Activists from the Berlin Against Pinkwashing (BAP) group and supporters, protest in front of the Israeli embassy (foto: ActiveStills)
Melanie De Troyer, Emma Franckaert, Anna Paeshuyse, Islay van Remmen, Gijs Van Dyck

No pride in apartheid: intersectioneel verzet in Palestina

"Als een Palestijn die geboren is binnen de grenzen van de apartheidsstaat Israël, begrijp ik goed dat ongeacht hoeveel comfort ik zou kunnen vinden in de Israëlische samenleving als een homoseksueel, ik dat nooit zal vinden als een Palestijn", zo stelt Elias Wakeem in een lezing aan Brown University. "Ik heb de toestemming van de Israëlische staat niet nodig om mijn seksualiteit te beleven.”

woensdag 16 september 2020 12:45
Spread the love

In twee krachtige zinnen vat Elias Wakeem het onderwerp van diens strijd samen als Palestijnse trans* persoon in Israël en bezet Palestina. Elias staat beter bekend onder het drag queen alter ego Madame Tayoush dat door performancekunst tot leven wordt gebracht voor toeschouwers over heel de wereld. Maar Elias’ kunst betekent meer dan een avond vermaak: door zowel genderstereotypen te doorbreken als diens persoonlijke verhaal te vertellen over de geografische, historische en politieke situatie van de plaats waar die opgroeide, zet Elias hun performances in als wapen in diens verzetsstrijd.

Elias schrijft zich daarmee in in een groeiende beweging van Palestijnse queer artivisten (artiesten + activisten) die hun kunst gebruiken om de complexe situatie van queers in Israël en bezet Palestina te verwoorden en te verbeelden. Binnen de Palestijnse queer strijd nemen ze een steeds prominentere rol in: hun kunst is een krachtig medium geworden om een dialoog aan te gaan over de intieme, maar diepgewortelde, structurele problematieken waartegen deze beweging vecht.

Die complexe situatie is tweeledig: enerzijds bewegen Palestijnse queers zich in een patriarchale samenleving waarin niet-heteronormatieve seksualiteiten nauwelijks aanvaard worden, anderzijds gaan ze gebukt onder de militaire Israëlische bezetting die het dagelijkse leven van elke Palestijn in gevaar brengt. Dat de Palestijnse LGBTQ+-beweging in Israël en bezet Palestina (ze zijn voornamelijk actief in de Westelijke Jordaanoever) dan ook een heel andere invulling krijgt dan haar Westerse tegenhanger, hoeft niet te verbazen. Ontwikkeld in het epicentrum van een van de meest prominente politieke en humanitaire vraagstukken van de laatste decennia, begrijpt deze beweging maar al te goed dat haar politieke, seksuele en sociale realiteiten onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar en dat de Palestijnse queer gemeenschap meer nodig heeft dan prides en regenboogvlaggen om vrijheid te bereiken.

De mythe van pinkwashing

Eén van de belangrijkste spelers in het Palestijnse queer veld is alQaws, een onafhankelijke LGBTQ+-organisatie die ernaar streeft om de conversatie over de intersectie van queer identiteiten en de Palestijnse identiteit open te trekken. Die intersectie is cruciaal: daar waar de inzet van Westerse LGBTQ+-beweging zich beperkt tot seksualiteit en gender en zich vaak apolitiek opstelt, vereist de Palestijnse context ook dat de politieke en sociale werkelijkheid in beschouwing wordt genomen.

De Palestijnse queer ervaring wordt immers niet enkel gekenmerkt door het taboe rond het bespreken of erkennen van niet-heteronormatieve seksualiteiten in een patriarchale samenleving. Ook Zionistisch Israël drukt sterk zijn stempel op de beleving van de Palestijnse LGBTQ+-gemeenschap: als koloniale entiteit zijn ze niet alleen verantwoordelijk voor de onderdrukking van het Palestijnse volk, maar ook voor het misbruiken van verschillende seksualiteitsnormen. Op die manier promoten ze het idee dat niet de Israëlische staat, maar de Palestijnse samenleving de gewelddadige onderdrukker is van Palestijnse vrouwen en queer personen, in tegenstelling tot de baken van tolerantie en democratie die Israël zou zijn.

