Occupy, peer-to-peer, P2P, Michel Bauwens, marxisme, socialisme, netwerkeconomie -

#Occupy, Peer-to-peer en marxisme: overeenkomsten en verschillen

vrijdag 6 januari 2012 12:20
Spread the love

Occupy is een wereldwijde beweging die het huidige systeem in vraag stelt. Marx zei het al, “Proletariërs aller landen, verenigt u”. Krijgt Marx na 150 jaar gelijk, of is er iets anders aan de hand? Je kunt immers moeilijk beweren dat de huidige protestbeweging zich laat inspireren door het marxisme.

In een vorige bijdrage bracht ik verslag uit van een lezing die Michel Bauwens hield in de Tent City University van Occupy London. Michel Bauwens bestudeert de impact van “peer-to-peer” op de economie en samenleving.

Wikipedia, Linux en Arduino zijn voorbeelden van peer-to-peer-modellen die in de praktijk aantonen dat ze superieur zijn aan gesloten kapitalistische businessmodellen. In tegenstelling tot traditionele kapitalistische instellingen in zowel de privé- als de openbare sector, is het P2P-model niet gebaseerd op hiërarchie, externe motivatietechnieken (straf en beloning) en winstmaximalisatie, maar op vrije samenwerking, intrinsieke motivatie en vrije toegang.
Staat daarmee de deur op een kier naar een nieuwe samenlevingsvorm die de ellende van het huidige systeem achter zich zal laten? Je kan niet voorbijgaan aan de analogie met het marxisme dat eveneens een hogere maatschappijvorm nastreeft: het socialisme. P2P kreeg me in de ban omdat het weliswaar oplossingen aanreikt, maar ook veel vragen opwerpt. Daarom contacteerde ik Michel Bauwens voor een interview per e-mail. In de tekst heb ik bij minder vertrouwde begrippen een link aangebracht, waarbij het nummer telkens verwijst naar een kore voetnoot onderaan.

We zijn allemaal min of meer vertrouwd met P2P in de immateriële wereld: Linux, Wikipedia, Arduino… Kan je ook voorbeelden geven van P2P in de reële wereld van de productie?

Michel Bauwens: Arduino is tot op zekere hoogte al een voorbeeld van materiële productie aangezien de collectief ontworpen moederborden vandaag verkocht worden op de markt onder het handelsmerk Arduino. Een mooi voorbeeld is het Nutrient Dense Project, een netwerk waarbinnen landbouwers en wetenschappers samen aan research doen en de resultaten ervan onmiddellijk toepassen. Een van de meest boeiende toepassingen is allicht de ‘open-source’-wagen, zoals de Rallye Motor en het aanvalsvoertuig XC2V van de Amerikaanse marine, gefinancierd door DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency), waaraan liefst 30.000 ontwerpen voorafgingen. Een zeer opwindend voorbeeld is de StreetScooter, een elektrische auto die gemeenschappelijk werd ontworpen door een vijftigtal bedrijven. De orders stromen binnen en tegen 2013 zullen ze te zien zijn in het Duitse straatbeeld. In het wikigedeelte over Product Hacking op de website van de P2P-foundation hebben we tot nu toe 300 open hardwareprojecten opgetekend, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. We maken best een onderscheid tussen de ontwerpfase, waar crowdsourcing (1) en coöperatie kwalitatief niet verschillen van de samenwerking voor het ontwikkelen van vrije software, en de productiefase waarvoor je een infrastructuur nodig hebt die maar marginaal beschikbaar is. Maar ook op dat vlak zijn er gelukkig belangrijke ontwikkelingen aan de gang. Gedeelde materiële infrastructuur is een opmars begonnen. Ik denk daarbij aan ‘coworking’, product- en servicesystemen voor carsharing en tal van andere diensten, ook de miniaturisatie van de productie via 3D-printing (2) en Fab Labs (3). Al die voorbeelden vertonen aspecten van open source.

