Ook in Zuid-Afrika is 2011 voorbij

woensdag 4 januari 2012 20:23
Spread the love

Katleen is enkele dagen toerist samen met haar zus Leen en diens vriend Kris. Maar dan roept de Waldorfschool terug om ook daar een aantal praktische zaken te regelen. Ook in de kerstperiode heeft Katleen het ‘gezellig’ druk.

Het is de Kerstavond maar hier in Zuid-Afrika wordt alleen Kerstdag gevierd. Men gaat ‘s ochtends naar de kerk om dan een uitgebreide kerstlunch te hebben met familie. Voor wie dicht tegen de zee woont wordt er soms een braai (barbecue) gehouden op het strand of dichtbij. Het is hier natuurlijk midden van de zomer, heel warm en licht van ‘s ochtends heel vroeg. Leen, mijn zus, en Kris, haar vriend, vinden dat het gewone kerstgevoel die ze in België rond die tijd ervaren hier helemaal niet aanwezig is. Kerst wordt natuurlijk ook commercieel uitgebuit hier maar toch was het tot gisteren heel rustig in de winkels in Robertson, de dichtsbijzijnde gemeente. Zelf zullen we het als familie rustig houden. We gaan een kerkviering bijwonen om 9 uur, een kerstlunch eten en dan gaan zwemmen naar Robertson openlucht zwembad.

In de voorbije veertien dagen toch wel even de toerist geweest naar aanleiding van Leen en Kris’ bezoek. Toen we nog in Kalkbay waren reden we naar Boulder beach waar een kolonie van Kackass pinguïns beschermd wonen. Toen ik er meer dan 10 jaar terug voor het eerst naar toe ging nam ik de trein tot in Simonstown om vandaar uit een aantal km te voet tot bij Boulder beach te komen. Het stadje zelf was nog niet toeristisch uitgebaat zoals dat tegenwoordig het geval is. De toegang tot het strand en de pinguïns was een onooglijk paadje die op het strand uitkwam. Je kon er gewoon tussen de pinguïns zwemmen en je hoefde geen toegangsgeld te betalen maar wel een vrijwillige gift nalaten. Nu is de toegang helemaal niet gratis en kun je op het ene strandje nog bij de dieren zijn terwijl de andere ingang een aantal aangebouwde paden heeft die je toelaten de pinguïns van ver te fotograferen. We wandelden van de ene ingang naar de andere langs een pad waar je tussen de struiken de broedplaatsen en de pinguïns kunt zien. Ook een familie van Dassies waren te bewonderen. Ik was verbaasd te lezen dat de enige dichte familie van een Dassie een Olifant is. Onvoorstelbaar. Toen Mary en ik wachten aan de ingang op Kris en Leentje zagen we mensen uit een veelheid van landen hier op bezoek komen. Het is een populaire plek en bussen komen er dagelijks toe. We reden door naar Cape Point, een mooie rit die leidt naar de plaats waar de Indische Oceaan (warmer) de Atlantische Oceaan (kouder) ontmoet. Hier ook weer een massa mensen want het was ook een mooie dag tussen de anders meer bewolkte, regenachtige en koudere dagen. Kris klom naar het hoogtepunt waar je de samenvloei kunt zien terwijl Leen en Mary een automatisch treintje namen. Ik wachtte beneden met een langzamerhand erger wordende hoofdpijn in de schaduw. Leen kan er niet stoppen met vertellen hoe mooi, hoe warm en hoe aangenaam het hier is.

De volgende dag werd het uitrusten aan het strand van Muizenberg waar het nogal waait maar die populair voor surfers. We gingen dan zwemmen in een aangrenzend zwembad. We ontmoetten een groep kinderen die enthousiast vroegen of we hier elke dag kwamen. Ze waren hier voor de namiddag met begeleiding van ‘Come and Play’, een organisatie die gaat spelen met kinderen in allerlei gemeenschappen tijdens de vakantieperiode. Ik heb ooit ook nog een zomer als vrijwilliger samengewerkt met Come and Play. Mary had een ‘plakvlieger’ die ze vloog op het strand. Ze vond het heerlijk als het hoog in de lucht ging.

