Roosevelt en Churchill in 1945. Foto: Public Domain (zie info onderaan artikel).
Opinie, Mediakritiek - Noam Chomsky, Declassified UK,

Noam Chomsky: dit is de brute realiteit van de ‘speciale relatie’ VS-Groot Brittannië

In een exclusief artikel voor de progressieve website Declassified UK stelt ‘s werelds meest gezaghebbende publieke intellectueel dat de overdracht van de imperialistische macht over de wereld door Groot-Brittannië aan de VS aan de basis ligt van de fanatieke vervolging van Julian Assange door de Britten.

dinsdag 16 augustus 2022 15:09
Spread the love

 

De laffe manier waarop de Britse overheid zich in de zaak van journalist Julian Assange schikt naar de wil van de Leenheer in Washington is pijnlijk om aanschouwen maar – jammer genoeg – niet moeilijk te begrijpen.

Dit verhaal gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog, toen Groot-Brittannië de scepter van de werelddominantie doorgaf aan zijn vroegere kolonie. De VS hadden Groot-Brittannië al lang ingehaald en voorbijgestoken als economische grootmacht.

In één moeite door hadden ze de Britten ook verdreven uit “ons klein gebied hier”, zoals minister van Oorlog1 Henry Stimson het westelijke halfrond van de Amerika’s noemde. Ee wereldmacht waren ze echter nog niet.

Minister van Oorlog Henri Stimson, augustus 1945. Foto: Abbie Rowe/US National Archive/Public Domain

Britse overheidsfunctionarissen waren er zich toen terdege van bewust dat hun land het ‘kleinere broertje’ van de VS aan het worden was. Ze zagen in dat ze weinig anders konden dan zich te plooien naar de wil van de Amerikanen, een wil die vaak op een botte manier werd opgelegd.

Aangezien ze zelf ruime ervaring hadden met imperialistische arrogantie, brutaliteit en hypocrisie konden de Britse diplomaten moeiteloos tussen de regels doorlezen toen hun Amerikaanse ambtgenoten verkondigden dat de werelddominantie van de VS “deel uitmaakt van onze verplichting aan de veiligheid van de wereld … “.

Of zoals Abe Fortas, een centrale figuur in het New Deal-kabinet2, het samenvatte: “Wat goed is voor ons, is goed voor de wereld.”

Abraham ‘Abe’ Fortas, rechter van het Hooggerechtshof (1965-1969). Foto: LBJ Library/Public Domain

Na analyse van deze ogenschijnlijk altruïstische uiting van bezorgdheid kwam het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken tot de conclusie dat Washington feitelijk werd aangestuurd door “het economische imperialisme van de Amerikaanse zakenbelangen” en dat “het goedhartige en vaderlijke internationalistische narratief van Washington enkel maar tot doel had ons van de baan te knikkeren.”

Volgens de Britse ambtenaren geloofden hun Amerikaanse ambtgenoten dat “de VS ergens voor staan in de wereld – iets waaraan de wereld nood heeft, iets wat de wereld zal bevallen, iets wat de wereld uiteindelijk zal overnemen, goed- of kwaadschiks.” Diegenen die onvoorwaardelijk geloven in die historische roeping noemden dat het “Wilsoniaanse idealisme”3.

Vanaf dan ondergaat Groot-Brittannië de Amerikaanse suprematie, goedschiks of kwaadschiks. Op een aantal momenten in de moderne geschiedenis hadden de zaken anders kunnen lopen, zoals onlangs nog, tenminste, als Jeremy Corbyn niet het slachtoffer was geworden van een giftige mediacampagne. De huidige Britse overheid voegt zich echter over de hele lijn naar de bevelen van Washington en daarvan is Julian Assange één van de slachtoffers.

Complexe machtsoverdracht

Al was Groot-Brittannië tegen 1945 dan het ‘kleinere broertje’ geworden, toch verliep de overdrachtsprocedure in etappes en was ze complex van aard.

Het nu veelbesproken Tweede Amendement4 van de Amerikaanse grondwet dat opriep tot ‘een goed geordende militie’ werd onder meer toegevoegd vanuit de angst dat ‘de Britten op komst zijn’.

Het eerste doel van de nieuwe republiek op vlak van buitenlands beleid – we laten de etnische zuivering van wat later het nationale territorium zou worden hier even buiten beschouwing – was de verovering van Cuba.

Winston Churchill, Franklin D. Roosevelt en Josef Stalin op de Conferentie van Yalta, februari 1945. Foto: Public Domain

De Britse marine versperde hen echter de doorgang. Maar, zoals de befaamde en bevlogen strateeg John Quincy Adams5 al aangaf, na verloop van tijd zou de Britse macht afnemen en die van de VS toenemen. Zo zou Cuba overeenkomstig de wetten van de ‘politieke zwaartekracht’ als vanzelf in Amerikaanse handen vallen.

