In 2000 beloofden de 189 landen van de Verenigde Naties om de strijd aan te binden met de armoede in de wereld. Ze deden dat door een reeks eenvoudige en meetbare doelstellingen te lanceren.
Op 31 december 2015 moeten die doelstellingen gehaald worden. Uit een rapport van de koepel van de Noord-Zuidbeweging 11.11.11 blijkt dat een deel van de doelstellingen reeds gehaald werden. “De extreme armoede is gehalveerd, bijna evenveel jongens als meisjes gaan naar school en meer mensen dan ooit hebben toegang tot drinkbaar water”, aldus 11.11.11.
Op een aantal andere punten werd wel vooruitgang geboekt maar onvoldoende om de doelstellingen te halen. Het was bijvoorbeeld de ambitie om de kindersterfte met twee derde te verminderen, maar zelfs een halvering wordt moeilijk. Jaarlijks sterven nog steeds 6,6 miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar. Ook het aantal gevallen van moedersterfte daalde te weinig.
Bovendien, zo merkt 11.11.11 op, zijn er grote regionale verschillen. “Zonder het succes van een aantal grote landen als China en Brazilië, waren de resultaten een stuk minder positief geweest. Ondanks een zekere vooruitgang in bepaalde landen hinken Sub-Sahara-Afrika en West-Azië duidelijk achter op de rest van de wereld”, klinkt het.
Op de conferentie voor duurzame ontwikkeling in september in New York moeten er nieuwe doelstellingen goedgekeurd worden, de zogenaamde Sustainable Development Goals (rond duurzame ontwikkeling dus).
De Millenniumdoelstellingen repten met geen woord over ongelijkheid. De doelstelling rond een duurzaam leefmilieu werd verengd tot de toegang tot sanitair en drinkbaar water en de strijd tegen sloppenwijken.
Klimaat en ongelijkheid
De ngo’s verzameld in de campagne action/2015 willen dat de nieuwe doelstellingen oog hebben voor de grote ecologische uitdagingen van de wereld zoals de opwarming van de aarde en de afname van de biodiversiteit. Het moet volgens hen ook niet enkel gaan over de bestrijding van armoede maar ook over de toenemende ongelijkheid. “Ons land moet hefbomen als onderwijs, waardig werk en sociale bescherming naar voor schuiven om ongelijkheid aan te pakken”, aldus action/2015.
En als het gaat over ongelijkheid en klimaat moeten de doelstellingen gelden voor alle landen, niet alleen voor de zogenaamde ontwikkelingslanden, klinkt het. Action/2015 wil ook dat er doelstellingen komen over de middelen die nodig zijn om vooruitgang te boeken. Vanzelfsprekend valt dan al snel de 0,7 procent-doelstelling. In de landen van de Oeso stagneerde de hulp rond 0,30 procent van het BNP.
Action/2015 is een internationale campagne. In België trekken 25 ngo’s aan de kar, maar wereldwijd gaat het om 1600 ngo’s uit 122 landen.