Dinsdag voorzagen we om naar Table Mountain (Tafel Berg) te gaan. Het weer viel al van in de ochtend niet mee – koud en bewolkt. Maar we namen de trein van Kalkbay naar Kaapstad in de hoop dat het zou opklaren. Eens in Kaapstad namen we een Rikki taxi – vrij goedkoop – naar de ingang van Table Mountain. Ik twijfelde sterk of het de moeite was om de kabelwagen te nemen naar de top want het was erg bewolkt en nul zichtbaarheid en een rit naar boven is duur (20 euro voor een volwassene). We hadden een koffietje ter plaatse tot we plots hoorden zeggen dat er een opklaring was. Dus toch maar naar omhoog en inderdaad voor een half uurtje konden we beneden Kaapstad in al zijn glorie zien liggen. Het was ook al weer dertien jaar geleden dat ik op Tafelberg was en kon het me niet herinneren. Er zijn nu ook paden aangelegd die je moet volgen. Het was heel koud en we bleven niet al te lang buiten. Na een warme chocolademelk weer naar beneden. In plaats van een Rikki taxi besloten we een minibus taxi te nemen die gebruikt wordt door de Captoniers om rond te geraken. De chauffeur en zijn helper bleken uit Robertson te komen dus hadden we meteen een gezellig contact en praten we er in het Afrikaans op los. Voor mij een gelegenheid om een aantal vragen te stellen over de taxi industrie want we lezen wel eens iets in de krant over de rivaliteit tussen taxi’s. Ze zetten ons af in Green market square, een soort groot binnenplein, waar zakenlui traditioneel hun waren proberen aan te man te brengen – kledij, maskers, juwelen, beelden, ed. We wandelen naar de Gardens waar we aan de linkerkant het parlementsgebouw en de verblijfplaats van de president kunnen zien. In de Gardens zijn er ook verscheidene musea en we besluiten om het Zuid-Afrikaanse museum te bezoeken. We zien er de voorouders en de gebruiken van verschillende stammen uitgebeeld, er is een mooie ruimte die de rotstekeningen verklaart en een plaats met zijn vissen en een enorm geraamte van een walvis. Voor mijn dochter (en ik) boeiend. Op de terugweg naar het station wandelen we langs het Kasteel. Een volle dag!

Het wordt tijd om terug naar McGregor te keren. Leen heeft twee extra valiezen meegebracht met allerlei geschenkjes voor sponsorkinderen, kledij om weg te schenken en schrijfgerei voor de school. We moeten Frans, een vriend uit McGregor die in Kaapstad werkt en op woensdag weer naar huis rijdt, inschakelen om de meeste bagage mee te nemen want mijn auto is veel te klein om alles te bergen. Gelukkig is hij altijd bereid om te helpen en we maken de valiezen bestand tegen de regen. De dag daarna pakken we in en rijden we een aantal uur tot we thuis zijn. Ik ben altijd blij om thuis te zijn.

In de eerstvolgende dagen moet ik werken om alles voor school rond te krijgen en dat doe ik dan ook. Gelukkig zorgen Leen en Kris voor de praktische zaken in huis en gaat Mary spelen bij vrienden. Ik heb ook een dag lange vergadering in verband met het Breede Centre – een nieuw initiatief die de plaatselijke werkloze jongeren een kans op een praktische opleiding wil bieden zodat hun kansen om werk te vinden of om zelf een zaakje te beginnen veel hoger liggen. Het is helemaal in het beginstadium maar er zijn lokalen beschikbaar en alles moet wettelijk en praktisch geregeld worden. Ik wordt ook de fondsenwerver voor dit project, voorlopig op vrijwillige basis.

In het weekend is er ook een voorstelling van het Mothertongue project waarin een aantal plaatselijke jongeren voor een week werden opgeleid in allerlei ‘drama technieken’ in de hoop dat ze zelf de leiding zullen nemen en activiteiten voor kinderen in het dorp zullen organiseren. Er was nogal wat volk (en heel wat kinderen) om het resultaat van hun werk te bewonderen. Er was een variëteit van toneelstukjes, collages, film, poppentheater, schaduwspel met als thema’s ‘mijn thuis’, ‘volg je droom’, ‘gevolgen van alcoholmisbruik’, enz. Hopelijk wordt dit inderdaad verder gezet!

