Opinie, Nieuws, België -

Ontslagen gevangenisleraar richt open brief aan justitieminister De Clerck

Gevangenisleraar Luk Vervaet mag 'uit veiligheidsoverwegingen' de gevangenis niet meer binnen. Bij de start van een nieuw schooljaar schrijft hij een open brief aan minister van Justitie Stefaan De Clerck. "Als u echt bekommerd bent over de veiligheid dan zou u me mijn job teruggeven en me mijn werk als leraar laten doen."

maandag 30 augustus 2010 13:20
Spread the love

Ik schrijf u omdat ik dit jaar niet aan het werk mag als leraar Nederlands in de gevangenis van Sint-Gillis. Ik schrijf u via de media, omdat u geen gesprek met mij wil, ook al heeft de rechtbank in kortgeding u daartoe tijdens het afgelopen werkjaar aangemaand, tot tweemaal toe.  

U en ik hebben elkaar maar één keer ontmoet. Het was in mei 2009 toen u en uw collega Didier Reynders een dag organiseerden voor de gevangeniswerkers onder de naam « Prison Make » in de Bozar in Brussel, etentje incluis. U wou ons toen doen kennismaken met het Masterplan voor de bouw van nieuwe gevangenissen. U wil immers 12 nieuwe gevangenissen bouwen, 6 oude gevangenissen sluiten en 2028 extra cellen creëren voor een bedrag van 300 miljoen euro.

Ik had een oproep gedaan om niet deel te nemen aan die dag en een conferentie te organiseren over een andere aanpak van criminaliteit en delinquentie. We kruisten elkaar aan de ingang van de Bozar en ik zei: “In Brussel leeft een kwart van de bevolking onder de armoedegrens. Brussel heeft geen nieuwe gevangenis, maar scholen, hospitalen en arbeidsplaatsen nodig”. En u zei: “Daar wordt aan gewerkt, maar dat is niet mijn bevoegdheid. Ik ben verantwoordelijk om de overbevolking en de verouderde staat van de gevangenissen op te lossen.”

Ik zei: “Ik bezorg u onmiddellijk een lijst van 500 gevangenen die voor de gevangenisdirecteurs onmiddellijk moeten vrijgelaten worden.” En u zei: “O ja? Dat interesseert me. Bezorg me die lijst dan maar eens…” Veel verder zijn we toen niet geraakt. Niet verder dan een filmpje op Youtube dat verslag bracht van onze woordenwisseling.

Ik vroeg me toen af wat er geworden was van uw standpunt uit 1996. Toen publiceerde u een tekst Strafbeleid en gevangenisbeleid die een blauwdruk werd genoemd voor een grote vernieuwing van het strafbeleid. Daarin pleitte u nog voor alternatieve straffen in plaats van gevangenisstraf en nam u de inefficientie van de gevangenissen inzake recidive op de korrel.

Achteraf gezien zei ik u op Prison Make ook niets anders dan wat u een jaar later in het rapport van het Antifoltercomité van de Raad van Europa (CPT) kon lezen1 : “Het CPT houdt eraan te herinneren dat het verhogen van de gevangeniscapaciteit op zich het probleem van de overbevolking niet kan oplossen. In talrijke landen – België inbegrepen – werd vastgesteld dat de gevangenispopulatie toeneemt naarmate de  gevangeniscapaciteit vergroot…” (pg 35).

Maar goed.

Drie maanden na onze ontmoeting ben ik door de heer Meurisse, uw nationaal directeur van de gevangenissen, de toegang tot alle gevangenissen in België ontzegd. Omwille van “veiligheidsredenen”. Die redenen konden niet bekend gemaakt worden omdat het ging om “de nationale veiligheid, de nationale defensie of de openbare orde”. Mijn advocaten kregen zelfs geen toegang tot mijn persoonlijk dossier dat bijgehouden wordt bij het gevangeniswezen. Lachwekkend allemaal, ware het niet dat ik er mijn werk als leraar in de gevangenis door verloor en dat ik in België geen enkele gedetineerde meer kan bezoeken.

Voor de Commissie Justitie van het parlement verkoos u dit beroepsverbod te dekken. Op 6 october veklaarde u na een interpellatie van Zoé Genot (Ecolo) over mijn ontslag : “Het uitvaardigen van een toegangsverbod voor alle gevangenissen is een weloverwogen beslissing die voorwerp uitmaakt van een nauwgezet onderzoek van het geheel van het dossier. Een dergelijke maatregel is uitzonderlijk en wordt alleen maar om ernstige redenen genomen. De uitsluiting om veiligheidsredenen wordt genomen op basis van een appreciatie van het gehele dossier van de persoon en volstaan op zich om een uitsluiting te rechtvaardigen…”

U beseft toch dat u hier een verklaring aflegde een politiestaat waardig ? Zoals Rik van Cauwelaert in Knack schreef : “Het beroepsverbod tegen Luk Vervaet, uitgesproken op grond van geheim gehouden elementen, komt neer op een regelrechte afrekening en op de broodroof van een man die de afgelopen jaren geen geheim maakte van de mensonwaardige omstandigheden die hij in de Belgische gevangenissen onder ogen kreeg… Alleen schurkenstaten bedienen zich nog van de staatsraison om andersdenkenden het zwijgen op te leggen”.

