Opinie, Nieuws, Economie, Politiek, België, Notionele interestaftrek, Europese Commissie, Attac, Sociale zekerheid, Vermogenskadaster, Paul Krugman, Fan, Werkgeversorganisaties, Eric Goeman, Etienne Davignon -

Nieuwe Belgische regering: afbraak van de verzorgingsstaat of de rijken laten meebetalen?

Het communautaire stof is eindelijk neergedwarreld over de regeringsonderhandelingen. De onderhandelaars kunnen zich nu buigen over het sociaal-economische deel, over de toekomst van onze verzorgingsstaat en over wat mensen echt in hun portemonnee zullen voelen. Eric Goeman geeft een aanzet.

donderdag 13 oktober 2011 20:00
Spread the love

Het debat wie met wie en wie zeker niet, is enkel een versluiering van het echte debat: vooral besparen of op zoek gaan naar nieuwe inkomsten. Dit is een fundamentele discussie tussen een linkse en rechtse visie op de inrichting van onze samenleving.

Dat er met zulke politieke contrasten water bij de wijn zal moeten worden gedaan, is onoverkomelijk. Of de wijn uiteindelijk zal gedronken worden door de gewone mensen of door de grote vermogens en multinationals wordt bepaald door de krachtsverhoudingen.

Open VLD wil niet met Groen! om het kapitaal te ontzien, CD&V wil niet zonder Open VLD (en dus daardoor niet met Groen!) om een tegengewicht te bieden aan fiscale ingrepen en SP.A wil liefst met Groen! om het linkse front te versterken.

Het is duidelijk: indien rechts deze confrontatie wint, wordt de overheid ontvet, wordt er zwaar gesaneerd in publieke uitgaven, worden meer belastingen geheven op consumptie, wordt de arbeidsmarkt verder geflexibiliseerd en blijven ondernemingen en bedrijven gespaard.

“Het is duidelijk: indien rechts deze confrontatie wint, wordt de overheid ontvet, wordt er zwaar gesaneerd in publieke uitgaven, worden meer belastingen geheven op consumptie, wordt de arbeidsmarkt verder geflexibiliseerd en blijven ondernemingen en bedrijven gespaard”

Rechts is sinds weken in de aanval, in verspreide slagorde weliswaar, maar met eenzelfde doel: de neoliberale economische eisen van de Europese Commissie tot een nieuw Belgisch model verheffen.

Laten we een kleine reis maken doorheen het eisenlijstje van de rechtse economische en politieke elites.

De aanval werd ingezet door negen organisaties die de werkgevers van het hele land en van alle sectoren vertegenwoordigen. Het gaat om het federale VBO, het Vlaamse Voka, de Waalse UWE, en het Brusselse BECI. Daarnaast ook de KMO-verenigingen UNIZO en de Waalse UCM, het ‘Agrofront’ en UNISOC, de federale koepel van de werkgeversorganisaties van de social profitsector.

Hun boodschap aan de politieke onderhandelaars klonk duidelijk en vastberaden: het sociaal-economische en budgettaire programma moet uitgaan van de zes aanbevelingen van de Europese Unie. En voor de budgettaire sanering moet worden uitgegaan van een verdeelsleutel ‘80/20 of beter’: minstens 80 procent bezuinigingen en hoogstens 20 procent bijkomende belastingen, hetgeen reeds in veel landen van de EU is opgevolgd.

Voorts scharen ze zich ook achter de Europese aanbevelingen zoals “langer werken, de uitgaven van de vergrijzing in toom houden, de pensioenleeftijd koppelen aan de stijgende levensverwachting”; “het concurrentievermogen vrijwaren door de loonvorming in toom te houden én het indexsysteem te hervormen, de werkloosheidsuitkeringen te laten dalen na een tijd”, en “minder belastingen op arbeid leggen en meer op consumptie” (een pleidooi voor regressieve belastingen, hetgeen altijd het zwaarst is voor de lagere klassen, en een verdere afbouw van ons progressief belastingsysteem betekent).

De werkgevers en sectoren vrezen dat de formateur en de linkse partijen zoals SP.A, Ecolo en Groen! vooral oor zullen hebben naar degenen die pleiten tegen besparingen, zoals de vakbonden en het maatschappelijk middenveld. Daarom ook het kleurrijke en gezwollen taalgebruik zoals “de ondernemingen en de economie zouden zo bedolven worden onder een lawine van nieuwe lasten” en “het voortzetten van het Belgische model (de sociaaldemocratische verzorgingsstaat) zal ons verder voeren naar Zuid-Europese afgronden, naar collectieve verarming”.

Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) deed daar nog een schepje bovenop: “De 7 miljard euro besparingen die de regering in 2012 moet doorvoeren, mogen niet leiden tot hogere belastingen, maar moeten worden gevonden aan de uitgavenzijde. Het NSZ ziet vooral mogelijkheden om te besparen in de sociale zekerheid, de gezondheidszorg en het overheidsapparaat. Besparingen in die domeinen moeten 7 miljard euro kunnen opbrengen”, luidt het. Met hogere belastingen daarentegen, zou men “ondernemend België helemaal doodknijpen”.