Je vergelijkt de overgang van kapitalisme naar P2P met die van slavernij naar feodalisme, of met de transitie van feodalisme naar kapitalisme. In beide gevallen zie je een wederzijdse verandering van de top en de bodem van de samenleving. Het leven van een vazal was beter dan dat van een slaaf, maar kan je ook hetzelfde  zeggen van een arbeider in de achttiende eeuw?

Michel Bauwens: De overgang van de ene vorm van klassenmaatschappij naar de andere creëert altijd problemen voor de klassen onderaan die waarde produceren. Je kan argumenteren dat het lijfeigenschap inherent beter is dan slavernij, maar het bleef een systeem van uitbuiting en overheersing. Bovendien waren veel lijfeigenen voormalige vrije boeren. De overgang naar het kapitalisme verliep vrij gelijklopend. Maar ondanks er nog veel ontbering bleef bestaan, waren de formele rechten van de arbeiders in elk geval een stap vooruit. En gedurende lange tijd ging de westerse arbeidersklasse er materieel fiks op vooruit. De transitie vond plaats omdat het oude systeem niet langer houdbaar was en er een nieuw klaarstond dat efficiënter was in het creëren van rijdom. Alles hangt af van het sociaal contract en de relatieve sterkte van de verschillende krachten die meespelen. Sterke arbeidersbewegingen hebben de situatie van werkende mensen enorm verbeterd. Ook in de Middeleeuwen verbeterde tussen de tiende en de dertiende eeuw de algemene levensstandaard. De balans is dus altijd gemengd en mensen hebben doorgaans zelf wel een vrij goed beeld van wat er voor verbetering vatbaar is. Bijvoorbeeld: welke arbeider zou zijn sociale positie willen inruilen voor het lijfeigenschap? Zelf kan ik me moeilijk een klasseloze samenleving voorstellen, maar ik stel wel vast dat peerproducenten in conflict komen met “netarchisch kapitaal” (4) wat hun sociale omstandigheden, rechten en materieel levensonderhoud betreft. Dat conflict zal aanhouden tot het moment dat peerproducenten de belangrijkste sociale groep zijn geworden en de ‘commons’ (5) de belangrijkste plaats van waardeschepping. Let wel: dit is geen wetenschappelijk scenario met een zeker en onvermijdelijk einde, maar veeleer een beschrijving van het spanningsveld waarbinnen peerproductie zich ontwikkelt.

Om verder te gaan met deze analogie: zie je een nieuwe klasse ontstaan binnen het kapitalisme, of zal een deel van de ondernemers zich ontpoppen tot ‘verlichte kapitalisten’ die overschakelen op open source, zoals beschreven in het boek Wikinomics van Tapscott en Williams?

Michel Bauwens: De commons is meer en meer de plaats waar waarde wordt gecreëerd, maar deze waarde wordt in hoofdzaak gerealiseerd door de markteconomie. Het netarchisch kapitaal heeft betrekking op de kapitalisten die deze verandering hebben begrepen en er voordeel uit willen halen. Dat betekent dat ze sociale productie moeten mogelijk maken en versterken, maar ook onderwerpen aan hun eigen controle zodat ze zich de gecreëerde waarde kunnen toe-eigenen. De eerste vereiste dwingt ze tot een strategisch gedrag dat het gemeenschappelijk delen bevordert, maar de tweede verplicht hen een algemene context te handhaven waarbinnen ze de touwtjes in handen blijven houden. Dit is in essentie de nieuwe sociale spanning die ontstaat in het opkomende P2P-tijdperk, de tegenstelling tussen enerzijds de gemeenschappen van peerproducenten, en anderzijds de eigenaars van de platforms. Het is voor de peerproducenten belangrijk om controle te verwerven over hun levensonderhoud en sociale reproductie. Ik ben van mening dat de beste manier om dit te doen het opzetten is van eigen coöperatieve ondernemingsvormen. Ik noem die, in navolging van de sf-roman The Diamond Age’ van Neil Stephenson (6) en de voorstellen van lasindias.net, “Phyles” (het Griekse woord voor ‘clan’), dat zijn entiteiten ter ondersteuning van de commons die peerproducenten toelaten hun werk verder te zetten en het te onttrekken aan de reguliere economie die gebaseerd is op winstmaximalisatie.

