UPA-mars in Kiev, 2012. Foto: Wikimedia Commons / CC BY 3.0
Analyse - Jean-Marie Chauvier, Investig'Action,

Oekraïne: het fascisme in een nieuw jasje door Joesjtsjenko in ere hersteld 

Duizenden fascisten en ultranationalisten die 'eensgezind' met president Viktor Joesjtsjenko de 'nationale bevrijdingsbeweging' van de jaren dertig en veertig in ere herstellen, antifascistische tegendemonstranten die met geweld worden overmeesterd door de politie, dit is het opbouwende spektakel dat op 14 oktober 2007 in Kiev werd opgevoerd.

maandag 30 mei 2022 14:04
Spread the love

 

De antifascisten scandeerden: “Het fascisme krijgt geen kans!”. Op 14 oktober 2007 kreeg ‘het fascisme’ in Kiev echter wel alle kansen. Tenminste toch onder de vorm van een symbolische erkenning, een aanpassing van de geschiedenis en met een presidentieel decreet …

Een nieuw fascisme, waarbij de voormalige en huidige ultranationalistische strijders dienen om een ​​beleid te promoten dat, hoewel het de loftrompet steekt over hun ideeën en hun passies, geostrategische belangen dient die veel verder gaan dan dat.

Niet voor het eerst in de geschiedenis worden in Oekraïne militanten gevierd van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN), zij die hebben deelgenomen aan de nazi-invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941, aan de collaboratie en de bloedbaden op Sovjetburgers, Joden, zigeuners en die nadien, in 1942-45, in dienst gingen bij bij de SS in Galicië.

Zij die vervolgens bij het Oekraïense nationale leger (UNA) aansloten onder nazi-bevel, of bij het Oekraïense opstandelingenleger (UPA) dat de strijd verderzette tegen het ‘rode gevaar’ en tegen de Polen. Een leger dat ook in conflict kwam met de Duitse ‘vrienden’, gezien hun weigering om de ‘onafhankelijke staat’ onder nazi-protectoraat te accepteren, die op 30 juni 1941 werd uitgeroepen door Stepan Bandera en zijn aanhangers in navolging van de aloude en vage beloften van een zekere Alfred Rosenberg.

pravy sektor oekraïne

Fakkeltocht van Pravy Sektor (een paramilitaire groepering die verschillende verenigingen uit de extreemrechtse wereld samenbracht op), 1 januari 2015 ter gelegenheid van de 106e geboortedag van Stepen Bandera, een nazi-collaborateur. Foto: All-Ukrainian Union ‘Freedom’ Picasa web album / CC-BY-3.0

Evenmin voor het eerst in de geschiedenis wordt de UPA in de pers, in schoolboeken, door president Viktor Joesjtsjenko en andere ‘oranje’ leiders beschreven als een vorm van ‘patriottisch verzet’ dat niet minder respectabel is dan het Sovjetverzet, of zelfs door nog nationalistischere strekkingen als de enige echte ‘nationale bevrijdingsbeweging’ die tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht tegen de ‘nazi-, Sovjet- en Poolse bezetters’. Een stelling die bovendien past bij de nieuwe ‘anti-totalitaire’ linkerzijde, zowel in West- als in Oost-Europa.

Maar dit is wel de eerste maal dat het hoofd van de Oekraïense staat, Viktor Joesjtsjenko, een decreet uitvaardigt om de UPA officieel te in ere te herstellen, en te eisen dat regeringen dit leger in het hele land implementeren. En dat bovendien het nieuwe parlement dit decreet omzet in een wet (en dus bindend maakt), ter erkenning van een organisatie, de UPA of OUN-UPA, die door haar tegenstanders (tot nu toe de meerderheid in Oekraïne, behalve in het uiterste westen) beschouwd wordt als een ‘fascistische bende’ die verantwoordelijk is voor genocide-acties en die een Hitleriaanse ideologie aanhangt.

