Over apennootjes en engagement: Het loon van de politicus
Loon, Nettoloon, Brutoloon, Uittredingsvergoeding, Verloning parlement, Politieke ethiek, Partijfinanciering -

Over apennootjes en engagement: Het loon van de politicus

vrijdag 7 maart 2014 14:08
Spread the love

Het financiële  mag geen reden zijn voor een engagement, maar is louter ondersteuning voor diegene die zich willen engageren.

Wij geloven niet dat een gematigder loon zorgt voor een daling in de kwaliteit van onze politici. Wij zijn van mening dat goudzoekers geen meerwaarde vormen voor onze politiek. Een gezond loon moet volstaan om geëngageerde politici te ondersteunen, zonder hen richting bedrijfsleven of lobbygroepen te stuwen, en geeft hen meer voeling met het leven van de doorsnee burger.

Het is een graag gebruikte boutade in de politieke kringen en de betere echelons van het bedrijfsleven: If you pay peanuts, you get monkeys. Uiteraard zijn hier enkele kanttekeningen te plaatsen. Als de economische en financiële crisis ons iets heeft geleerd, is dat het strooien met bonussen en toplonen niet volstaat om de apen helemaal uit het politieke halfrond of de raad van besturen en topkaders van grootbanken te houden. Hier worden riante bedragen niet geschuwd, zogezegd om de crème de la crème van het bedrijfsleven aan te trekken, een logica die vaak ook door beroepspolitici wordt aangehaald om de niet onaangename lonen van bijvoorbeeld parlementsleden te verdedigen, zeker wanneer er wordt geopperd deze naar beneden te halen. De praktijk leert ons echter dat men ook hier, ondanks de toplonen, het kaf niet altijd van het koren scheidt.

Geld is altijd en overal een teer punt, maar is in deze tekenend voor de afstand die tussen de politiek en het dagelijkse leven is ontstaan. We moeten maar kijken naar de discussie rond de uittredingsvergoeding, waarbij politici die bewust hun mandaat neerleggen nog een flink cadeau krijgen, zelfs als hun bijdrage tijdens hun verblijf in het parlement eerder gering was. Filip Antheunis spande de kroon der wereldvreemdheid, door te beweren dat zijn burgemeestersloon, dat hij jarenlang heeft kunnen combineren met onder meer een mandaat in het Vlaams Parlement, niet volstond om zijn kinderen een goede toekomst te geven. Een mooie combinatie van wereldvreemdheid en opportuniteit vonden we dan weer bij Danny Pieters, die principieel tegen het systeem is, net als zijn partij, maar toch langs de kassa wou passeren. À la guerre comme à la guerre.

Hardwerkende politici verdienen uiteraard een loon dat overeenkomt met de inspanningen die ze leveren, maar toch moet deze in verhouding staan met een zekere beroepsethiek, en de kloof tussen burger en politicus niet nodeloos vergroten. Het mag dan wel zijn dat pindanoten vooral apen aantrekt, maar wie goud belooft, krijgt goudzoekers, beroepspolitici die mandaatverslaafd worden en op de duur zelfs met 15.000 euro netto niet zouden toekomen. Men kan zich afvragen waarom men zoveel zou moeten verdienen, als men naar eigen zeggen toch geen echt privéleven, of vrije tijd heeft. Misschien voor giften en campagnegeld? Goudzoekers horen thuis in het Wilde Westen, en niemand is gediend dat zij mee beslissen over onze toekomst, aangezien het algemeen belang voorop hoort te staan.

Er zou een zelfreflectie moeten ontstaan waarbij politici nadenken over wat een wenselijke bedrag is om mensen te overtuigen hun dagelijkse bezigheid op te geven om zich te engageren in de politiek, zonder dat het hen buitensporig verwijderd van de dagelijkse realiteit. Maar dit is voor ons essentieel. Politiek blijft een engagement, een roeping, om de samenleving op de best mogelijke manier te veranderen, niet om op korte termijn zoveel mogelijk geld te verzamelen. Een radicaal voorstel zou dan ook kunnen zijn om het nettoloon van een parlementariër of een minister ongeveer gelijk te stellen met het gemiddelde brutoloon van België. Dit was in 2011 bijvoorbeeld 3192 euro. Politici zijn zich dan meteen bewust van de gevolgen van de beslissingen die ze zelf nemen, en zullen bepaalde wetsvoorstellen minder blindelings steunen, en meer denken in het algemene belang, dat niet langer een abstract gegeven is, maar iets tastbaars en herkenbaars. Uiteraard zou dit vermenigvuldigd kunnen worden met een coëfficiënt, om de verantwoordelijkheid en de zwaarte van de politieke ambt mee in kaart te brengen, maar toch is de huidige verloning al te royaal.

Een ander voorstel is om te werken met schalen, zoals ook bij de ambtenarij het geval is, al brengt dit meteen negatieve gevolgen met zich mee. Zo zouden jonge of nieuwe parlementsleden minder financiële slagkracht hebben, wat hen in een campagne mogelijks een nadeel oplevert. Dit zou eventueel kunnen opgelost worden met een herziening van partijfinanciering en campagnefinanciering, maar dat is nog heel andere materie, en al even niet-vanzelfsprekend.

Het reeds aangehaalde beperken van het aantal mandaten, met een streng verbod op cumul, kan de goudzoekers ook al uit de politiek halen, en meer geëngageerde talenten in het halfrond brengen. In ieder geval is het gratuit om te zeggen dat geld nodig is om bekwame politici te vinden, aangezien vele goedbetaalde mandatenkoningen niet meteen uitblinken in ideologisch vernuft of politieke daadkracht. Ook mag dit niet afgeschilderd worden als populisme, omdat het radicaal vertrekt vanuit een democratische insteek. De politicus met een goed inkomen zal de democratie en de noden van de burger beter aanvoelen dan iemand die op een heel ander niveau denkt en handelt.

De linkse partijen zouden in deze het voorbeeld moeten volgen, en vaak gebeurt dit al. Zelfs de kopstukken van de PVDA/PTB betalen zichzelf een bescheiden loon uit, net vanuit de logica dat ze anders de voeling met hun kiespubliek zouden verliezen. Groen en Ecolo hanteren dan weer een cumulverbod, en indien men het parlement verlaat uit vrije wil, laat men de bonus aan zich voorbij gaan. Dit zijn praktijken die aantonen dat het best mogelijk is om de politieke en maatschappelijke ethiek voorop te zetten in de discussie rond verloning van politici. Linkse politici kunnen de ‘kleine man’ pas echt verdedigen als ze zelf het goede voorbeeld geven, en loonmatiging voor politici prediken. Dat zou de kloof tussen burger en politiek pas echt verkleinen, of toch meer dan geforceerde burgerparticipatie via Facebook en Twitter, terwijl er aan de reële inkomens van de burger wordt gemorreld. Anders zegt men impliciet dat u en ik, de ‘hardwerkende Vlaming’, stiekem werken voor pindanoten, en dat we eigenlijk allemaal apen zijn.

take down
the paywall
steun ons nu!