Is er een parallel tussen P2P en de coöperatieve beweging die zijn wortels heeft in het utopisch socialisme van de achttiende eeuw, of met de hippiebeweging en de communes van de jaren 60?
Michel Bauwens: De collectieve drijfveer is een vast gegeven doorheen de menselijke geschiedenis, maar ze varieert naargelang de sociale omstandigheden. Ik denk dat we vandaag een heropleving van deze impuls beleven. Maar er is een groot verschil met de voorbeelden die je aanhaalt. Coöperatieve organisatievormen kunnen vandaag werken rond commons die gebaseerd zijn op open design en daardoor hyperinnovatief worden, én ze kunnen schaaleconomieën bereiken die traditionele multinationals de loef afsteken. Coöperatieven en intentionele gemeenschappen zijn daarom niet langer dwergen, maar vormen de voorhoede van het nieuwe P2P-productiesysteem. De combinatie van de maximalisatie van de commons, gebaseerd op gedeelde open innovatie (in tegenstelling tot geprivatiseerd intellectueel eigendom dat innovatie in de weg staat), en deze nieuwe entiteiten die productmaximalisatie nastreven, maakt een kwantumsprong in de productiviteit mogelijk. Dat is de reden waarom netarchische kapitalisten in platforms investeren, en dat is de reden waarom de alternatieve ethische economie hetzelfde moet doen. Als dit gebeurt, zouden ze de winstnastrevende onderneming als kern van de economie kunnen vervangen.

Het komt er volgens jou dus op neer om binnen het kapitalisme te timmeren aan een alternatief. Is dat geen escapisme?

Michel Bauwens: Oneindige groei is onmogelijk in een eindige omgeving, en de grenzen van de groei zijn bereikt. Dat betekent dat het voor het kapitalisme alsmaar moeilijker wordt om zijn problemen op te lossen via groei. Het aandeel van de 1% kan alleen toenemen door onteigening. Dat zien we vandaag gebeuren in Europa met Griekenland als hallucinant voorbeeld van wat de werkende bevolking ook elders te wachten staat. Het is dus geen kwestie van escapisme, het oude systeem ligt op apegapen en zal worden vervangen. Maar het kan worden vervangen door iets slechter, een achterwaartse sprong zoals gebeurde in de eerste eeuwen na de val van het Romeinse Rijk, of het kan zich reorganiseren tot een hoger niveau van prestatie en complexiteit, dat is de weg die de P2P-aanpak bewandelt.

Je beschrijft de #Occupy-beweging als een voorbeeld van peerproducerende politieke commons. Waarin verschilt dit van historische ‘anarchistische’ of ‘communistische’ bewegingen zoals de Commune van Parijs, Barcelona 1936, of misschien zelfs de Russische Revolutie?

Michel Bauwens: Elke bezetting is een voorbeeld van een gemeenschap die autonoom aan politiek doet. De deelnemers van Occupy volgen geen hiërarchische of autoritaire politieke bewegingen met een voorbestemd programma. ‘For benefit’-instellingen (7) ontfermen zich over de bevoorrading en de gezondheidszorg van de bezetters en rond de beweging wordt een ethische economie gecreëerd, waarvan de Occupy’s Street Vendor Project een voorbeeld is. Dit is een prefiguratie van een nieuwe samenlevingsvorm waarin de commons centraal staan in de waardeschepping. De commons worden onderhouden door non-profitorganisaties en het levensonderhoud wordt verzekerd door een ethische economie. Uiteraard zijn er historische precedenten, maar nieuw is het buitengewoon organisatorisch, mobiliserend en gemeenschappelijk lerend (co-learning) potentieel van hun netwerken. Occupy werkt als een open API (8) met modules, zoals ‘protest kamperen’ en ‘algemene vergaderingen’, sjablonen die door iedereen gebruikt en aangepast kunnen worden, zonder nood aan een centrale leiding. Vandaag is een wereldwijde coördinatie mogelijk evenals de ontwikkeling van een onderlinge dynamiek die vroeger alleen was weggelegd voor kleine groepen. Dit vergt een ander soort van leiding. We hebben een historisch moment bereikt van Peak Hierarchy: vandaag dagen gedistribueerde netwerken verticale instellingen uit op een asymmetrische manier die vroeger onmogelijk was. Dat dwingt sociale bewegingen op zoek te gaan naar nieuwe vormen van bestuur, die echter niet voor de hand liggen en proefondervindelijk moeten worden ontdekt. En natuurlijk zijn er ook waardevolle lessen te leren uit historische bewegingen!

