Ogen open voor greenwashing!
Friends of the Earth, Greenwashing, Corporate Europe Observatory (CEO), The Big Greenwash Circus -

Ogen open voor greenwashing!

woensdag 18 juli 2012 13:24
Spread the love

Lieve De Kinder (Friends of the Earth) ging in gesprek met Nina Holland van Corporate Europe Observatory (CEO) naar aanleiding van de Greenwash conferentie georganiseerd door Climaxi ea op 23 juni 2012.

FoE: Kan je wat meer zeggen over CEO en jouw specifiek werkdomein?

Nina: CEO doet onderzoek naar, en campagnes rond, de macht van het bedrijfsleven op het reilen en zeilen van de EU. Het is echt noodzakelijk om waakzaam te zijn naar de lobbyactiviteiten van bedrijven want het lobbyen is vrijwel niet aan regels onderworpen. En we willen greenwashing doorprikken. Er zijn twee soorten greenwashing: naar de consumenten toe, zoals in Nederland het ‘ik kies bewust’ logo, dat een gezond imago aan producten geeft, en de lobbygreenwashing, mede in de vorm van green innovation zoals in Rio aan bod zal komen.  Binnen CEO ben ik vooral bezig rond landbouwthema’s samen met een paar collega’s. We kijken naar voedselveiligheid, de agrobusiness lobby , biobrandstoffen, de RTRS (Round Table on Responsable Soy), het CAP (gemeenschappelijk landbouwbeleid in Europa) en pesticiden. 

FoE: Dan weet je ook meer over het greenwashing verhaal van BASF, rond de bijensterfte en pesticiden?

Nina: Het is een verhaal dat perfect illustreert hoe ver bedrijven gaan in hun greenwash strategieën. Er is reeds lang een vermoeden dat pesticiden mede verantwoordelijk zijn voor de massale bijensterfte. De strategie van bedrijven is dat ze steeds de oorzaken elders zoeken, ook al is hun verantwoordelijkheid niet te ontkennen. Zo zal BASF de oorzaak leggen bij gebrek aan voedsel voor de bijen. En stellen dat pesticiden als ze op de juiste manier gebruikt worden, geen schade berokkenen aan bijen. Dus, als er toch schade is door pesticiden, dan is dat de schuld van de boer, zeggen ze. Onlangs verschenen twee artikels in het tijdschrift SCIENCE waardoor de bewustwording hierrond in een stroomversnelling kwam. Het gaat over de pesticiden die aangebracht worden op de zaden zelf, in een coating. De pesticiden verspreiden zich in de plant als deze groeit, komen ook in de nectar en de pollen en er werd bewezen dat ze schadelijk zijn voor de bijen. De bewering van BASF, dat pesticiden niet schadelijk zijn als ze juist gebruikt worden, slaat dus nergens op. Om de aandacht af te leiden van haar schadelijke praktijken poetst BASF ijverig haar imago op, o.a. als mede oprichter van het Franse bijendiversiteitsnetwerk waar ook een aantal ngo’s deel van zijn. BASF bleef sedert de oprichting partner van dit netwerk. En begin juni zag je aan het Europese Parlement een mooi bloemenveldje in de vorm van een bij, naar aanleiding van de eerste Europese week van de Bij. Met het logo van het bijendiversiteitsnetwerk, en met BASF vermeld als sponsor.

FoE: Wat motiveerde volgens jou het WWF het mee aan de basis stond van de Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja? En waarom ze zich niet kritischer hebben opgesteld?

Nina: WWF staat mee aan de basis van verschillende ronde tafels: rond soja, katoen, suikerriet, bietsuiker, palmolie. WWF moest zoals iedereen constateren dat via de overheden veel te weinig te bereiken viel. In hun visie lag de macht bij de bedrijven, dus gingen ze met de bedrijven in zee, maar dus wel onder de voorwaarden van die bedrijven. Het WWF en de mensen die het WWF steunen komen niet zozeer uit de beweging van kritische burgers, maar wel uit de beweging van natuurbehoud die zich weinig vragen stelt over mechanismen van macht en bezit. Er is ook de groep van 1000 dubieuze rijken, die grote donoren zijn, en in het bestuur zitten mensen van bedrijven als BP. Door alle financiële mogelijkheden die dit schept, heeft WWF ook mooie wervingscampagnes naar het publiek toe. Dit alles brengt mee dat ze veel gemakkelijker aan fondsen geraken en dus groter zijn dan b.v. Greenpeace en Friends of the Earth, die zich kritischer opstellen. Het wordt momenteel immers steeds moeilijker voor kritische organisaties om aan fondsen te geraken.

FoE: De film ‘Der Pakt mit dem Panda’ van Wilfried Huismann heeft wel wat in beweging gebracht.

Nina: Ja, goed dat die film ook getoond wordt op The Big Greenwash Circus (nvdr conferentie georganiseerd door Climaxi ea rond valse oplossingen voor de klimaatcrisis die doorging op 23 juni). WWF heeft nu al op 14 punten klachten geuit op het boek van Huismann, waaruit wellicht een aantal rechtszaken gaan voortkomen. De film mag niet meer vertoond worden in Duitsland, en grote boekhandels hebben besloten het boek niet meer te verkopen uit angst voor juridische actie van WWF. Maar toch hebben velen het boek besteld, of de film op het internet gezien.

