De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Leni Van Goidsenhoven schreef OnGehoord. Foto: epo.be
Boekrecensie - Eline Zenner

OnGehoord? Het spreekt niet vanzelf

Eline Zenner las OnGehoord van Leni Van Goidsenhoven.

dinsdag 25 mei 2021 09:37
Spread the love

 

“Het hoeft niet uitgelegd of toegelicht te worden, het is duidelijk genoeg, het ligt voor de hand”, zo zegt taaladvies.net wanneer ik vraag wat het spreekt vanzelf betekent. Wat niet vanzelf spreekt, zo leid ik af, moet dus wél toegelicht worden. Uitgelegd. Is niet duidelijk genoeg.

Dat schijnt dan ook op te gaan voor wie niet vanzelf spreekt, wie zich niet volgens de gangbare normen van taal bedient, met een inleiding, een midden, een slot, met markeerders van relaties en verbindingen, te begrijpen verwijzingen naar te duiden referenten, een toonhoogte, klankkleur, stemvolume die zich in een enkele standaarddeviatie rond het gemiddelde krullen.

Wiens articulatorisch apparaat, verstandelijke vermogen, mentale staat van zijn of levensparcours verhindert om vanzelf te spreken in de communicatievorm die een maatschappij tot norm verhief, blijft (on)vanzelfsprekend achter. Heeft schijnbaar toelichting nodig, uitleg. Is niet duidelijk genoeg. Wordt bijgevolg niet gehoord. Behalve door wie bereid is anders te leren luisteren.

In OnGehoord, uitgegeven bij vzw Epo, brengt Leni Van Goidsenhoven, onderzoeker in filosofie en culturele studies, mensen samen die tonen hoe we anders kunnen luisteren, leert het boek ons ervaringen ontvangen van wie niet praat zoals we dat gewend zijn, helpt het ons het eigen referentiekader rond interactie in vraag te stellen en open te breken.

Het boek, met ondertitel “over kleine interacties wanneer woorden niet vanzelfsprekend zijn”, vormt een tandem met de gelijknamige tentoonstelling die in de lente van 2021 loopt in Museum Dr. Guislain.

Bewust las ik het boek zonder op bezoek te gaan in Guislain, in een poging te kunnen blootleggen hoe de tekst op zichzelf leest, welke reflecties enkel de papieren uitgave teweegbrengt en stimuleert. Dat deed ik vanuit mijn eigen gefragmenteerde identiteit, die in mijn geval een samenraapsel is van mijn ervaringen als taalkundig onderzoeker aan een academische instelling, die als moeder van een kind met een verstandelijke beperking, en die als naaste van een psychisch kwetsbare medemens.

Het boek, dat ik na het lezen een soort reflectiegids over menselijke interactie zou durven noemen, bevat tweeëntwintig bijdrages waarin het zoeken belangrijker is dan het vinden. De bijdragers zijn (tegelijk) academici, kunstenaars, ervaringsdeskundigen.

Met het hand in eigen boezem ontrafelen de bijdragers hun eigen ervaringen, beschouwen ze hoe ze in aanraking zijn gekomen met atypische communicatie, vertellen ze over concrete manieren waarop ze in het verleden contact konden leggen waar het eerder niet lukte, of waar ze het niet voor mogelijk achtten.

Ze durven het aan uit de modus van de zelfbevestiging te treden, om het door hun geconstrueerde verhaal ook te bekijken vanuit de ogen van een bijstaander die de boodschap niet per se genegen is. De relatie tussen woord en wereld wordt verder op scherp gesteld in een zoektocht naar geschikte labels, die kunnen helpen vermijden de ander in het hokje van het anders-zijn te duwen, wat hier per definitie lukt door de grote verscheidenheid aan stemmen die in het boek aan bod komen. Nothing about us without us. Zo vervaagt de grens tussen onderzoeker en onderzochte, tussen observator en participant, tussen therapeut en cliënt.

De vraag dringt zich op hoe je kan ondersteunen zonder over te nemen, kan vertalen zonder te interpreteren, kan volgen zonder meteen te willen leiden, of omgekeerd. Vanuit een socratische dialoog ontvouwt zich het leidenvolgen als synthetische ontsnappingsroute uit de dialectiek. Dansen als metafoor, maar net zo goed als handeling. Schommelen. Tekenen. Naaien. Zingen. Dichten.

Doorheen de bijdragen komt kunst als ultieme dialoog naar de voorgrond. Creëren, performen, zenden, ontvangen. De synergie die wordt gepredikt tussen taal en beeld, vorm en klank, blik en aanraking, loopt als een sublieme impliciete rode draad doorheen het boek en resoneert in zijn weloverwogen vormgeving.

Zo verdwijnt de beperking van de mens, in al zijn verscheidenheid, op de achtergrond, en stelt de zoektocht naar het overstijgen van de beperking van het woord zichzelf vanzelfsprekend centraal. Met als enige conclusie dat we in onze menselijke interactie een inherente kwetsbaarheid delen, die voor de ene nu eenmaal ontegensprekelijk dieper snijdt dan voor de andere.

Hoe meer we daar, naar het voorbeeld van de bijdragers, in deemoed, integriteit en zelfkritiek, bij durven stil-staan, hoe luider de roep tot verbinding uit dit boek weerklinkt. Zo luid dat ik het boek af en toe aan de kant moest leggen, afstand moest nemen.

Deze erudiete reflectiegids, geschreven door een bende kunstzinnige intellectuelen, therapeuten en ervaringsdeskundigen, vraagt wat van zijn lezer. De gids geeft je immers geen pad, geen plattegrond, geen route. Toch vraagt hij je mee op tocht, in de vier delen die Leni Van Goidsenhoven bij elkaar brengt in haar ontluisterende inleiding. Het boek leidt je niet. Het boek volgt je niet. Er rest je niets dan te leidenvolgen en te luisteren waar je niet had gedacht te kunnen horen.

 

Leni Van Goidsenhoven. OnGehoord – Over kleine interacties wanneer woorden niet vanzelfsprekend zijn. EPO, Antwerpen, 2021. ISBN 978 9 4626 7288 8

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!