Moeten we om P2P tot volle ontwikkeling te laten komen komaf maken met intellectuele eigendomsrechten, copyrights en patenten? En zo ja, hoe?

Michel Bauwens: Persoonlijk ben ik geen pure abolitionist, omdat ik denk dat veel artiesten en creatievelingen geloven in de noodzaak van auteursrechten. Maar er zijn een aantal dingen die we wel kunnen doen. Zo kunnen we de bescherming terugschroeven tot een redelijke tijdspanne, maximum veertien jaar zoals in de begindagen van het copyright. De Piratenpartij stelt een limiet van vijf jaar voor. Daarnaast moeten scheppers een keuze hebben. Dat kunnen we doen door op vrije keuze gebaseerde licenties zoals de Creative Commons (9). Maar nieuwe manieren om creatie te belonen geniet prioriteit. Dit kan gebeuren via collectieve licenties en andere vormen van publieke financiering, het promoten en ondersteunen van open businessmodellen, en finaal via een basisinkomen dat erkent dat elke burger waarde creëert en een schepper is. We kunnen deze doelstellingen gedeeltelijk realiseren door de sociale innovatie die voortvloeit uit peerproductiegemeenschappen die intensief experimenteren met open businessmodellen, en deels door middel van sterkere sociale en politieke bewegingen, zoals de vrije cultuurbeweging, de Piratenpartijen, en andere uitdrukkingen van de nieuwe cultuur van delen.

Het komt me voor dat P2P een ‘hele nieuwe wereld’ creëert, waarbij het verband met het huidige politieke systeem ver zoek is. Als Occupy een nieuwe manier is om aan politiek te doen, wat is het verband tussen peerpolitiek en de burgerlijke democratie met haar politieke partijen?

Michel Bauwens: Dat is een zeer moeilijke vraag die het resultaat is van een paradox. Enerzijds groeit het sociaal bewustzijn dat onze huidige democratie niets meer is dan een façade, en dat de staat gekaapt werd door de roofzuchtige financiële fractie van het kapitalisme, terwijl de klassieke politici geen andere uitweg zien dan te plooien voor hun chantage. Maar de keerzijde is dat zowel de rechten en vrijheden van de mensen als hun persoonlijk inkomen en de sociale voorzieningen steeds meer onder druk komen te staan. Dat leidt op zijn beurt tot sociale mobilisatie en politiek engagement. Het eerste aspect leidt tot voortdurende politieke innovatie van de nieuwe P2P-cultuur, denk maar aan de mechanismen van peer governance (10) in peerproductiegemeenschappen en nieuwe uitvindingen zoals dynamisch stemmen (11). Deze mechanismen functioneren buiten de hoofdstroom, maar creëren nieuwe vormen van waardeschepping en nieuwe sociale instituties die voorbestemd zijn om te groeien. Het tweede aspect leidt naar nieuwe politieke en sociale krachten die werken binnen het huidige systeem, zoals de opkomende Piratenpartij. Ik hoorde onlangs dat in Brazilië Foro do Eixo, een vibrerende culturele beweging die een werkzame contra-economie rond muziek heeft gecreëerd aan het politiseren is en plaatselijk aan politiek doet. Het tweede leidt tot wat ik noem diagonale politiek, dat is de wederzijdse aanpassing tussen opkomende P2P-krachten en –praktijken, en de oude institutionele werkelijkheid. Hoe minder effectief dit gebeurt, hoe meer de oplossing noodgedwongen zal moeten komen van het eerste aspect, wat neerkomt op een meer radicale en revolutionaire herordening van onze instellingen. Het is veelzeggend dat een lid van de Zweedse Piratenpartij (12) ooit scheef dat de Piratenpartij de laatste kans was om revolutie te vermijden. De mate waarin het huidige systeem weigert zich aan te passen, zal bepalend zijn voor de mate waarin ze de noodzaak verhoogt om te strijden voor meer radicale hervormingen.