Als u echt het geheel van mijn dossier hebt moeten evalueren dan weet u ook dat mijn werk als leraar onberispelijk was. Dan blijft er alleen nog het rapport van de Staatsveiligheid, dat uitlekte en ons een paar maand geleden bereikte. Samengevat zegt dit rapport het volgende : “Luk Vervaet is lid van CLEA, (het comité voor de vrijheid van mening en vereniging) en medeoprichter van de partij Egalité. Hij is anti-Israel. Hij is pro-Palestijns. Hij is een tegenstander van de anti-terrorismewetgeving en een verdediger van diegenen die hiervan verondersteld worden slachtoffer te zijn.”

Meer bepaald neemt de staatsveiligheid het mij kwalijk dat ik terrorist Bahar Kimyongur heb verdedigd en me verzette tegen de detentievoorwaarden en de uitlevering van terrorist Nizar Trabelsi aan de VS. Maar indien u aan “grondige evaluatie en nauwgezet onderzoek” deed, dan weet u ook dat de terrorist Kimyungur intussen door het gerecht van alle blaam is gezuiverd.

En dan is het u ook niet ontgaan dat het CPT in zijn rapport (pg 42,43,44) aanklaagt dat Hans Meurisse, het hoofd van de gevangenissen, voor terrorisme veroordeelde personen opsluit in speciale isolatieafdelingen die helemaal niet voor hen bedoeld zijn : “18 maand geleden werden (in Brugge en Lantin) gespecialiseerde eenheden opgericht voor de behandeling van gedetineerden die blijk geven van een extreme aggressiviteit. Men moet vaststellen dat men helemaal afgeweken is van dit objectief.. Van de acht gedetineerden in de AIBV in Brugge, beantwoorden er drie aan de criteria, van de negen in Lantin beantwoorden er drie aan de criteria.”

In uw speciale eenheden zit dus een meerderheid aan geïnterneerden en gevangenen met een “hoog veiligheidsrisico” (waaronder voor terrorisme veroordeelden) die niet beantwoorden aan de criteria. Iets wat ik maandenlang heb aangeklaagd. Het CPT maant u aan om “onmiddellijk een einde te maken aan hun plaatsing in deze speciale eenheden”. Is het zo dat een Europees CPT kan zeggen wat het wil, omdat u dat nu eenmaal niet kan beletten, maar dat u mensen op het terrein die hetzelfde aankloegen monddood maakt?

Gevangenissen in België zijn blijkbaar militair domein: geen pottenkijkers, geen criticasters, geen vragen. Het gevangenisbeleid van de heer Meurisse is vandaag geen ‘beleid’, maar een obsessioneel risicobeheer van opgesloten mensen: het gevaar voor hun ontsnapping, het gevaar van hun recidive. Ik beweer dat zolang gevangenissen worden afgeschermd en onttrokken aan maatschappelijke controle en debat, de autoriteiten precies de onveiligheid in de hand werken die ze beweren te bestrijden.

Als u en de gevangenisautoriteiten echt zouden bekommerd zijn over de veiligheid dan zou u me mijn job teruggeven en me mijn werk als leraar laten doen. In aanbeveling 1741 van de Europese Raad over de reintegratie van gevangenen staat: “Het recht op opvoeding is een fundamenteel mensenrecht. Daarom moeten de gevangenisautoriteiten de gepaste maatregelen nemen voor de opvoeding van de gevangenen.”

Er is dus niet alleen veiligheid, er is ook de plicht om opleiding te voorzien. En wat veiligheid betreft: dat betekent voor alles investeren in het kansen en mogelijkheden creëren voor mensen die er geen of te weinig hadden.
Overloopt u maar het volgende lijstje waaruit blijkt dat opvoeding in de Belgische gevangenissen een farce is. Een studie toont dat 75 procent van de gevangenispopulatie afkomstig is uit een familie waarvan de vader arbeider, werkloos of onbekend is. 45 procent van de gevangenen heeft alleen maar een diploma van lager onderwijs. 30 procent heeft helemaal géén diploma. En daartegenover staan dan de hulpverleners en de lesgevers.

De Franstalige Gemeenschap beschikt over welgeteld 55 voltijdse externe hulpverleners voor 5000 gevangenen. Als alle hulpverleners en leerkrachten in dit land tesamen 10 procent van de gedetineerden bereiken dan is het veel. Er zijn hopen aanvragen voor vorming en scholing waaraan niet kan voldaan worden omdat er gewoonweg onvoldoende leraars en leslokalen zijn.

Ik besluit mijn brief met de vraag om me alsnog te horen en me een onderhoud te verlenen. Zoniet blijft me alleen de mogelijkheid om me te wenden naar de Raad van State en het Europees Hof voor de Mensenrechten.

Hoogachtend,
Luk Vervaet 

take down
the paywall
steun ons nu!