Foto Amnesty International
Opinie -

Olivier Vandecasteele en de Belgische Iran deal: hebben de Verenigde Staten het laatste woord?

Op 11 maart 2022 sloot België in stilte een akkoord met Iran over de overdracht van gevangenen tussen beide landen. Zo’n bilateraal akkoord heeft België al met een negental andere landen, zoals Marokko, Albanië, Kosovo of Congo. Die akkoorden zijn vooral een eenrichtingsverkeer. België profiteert ervan om zich te ontdoen van gevangenen met de nationaliteit van die landen. Het omgekeerde gebeurt vrijwel nooit.  

vrijdag 17 februari 2023 11:55
Spread the love

 

Sinds 2013 laat de wet toe dat niet-Belgische veroordeelden zonder hun toestemming kunnen worden teruggestuurd naar “hun land van herkomst”. In 2020 zette België zo’n 1100 buitenlandse (ex-) gedetineerden buiten. In 2021 werden er 1.299 teruggestuurd naar “hun land van herkomst” (ook al zijn ze soms hier geboren of hier sinds hun prille jeugd). Hiervan werden er 766 rechtstreeks vanuit de gevangenis teruggestuurd, anderen passeerden eerst langs een centrum voor illegalen. Ook In 2021 werden 91 niet-Belgische gedetineerden overgedragen naar hun land van herkomst om daar hun straf verder uit te zitten. Sinds 2013 gaat het om de 500ste transfert van dergelijke gevangenen. Behalve enkele activisten tegen de uitleveringen, is er niemand die aanstoot neemt aan dit soort uitwijzingspolitiek, en al zeker niet als het gaat om veroordeelden voor terrorisme. Die laatsten zijn we liever kwijt dan rijk.      

Andere Europese landen hebben gelijkaardige akkoorden (“the transferal of sentenced persons”) met een twintigtal andere landen, maar door een akkoord met Iran te sluiten zorgde België voor een Europese primeur. 

Wat houdt zo’n bilateraal akkoord in?

Zo’n bilateraal akkoord maakt het mogelijk om Iraniërs die in België veroordeeld zijn hun straf te laten uitzitten in hun moederland en omgekeerd. Zo’n verdrag bepaalt meestal dat de veroordeelde al minstens een jaar in de gevangenis moet zitten. De misdaad waarvoor de veroordeelde gestraft is moet ook in het andere land als misdaad erkend worden. Er zijn geen criteria over de aard van het gepleegde misdrijf om in aanmerking te komen voor een overbrenging. De straf die uitgesproken is in het ene land mag door de andere partij niet verzwaard worden. Het andere land heeft de mogelijkheid om de straf te verlichten of op te heffen.   

Het was voor iedereen duidelijk dat België met zo’n akkoord de vrijlating wil bekomen van de Zweeds-Iraanse professor aan de VUB, Ahmadrez Djalali en/of van de Belgische humanitaire werker Olivier Vandecasteele. Beiden zijn in Iran veroordeeld voor spionage. De eerste werd veroordeeld tot de doodstraf, de tweede tot 40 jaar. Iran zag er de mogelijkheid in om zijn diplomaat Assadollah Assadi terug te krijgen. Die werd in 2018 gearresteerd in Duitsland en, na zijn uitlevering aan België, veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor terrorisme. Hij werd veroordeeld voor een plan en het leveren van materiaal om een aanslag te plegen tegen een bijeenkomst van de Iraanse oppositie nabij Parijs. Assadi zit dit jaar al vijf jaar in de cel, nu in de gevangenis van Beveren.  

De aanname van dit akkoord door het parlement was niet vanzelfsprekend. De Belgische veiligheidsdiensten moesten eraan te pas komen om het akkoord te bepleiten bij de politieke partijen van de meerderheid. Op 6 juli keurde een meerderheid in de Commissie voor buitenlandse betrekkingen het akkoord goed. NVA stemde tegen en Vlaams Belang en de PVDA onthielden zich. Op 20 juli keurde het Belgische parlement het akkoord goed. Enkele weken later deed het Iraanse parlement hetzelfde. “De Iraanse parlementsleden keurden het verdrag goed met 195 stemmen  ervoor, 2 tegen en 7 onthoudingen”, zo meldde Icana, de website van het Iraanse parlement. De twee landen hadden nu een overeenkomst geheel volgens de internationale geldende regels. Tot er plots een storm van protest opstak.