Dat gebeurde effectief in 1898, toen de VS ingrepen om de bevrijding van Cuba van kolonisator Spanje te verijdelen waarna ze van het eiland een eigen virtuele kolonie maakten. De preferentiële doctrine noemt dit “de bevrijding van Cuba”.

Het VK en de VS sloegen de handen in elkaar bij de exploitatie van het meest sinistere slavernijsysteem ooit.

Toen de grootste drugshandel uit de geschiedenis werd opgezet, waren de VS evenwel nog het ‘kleinere broertje’. Die trafiek werd gerund door de Britten die met gif en geweld hun entree in China wilden forceren.

Deze twee criminele staten sloegen ook de handen in elkaar bij de exploitatie van het meest sinistere slavernijsysteem ooit, in het zuiden van de VS, met de bedoeling zich zo te verrijken. Groot-Brittannië had zich dan al immens verrijkt met piraterij, Caribische slavernij en de afbouw en sloop van India na de diefstal van de Indiase hogere industriële technologie.

Toen in Venezuela rijke oliereserves werden ontdekt, gooiden de VS Groot-Brittannië zonder complimenten daar buiten, een zoveelste illustratie van het ‘idealisme’ van president Woodrow Wilson. Een paar jaar later deed president Franklin D. Roosevelt net hetzelfde met Saoedi-Arabië.

Nieuw nationalisme

Toen de VS in 1945 de scepter van het imperialistische geweld overnam, namen ze het werkmodel gewoon over. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken had niets anders verwacht.

Een van de eerste acties was ervoor te zorgen dat “ons klein gebied hier” inzicht verwierf in de ‘op regels gebaseerde internationale orde’ die de nieuwe alleenheerser vanaf nu oplegde.

Onze achtertuin (Groot-Brittannië en Frankrijk ‘mochten’ drie kleine kolonie behouden). Map: Heraldry/CC BY-SA 3:0

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken maakte zich daar ongerust over de opkomst van het nieuwe ‘nationalisme’. Dit stelde dat “de exploitatie van de grondstoffen van een land in de eerste plaats ten goede zou moeten komen aan de eigen inwoners van dat land”. Wat natuurlijk een onduldbare schending van de ‘regels van de geldende orde’ was.

De VS zetten het Britse model elders verder. Ze lieten daarbij in dezelfde mate een spoor van vernieling en ellende achter.

De VS drongen een Economisch Charter op aan de regio die deze flagrante afwijking van de gezonde economische principes via de rechtbank wilde legitimeren. De bepalingen van dat charter werden op bloedige wijze gehandhaafd. In de periode van presidenten Kennedy (vanaf 1960) tot Reagan groeide dit uit tot een angstaanjagende plaag.

De VS zetten het Britse model ook elders verder. Ze lieten daarbij in dezelfde mate een spoor van vernieling en ellende achter en tot op vandaag gaat dat zo verder. Uiteraard altijd ‘met de beste intenties’ en met de welwillende goedkeuring van intellectuelen die de “met een heilige gloed omgeven nobele fase” (New York Review, september 1997) in de Amerikaanse politiek lof toewuifden terwijl er volop gemoord en vernield werd.

Ook dit gebeurde naar het Britse model en naar het voorbeeld van Frankrijk en andere wilde weldoeners van het menselijke ras.

Bedreiging voor ‘de vrijheid’

In de zeventiende eeuw was Groot-Brittannië wegbereider van een zeer beperkte vorm van moderne democratie. Hierop volgde een eeuw later na een verbeten strijd de oprichting van het eerste vrije land van vrije mensen: in Haïti, waar die vrijheid algauw in de kiem werd gesmoord door imperialistische krachten en daarna nooit meer de kans kreeg om zich opnieuw te vestigen.

Een andere beperkte democratische revolutie deed zich voor in de vroegere Britse kolonies in Noord-Amerika. Die werd evenwel afgebroken toen de Framers6 een coup tegen de democratie pleegden. Ik zal dat voor het gemak even de “Framers’ Coup” noemen, door te verwijzen naar de titel van de studie van Michael Klarman over de opstelling van de Amerikaanse grondwet, dat ijkpunt van academische studie over de grondwet..

Om het rebellerende volk ertoe te bewegen deze coup toch te aanvaarden, werden tien amendementen aan de grondwet toegevoegd, de zogenaamde Bill of Rights. Het eerste amendement belette dat de Wetgevende Vergadering een wet zou goedkeuren “die de vrijheid van meningsuiting of van de pers aan banden zou leggen”. Hoewel deze graad van bescherming vrij laag was, betekende dit naar de normen van toen toch een grote stap voorwaarts.

