Nieuws, Samenleving, België, School, Onderwijs, Terug naar school - Dirk Jacobs

Ongelijkheid in het onderwijs: ‘Talent mag niet onontgonnen blijven’

Op het vlak van sociale ongelijkheid scoort het onderwijs in Vlaanderen ondermaats. De kloof tussen kansarme en welgestelde en tussen autochtone en allochtone kinderen blijft groot. Waar schuilt het probleem en welke concrete oplossingen zijn er? Gewoon hoogleraar Dirk Jacobs (ULB) geeft tekst en uitleg.

maandag 2 september 2013 23:33
Spread the love

Studiekeuze cruciaal

‘Één van de grootste uitdagingen voor het onderwijs is de impact van de sociaal-economische thuissituatie op de leerresultaten beperken. Zo blijkt uit onderzoek (Boone & Van Houtte, 2011) dat de overgang van de basisschool naar het secundair onderwijs cruciaal is. Kinderen uit de arbeidersklasse en allochtone kinderen worden bij een studiekeuze al sneller in het hokje van beroeps-of technisch onderwijs geduwd, terwijl de middenklasse steevast opteert voor het algemeen onderwijs.’

‘De keuze voor een studierichting zit dus verankerd in de sociaal-economische achtergrond van de ouders en beperkt heel wat kinderen in hun ontwikkeling. Kansarme of allochtone kinderen zijn namelijk niet per se minder cognitief begaafd dan andere, maar krijgen van thuis uit en op school minder kansen en stimulansen om hun competenties te ontwikkelen. Dit leidt tot een enorme verspilling van menselijk kapitaal en talent.’

‘De nieuwe onderwijshervorming, waardoor het hiërarchische watervalsysteem zou moeten verdwijnen en die een eerste brede graad moet bewerkstellingen, levert hiervoor mogelijk een oplossing. De doelstelling is daarbij ook het niveau van het TSO en BSO op te krikken en te vermijden dat een technische of beroepsopleiding vooral een negatieve keuze blijft voor leerlingen uit meer begoede milieus.’

Segregatie

‘Een andere uitdaging is het probleem van segregatie, ook al in het basisonderwijs. Er zijn nog te veel scholen met een hoge concentratie sociaal kwetsbare kinderen, wat gelijke onderwijskansen niet ten goede komt. Als vooral sociaal zwakkere leerlingen samenzitten, bestaat er een reëel risico dat het niveau daalt. Het is echter ook geen fataliteit, want een sterk leerkrachtenteam kan ook daar een hoge leerwinst garanderen. Een goede sociale mix leidt echter makkelijker tot gelijke kansen. Leerkrachten moeten ook leren differentiëren binnen de klas. Het is zeker niet zo dat sociale mix ten koste hoeft te gaan van de cognitief sterkere leerlingen. Het Finse onderwijs bewijst dat.’

‘In scholen met veel allochtone leerlingen klagen directies vaker dat het moeilijk is het onderwijspeil hoog te houden. Dat komt onder meer omdat er een groot verloop van leerkrachten is en men niet altijd de nodige competentie in huis heeft (of kan houden) om bepaalde vakken echt goed en op een aangepaste manier aan te bieden. Het blijkt dan ook een heuse uitdaging om de allersterkste leerkrachten aan te trekken én te behouden in de scholen waar de uitdagingen het grootst zijn. Sommige scholen slagen daarin, maar niet allemaal. Een extra aanmoediging en verloning voorzien voor zij die aan de scholen met meer uitdagingen lesgeven, is een te overwegen optie.’

Collectief versus individueel belang

‘We kampen  met een gigantisch mentaliteitsprobleem in België, waarbij we het grotere plaatje in het oog verliezen. Als ouders  hun kinderen naar de dichtstbijzijnde school stuurden, zouden we bijvoorbeeld al heel wat meer sociale mix bereiken.  Er wordt te veel gefocust op wat men denkt dat het beste is voor het eigen kind, terwijl we ook op collectief niveau moeten reflecteren over wat het onderwijs kan bijdragen aan de samenleving. We zouden allemaal moeten willen dat de scholen in de buurt waar we wonen, goed onderwijs afleveren. We kunnen ons niet veroorloven het talent van bepaalde groepen in de samenleving systematisch onontgonnen te laten. Daar zouden we ons even hard zorgen om moeten maken als over de kansen van onze eigen kinderen’

Goede en slechte scholen

‘Het onderscheid tussen zogenaamde “goede” en “slechte” scholen dat hier zo ingebakken zit, bestaat qua denkpatroon overigens niet in Scandinavische landen. Daar beschouwt men sluiting als enige optie voor een slechte school. We moeten dit denkpartroon dus doorbreken. Ik begin me af te vragen of de vrije schoolkeuze niet in vraag gesteld moet worden als die de facto nu vooral bijdraagt tot segregatie en nog nauwelijks te maken heeft met de keuze voor een schoolproject. Het Finse voorbeeld met minder vrije keuze is ook op dat vlak interessant. Daar slaagt het onderwijs erin om de beste schoolprestaties te verzekeren en ook het aantal leerlingen met een onaanvaardbare score te beperken (8,1% haalt niveau twee niet, dat als basisniveau geldt). Ook de Vlaamse Gemeenschap slaagt erin leerlingen af te leveren met ‘topprestaties’, maar we blijven kampen met problemen om de schade bij de zwakste leerlingen te beperken (zo haalt 13,4% van de leerlingen het minimale niveau niet).’

Sociale gelijkheid staat goede prestaties niet in de weg

‘Ook al wordt het vaak anders voorgesteld, er hoeft geen keuze te zijn tussen sociale gelijkheid enerzijds en goede leerprestaties anderzijds. Beide zijn mogelijk als we ons onderwijssysteem aanpassen om elk kind de kansen te geven zijn talenten te ontwikkelen, ongeacht zijn of haar etnische afkomst en sociale achtergrond. We moeten het alleen wel willen.’

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!