Opinie - Nan van Houte

Open brief aan Bart Eeckhout

donderdag 6 augustus 2020 15:31
Spread the love

Geachte heer Eeckhout,

In uw twitterberichten naar aanleiding van de ‘ophef’ (uw woorden) die is ontstaan rond het interview in De Morgen van 25 juli met uw columnist Sabrine Ingabire, neemt u als hoofdredacteur verantwoordelijkheid voor de suggestieve koppen die haar brede betoog kaderden als een aanval op witte mannen. We weten allemaal uit ervaring wat een aanval op ‘witte mannen’ tegenwoordig betekent: dat is spelen met vuur. Sabrine Ingabire weet dat ook, maar liet zich niet muilkorven. Wel voorzag zij haar stevige uitspraken van een zorgvuldig geformuleerde context.

Zelf stam ik uit de tijd dat we, in een land dat we als monocultureel beschouwden, onze pijlen richtten op het patriarchaat. Gelukkig waren er geen sociale media, en waren de bedreigingen met verkrachting wat minder boosaardig dan tegenwoordig. Maar ook toen was er een dominante groep die zich aangetast voelde door vrouwen die een systemische misstand aankaartten.

Vuurlinie

Ervan uitgaande dat de koppenmaker van De Morgen niet eens doelbewust een collega in de vuurlinie heeft gezet, kan ik slechts concluderen dat een onbewust mechanisme hem of haar parten heeft gespeeld. Hoe kan je anders precies die drie citaten uit Ingabires lange, persoonlijke betoog halen die witte mensen, meer bepaald witte mannen betreffen?

Over dat onbewuste mechanisme heeft Ingabire het als ze zegt dat alle witte mensen racistisch zijn. Daarvoor hoef je er geen racistische ideeën op na te houden. Je hoeft slechts te functioneren in een systeem dat inherent racistisch is. Dat wil zeggen: comfortabel voor de één, waar het hordes opwerpt voor de ander. En wie zich daar niet van bewust is en daar niets aan verandert – of sterker nog: elke aanval op dat systeem ongemakkelijk vindt – draagt bij aan het voortbestaan ervan.

Ook de twee journalisten lijken zich niet bewust dat hun vermelding dat zij het interview ingingen met ‘één prangende vraag’ – of Sabrine wel door twee witte vrouwen geïnterviewd wil worden – een voorbeeld is van ‘witte onschuld’. Ze kennen het antwoord, anders zou het interview niet hebben plaatsgevonden. Het punt dat Ingabire maakte in de column waar de interviewsters aan refereren is dat micro-agressie en onbedoeld racisme impact hebben op de kwaliteit van een vraaggesprek.

Kwetsbaar

In plaats van een veilige ruimte te creëren, rakelen ze eerst even een uitspraak op waar hun gast al ernstig voor door de modder is gehaald door haar witte collega’s. Dat het haar desondanks lukt vast te houden aan haar eigen narratief, waarin zij eerlijk en kwetsbaar getuigt van trauma’s en verdriet en woorden als ‘schuld’ verwerpt en ‘racisme’ verduidelijkt is lovenswaardig.

‘Terwijl ik witte mensen zit te onderwijzen wordt er aan concrete problemen niets gedaan’​ zegt zij ergens in dat interview. Ik vraag u wat het betekent voor u en de medewerkers van De Morgen als u zegt dat u van deze zaak zult leren. Een twitteroproep om te stoppen met de verkrachtings- en doodsbedreigingen aan het adres van een journalist is niets waard als u geen actie onderneemt.

Er is schade toegebracht aan het hypergevoelige discours dat Ingabire als persoon, als professioneel en als spreekbuis probeert publiekelijk te voeren. Zij heeft moed getoond.
Met uw toezegging van dit voorval te leren laadt u de verantwoordelijkheid op zich om ook moed te tonen.

Ik stel voor dat ​De Morgen zich vanaf heden publiekelijk en transparant onderwerpt aan een onderzoek hoe te dekoloniseren, de eigen witte fragiliteit te bevragen en het inherente racisme in eigen gelederen te bestrijden.

Mocht u interesse hebben, dan ken ik wel mensen die u graag op weg helpen,

Met vriendelijke groet,

Nan van Houte

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!