Monument voor UPA-leider Roman Shukhevych in openluchtmuseum ‘Stare Selo’ in Kolochava, Oekraïne. Foto: Wikimedia Commons, CC0 1.0 Universal Public Domain

Dit is de eerste maal dat het staatshoofd de officiële titel van ‘Oekraïense held’ heeft toegekend aan de opperbevelhebber van de UPA, Roman Shukhevych, van wie men zich nauwelijks herinnert dat hij een voormalig commandant was van het Oekraïense bataljon van de Wehrmacht ‘Nachtigall’ en SS-leider in de ‘Shuzmannschaft 201’ (nazi-hulppolitie), geselecteerd voor de repressie van partizanen (anti-nazi-verzetsstrijders) in Wit-Rusland.

Onder protest van Oekraïense antifascisten, die hard werden aangepakt door de politie van Kiev, gingen de officiële vieringen van de UPA gepaard met demonstraties van radicale nationalisten, die bij deze gelegenheid de ‘erkenning van de SS Galicië’ eisten.

Als er binnen de Rada (het parlement) een oranje meerderheid zou kunnen worden gevormd, zou er nauwelijks een hinderpaal zijn voor de afkondiging van een wet die de OUN-UPA als een ‘nationale bevrijdingsbeweging’ zou inhuldigen.

Deze rehabilitatie, die lange tijd opgeëist werd in de regio’s van het uiterste westen, met name in Galicië en Wolhynië, waar de OUN en de UPA werden opgericht en waar in 1941 de vurigste pro-Duitse sympathisanten verbleven, werd geleidelijk aanvaard dankzij de onvermoeibare inspanningen van de media, Oekraïense diaspora-instellingen, Amerikaanse stichtingen en nieuwe leerboeken – teneinde de strijd van de USSR, het Rode leger en de partizanen tegen de nazi’s te diskwalificeren, ten gunste van een nieuwe visie op een mythisch ‘patriottisch verzet dat op beide fronten vocht’, hetgeen gedeeltelijk correct is … voor zover wordt gespecificeerd dat de OUN en de Oekraïense separatisten zich in het begin hadden aangesloten bij de ‘strijd tegen het Joods-bolsjewisme’ van het nazisme en dat hun belangrijkste ‘fronten’ anti-Sovjet-, anti-Pools en antisemitisch waren.

De nationalistische bocht van president Joesjtsjenko

Hoe de nationalistische bocht van president Joesjtsjenko te verklaren? De Oekraïense leider heeft zijn keuze gemaakt: de ‘helden’ uit zijn verleden zijn voortaan de nationalisten gelieerd aan het Duitsland van Hitler die, in conflict met Berlijn eind 1942, ‘in gespreide orde’ actie ondernamen.

In 2004 dwong de Oekraïense bevolking nieuwe verkiezingen af en werd Viktor Joesjtsjenko president. Hij was zo incompetent dat ze zes jaar later terug voor Janoekovitsj kozen. Foto: Marion Duimel/CC BY-SA 3:0

Deze keuze van de president is niet zo verwonderlijk. Hoewel zijn familie het slachtoffer is geweest van het naziregime, vond Viktor Joesjtsjenko de weg naar een radicaal anticommunisme dat hem dichter bij de neo-conservatieven en de Amerikaanse republikeinen bracht.

Een duidelijke rol werd hierbij gespeeld door zijn vrouw Katarina. Als dochter van een familie van nationalisten, voor het Rode Leger gevlucht in 1944, Amerikaans staatsburger en geëmigreerde militante van de OUN, legde ze zich hartstochtelijk toe op de ‘strijd tegen het communisme’, vooral binnen de regering-Reagan.