Die strategie staat bekend als pinkwashing. Israël stelt zichzelf voor als een progressieve voorvechter voor LGBTQ+-rechten, waar alle seksuele identiteiten vrij beleefd kunnen worden, homohuwelijken erkend worden, adoptie door homokoppels legaal is en de Pride Parade een jaarlijks hoogtepunt is – in schril contrast met het veronderstelde homofobe, ultraconservatieve Palestina. De promotiebeelden die Tel Aviv voorstellen als een holebiparadijs met warme stranden en knappe jongens zijn talrijk en worden door Israël gretig ingezet om de aandacht van de internationale gemeenschap af te leiden van hun mensenrechtenschendingen en koloniale politiek tegenover Palestijnen. Dat dit niet enkel een strategie is die door de Israëlische staat wordt ingezet maar een idee dat door veel Israëli’s gedragen wordt, werd nogmaals duidelijk op de Pride in Tel Aviv op 28 juni waar activisten die een Palestijnse vlag toonden, brutaal in elkaar geslagen werden door betogers in de Pride.

Pinkwashing is echter meer dan een handig instrument voor internationale propaganda voor Israël. Het kadert bovenal in een strategie van koloniaal geweld op de psyche en het mentale welbevinden van Palestijnse queers, en vooral van jongeren. Het narratief dat pinkwashing naar voren schuift is er een van een achtergestelde Palestijnse samenleving, waar er geen LGBTQ+-beweging bestaat en er de voorbije 20 jaar geen enkele vooruitgang is geweest.

Die progressie is er nochtans wel degelijk: hoewel queer Palestijnen nog al te vaak in de schaduw moeten leven en blootgesteld worden aan geweld, zijn er in de laatste jaren ook verschuivingen geweest richting een meer inclusieve samenleving. Organisaties zoals alQaws, Aswat en Palestinian Queers for BDS (PQBDS) konden – al dan niet met weerstand, lokaal of van bovenaf – succesvol evenementen en workshops organiseren, maar vooral online kan de LGBTQ+-gemeenschap recentelijk op steeds meer steun rekenen. Sociale media zijn een onmisbaar platform geworden voor expressie, educatie en steun – een verandering die zich langzaamaan ook naar het offline leven vertaalt.

Desondanks dringt de Israëlische pinkwashing-propaganda bewust het idee op aan Palestijnse queers dat ze nooit door hun gemeenschap en naasten zullen geaccepteerd worden en nooit vrij zullen zijn zolang ze zich in de Palestijnse samenleving bewegen. Die strategie heeft vaak zware gevolgen, stelt Haneen Maikey (1), directeur van alQaws: “De totale uitwissing van progressie zorgt ervoor dat veel van onze queer jongeren de hoop in de Palestijnse gemeenschap verliezen en zich er steeds meer fysiek of mentaal van verwijderen”.

Palestijnse jongeren internaliseren de mythe dat Israëlische samenleving alle queers met open armen zal verwelkomen en geloven dat het opbouwen van een nieuw leven in de Israëlische staat de enige weg naar een gelukkig leven is. De realiteit is echter anders: de kansen voor jongeren geboren in bezet Palestina om legaal naar Israël te gaan zijn zo goed als onbestaande en de enkelingen die er toch in slagen, zijn het slachtoffer van systematische discriminatie en racisme.“Als je Palestijn bent, ben je een bedreiging voor het Zionistische project en of je nu queer bent of niet, de bezetting discrimineert niet. Het idee dat er een geheime ‘roze deur’ in de apartheidsmuur zit, is een vreselijke leugen,” aldus Falastine Dwikat (2) mede-oprichter van PQBDS.

