Oorlog in de landbouw!
Geert Iserbyt

Oorlog in de landbouw!

maandag 16 juni 2014 12:38
Spread the love

DeWereldMorgen.be

We herdenken dezer dagen twee grote oorlogen. Honderd jaar geleden brak de 1e wereldoorlog uit; zeventig jaar geleden startte de bevrijding van Europa met D-day. Niet zozeer de gruwel of het spektakel, maar vooral de oorzaken van oorlog kunnen we maar best nooit vergeten. Wat heeft dat met landbouw te maken?

Meer dan we op het eerste zicht zouden denken. Want moderne landbouw en oorlogsvoering hebben zeer veel met elkaar gemeen.

Het is alom bekend dat de motor van de groei in de landbouw, stikstof, ook een basisgrondstof is voor springstoffen. Zowat 80 procent van de lucht bestaat uit stikstofgas en in de plantenwereld zijn vooral vlinderbloemigen in staat om die stikstof door symbiose met bacteriën te binden en beschikbaar te maken voor plantengroei en eiwitopbouw. Diezelfde stikstof kan ook via een energieverslindend proces kunstmatig uit de lucht worden gehaald en vastgelegd in kunstmest om vervolgens als wondergroeimiddel te worden ingezet door boeren voor wie het niet snel genoeg kan gaan.

Springstof in de landbouw. Er is een duidelijk en bekend verband tussen de reconversie van de stikstofindustrie na de oorlogen en de toename van het kunstmestgebruik in de landbouw. Diezelfde parallel is er op het vlak van de mechanisatie in de landbouw (tanks worden tractoren) en op het vlak van de ontwikkeling van gifstoffen (herbiciden, pesticiden, fungiciden, antibiotica, …) in de voetsporen van het onderzoek ifv de chemische oorlogsvoering. De gangbare, chemische landbouw, die rijkelijk gebruikmaakt van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, is schatplichtig aan de oorlogsindustrie en gaat uit van precies dezelfde logica.

Nog belangrijker dan de fysieke band tussen oorlogsvoering en landbouw, is de ideologische parallel. De fundamentele uitgangspunten in de gangbare landbouw om enerzijds massaal en onder dwang groei bij plant en dier te forceren (met kunstmest en krachtvoer) en anderzijds de uitwassen daarvan met gifstoffen te bestrijden, zijn geheel dezelfde als het imperialisme en de drang naar macht die aanleiding geven tot oorlog, in combinatie met de bereidheid om voor dit doel te doden.

De parallellen tussen explosieve groei en explosieven, tussen concentratiekampen en industriële veehouderijstallen, tussen chemische oorlogsvoering en pesticiden, zijn overduidelijk. Vanuit de verhelderende visie op de zogenaamde ‘grond- of basishoudingen’ in de landbouw weten we dat de gangbare landbouw is gestoeld op de grondhoudingen van de dominator en de heerser (zie voor meer achtergrond hierbij het opiniestuk over de grondhoudingen). Het zijn ook die grondhoudingen die de basis vormen voor oorlogen en strijd.

Het mag dan ook niet verbazen dat de interesse vanuit de gangbare landbouw voor duurzamere technieken uit de biologische landbouw in eerste instantie uitgaat naar bestrijdingstechnieken: mechanische onkruidbestrijding en biologische bestrijding (dmv inzet van natuurlijke vijanden). De oorlogslogica vertaalt zich ten slotte ook in de markt. De vrije wereldmarkt voor landbouwproducten en voedingsmiddelen is de eigenlijke derde wereldoorlog die al decennia aan de gang is. Met miljoenen slachtoffers. Concurrentie, dumpingprijzen, monopolievorming en andere economische oorlogstechnieken zijn hier de wapens.

Bij de herdenking van het oorlogsgeweld uit de vorige eeuw is het zinvol om ook te bedenken dat midden de jaren 1920 de kiem is gelegd voor de biologische landbouwbeweging in Europa. Kort na de Eerste Wereldoorlog dus. Het lijkt mij niet onzinnig om de biologische landbouwbeweging niet enkel te zien als de vertaling naar de landbouw van het respect voor het leven uit de milieubeweging, maar de bio-landbouw ook te durven benoemen als de belichaming in de landbouw-sector van de vredesbeweging.

De principes van (voor)zorg, respect, billijkheid, symbiose en samenhang zijn de vertaling van de vredesprincipes in de landbouw. De zoektocht in de bio-landbouwbeweging naar samenwerking tussen boer en consument en eerlijke handel en prijsvorming, is de vertaling van een vreedzame economie. Bijna honderd jaar later wordt die vredesboodschap op de oorlogsbodem die Vlaanderen is, nog steeds terughoudend onthaald met slechts 0,8 procent van het Vlaams landbouwareaal in bioteelt. 

Als herinnering aan de groote oorlog zaait de Vlaamse Overheid, Agentschap Natuur en Bos (ANB) dit jaar 47 hectare klaprozen in, verspreid over de vijf Vlaamse provincies. Misschien moeten dit jaar én de komende vier jaren alle Vlaamse bio-bedrijven rondom hun percelen ook klaprozen inzaaien. Als teken van de vreedzame landbouw die daar bedreven wordt. Ik hoop dat vele wandelaars, fietsers, consumenten en ook collega-boeren dan even in die klaprozenvelden gaan liggen genieten en er samen plannen smeden voor een landbouw zonder oorlog.

Geert Iserbyt werkt bij Landwijzer vzw, een opleidingscentrum in Vlaanderen gespecialiseerd in biologische en biodynamische landbouw.

take down
the paywall
steun ons nu!