De belangrijkste stappen in de richting van een gedegen bescherming van de vrijheid van meningsuiting en van de pers werden echter gezet in de twintigste eeuw: eerst door toedoen van dissidente rechterlijke uitspraken in het Hooggerechtshof en vervolgens dankzij uitspraken van het Hooggerechtshof in het kader van de burgerrechtenbeweging.

De belangrijkste stappen in de richting van een gedegen bescherming van de vrijheid van meningsuiting en van de pers werden gezet in de twintigste eeuw.

De beslissing van 1964 in de rechtszaak The New York Times versus Sullivan7 – een beslissing die nu wordt aangevochten door het ultra-reactionaire Hooggerechtshof onder leiding van opperrechter John Roberts, voorzitter van het Hof – beperkte het aantal redenen dat overheidsfunctionarissen kunnen inroepen om een vervolging in te stellen wegens laster.

Vijf jaar later besliste het Hooggerechtshof in de zaak Brandenburg versus Ohio8 dat het uiten van meningen ten gunste van onwettig gedrag onder de bescherming van het eerste amendement valt, tenzij het uiten van die mening aanleiding zou kunnen geven tot ‘imminent wetteloos gedrag’. Voor zover ik weet, kent deze bescherming nergens haar gelijke. Naar mijn mening is die ook zinvol.

Dit is wat de VS , GB en de mainstream media Julian Assange verwijten. Hij wees op de oorlogsmisdaden die we zelf begaan. Not done. Foto: screenshot YouTube WikiLeaks

De wet en de praktijk zijn uiteraard twee verschillende zaken. In Groot-Brittannië zijn de verfoeilijke smaadwetten een notoir voorbeeld van ernstige inbreuk op de vrijheid van meningsuiting.

Ook de zaak van Julian Assange illustreert de wijde afgrond die gaapt tussen wet en praktijk. In deze zaak neemt Groot-Brittannië weer zijn gebruikelijke rol aan van het ‘kleine broertje’. Met volle inzet schaart het zich achter de inspanningen van de erfgenamen van de Framers om de persvrijheid radicaal te fnuiken. De respons van de media varieerde van lauw tot laf.

Het precedent is maar al te duidelijk. Als landen die met enig recht claimen dat ze op de barricades staan voor de vrijheid een volmacht krijgen om die vrijheid de kop in te drukken wanneer die beperkingen oplegt aan staatsmacht en staatsgeweld, dan krijgen deze beperkte vrijheden – die overal ter wereld door sociale strijd van de bevolking werden bevochten – een stevige knauw.

 

The brutal reality of the US-UK ‘Special Relationship’ werd vertaald door Ronald Decelle. Declassified UK is een team van 4 Britse journalisten die de geheimen van de Britse inlichtingendiensten en het leger en van Britse multinationals onderzoeken en onthullen en het buitenlands beleid van hun land tot zijn ware dimensie herleiden.

Toelichting bij de coverfoto boven dit artikel: VS-president Franklin D. Roosevelt (l) en Brits eerste minister Winston Churchill spreken met elkaar op de Conferentie van Yalta, waar de na-oorlogse herorganisatie van Europa werd besproken (samen met toenmalig bondgenoot Jozef Stalin, leider van de Sovjet-Unie), februari 1945. Foto: US Library of Congress/Public Domain

Notes:

1   Zo heette dat ministerie toen echt. Henri Stimson was minister van oorlog (1940-1945) onder Roosevelt (nvdr).

2   De regering van president Franklin D. Roosevelt (1933-1945) (nvdr).

3   Naar president Woodrow Wilson (1913-1921). Hij werd verkozen in 2012 met de belofte de VS niet in de oorlog in Europa te betrekken. De plannen om dat wel te doen lagen tijdens de verkiezingen al klaar op zijn bureau.

4   Het Amendement waarop rechts Amerika zich baseert om het recht op privé-wapenbezit te rechtvaardigen (nvdr).

5   President John Quincy Adams (1825-1829) (nvdr).

6   De opstellers van de Grondwet (nvdr).

7   De NYT pubiceerde in 1964 een Opinie van Martin Luther King, waarin hij de politie van Montgomery, Alabama, beschuldigde van ishandeling van betogers voor de burgerrechten. Politiecommissaris Sullivan daagde de krant voor de rechter voor laster en eerroof. Voor de rechtbank in Alabama werd de krant veroordeeld, maar het Hof annuleerde dat vonnis (nvdr).

8   Clarence Brandenburg, een lid van de Ku Klux Klan. Hij werd aangeklaagd voor aanzetten tot geweld door de rechtbank van Ohio. Het Hof oordeelde dat zijn recht op vrije meningsuting werd geschonden (nvdr).

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!