Op die fiets!

dinsdag 14 oktober 2014 17:05
Spread the love

In het ruime
decennium dat ik in België woon, had ik de zegswijze niet meer
gehoord. Vorige week was de feestelijke herlancering. ‘O, op die
fiets’, berichtte een Hollandse. Dit moet worden ondertiteld voor de
Vlaamse vrienden: ‘O, op die manier’.

Onontkoombaar is de
vaststelling dat in de twee landen de omgang met de fiets nogal
verschilt. Het transportmiddel is min of meer de baas (patron)
in Nederland. De hele week door dendert het over voornamelijk veilige
fietspanden en het staat in grote steden geparkeerd met een
prominentie die in België enkel voor de auto is weggelegd.

Alles in perspectief
natuurlijk. Onlangs doken amateurbeelden op van
straten in Buenos Aires anno 1978,
waar een auto uit de parkeerstoet wist te raken door zich
los te wrikken. De bestuurder botste de
voor en achter hem staande wagens domweg
weg.

Hoe dan ook, een
andere zegswijze – dat ‘Belgen zelfs met de auto naar de bakker
gaan’ – kan ik empirisch staven, sinds de weg voor onze buurtbakker
is opgebroken en er louter nog een pad voor fietsers en wandelaars
uitgespaard blijft. De lekkernijen blijven even verleidelijk, de
omzet daalt spectaculair.

Wie zichzelf
kritisch noemt beweert uiteraard niets voor vanzelfsprekend aan te
nemen, maar volgens mij zijn er grenzen. (En pas op, ik kan er wel om
lachen dat de komende vertaling van de duizend pagina’s dikke, van
grafieken en eindnoten voorziene economiestudie van Thomas Piketty

gepresenteerd gaat worden met een interview in de Amsterdamse
poptempel Paradiso. En dat aan de man de Nobelprijs voor Economie in
het afgelopen halfjaar al talloze keren was overhandigd, tot ze naar
zijn landgenoot Jean Tiro bleek te zijn gegaan.)

Natuurlijk wordt er
in België best gefietst. In het weekend, door zogeheten
wielerterroristen. Ze gedragen zich dan als automobilisten: alles wat
voor hen op de weg beweegt, moet zo snel mogelijk wijken.

Veiligheid en
fietsen – nee, daarvoor schijnt tot nog toe geen vreedzame
coëxistentie weggelegd. Daarom is het misschien extra interessant
eventjes na te lopen wat het veelbesproken Federaal Regeerakkoord
over de materie te melden heeft.

Onder het kopje
Klimaat behoort de fiets tot zes diverse artikelen die onderworpen
gaan worden aan ‘flankerend beleid’. Door dat bijvoeglijk naamwoord
rijst onwillekeurig de indruk dat er vangrails gaan komen, maar
zoiets komt pas vele pagina’s later: ‘De regering stimuleert het
fietsgebruik en neemt maatregelen om het stijgende aantal
slachtoffers onder voetgangers, fietsers en motorrijders om te
buigen.’

Nu begint er, bij
mij althans, een andere indruk te ontstaan. Zouden de onderhandelaars
ooit een levende fietser hebben gespot? Die kans lijkt verkeken,
omdat in de rest van het Regeerakkoord het vervoermiddel nog slechts
in een gemotoriseerde context opduikt:

– ‘De regering zal
met de betrokken actoren de mogelijkheid onderzoeken om de
bestuurders van bromfietsen en motorfietsen te aanzien als zwakke
weggebruikers t.o.v. de automobilisten.’
– ‘De fiets zal
afdoende aandacht krijgen in het multimodaal vervoer. Trein en fiets
moeten meer samen kunnen gaan.’

Misschien komt het
door mijn literaire verleden dat ik inmiddels mensen liever inschat
op grond van hun daden, dus het is zelfs in strijd met mijn eigen
voortschrijdend inzicht wat ik nu ga beweren, maar op een of andere
manier bekruipt mij een donkerbruin vermoeden dat tijdens deze
regeerperiode de fietser ‘op zijn honger moet zitten’. Zo heet dat in
België. Omdat het bourgondisch is (vanwege een Franse slag)?

Die kleur
donkerbruin is vermoedelijk de juiste, in de ogen van een
meerderheid. Ik heb ooit eens geprobeerd een balletje op te gooien
bij ouders van een buurtschool om hun kinderen per fiets te brengen
of desnoods met meer dan de reguliere ene passagier per auto. Daarmee
bleek ik me te hebben gedegradeerd tot groene ridder. Of in één
woord: tot een ecofascist.

Tezelfdertijd
besefte ik toen weer wat voor een maatschappijbeeld de overhand
heeft. Men beriep zich op zijn recht de auto te gebruiken. Dit
betekende misschien ook dat anderen de
plicht
hebben om de stank, de onveiligheid en de volgeparkeerde
straten rondom te aanvaarden.

Dit alles maakt het
extra inzichtelijk kennis te nemen van een recente demonstratie in
Letland, dat mij niet direct bekend is als fietswalhalla. Fietsers
hadden hun stalen rossen aangekleed met wat extra materiaal, zodat ze
voor de duur van het evenement op de weg evenveel ruimte innamen als
auto’s
.

Geen gezicht! Grote
zonde! Dito woorden!

take down
the paywall
steun ons nu!