FoE: Kan je iets meer zeggen over het lobbywerk van WWF?

Nina: Ze hebben veel lobbyisten, en dus een grote invloed. Twee jaar geleden leek het WWF akkoord te gaan om palmolieplantages gelijk te stellen aan bossen. Ze probeerden ngo’s tegen te houden om een boze brief te sturen. Ook in de aanloop naar Rio+20 stelt WWF zich in tegenstelling met vele andere ngo’s in veel te weinig kritisch op tov het bedrijfsleven, in het kader van ‘Green Economy’, waarin op de eerste plaats het bedrijfsleven ondersteund wordt, en niet de gemeenschappen, het milieu en de biodiversiteit.

FoE: De deelnemende organisaties in RTRS verwijten de anderen dat ze aan de zijlijn blijven staan.

Nina: In Zuid-Amerika strijden inheemse volkeren met alle middelen tegen de betrokken bedrijven. Gaan wij als organisatie ons dan verbinden met die bedrijven? Is het niet veel zinvoller om de getroffen gemeenschappen te ondersteunen, ook juridisch en financieel, hun situatie hier bekend maken en het mogelijk maken dat ze hun verhaal in Europa en op internationale conferenties kunnen doen?

FoE: Zijn er recente evoluties in de RTRS?

Nina: De recente audits eind mei bevestigen dat de huidige praktijken geen enkele verbetering inhouden tov de betrokken gemeenschappen en het milieu. De RTRS gecertificeerde soja is nog geen groot succes op de markt. Het publiek wordt meer bewust.

FoE: Maar ondertussen gaan de bedrijven die deelnemen aan RTRS verder rustig hun gang?

Nina: Inderdaad, ze kunnen nog steeds rustig uitbreiden op het grondgebied van inheemse volkeren of boerengemeenschappen. Zolang het maar ‘legaal’ gebeurt. Volgens de RTRS moet er een dialoog met de omliggende gemeenschappen zijn. Het probleem blijft dat de inheemse volkeren niet op de hoogte worden gehouden van zoiets als de RTRS. Vaak lezen ze ook geen Spaans, hun leiders worden soms omgekocht en bedrijven schamen zich niet om inheemsen in te huren om het vuile werk op te knappen. Een voorbeeld: nadat een bedrijf een kaalslag had teweeggebracht op het grondgebied van een inheemse gemeenschap werden mensen uit deze gemeenschap ingehuurd om de wortels van de afgehakte bomen uit te graven. Is dat niet schrijnend? Inheemsen komen wel meer en meer op voor hun grondrechten, maar hebben wel geen weet van de greenwashing die in Europa plaatsvindt.  En ja, soms hebben ze ook geen tijd om te blijven vechten.

FoE: Wie financiert het certificatieproces voor RTRS?

Nina: De kosten voor het hele voorbereidingsproces tussen 2005 en 2011 werden niet door het bedrijfsleven gedragen. De Nederlandse en de Duitse overheid droegen wel bij, met ontwikkelingsgeld. Ook WWF en Solidaridad, maar die krijgen zelf ook geld van de overheid. Je kan hier spreken van een driehoeksverhouding: overheid, bedrijven en de betrokken ngo’s.

FoE: In Nederland voerde A Seed verschillende acties tegen gifsoja bij de Albert Heyn vestigingen. Hoe was de reactie hierop en kan je over resultaten spreken?

Nina: Over het algemeen werden de acties door het publiek goed ontvangen, de reactie van de managers verschilde naargelang de vestiging. Albert Heyn laat de acties gewoon passeren maar heeft geen veranderingen doorgevoerd. Een belangrijk resultaat van de acties is wel dat op de producten geen melding aangebracht wordt dat ze RTRS gecertificeerd zijn. Hierdoor is de RTRS greenwash minder succesvol. Vanuit hun perspectief is dit logisch, als consumenten gaan googlen op RTRS, dan vinden ze vooral de grote stroom kritische artikelen!

FoE: Het toont aan dat actie resultaten oplevert. Heb je nog ideeën over wat we als consumenten en organisaties kunnen ondernemen?

Nina: We moeten verder met alle mogelijkheden greenwashing doorprikken. Je kan in je omgeving laten weten dat labels niet kloppen. Je kan commentaren achterlaten bij promotieartikelen. Je kan lid worden van WWF en van binnenuit je protest laten horen, en je kan anderen uitnodigen om dat ook te doen. Je kan de film van Wilfried Huismann promoten. Je kan antigreenwash stickers aanbrengen op affiches. Als organisaties is het belangrijk op tijd en met velen je standpunt naar buiten te brengen, als er weer onderhandeld wordt over een nieuw label dat niet klopt. Voor de RTRS kwam het massaal protest van organisaties eigenlijk te laat. CEO stelde zich wel vanaf het begin kritisch op, maar bestond toen nog maar uit een klein aantal mensen.

take down
the paywall
steun ons nu!