Hoe schat je de impact van P2P op de arbeidersbeweging in? Ondermijnt P2P ook niet de bureaucratische structuren van de arbeidersorganisaties?

Michel Bauwens: Ik ben in contact met jonge arbeiders- en vakbondsactivisten die sterk geloven in een ‘genetwerkte’ arbeidersbeweging en we zien tevens hoe de Occupy-beweging nu al de Amerikaanse arbeidersbeweging heeft geradicaliseerd. Maar uiteindelijk moet de oude institutionele en hiërarchische structuur van de vakbonden, evenals hun toenemend onvermogen om sociale verworvenheden te beschermen binnen het huidige regressieve systeem, leiden tot een grondige vernieuwing van de arbeidersbeweging. In zekere zin is de P2P-beweging de uitdrukking van een overheersende laag van  kenniswerkers die in het westen de steunpilaar vormen van productieve arbeid. P2P is hun cultuur en wat moet gebeuren om productief en nuttig werk te doen. In die zin is de P2P-beweging de nieuwe arbeidersbeweging van de 21ste eeuw, met de Indignados en Occupy als eerste uitdrukkingen van deze nieuwe gevoeligheden omtrent arbeid en burgerzin.

Je beweert dat P2P een nieuwe, hogere maatschappijvorm mogelijk maakt, die voordien niet mogelijk was omdat de technologie nog niet voor handen was. Hadden de marxisten vroeger ongelijk, maar krijgen ze vandaag dan toch gelijk?

Michel Bauwens: Ik beschouw het marxisme en andere vormen van socialisme en anarchisme uiteindelijk als de uitdrukking van een tweedeling binnen het industrieel kapitalistische systeem, die een ander logica voorstelt om het industrieel model te beheren. Maar P2P is de uitdrukking van de evoluerende sociale dynamiek onder het cognitief kapitalisme (13). Marxisme is in essentie antikapitalistisch, en kon niet echt verwijzen naar een nieuw hyperproductief model voor de organisatie van de productie. Socialisme was een hypothese, maar de voorbeelden in het echte leven draaiden onvermijdelijk uit op een teleurstelling. Er ontwikkelde zich geen superieur socialistisch alternatief binnen het kapitalisme, en erbuiten kennen we enkel het voorbeeld van het ‘staatskapitalisme’. De P2P beweging kan daarentegen verwijzen naar reeds bestaande modellen die superieur zijn op het vlak van samenwerking en competitiviteit, modellen die eigenlijk postkapitalistisch zijn. Marx had gelijk wat het kapitalisme betreft, maar zijn hypothese over socialisme was verkeerd. Ik geloof dat een politiek model dat gedreven wordt door sociale verandering maar niet steunt op een reeds bestaand nieuw productief model, een misvatting is. De P2P-beweging maakt dingen mogelijk die de sociale bewegingen van de negentiende en twintigste eeuw niet konden bereiken omdat ze geen hyperproductief alternatief hadden. De politiek van P2P vloeit voort uit een reeds bestaande sociale praktijk en dat is echt een fundamenteel verschil.

Kortom, stof genoeg voor een volgend gesprek… Alle reacties zijn uitermate welkom en zullen bijdragen tot een beter begrip van de impact van peer-to-peer op onze samenleving.

(1) Crowdsourcing is een Engelstalig neologisme, gebruikt om een recente ontwikkeling aan te duiden, waarin organisaties (overheid, bedrijven, instituten) of personen gebruikmaken van een grote groep niet vooraf gespecificeerde individuen (professionals, vrijwilligers, geïnteresseerden) voor consultancy, innovatie, beleidsvorming en onderzoek.