Yaroslav Stetsko gedenkplaat in het dorp Wola Zaderevatska. Foto: Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

Na 1991 was ze voorzitster van de USA-UKRAINE Foundation, een van de belangrijkste pijlers van de Amerikaanse invloedssfeer in Oekraïne. Ze had goede contacten met de familie Stetsko, hét symbool van de OUN. Haar vader, Yaroslav Stetsko, was premier van de kortstondige pro-nazi-regering, in juni 1941 opgedoekt door de nazi’s. Zijn weduwe, Slava Stetsko, leidde het antibolsjewistisch natieblok, een verzameling voormalige collaborateurs opgepikt door de CIA en het Congres van de Oekraïense Nationalisten (KUN), voordat ze afgevaardigde werd van de Rada voor de partij ‘Ons Oekraïne’ van Viktor Joesjtsjenko.

De banden en bruggen tussen extreemrechts en het ‘oranje’ leiderschap zijn niet enkel beperkt tot deze feiten – deze banden en bruggen betekenen geenszins dat de ‘sinaasappels’ als geheel ‘fascisten’ zijn. De beweging die in 2002-2004 grotendeels werd geleid door Amerikaanse stichtingen, omvat kernen van zeer liberale en zeer nationalistische activisten, maar ook een welmenende massa die de maffia-mores van het regime dat tot eind 2004 aan de macht was niet langer steunde … Mores waarmee de zogenaamde ‘oranje revolutie’ nog lang niet heeft afgerekend. Een aandenken aan de nazi-genocide en ‘het Joodse vraagstuk’.

‘De Shoah’ wordt geregeld discreet vernoemd door president Joesjtsjenko, met name tijdens de jaarlijkse ceremonies in Babi Yar, alsof hij de Amerikaanse en Israëlische ‘vrienden’ niet wil mishagen. Maar de Jodenuitroeiing wordt zelden vernoemd in de populaire nationalistische literatuur en, wanneer de slachtpartijen op Joden worden vernoemd, is het enkel en alleen om ze aan de Duitsers toe te schrijven, alsof de lokale hulptroepen geen belangrijke rol hebben gespeeld in de genocide. Sommige nationalistische sites en publicaties gaan zelfs zover dat ze… ‘de Joodse misdaden van de Tweede Wereldoorlog’ aan de kaak stellen.

De organisator van de mars van 14 oktober voor de erkenning van de UPA, Oleg Tiagnibok, staat vooral bekend om de antisemitische uitspraken die hij regelmatig doet, tot verontwaardiging van Joodse organisaties in Oekraïne, Rusland en de Baltische staten.

Eenheid van het Oekraïens Opstandelingenleger in West-Oekraïne. Regio Rivne, oriente 1947. Foto: Wikimedia Commons, Public Domain

Sommige van hun leiders schamen zich des te meer dat ze het liberale en prowesterse beleid van deze landen en de ‘Oranje revolutie’ in Oekraïne steunen. Ook in Polen zouden de Poolse of Joodse sympathisanten van de ‘Orangisten’ liever niet willen praten over eerherstel voor de OUN-UPA, vooral omdat de UPA berucht is omwille van de uitroeiing in 1943 van de Poolse inwoners van Wolhynië.

Over deze tragedie, evenals over die van de massale verdrijving van Oekraïners uit Polen in 1947, volgen commissies en bijeenkomsten ‘van Pools-Oekraïense verzoening’ elkaar voortdurend op. Hetzelfde geldt voor de Joods-Oekraïense fora waar een consensus wordt gezocht over de afwijzing, zowel van het Sovjetsysteem dat alle religies en elk nationalisme onderdrukte, als van de Oekraïense ‘stereotypen’ over Joden en vice versa.

Maar de onophoudelijke antisemitische aanvallen uit radicale nationalistische kringen dwingen de Joden om het lot te delen van de Russen die ook in West-Oekraïne, met name in Lviv, het doelwit zijn van neonazistische relschoppers.