De kunst van verzet

Om die Israëlische strategie tegen te gaan en de internationale gemeenschap daarover te sensibiliseren, is kunst een dankbaar medium. Artivisme – activisme in en door kunst – is bovendien ook een erg waardevol middel gebleken om op een lokaal niveau queer problematieken op een laagdrempelige manier bespreekbaar te maken onder meer conservatieve Palestijnen. Vaak zijn de lokale en internationale publieken sterk met elkaar verweven en de dialoog tussen hen is zowel een uitdaging als een kracht van artivisme.

In 2015 bracht Khaled Jarrar de regenboogkleuren als symbool van vrijheid en gelijkheid aan op de Israëlische apartheidsmuur nabij het controlepunt Qalandiya. Hiermee wou hij de aandacht richten op de overlappende vormen van onderdrukking die queer Palestijnen in de greep houden. De dialoog die daarop volgde tussen lokale en internationale gemeenschappen maakte duidelijk hoe het patriarchaat, de bezetting en Westerse culturele hegemonie elkaar versterken en hoe ze het doel van artivisme kunnen ondergraven: amper een dag na Jarrar’s actie overschilderden enkele verontwaardigde Palestijnen de regenboog met witte verf. Voor hen zijn de regenboogvlag en homoseksualiteit symbolen die het Westen en Israël gebruiken om te pronken met hun vermeende culturele superioriteit en was het hoogst ongepast om dit op de muur te schilderen naast een portret van geëerd Palestijns vrijheidsstrijder Arafat. Die daad lokte op zijn beurt een golf van verontwaardiging uit in het Westen, waar het geïnterpreteerd werd als een uiting van de veronderstelde alomtegenwoordige Palestijnse homofobie. Als gevolg verdween elke discussie over de bezetting en de apartheidsmuur naar de achtergrond en werden de Israëlische pinkwashing-narratieven opnieuw enthousiast bevestigd.

Die dialoog en de intersectionele positie van queer Palestijnen bevatten ook veel mogelijkheden. Net als Jarrar, is Shukri Lawrence een artivist die met zijn kunst de internationale gemeenschap wil bereiken. Met zijn kledinglijn, tRASHY Clothing, probeert hij vooroordelen over het Midden-Oosten te doorbreken en de Palestijnse kwestie onder de aandacht te brengen. Merknamen van internationale modehuizen in het Arabisch op T-shirts printen, een muur plaatsen voor de ene helft van het publiek tijdens een modeshow op de Berlin Fashion Week en de prikkeldraad verwerken in de kledij zijn slechts enkele voorbeelden van hoe tRASHY Clothing mode inzet als een medium voor internationale sensibilisering. Bovendien conformeren de ontwerpen niet met heersende gendernormen, waardoor tRASHY Clothing een geliefd modemerk is voor samenwerkingen met queer activisten.

Queer activisten verzamelen in Haifa en roepen op tot bevrijdiging en veiligheid op 29 juli 2020. De mars was georganiseerd door alQaws. (foto: ActiveStills)

Queer activisten verzamelen in Haifa en roepen op tot bevrijdiging en veiligheid op 29 juli 2020. De mars was georganiseerd door alQaws. (foto: ActiveStills)

Zoals ook Jarrar ondervond, is in Palestina de stigmatisering van de LGBTQ+-gemeenschap sterk verbonden met anti-Zionisme en verzet tegen Westers cultureel imperialisme, en wordt homoseksualiteit als gevolg daarvan vaak gezien als collaboratie met Israël. Net daarom heeft tRASHY Clothing een verbindende kracht. Door als queer artiest in zijn kunst de gedeelde Palestijnse identiteit te benadrukken maar ook gendernormen te breken, proberen ze het stigma rond niet-heteronormatieve seksualiteiten te doorbreken, wat op zijn beurt ingaat tegen het Westerse beeld van LGBTQ+-activisme.