(2) Een 3D-printer verschilt van de conventionele gewone printers door het feit dat deze objecten driedimensionaal afdrukt. Dit gebeurt door het laag na laag opbouwen van een 3D-model. Het gehele proces heeft de naam rapid prototype technology gekregen.

(3) Een Fab Lab kan je het best vergelijken met een open werkruimte (open source hardware) die bestaat uit desktop machines die eenvoudig aan te sturen zijn. Met deze combinatie van deze machines kan je bijna alles maken uit hout en kunststof.

(4) Netarchisch kapitalisme (afgeleid van internet en het Griekse arch: de heersers van het netwerk) is een hypothese over de ontwikkeling van een nieuw segment van de kapitalistische klasse die niet langer afhankelijk is van het eigendom van intellectuele eigendomsrechten en de controle over de mediavectoren, maar van de ontwikkeling en controle van participatieve platformen zoals YouTube, Facebook etc.)

(5) De Commons hebben betrekking tot middelen die tot de gemeenschap behoren. Ze behoren iedereen toe: van bepaalde natuurlijke grondstoffen en gemeenschappelijk land tot software. 

(6) Neal Stephenson (Fort George G. Meade, Maryland, 31 oktober 1959) is een sciencefictionschrijver in het genre postcyberpunk. Met name zijn eerste boeken spelen zich af in een postapocalyptisch tijdperk waarin de staat grotendeels is vervangen door netwerken.

(7) For-benefit-instellingen zijn ondernemingen die sociale en ecologische doelstellingen integreren in hun bedrijfsbeleid. Sommigen gaan verder met een transparante rapportering, eerlijke vergoeding, milieuverantwoordelijkheid, dienstverlening aan de gemeenschap en de aanwending van de winst voor het gemeenschappelijke goed.

(8) Open API (volledig: Open API nieuwe technologie) betekent Open Applications, standaarden die toelaten dat verschillende programma’s met elkaar kunnen samenwerken. 

(9) Creative Commons (CC) is een oorspronkelijk Amerikaans project voor het bevorderen van open inhoud. Het wil het mogelijk maken om creatieve werken vrijer beschikbaar te stellen dan bij traditioneel auteursrecht of copyright mogelijk is, zodat die werken bijvoorbeeld makkelijker gekopieerd en verspreid kunnen worden of dat anderen er verder aan kunnen werken. Het project biedt verschillende vrije licenties aan die copyrighthouders kunnen gebruiken om bij het verspreiden van informatie problemen te voorkomen die door de huidige auteursrechtwetgeving kunnen optreden. 

(10) Peer governance is de manier waarop peerproductie wordt beheerd in een P2Pysteem waarbinnen peerproducenten gemeenschappelijk gebruikswaarde creëren.

(11) Dynamisch stemmen: in plaats van te stemmen op vooraf geselecteerde kandidaten verloopt de macht van de kiezer via sociale netwerken gebaseerd op vertrouwensrelaties. Ieder burger kan altijd ofwel zelf stemmen, of zijn stem tijdelijk, voor een bepaalde stemming, delegeren aan een vertegenwoordiger waar hij het rond dat specifiec onderwerpt mee eens is.

(12) De Piratenpartij (Zweeds: Piratpartiet, afgekort PP) is een Zweedse politieke partij die op 1 januari 2006 werd opgericht door Rickard Falkvinge. De Piratenpartij streeft onder meer naar hervormingen op het gebied van auteursrecht. Tevens wil de partij het patentensysteem afschaffen en de privacy van burgers, op internet en daarbuiten, vergroten. Naar aantal leden is de Piratenpartij de op twee na grootste politieke partij in Zweden. In het buitenland zijn inmiddels partijen met dezelfde naam en vergelijkbare doelstellingen opgericht. Bij de Europese Parlementsverkiezingen 2009 wist de partij in Zweden ruim 7 procent van de stemmen te bemachtigen.

(13) Cognitief kapitalisme: deze typering van het kapitalisme benadrukt dat we in een derde fase van het kapitalisme verkeren, (na het mercantilisme en het industrieel kapitalisme), waar accumulatie gericht is op immateriële activa

take down
the paywall
steun ons nu!