Een ongeziene mobilisatie tegen de gevangenenruil

Op 13 juli schreven 17 Europese parlementsleden een oproep aan het Belgische parlement om tegen de deal te stemmen omdat, zo schreven ze, “hiermee een precedent zou worden geschapen en België een thuishaven zou worden voor Iraanse terroristen”. Op 21 juli gaf het American Jewish Committee’s (AJC), het Brussels-Europees kantoor van het AJC Transatlantic Institute, een verklaring uit om de Belgische regering op te roepen geen akkoord met Iran te sluiten want, zo stelde de verklaring, “het zou de reputatie van België schaden en zou Iran uitnodigen om nog meer Westerlingen te kidnappen in ruil voor Iraanse terroristen”.   Begin september schreven 68 internationale professoren en (ex-)magistraten een open brief aan eerste minister De Croo om “de veroordeelde Iraanse terrorist Assadollah Assadi niet aan Iran uit te leveren”. Op 14 september 2022 zonden 21 voormalige Europese ministers een verklaring naar De Croo om af te zien van de deal en vroegen ze om Assadi zijn straf tot de laatste dag in België te doen uitzitten. “Op zijn minst zouden terroristen moeten worden uitgesloten uit een deal”. 

Op 16 september, organiseerde de Nationale Raad van het Iraanse Verzet (CNRI) een persconferentie tegen de Irandeal. Om hun standpunt hard te maken stelde de CNRI er een boek voor over de verijdelde, terroristische aanslag van Assadi tegen de Free Iran World Summit in Parijs in 2018. Sprekers tegen de deal waren Ingrid Betancourt, Belgisch senator Marc Demesmaeker, John Bercow, voormalig speaker van het Britse parlement en voormalig US Senator Robert Torricelli. Een rits internationale personaliteiten en CNRI-mensen die burgerlijke partij waren in het proces tegen Assadi , trokken naar de rechtbank om de deal ongedaan te maken. Ze werden uiteindelijk in het gelijk gesteld door het Belgisch Grondwettelijk Hof. Dat zette het akkoord on hold tot er een uitspraak ten gronde zal volgen ten laatste in maart 2023. 

Het Hof oordeelde dat de overbrenging van de gevangene Assadollah Assadi naar Iran “het recht op leven van de slachtoffers schendt. België weet of zou moeten weten dat Iran in dat geval de straf niet daadwerkelijk zal uitvoeren. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dwingt ons land ertoe om toe te zien op de uitvoering van straffen”. Na dit voorlopige vonnis diende Vlaams Belang (VB) Kamerlid Ellen Samyn een motie in die stelde dat “de regering het verdrag niet mag uitvoeren voor er een definitief oordeel van het Grondwettelijk Hof komt, en ook moet de regering de garantie geven dat de terrorist Assadollah Assadi tot de laatste dag zijn celstraf in België zal uitzitten.” Opmerkelijk toch als men weet dat het VB liefst zo snel mogelijk alle gevangenen met een vreemde nationaliteit het land uit wil. De NVA reageerde in dezelfde lijn: dit verdrag kan niet omdat het mogelijk terroristen naar België kan lokken én tegelijk Belgen in gevaar kan brengen. 

No deal : de VS overwegen om de uitlevering van Assadi te vragen

De inkt van het verdrag was nog niet droog of eind juli verscheen het bericht dat de VS de uitlevering van Assadi zou vragen in geval van een deal tussen België en Iran. De VS zouden zijn uitlevering vragen gezien “vroegere anti-Amerikaanse activiteiten van Assadi en omdat er ook Amerikanen aanwezig waren op de plaats waar de aanslag in 2018 moest plaatsvinden”. 

Robert G. Joseph, voormalig Amerikaans viceminister van Buitenlandse Zaken, liet vanop de jaarvergadering van het Iraanse verzet weten dat ”België door de ruil een draaischijf zal worden van het Iraanse staatsterrorisme. Er zullen dan veel vaker Belgen achter Iraanse tralies belanden: de uitlevering van Assadi aan de VS geniet mijn absolute steun”. Voormalig FBI-chef Louis Freeh en legeroversten van de VS zonden een brief naar het Belgisch parlement om de deal te verwerpen. De Amerikaanse Republikeinse Congresleden Randy Weber, Louie Gohmert en Brian Fitzpatrick deden hetzelfde in een brief aan De Croo. In België verklaarde Michael Freilich, NVA parlementair en voormalig hoofdredacteur van Joods Actueel dat de VS de uitlevering kunnen vragen. Over de uitlevering van Assadi aan de VS, zo zei hij, was hij in contact met leden van het Amerikaanse Congres en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken. 