Tussendoor gaan we naar het Donkey Sanctuary, een plaats waar bejaarde ezeltjes verzorgd worden, met Charlize (een meisje die door Kris gesponsord wordt) en Mary. Eens het weekend voorbij maak ik een planning van alles wat er nog gedaan moet worden voor Kerstmis. Leen wil haar haar laten vlechten en we vragen Auntie Sina van het kleurlinge dorp of zij iemand weet. Sina weet precies wie daar goed in is en een afspraak wordt gemaakt. Eens het gevlochten is vindt Leen het leuk maar ze moet wel een pet aandoen om te voorkomen dat haar hoofdhuid verbrand in de felle zon.

We besluiten midden van de week alle geschonken kledij (ook van Danny en Lydia) samen te leggen en te verdelen naar jongens/meisjes en verschillende formaten. We maakten dan pakjes voor de kinderen die bij ons op school komen en waarvan ik weet dat ze het kunnen gebruiken. We hebben ook de specifieke geschenkjes voor de sponsorkinderen klaar. Met de pakjes gaan we eerst naar Zolani Township waar we Gloria bezoeken die Ikhwezi Educare Centre sinds twee jaar openhoudt. De lingerie vonden we moeilijk te verdelen maar vroegen haar en haar dochter om er een aantal uit te zoeken voor henzelf en de vriendinnen van Vangele die ook bij ons op school zijn. Zandile, haar jongere dochter, komt met ons mee om aan de anderen in de township hun pakjes te geven. Maar de meesten zijn niet thuis! Ze zijn gaan werken of naar familie in de Transkei gereisd … we laten de pakjes toch maar achter met een boodschap. Daarna gaan we naar Nkqubela waar we meer geluk hebben. De moeder van Yanga, het meisje die Leen sponsort, is heel dankbaar voor het pakje. We laten hen ook wat lingerie uitzoeken. Deze alleenstaande moeder die geen Engels of Afrikaans praat heeft vier kinderen bij ons op school. Ze woonden voor een aantal jaar in een krotwoning maar sinds het laatste jaar hebben ze een klein huisje met lopend water en elektriciteit dat door de overheid werd gebouwd. Een hele stap vooruit. Ik ben heel blij voor deze familie! De twee oudste meisjes die al in het middelbaar zijn komen met ons mee om de andere families te vinden. We hebben geluk bij Inam die meteen poseert met een aantal vriendjes.

De volgende ochtend verdelen we de pakjes in McGregor en zetten we het schoolgerief af op het kantoor. Er is bedrevenheid in een van de kamers van het internaat en ik zie een aantal eindejaarsstudenten en twee afgestudeerden (die voor waldorf leraar studeren) helpen om 15 500 schriften klaar te krijgen tegen einde van het jaar. Alle waldorf scholen in Zuid Afrika bestellen hun schriften bij ons. Een zaak is die toch weer geld opbrengt voor de werking van de school en die werk creëert.
We rijden ook nog naar een boerderij waar Ernest, een Zimbabwaanse jongen, woont met zijn familie om een pakje voor hem te bezorgen. Zijn vader Calvin nodigt ons uit om te kijken wat ze aan het doen zijn. Waarachtig een hele bedrijvigheid. Calvin en zijn team van plaatselijke werkers maken een soort hangstoelen met stukjes hout. Hij probeert er ons een te verkopen en Kris wil er ons wel een cadeau doen. Ik heb bewondering voor mensen zoals Calvin die in moeilijk en geïsoleerde omstandigheden toch nog de kracht heeft om een eigen zaak te beginnen zodat hij voor zijn familie kan zorgen. Dit is precies wat het Breede Centre zou willen bereiken. We spreken af dat Calvin de volgende dag een stoel brengt zodat we het kunnen ophangen en zeker maken dat het past. Het vraagt wat werk maar Kris staat hem met raad en daad bij. Calvin vertelt over de situatie en zijn familie in Zimbabwe en waarom hij er wegvluchtte. Gelukkig is hij en zijn familie legaal hier in Zuid-Afrika zodat hij kan werken en zijn kinderen naar school kunnen.

En uiteindelijk hebben we een soort kerstboom opgezet. Vanochtend heeft Mary het in haar eentje versierd en mochten we niet kijken tot ze klaar was. Ze maakte het duidelijk dat ze de Kerstman toch verwachtte (alhoewel ze twijfelt aan de echtheid) en moest ik Leentje en Kris vragen om toch wat kleine pakjes uit Robertson mee te brengen. Ik hoop dat u allen een heel gezellige kerst hadden.
 

take down
the paywall
steun ons nu!