Het opvallendste recente voorbeeld hiervan kwam misschien wel uit muzikale hoek. Toen in 2019 het Eurovisiesongfestival in Israël plaatsvond, lokte dat internationale verontwaardiging uit en stuitte de slogan “Durf te dromen” heel wat Palestijnen extra tegen de borst. Als tegenreactie werd op hetzelfde tijdstip het alternatieve festival Globalvision georganiseerd in Bethlehem, Haifa, Londen en Dublin.”Terwijl Israël muziek en de glitter en glamour van het Eurovision gebruikt om zijn misdaden tegen het Palestijnse volk te maskeren, gebruiken wij muziek als een krachtig instrument van protest, solidariteit en rechtvaardigheid.”, aldus rapper Lowkey(3), één van de headliners op het Londense evenement. Live optredens van Palestijnse, Israëlische en internationale artiesten konden wereldwijd online worden gestreamd. Ze veranderden de slogan naar “Durf samen te dromen” en verkondigden een duidelijke boodschap tegen de militaire bezetting en voor het recht van alle Palestijnse vluchtelingen om terug te keren naar hun vaderland.

Het evenement werd georganiseerd door de Palestinian Queers for BDS in samenwerking met andere Palestijnse queer organisaties. Als reactie op de Israëlische pinkwashingpraktijken werd naast PQBDS, in 2011 ook Pinkwatching Israël opgericht, een online platform voor onderzoek en informatieverstrekking. Via dat platform en acties zoals Globalvision sporen beide organisaties LGBTQ+-activisten over de hele wereld aan om een standpunt in te nemen over de Palestijnse kwestie en om de campagne Boycott, Desinvestering en Sacties (BDS) tegen Israël te ondersteunen.

Hetzelfde jaar kondigde Omar Barghouti, medeoprichter van de BDS-beweging, publiekelijk aan dat queer Palestijnen integraal deel zijn van de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd. Zo slaagde PQBDS er in om door hun campagne van internationale sensibilisering ook lokaal het narratief rond homoseksualiteit, dat werd gelinkt aan collaboratie met Israël, te doorbreken om deze twee identiteiten te verbinden in een gezamenlijke strijd.

Queer activisme zal intersectioneel zijn of zal niet zijn

Veel activisten focussen zich ook specifiek op het verbeteren van de maatschappelijke plaats van LGBTQ+-personen binnen de Palestijnse gemeenschap zelf en op het ontkrachten van negatieve stereotypen en beeldvorming. Ook hier zien middenveldorganisaties dat kunst een belangrijke rol speelt. Daarom organiseert Aswat, het Palestijnse Feministisch Centrum voor Gender- en Seksuele Vrijheid, elk jaar het Kooz Queer Film Festival, waarmee ze Palestijnse filmmakers willen aanmoedigen om in hun werk sociale taboes te overstijgen.

Het festival vertoont films die de intersectie tussen LGBTQ+-problematieken en andere onderdrukkende systemen onderzoeken en wil op deze manier in gesprek gaan en ideeën over seksualiteit en gender in vraag stellen. Ook alQaws richt zich tot kunst om Palestijnse queers te ondersteunen. Hun muziekproject Ghanni 3an Ta3rif (Singing Sexuality) kreeg veel lokale aandacht: op het album waarin gender- en seksuele diversiteit in de Palestijnse samenleving gevierd werd, kregen de meest uiteenlopende artiesten en genres, van rock tot traditionele Arabische muziek, een plaatsje en bereikten hun boodschap zo een breed publiek.

Een grote naam binnen de wereld van Palestijnse queer artivisten is Bashar Murad. Deze Palestijnse zanger, songwriter en activist, die zowel deel uitmaakt van het album van alQaws als optrad op Globalvision, combineert ook in zijn eigen werk zijn protest tegen gendernormen met de strijd voor LGBTQ+-rechten. Kunst moet een helende en verbindende functie hebben volgens Bashar.

