De Vlaamse regering vraagt bij monde van Geert Bourgois om
de bouw van de Oosterweel buiten de begroting te laten. Hij grijpt hiervoor
naar het p.p.s.- wondermiddel.
Men vraagt aan een private partner om die constructie in
naam van de Vlaamse regering te bouwen. De overheid betaalt een soort van
jaarlijkse rente uitgesmeerd over een in
dit geval aanzienlijk lange periode. Men gaat ervan uit dat enkel deze bedragen
jaarlijks in de begroting moeten ingeschreven worden.
Wanneer men kiest voor een gewone openbare aanbesteding,
moet men de uitgave boeken als een af te lossen schuld. De schuldgraad stijgt
en dus ook het tekort op de Vlaamse begroting. Wanneer men een sluitende
begroting wil voorleggen, moet men dus extra besparen of extra middelen zoeken
om dit deficit ongedaan te maken.
Voor één keer volg ik de Europese redenering. Wie investeert
en daarvoor gaat lenen, maakt schulden en dit verhoogt de schuldgraad.
Aan dat gans p.p.s -gebeuren hangt nog een pervers luikje.
De ervaring leert dat de private partner, die terecht uit is op winst ook deze
winst incalculeert. In vele gevallen kost het deze aanpak meer dan deze van de
gewone aanbesteding. Meer nog de private onderneming neemt geen enkel risico
want de overheid als opdrachtgever is de meest veilige constructie binnen een
dergelijke aanpak.
Wanneer het fout loopt, betaalt de overheid (wij dus). Als het
lukt zijn de baten voor de privé.