Het gerucht gaat in Kiev dat aan de Joden een ‘deal’ zou worden aangeboden: “We erkennen uw Shoah en we bestrijden virulent antisemitisme, in ruil daarvoor laat u ons rustig de OUN-UPA in ere herstellen, dit zijn onze interne aangelegenheden”.

Nachtigall Bataljon. Foto: Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

De Oekraïense Joodse families die de genocide overleefden, kunnen uiteraard het lot van hun ouders in 1941-44 niet vergeten: de pogroms gepleegd door de mensen van de OUN en de ‘Nachtigall’, de uitroeiing van 1.300.000 Oekraïense Joden (volgens de gegevens van Hilberg).

Maar de Oekraïners kunnen de gruwel van de nazi’s evenmin vergeten. Onder de 3,3 miljoen uitgeroeide Sovjetgevangenen waren er veel Oekraïners … en strijders van het Rode leger en partizanen (vechtend tegen de nazi’s, de OUN, de SS Galicië en de UPA), strijders die Kkarkov, Odessa, Kiev, Lvov bevrijdden … en Polen, de Baltische staten, Centraal en Oost-Europa, kampend met de bezetting en genocide.

Het is inderdaad zo dat deze geschiedenis tegenwoordig wordt beschreven als ‘Sovjet-mythologie’ in de Baltische pers en zelfs in bepaalde liberale Russische kranten. Maar deze vorm van anti-sovjetisme, destijds geaccepteerd in de behoorlijk nazi-gezinde Baltische kringen, schiet moeilijk wortel in Oekraïne, waar de nazi-bezetters (en hun hulptroepen, met name van Baltische oorsprong) honderden dorpen in brand staken en honderdduizenden inwoners afslachtten.

Een nieuw ideologisch klimaat op oude basis: ook de Oekraïense fascisten waren ‘pro-Europees’. De meerderheid van de Midden- en Oost-Oekraïense bevolking, wier ouders en grootouders in het antifascistische kamp vochten, verwerpt daarom de rehabilitatie van de ‘banderisten’ (om nog maar te zwijgen van de SS van Galicië), maar velen zijn toch gewonnen voor het idee dat er een ‘burgeroorlog’ aan de gang was in Oekraïne en dat ‘iedereen heeft geleden’.

De onthullingen over Stalinistische misdaden, de nadruk op de bloedige onderdrukking van de nationalisten tijdens de Sovjetbezetting in 1939-40 van Oost-Polen dat ‘West-Oekraïne’ was geworden, massale propaganda over thema’s als de ‘hongersnood-genocide’ van 1932-33 en de Goelag … zoveel argumenten voor eerherstel van degenen die de wapens opnamen tegen de communisten, destijds zei men ‘Joods-bolsjewisme’.

Het zeer ideologische anticommunistische klimaat dat vooral door de ‘Oranjerevolutie’ en door president Joesjtsjenko werd versterkt, heeft, zo niet overtuigd, dan toch het enthousiasme voor het mobiliseren rond geschiedeniskwesties bekoeld.

OUN-vlag op Euromaidan-protesten in Kiev, dec 2013. Foto: mac_ivan, Flickr / cc-by-2.0

Zelfs de communisten en andere linkse en extreemlinkse groeperingen mobiliseerden op 14 oktober nauwelijks hun aanhangers, terwijl de nationalisten er 15.000 naar Kiev hadden weten te halen, wat ook geen groot succes was. Maar het is een feit dat het voor West-Oekraïners niet langer nodig is om op straat te komen, aangezien de president de eisen van de erfgenamen van de OUN-UPA volledig heeft onderschreven en een oranje-meerderheid in het parlement deze de kracht van wet zou kunnen toekennen.

Moeten we daaruit concluderen dat het bedekken met een laagje klatergoud van ‘nationale verzoening’ deze herwaardering van de OUN en de UPA punten oplevert? Heel waarschijnlijk wel. Een van de ‘voordelen’ van deze rehabilitatie is dat Oekraïne zich geen vragen hoeft te stellen aangaande de rol die een deel van de bevolking heeft gespeeld in de nazi-collaboratie en in de uitroeiing van Joden, Polen en zigeuners, en dit niet alleen in de westelijke regio’s.