Vanuit die filosofie begon hij zijn activisme in zijn muziek te integreren, hoewel de Palestijnse context nog steeds enige voorzichtigheid vereist: de lage tolerantie voor LGBTQ+-personen dwingt hem er nog toe om in enigszins bedekte termen over gender en de LGBTQ+-gemeenschap te zingen.“Ik probeerde subtiele manieren te vinden om deze queer aspecten te bespreken zodat het mensen kan aanspreken die niet over deze onderwerpen nadenken, die worden verteld dat homoseksuelen naar de hel gaan. Ik begrijp dat je zo’n concept langzaam moet introduceren. Ik geloof dat dat een traag proces is, maar ik denk niet dat daar iets mis mee is.” (4)

Queer Palestijnen tijdens protestmars in Haifa, 29 juli, 2019 (foto: ActiveStills)

Amir deelt die missie. De jonge Palestijnse theatermaker uit Jenin vroeg in 2019 asiel aan in Ierland op basis van zijn seksuele geaardheid. Als lid van het Freedom Theatre in Jenin schreef en produceerde hij het theaterstuk ‘What happens if I will be you and you will be me’ over uit de kast komen en vrij je eigen identiteit beleven in de Palestijnse samenleving. Met dat werk wilde hij andere LGBTQ+-personen (h)erkenning geven door hun verhalen naar buiten te brengen. Zijn performance, waarin hij ook een jurk en make up droeg, werd echter niet goed ontvangen door het Palestijnse publiek, dat volgens hem “niet begreep wat LGBTQ+ was.”(5) Maar Amir zet zijn strijd onverminderd voort vanuit Ierland en werkt intussen aan de voorstelling ‘Van Jenin naar Nablus en van Nablus naar Ramallah’ waarin hij zijn ervaring als queer Palestijn wil delen met de wereld.

Net als Bashar en Amir daagt ook Elias Wakeem – beter bekend als diens drag queen alter ego Madame Tayoush – die genderstereotypen uit. In hun voorstelling Aqidah – wat zowel ‘wax’ als ‘dogma’ betekent in het Arabisch – laat Elias voor het eerst al diens lichaamsbeharing waxen, wat traditioneel een gebruik is dat toegeschreven wordt aan vrouwen, terwijl Elias een mannelijk-ogend lichaam heeft. Door op zo’n manier met genderverwachtingen te spelen, exploreert die de doctrine rond cis-genderidentiteiten en heteronormativiteit.

Deze artiesten en organisaties gebruiken verschillende kunstvormen om seksuele en gendernormen in de Palestijnse samenleving in vraag te stellen, maar dit artivisme kan ook niet losgemaakt worden van zijn koloniale context. Door openlijk queerness in relatie met de Palestijnse identiteit te bespreken, en zelfs louter door te bestaan als queer Palestijn, ontmantelen deze artivisten impliciet Israëls pinkwashing-strategie en kan dus ook gezien worden als een vorm van anti-Zionistisch verzet. Het narratief dat Palestina inherent homo- of transfoob is en dat er geen vooruitgang voor hen mogelijk zou zijn spreken zij met hun optredens daarmee direct tegen.

Exist to resist: radicaal activisme als enige optie

Door de complexe intersectie van de LGBTQ+-strijd en de bezetting, focust Palestijns queer artivisme zowel op de internationale gemeenschap als op de samenleving zelf, en overstijgt het zo de manier waarop de ene bevrijdingsstrijd wordt gebruikt tegen de andere. De boodschap is duidelijk: De Palestijnse realiteit is radicaal, want zoals Falastine Dwikat (6) van PQBDS zegt, is “bevrijding (voor queer Palestijnen, red.) zonder bevrijding van de bezetting, geen bevrijding.