Het doet allemaal denken aan het verhaal van de illegale uitlevering door België van de Tunesiër Nizar Trabelsi aan de VS in 2013. Die werd uitgeleverd tegen alle regels van de internationale wetgeving : non bis in idem, niemand kan twee keer veroordeeld worden voor hetzelfde feit.  Iets wat ook voor Assadi geldt.

Vermeldenswaard is ook dat de VS tussen 2015 en 2019 zo’n 180 Amerkanen hebben bevrijd via een transfer van gevangenen. Een van die laatste overdracht operaties trok de aandacht van de hele wereld. Basketbalspeelster Brittney Griner, die gevangen zat in Rusland, werd eind 2022 geruild tegen Viktor Bout, de “Wapenhandelaar van de dood”, die in de VS een gevangenisstraf van 25 jaar uitzat. Bout had op het ogenblik van de ruil iets meer dan de helft van zijn straf uitgezeten. Hij werd er onder meer van beschuldigd wapens te hebben verkocht aan zowat elke gewapende terroristische groepering of rebellentroep in de wereld, van Al Qaeda tot Charles Taylor in Liberia. “America first”: een ruil als het om Amerikanen gaat mag, als het om Olivier gaat mag het niet.    

Over terrorisme gesproken

De CNRI is een oppositiecoalitie waarvan de Organisatie van Moujahedin van het Iraanse Volk (OMPI-MEK) de belangrijkste component is. Deze laatste werd in 1997 door de VS op de lijst van terroristische organisaties geplaatst.  Europa volgde en deed hetzelfde in 2002. Zoals men weet – denk maar aan de Palestijnse organisaties op de terreurlijst- is het zo goed als onmogelijk om als organisatie van die lijst geschrapt te worden. En toch gebeurde wat niemand voor mogelijk hield. Een campagne van « In Search of Justice » (ISJ), die zo’n 2000 parlementairen uit 27 Europese landen groepeerde, startte een campagne die zeven jaar zou duren. In het Belgische parlement dienden Patrick Moriau en Roel Deseyn op 3 juli 2008 een resolutie in om de OMPI van de lijst te halen. 

Op 26 januari 2009 besliste de Raad van Europa om de OMPI van de terreurlijst te halen. De VS deden hetzelfde in 2012.  Te signaleren valt dat de schrapping in Europa gebeurde door de Ministers van Buitenlandse zaken die de zaak behandelden als een “Punt A”, dit wil zeggen als een punt waarover niet moet gediscuteerd worden. Zo werd een voormalige terroristische organisatie van de ene dag op de andere een Westerse en Israëlische bondgenoot tegen Iran. Een betere illustratie van het feit dat de Amerikaanse en Europese terreurlijsten een politieke kwestie zijn en geen kwestie van veiligheidsoverwegingen voor de bevolking, is moeilijk te vinden. Sindsdien kan de CNRI fondsen verzamelen en onbeperkt activiteiten organiseren waarop je mensen als Rudolph Giuliani, ex-burgemeester van New York, Mike Pompeo, ex-CIA chef en oud minister van buitenlandse zaken onder Trump, Bernard Kouchner, Stephen Harper, oud-eerste minister van Canada of ook nog Guy Verhofstadt tegenkomt. 

Stop de oorlog tegen Iran 

De uitlevering van een Iraanse terrorist zou onaanvaardbaar zijn. Laat me eerst zeggen dat ieder weldenkend mens het plan om een terreuraanslag te plegen tegen een bijeenkomst van de Iraanse oppositie afkeurt. Net zoals we het allemaal eens zijn dat de verplichting van de hoofddoek voor de vrouwen of de executies in Iran verwerpelijk zijn. Maar laten we toch maar eens afstappen van ons Westers superioriteitsgevoel. Waarom heeft niemand het over de Westerse oorlog tegen Iran? Waarom durft niemand, naar aanleiding van deze deal, het einde van die oorlog bepleiten? Waarom stelt niemand dat we op het vlak van terreur geen lessen te geven hebben aan Iran?      

