde me troosten – “mijn zoon heeft dit ook gehad, laat je geen schuldgevoel aanpraten.” Ik wilde uitschreeuwen:  “je begrijpt het niet, het zit binnenin!” 

Nu hoeft dit niet voor iedereen zo te zijn. Hoe dan ook denk ik dat schuldgevoel een belangrijk gevoelis in het ouderschap. Een gevoel dat een kompas kan zijn. Een gevoel dat ons meer bewust in toekomstige keuzes helpt staan. Een gevoel dat toont hoe veel we eigenlijk geven om onze kinderen en om hun welzijn. 

Het probleem is vaak dat we onze schuldgevoelens te lijf gaan met een zwaard. We gaan in het verweer: “nee dat kan niet!”. Of we proberen onze muts ver over onze oren te trekken: niets wat ons schuldgevoel kàn geven mag nog gezegd worden.

Wat als we onszelf, onze goede en minder goede keuzes – die we als ouders nu eenmaal zullen maken – en onze schuldgevoelens met liefde en zachtheid benaderen? Wat als we ruimte maken voor verdriet en spijt in het ouderschap? Wat zou er dan gebeuren?

Schuld voelen maakt van ons geen slechte ouders. We kunnen ons schuldgevoel omarmen met inzicht in onze levensomstandigheden en in onze situatie. Er vanuit gaande dat we als mama’s, als ouders, ok zijn, waardig, geliefd. Dat we fouten maken en mogen maken én dat we nog graag gezien zijn. Op zo’n manier mededogen hebben voor onszelf is iets wat weinigen van ons ervaren. Door onze eigen vroeg-kinderlijke ervaringen spreekt de innerlijke criticus veel eerder. Maar wat als we onszelf voorzien van de nodige liefde om schuldgevoelens te verwerken?

Ik weet dat (nog zo’n typische, maar goed) mijn innerlijk kind dacht: “wow, kan dit ook?”

Het zou in ieder geval een grote fout zijn om debatten over wat onze kinderen het meest dient naar de achterkamers te bannen of zelfs niet meer te voeren, om de gemoederen van moeders te sparen. Dat zou zijn als een maatschappelijke vorm van rolomkering of parentificatie. We zijn krachtig als moeders, als ouders, toch? Onze fouten toegeven en met ons schuldgevoel omgaan hoort daar voor mij bij.

Een relatie tussen kinderen en hun ouders is misschien wel het meest krachtig, niet wanneer de ouders perfect zijn, maar wanneer ouders hun fouten toegeven en hieruit leren; nieuwe keuzes durven maken – hun kinderen boos kunnen laten zijn om zaken die gebeurd zijn in het verleden. Met andere woorden, een belangrijke basis voor een gezonde hechting is dat ouders de relatie met hun kind belangrijker vinden dan de – ook begrijpelijke – drang tot zelfbescherming. 

Misschien is dit wel de moeilijkste taak die we als ouder te doorstaan hebben. Misschien is de vraag zelfs helemaal niet “is het nu goed of niet goed dat je borstvoeding hebt gegeven?” maar zouden de vragen mogen zijn: “waarom stopte je?” “Wou je zelf stoppen?” “Wat betekende al dan niet borstvoeding geven voor jou en je kind?” Misschien zou er ook heel wat geluisterd mogen worden, naar blije gevoelens, gevoelens van spijt, gelijk welke gevoelens, maar… gevoelens van specifieke ouders en kinderen. Niet van rolmodel mama’s en papa’s en jongens en meisjes, maar van echte mensen. Iedereen beleeft borstvoeding anders. Sommige mama’s missen het. Sommige niet. Sommige kinderen missen het, anderen niet. Sommige kinderen waren niet klaar om te stoppen, anderen maken er geen punt van. We gaan zo snel voorbij aan de complexiteit van de gevoelens van ouders en hun kinderen dat we vergeten hoe gevoelens niet eenduidig te koppelen zijn aan adviezen of zelfs wetenschap.

Ik weet dat ik me bijvoorbeeld slecht voelde over de operatie omdat ik het knagende gevoel had dat ik was voorgelogen. Dat ik uit mijn moedergevoel was gepraat door een expertenstem die me kleineerde – “het is de eerste keer zeker” – hoewel me nadien ook openlijk werd verteld dat men de operatie snel had ingepland “omdat er nu eenmaal een plaatsje vrij was.” Ik kan me voorstellen dat, had de communicatie met mij als ouder meer transparant en ethisch geweest, ik er minder heftige gevoelens aan had overgehouden. Het is duidelijk dat wanneer een operatie echt nodig is je je dankbaar voelt dat de artsen er zijn. Ik kan me veel soortgelijke scenario’s voorstellen die een zelfde pak “mixed feelings” met zich meebrengen. Scenario’s waarin andere “experten” en ouders een rol spelen. Ouders die het éne moment te horen krijgen dat ze de borstvoeding maar best laten voor wat ze is en het andere moment te horen krijgen dat diezelfde borstvoeding o zo belangrijk is. In die zin: zullen we mama’s en ouders wat meer vertrouwen? Vertrouwen dat hun gevoel vaak echt wel wat waardevolle informatie bevat? Zullen we ervan uitgaan dat ze echt wel het beste willen voor hun kinderen en vanuit deze hartverwarmende gronden de juiste keuzes proberen maken voor de specifieke situatie waarin ze zich bevinden?

Volgens mij is schuldgevoel omarmen de bron van zachtheid én kracht – die ons ertoe brengt in te zien dat we nu eenmaal mensen zijn. Het is die bron die ons helpt om ook onze kinderen hun fouten te laten maken. Het is die bron die ons helpt om mededogen te hebben voor onszelf en voor elkaar in de soms moeilijke tijden die we als ouders doormaken. Het is enkel door door de schuld heen te bewegen dat we vrij worden om andere keuzes te maken én om de emoties van onze kinderen, als die daar zijn, met open armen te ontvangen. With our guards down.

Vanuit onze kwetsbaarheid.

 

take down
the paywall
steun ons nu!