Spitsuur in Brussel-Centraal (foto Lode Vanoost)

NMBS omzeilt bevoegdheid ombudsdiensten

Sinds maart 2013 weigert de NMBS nog klachten te behandelen die via de ombudsdienst worden ingediend over problemen met vervoerbewijzen. Daarmee ontkent de NMBS het recht van de reizigers op bemiddeling.

donderdag 18 september 2014 14:49
Spread the love

Het
probleem dateert al van maart 2013.
Toen meende de juridische dienst van de NMBS de wet van 28 april 2010
over de bevoegdheden van de ombudsdiensten te kunnen herinterpreteren .

Deze
wet was een uitbreiding van de wet van 1993 over de bevoegdheden van alle
federale ombudsdiensten, waaronder die van de NMBS. In het
kader van de geplande privatisering van het reizigersvervoer werd de
mogelijkheid voorzien voor de ombudsdienst om voor
alle toekomstige spoorwegbedrijven bevoegd te zijn.

Interpretatie

Hoewel
de wet als sinds april 2010 in voege is, heeft de NMBS pas in maart 2013 eenzijdig
beslist dat aan de wet een andere interpretatie moet worden gegeven.

Het
gaat daarbij over dit onderdeel van volgend artikel:

Art.
11. § 1. 1° het onderzoeken van alle klachten van reizigers en
gebruikers met betrekking tot de dienstverlening van de
spoorwegondernemingen of de spoorwegbeheerders; …

De
Franstalige tekst van dit artikel blijkt zo geschreven:


d’examiner toutes les plaintes des voyageurs et usagers ayant trait
aux services prestés par les entreprises ferroviaires
ou les gestionnaires ferroviaires;

De
juridische dienst van de NMBS gaat uit van de Franstalige tekst
‘geleverde diensten’ (services prestés) om te stellen dat personen
die geen geldig vervoersbewijs kunnen voorleggen (volgens de NMBS) geen
‘geleverde dienst’ hebben gekregen. De ombudsdienst is daarom niet
bevoegd voor het ontvangen van deze klachten.

Weigering

Ombudsvrouw
Cynthia Van de Linden is de nieuwe Nederlandstalige ombudsvrouw sinds 1 januari 2014. In een gesprek met DeWereldMorgen.be meldt zij het volgende “Het probleem dateert al van
maart 2013. Sindsdien weigert de NMBS systematisch om dossiers met tweedelijnsklachten van reizigers over de dienstverlening te behandelen. Mijn
voorganger en ik hebben daarover meerder gesprekken gehad met de
directie van de NMBS. Zowel de nieuwe baas Cornu als de nieuwe
commerciële directeur hebben bevestigd dat ze deze eenzijdige interpretatie van hun juridische dienst aanhouden.”

“Ondertussen
blijven wij klachten van reizigers doorsturen zoals voorheen. Wij
verwittigen hen wel dat de NMBS weigert deze klachten te behandelen.
Op ons verzoek schreef minister (tot 22 juli 2014) van Mobiliteit Melchior Wathelet op 19 december 2013 een omzendbrief, waarin hij
herhaalde dat de wet van 2010 wel degelijk de bevoegdheid geeft aan de
ombudsdienst van de NMBS om klachten over de dienstverlening te
behandelen. De NMBS blijft dit echter naast zich neerleggen.”

“Wij
merken soms zeer schrijnende toestanden. Zo is er het geval van een
persoon die een totaal van achterstallige boets van 10.000 euro moet
betalen, omdat hij 88 maal zou zijn betrapt op het rijden zonder
geldig vervoerbewijs. Het blijkt nochtans te gaan over misbruik
van identiteit met een gestolen CIS-kaart. De persoon in kwestie
kon bewijzen dat hij in 33 gevallen niet eens op de trein zat. Toch
handhaaft de NMBS de stelling dat de betrokkene dan wel moet betalen
voor de 55 andere overtredingen, die werden begaan met hetzelfde gestolen identiteitsbewijs.”

“De
NMBS stelt het graag voor alsof de ombudsdienst van de NMBS er enkel
is om fraudeurs en bedriegers een achterpoortje te bezorgen om hun
boetes niet betalen. Wat wij echter zien, zijn misstoestanden waar de
NMBS blind voor is. Dit ene geval is extreem, maar er zijn dossiers van personen die verplicht worden tot het betalen van boetes
tot 200 euro, terwijl er van misbruik manifest geen sprake was.”

Rechtbank

Volgens de persdienst van de NMBS past deze maatschappij de wet gewoon toe. “Reizigers die het niet eens zijn met ons oordeel dat het over fraude gaat, kunnen altijd nog naar de rechtbank stappen.”  

Dat er dagelijks gevallen van fraude worden vastgesteld, is een feit. Dat kan bijna niet anders voor een overheidsbedrijf dat op een weekdag bijna 900.000 reizigers vervoert (aantal ritten, en heen-terugrit telt als twee ritten). Het aantal personen dat de aard van de vastgestelde feiten betwist, ongeveer 1200 per jaar, is dus niet spectaculair hoog en wijst erop dat het overgrote deel van de reizigers correct handelen.

De NMBS gaat er echter van uit dat wanneer de maatschappij een feit als fraude beschouwt, de bemiddeling van de ombudsdienst dan niet van toepassing is. Personen die het niet eens zijn met deze interpretatie van de feiten door de NMBS, kunnen dus niet langer beroep doen op de bemiddeling van de ombudsdienst.

Het blijft verwonderlijk dat de juridische dienst van de NMBS deze interpretatie van de wet pas maakte nadat het de bevoegdheid van de ombudsdienst terzake twee jaar lang had erkend. Dat betekent dat de in de periode tot maart 2013 via de ombudsdienst bemiddelde tussenkomsten door de NMBS niet langer als geldig worden beschouwd. 

Bestaansreden

Of de interpretatie van de wet door de NMBS inderdaad de enige juiste is, kan alleen door juridisch onderzoek worden vastgesteld. Ondertussen houdt de reiziger die van mening is dat hij ten onrechte van fraude wordt beschuldigd door de NMBS er best rekening mee dat hij/zij enkel naar het gerecht kan stappen. 

Ombudsdiensten werden gecreëerd om de werklast van het gerecht te verlichten en de reiziger bij twisten een kans tot bemiddeling te bieden, zonder naar de rechtbank te moeten stappen. Feitelijk haalt deze interpretatie van de wet door de NMBS dus de bestaansreden van de ombudsdienst onderuit. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!