Voor de buitenlandse vrienden van Oekraïne – de Verenigde Staten, de Europese Unie en de Poolse leiders – is het ‘voordeel’ vooral geostrategisch. De fascistische OUN-ideoloog Dmitry Dontsov deed er alles aan om in de jaren dertig uit te leggen dat Oekraïne ‘Europees’ was en Rusland daarentegen ‘Aziatisch’.

We vergeten soms dat de eerste grote poging tot ‘Europese opbouw’, in de zin van economische en politieke integratie en de ‘mars naar het Oosten’ nazistisch-Europees was. Vermits deze enkel bedoeld was om de belangen van nazi-Duitsland te dienen, zou ze samen met het Hitleriaanse avontuur mislukken.

Maar grote Europese en Amerikaanse bedrijven hadden zich aangesloten bij het Duitse streefdoel, met de steun van verschillende kerken van Vaticaanse gehoorzaamheid, evenals de ‘nationale legioenen’ en de SS die uit alle hoeken van het christelijke en beschaafde Europa kwamen om de ‘bolsjewistische barbaren’ te bestrijden.

Helaas voor dit geweldige project heeft Hitler ‘fouten gemaakt’, waarvan de belangrijkste was het niet opvolgen van het advies van Alfred Rosenberg, gericht op een oordeelkundige benutting van de separatistische aspiraties in de USSR, om het land te ontwrichten. Het beleid van kolonisatie, slavernij en uitroeiing van het Hitler-Himmler-Koch regime verenigde ‘helaas’ Sovjetvolkeren tegen de nazi’s die nochtans tal van rekeningen te vereffenen hadden met Stalin.

Alleen de ‘Noordse rassen’, de ‘germaniseerbare’ Baltische staten en de etnische Duitsers in de USSR genoten een bevoorrechte behandeling, net als – meer om strategische dan om raciale redenen – de moslims van de Krim en de Kaukasus.

De fout van de nazi’s was, in de ogen van de OUN, dat ze geen onderscheid hebben gemaakt tussen Russen en Oekraïners en de Oekraïners hebben behandeld zoals alle andere Slavische ‘Untermenschen’. Dit standpunt wordt gedeeld door verschillende analisten die de ‘gedwongen’ alliantie van westerse democratieën met de USSR betreuren, nadat Hitler ‘de kansen had verspild’ van een prioritaire en succesvolle campagne om het bolsjewisme omver te werpen.

Het einde van de USSR in 1991, ‘door zelfvernietiging’, veranderde de situatie volledig en een nieuwe ‘herovering van Eurazië’ staat op de agenda in het kader van de zogenaamde ‘globalisering’. De huidige lotsbestemming van het post-Sovjet-Oekraïne om bij Europa te horen (en zo snel mogelijk lid te worden van de NAVO), de definitieve bekroning van zijn scheiding van het ‘Aziatische’ Rusland, maken deel uit van de argumenten voor deze herovering, die hand in hand gaat met een nieuw beleid van ‘onderdrukking’ van de opnieuw in opmars zijnde Russische invloed.

Dit is precies de boodschap die het Westen aan Oekraïne geeft en waarmee zowel president Joesjtsjenko als de extreemrechtse nationalisten het volledig eens zijn. Het is zeker niet de ‘terugkeer’ naar het nazisme van de jaren 30 en 40, noch naar het ‘integrale nationalisme’ dat de Oekraïense fascisten zo dierbaar is, maar hun etnische, xenofobe en anti-Russische ‘waarden’ zijn nog steeds van groot politiek nut.

 

Dit artikel werd geschreven door journalist Jean-Marie Chauvier voor Investig’Action en werd vertaald door Freddy Leuris.  

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!