Palestijns queer activisme is radicaal omdat het de wortels van de verschillende vormen van onderdrukking – het patriarchaat, de Israëlische bezetting, het cultureel imperialisme van de Westerse LGBTQ+-beweging – aanpakt en die als inherent verbonden ziet. Die intersectie van de verschillende vormen van verzet, die in het Westen steeds los van elkaar gezien worden, zijn cruciaal voor de bevrijding van queer Palestijnen.

Maikey (7)van alQaws verduidelijkt: “Dat is het unieke aan Palestina. Als je hier niet radicaal bent, ben je eigenlijk niet relevant. En hoewel dat arrogant kan klinken voor Westerlingen, is dit wel degelijk onze realiteit.” In een context als deze is immers louter het bestaan van queer Palestijnen al een vorm van radicaal verzet. Ze zeggen onverminderd: wij zijn queer, wij zijn Palestijn, wij zijn hier, en gaan niet weg. Zo ontkrachten ze, bewust of onbewust, het idee van Palestijnse heteronormativiteit die hun bestaan ontkent, van de Israëlische pinkwashing-machine die hun agency ontkent, en van de Westerse LGBTQ+-beweging, die (het belang van) hun recht op zelfbeschikking ontkent. Niet ingeven op een enkel aspect van hun positie en identiteit is dus al radicaal op zich.

In dat activisme is kunst een essentiële tool, legt Maikey uit: “In zekere zin is het raken van gevoelens en harten de belangrijkste politieke daad die je kan doen en het aantal mensen die zich hierdoor gezien en gehoord voelden, was verbijsterend. Het zijn deze kleine, simpele dingen die we nu zijn beginnen waarderen als belangrijke en cruciale politieke middelen” Kunst overstijgt grenzen en taal, brengt hoofd en hart samen, maakt emoties en energie los en slaat bruggen op een manier waarop andere vormen van activisme dat niet kunnen. En zo bouwen queer Palestijnse artivisten op een doortastende manier mee aan de weg naar hun radicale bevrijding.

Die weg is nog lang en hobbelig en met momenten lijkt het einde nog lang niet in zicht. Maar door beetje bij beetje mensen te bereiken met hun persoonlijke verhalen en subversieve boodschappen geven artivisten hoop en perspectief aan deze strijd en zorgen ze ervoor dat de droom van een radicale omwenteling levendig en tastbaar wordt.

 

Melanie De Troyer
Emma Franckaert
Anna Paeshuyse
Islay van Remmen
Gijs Van Dyck

 

Noten en verwijzingen

(1) Tijdens Episode 108 van The Queer Arabs Podcast, gepubliceerd op 23 april 2020. Online te beluisteren via: https://thequeerarabs.com/podcast/episode-108-in-english-alqaws/?fbclid=IwAR2Mn-aZI53Y3n1fuBJPs7htfMv942IU8W9lHyGst-vVKJpqxM4oz3Km3Uo

(2) Tijdens de webinar “Palestine as a Queer Issue” van USCPR (US Campaign for Palestinian Rights). Online te bekijken via: https://youtu.be/jhl8GfH-HQ8

(3) Op het Londense evenement van Globalvision op 18 mei 2019 – Geciteerd in Al Jazeera: https://www.aljazeera.com/news/2019/05/eurovision-globalvision-artistic-response-190519053009315.html

(4) Tijdens een online interview via Zoom op 28 april 2020

(5) Tijdens een telefonisch interview via WhatsApp op 5 maart 2020

(6) Tijdens de webinar “Palestine as a Queer Issue” van USCPR (US Campaign for Palestinian Rights). Online te bekijken via: https://youtu.be/jhl8GfH-HQ8

(7) Deze en de volgende quotes van Maikey komen uit Episode 108 van The Queer Arabs Podcast, gepubliceerd op 23 april 2020. Online te beluisteren via: https://thequeerarabs.com/podcast/episode-108-in-english-alqaws/?fbclid=IwAR2Mn-aZI53Y3n1fuBJPs7htfMv942IU8W9lHyGst-vVKJpqxM4oz3Km3Uo

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!