De meest ontwikkelde landen in de wereld zijn Noorwegen, Australië en Nederland. Zo ziet de top drie van de vandaag (2 november) gepubliceerde index van menselijke ontwikkeling (HDI)  van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) eruit. België staat op de achttiende plaats.

Vorig jaar bestond de top drie uit Noorwegen, Australië en Nieuw-Zeeland. Nederland stond op de zevende plaats en België was ook toen achttiende.

De laatste drie landen in de rangschikking van dit jaar zijn Burundi, Niger en op de allerlaatste plaats Congo. Ook vorig jaar hingen die drie landen aan de staart, maar toen kwam Zimbabwe helemaal achteraan. De laatste tien landen liggen allemaal in Afrika ten zuiden van de Sahara.

Sinds 1970 is het gemiddelde ontwikkelingsniveau in de wereld aanzienlijk gestegen. De stijging bedraagt 41 procent op wereldschaal en 61 procent in de landen die dit jaar worden gecatalogeerd als landen met een laag HDI.

De grootste stijger sinds 2006 is Cuba, dat tien plaatsen oprukte tot plaats 51. Venezuela (73) en Tanzania (152) stegen elk zeven plaatsen. Koeweit (63) daalde acht plaatsen en Finland (22) moest zeven plaatsen prijsgeven.

Ongelijkheid

Vorig jaar werden nog enkele andere rangschikkingen ingevoerd, zoals de ongelijkheidsindex (IHDI) en de genderongelijkheidsindex (GII).

De ongelijkheidsindex vertrekt van de HDI, maar past die aan rekening houdend met ongelijkheden in gezondheid, scholing en inkomen. Enkele landen die goed scoren op de HDI, zakken aanzienlijk in de IHDI-rangschikking. De Verenigde Staten zakken van 4 naar 23, Zuid-Korea zakt van 15 naar 32 en Israël zakt van 17 naar 25. Bij de Verenigde Staten en Israël zijn vooral inkomensverschillen een oorzaak. In het geval van Zuid-Korea is de daling te wijten aan een grote kloof tussen verschillende generaties op het vlak van onderwijs. België en Nederland zakken elk één plaats. Zweden stijgt van 10 naar 5 en Denemarken van 16 naar 12.

In de genderongelijkheidsindex scoort Zweden het best, voor Nederland, Denemarken, Zwitserland, Finland, Noorwegen, Duitsland, Singapore, IJsland en Frankrijk. België bezet de achttiende plaats. Op de laatste plaats staat Jemen. In Jemen heeft slechts 7,6 procent van de vrouwen een secundaire opleiding genoten, tegenover 24,4 procent van de mannen. Slechts 20 procent van de vrouwen die zouden kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, zijn ook effectief aan het werk, tegenover 74 procent van de mannen. Ten slotte bezetten vrouwen slechts 0,7 procent van de zetels in het parlement.

Jaarlijks ontwikkelingsrapport

De ontwikkelingsindex bevat 187 landen en geeft hen een score op basis van scholing, levensverwachting en inkomen per inwoner. Vorig jaar bevatte de index slechts 169 landen. Die toename is te danken aan betere gegevens voor veel kleine eilandstaatjes.
De ontwikkelingsindex maakt deel uit van het jaarlijkse rapport van het VN-Ontwikkelingsprogramma. Dat publiceert sinds 1990 elk jaar een mondiaal rapport over de menselijke ontwikkeling. Daarnaast zijn er, sinds het begin van het rapport, al veertig regionale rapporten gepubliceerd, over thema’s als vrouwenrechten in de Arabische wereld, corruptie in Azië, de behandeling van Roma en andere minderheden in Centraal-Europa en de ongelijke verdeling van rijkdom in Latijns-Amerika. Ten slotte zijn er sinds 1992 650 nationale rapporten over 140 landen verschenen.