Sancties als staatsterrorisme 

De Verenigde Staten en Israël op kop, gevolgd door de EU, zijn landen die Iran al decennialang aan sancties onderwerpen die de economie en de gezondheidszorg in dat land vrijwel hebben ten gronde gericht. Het is een vorm van collectieve bestraffing die vooral de armste bevolking van Iran treft. “In 2015 deden de sancties de Iraanse begrotingsinkomsten met bijna 30% dalen. Het zijn de armste klassen en de middenklasse die de dupe zijn van de sancties. De prijsstijgingen wogen op de bevolkingsgroepen die niet over voldoende kapitaal beschikken om te speculeren of zich te beschermen tegen koopkrachtverlies.

Veel indicatoren bevestigen de ontwikkeling van grote armoede in Iran en een zeer sterke toename van sociale spanningen.”. Die dramatische situatie verbeterde er niet op in de jaren die volgden. In 2019 leefde zo’n 28 % van de Iraanse bevolking met minder dan 5,5 dollar per dag.   Een rapport van het Iraanse ministerie van Coöperatieven, Werk en Sociale Zaken van januari 2023 stelt dat een derde van de bevolking van het land in extreme armoede leeft. Er is een inflatie van 50% en de waarde van de nationale munt is met ongeveer 50 procent gedaald. Volgens officiële cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken leeft in totaal ongeveer 60 procent van de 84 miljoen Iraniërs onder de relatieve armoedegrens, van wie er tussen de 20 en 30 miljoen in “absolute armoede” leven. Er zijn natuurlijk niet alleen de sancties maar ook de gevolgen van de Covid pandemie (Iran was in de wereld het derde meest getroffen land door de pandemie, maar de overheid had geen financiële middelen meer om de economische gevolgen ervan op te vangen ) en verkeerde economische beslissingen, zoals de Iraanse autoriteiten zelf toegeven. 

Op medisch vlak is de situatie zo mogelijk nog erger. Begin 2013, was er al een schaarste van 300 soorten medicamenten. “Er is een duidelijke band tussen de sancties en de achteruitgang van de import van medicijnen vanuit Europa en de VS, wat  tot een dramatische situaties heeft geleid”, schreef professor economie Thierry Coville toen. En in een interview in 2020 voegde hij eraan toe dat “het hele Iraanse gezondheidssysteem op instorten staat”. Een land dat onder dergelijke sancties moet over-leven kan zich niet ontwikkelen. Is het te verwonderen dat deze permanente oorlogspolitiek, vernedering en uitsluiting zorgt voor een spiraal van geweld en tegengeweld? 

Tot slot, enkele feiten op een rij 

 Wat het geven van lessen betreft aan Iran inzake terrorisme en mensenrechten zijn we bijzonder slecht geplaatst. 

In januari 2020 schoot het Amerikaanse leger Qassem Soleimani, de belangrijkste generaal van Iran, samen met nog zeven anderen, dood in Bagdad. “Een defensieve maatregel”, zo luidde de laconieke mededeling van het Amerikaanse ministerie van defensie. Niemand vond het de moeite om hiertegen te reageren. 

Misschien zijn we het al vergeten, maar er was tot voor kort de Westerse oorlog tegen Afghanistan die 20 jaar heeft geduurd. Naar mijn weten heeft Iran niet deelgenomen aan deze invasies en aan de vernietiging van Irak en Afghanistan, oorlogen die honderdduizenden mensenlevens hebben gekost. Of nog: wat de verwerpelijke executies in Iran betreft, de VS plannen een reeks executies van gevangenen in de komende maanden.

Op 23 februari 2023 wordt Donald Dillbeck ter dood gebracht. En vanaf maart zijn er anderen aan de beurt. Er is ook nog het feit dat de Amerikaanse politie in 2022 een recordaantal mensen doodschoot, liefst 1186. Eén op vier (26%) van de doden waren zwart, terwijl de zwarte bevolking maar 13% van de Amerikaanse bevolking uitmaakt. Wat het met de voeten treden van de vrouwenrechten betreft was er recent het opheffen van de federale wet op het recht op abortus. Intussen zijn er al veertien staten die een volledig verbod oplegden, in zeven andere staten zijn procedures aan de gang om hetzelfde te doen.      

Dit alles heeft niet de minste invloed op onze meer dan uitstekende relaties met “de grootste democratie ter wereld”. In de eerstvolgende dagen zullen we zien of de Belgische Justitie zal buigen voor de eisen van de VS, zoals ze dat deed in de zaak Nizar Trabelsi. Het afwijzen van het Amerikaanse veto tegen de deal zal Olivier terug thuisbrengen en de vrede een stap dichterbij.      

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!