Intussen zorgde burggraaf Etienne Davignon voor een beetje afleiding door zijn pleidooi voor vrijwillige liefdadigheid, een tijdelijke crisisbelasting voor de rijksten. Maar hij vergat er niet bij te vertellen dat eerst en vooral de overheid moest worden gesaneerd. De rijken die positief ingingen op het mediatieke voorstel van de burggraaf waren duidelijk niet dik gezaaid en er volgde een ijzige stilte.

Alleen baron Paul Buysse trok nog eens een aantal bekende registers open. “Probeer de echte rijken in ons land maar eens te vinden. Heel wat vermogende Belgen hebben al lang hun huiswerk gemaakt en hun fortuin in belastingparadijzen zoals Luxemburg en Monaco ondergebracht. Als de belastingverhoging erop neerkomt dat de Belgen die hun hele leven hard gewerkt hebben nog wat harder worden aangepakt, dan hebben de Belgische beleidsvoerders het nog altijd niet begrepen.”

Inderdaad, baron Buysse doet een scherpe vaststelling: we kunnen de rijke Belgen niet vinden. Dit echter niet omdat ze hun fortuinen hebben ondergebracht in belastingparadijzen, maar omdat er in België geen vermogenskadaster bestaat. En laten we wel wezen, die veel geplaagde rijken zijn ook helemaal geen vragende partij voor het organiseren van een vermogenskadaster.

“We kunnen de rijke Belgen niet vinden. Dit echter niet omdat ze hun fortuinen hebben ondergebracht in belastingparadijzen, maar omdat er in België geen vermogenskadaster bestaat”

En de baron introduceert ook een nieuwe fiscale prachtterm: vanaf nu spreken we af dat belastingen ontwijken (legaal) en belastingen ontduiken (illegaal), dus verschepen naar Monaco of Luxemburg, gewoon “uw huiswerk maken” is.

Het rare is dat wanneer iemand het heeft over een belasting voor de rijksten er geschermd wordt met “het hard aanpakken van de Belgen die hun hele leven hard gewerkt hebben”. Werken de gewone mensen, de werknemers, die het merendeel van de belastingen ophoesten, wier lonen of wedden gekend zijn zonder vermogenskadaster en die geen vermogen bezitten om te parkeren in Monaco, dan niet hard?

Even later kwamRoland Duchatelet, voorzitter van voetbalclub Standard Luik, op de proppen. Als notoire liberaal loopt hij niet hoog op met vermogensbelastingen en zeker niet met de overheid: “Het is goed dat Etienne Davignon spreekt over een zin voor verantwoordelijkheid, maar ik vind dat we die zin voor verantwoordelijkheid vooral bij de overheid moeten gaan zoeken. Ik vind het pervers dat men nu begint te spreken over bijkomende belastingen, welke die ook moge wezen, als je weet dat de helft van de welvaart die in België ontstaat, afgevoerd wordt naar de overheid.”

Zeer populair in de neoliberale ideologie, die nog steeds hoogtij viert in het crisisrijke Europa: het aanwakkeren van het wantrouwen tegenover de overheid, dus tegen politiek en politici. Het zijn altijd en alleen de ondernemers die voor de welvaart zorgen (werknemers zijn vooral een kost en een rem op de winstmaximalisatie) en de politiek (en met hen de vakbonden) probeert het ondernemen te reguleren of, in het neoliberale denken, “te dwarsbomen”.

“Zeer populair in de neoliberale ideologie, die nog steeds hoogtij viert in het crisisrijke Europa: het aanwakkeren van het wantrouwen tegenover de overheid, dus tegen politiek en politici”

Belastingen zijn een onderdeel van het dwarsbomen en natuurlijk zit de uitsmijter of, mogen we zeggen het venijn, in het staartje van de uitspraak: “de helft van de welvaart wordt afgevoerd naar de overheid”. Alsof de overheid een vijand is. De helft wordt niet zomaar afgevoerd naar de overheid, maar naar onze verzorgingsstaat, om voor zoveel mogelijk mensen welvaart aan welzijn te koppelen via publieke dienstverlening.

Of wil Roland Duchatelet geen publieke diensten genieten misschien zoals gezondheidszorg en zorg? Of hoeven zijn kinderen geen degelijk en toch goedkoop (bijna gratis) onderwijs? Moeten de musea niet ondersteund worden waardoor de toegangsprijzen zo goedkoop zijn dat alle lagen van de bevolking van de kunsten kunnen genieten? Moeten die musea misschien opnieuw alleen voor de elites opengesteld worden?

Belastingen omschrijven als private welvaart, die afgevoerd wordt naar de overheid als een soort ‘bodemloos vat’, alsof met die belastingen niet het welzijn van de meerderheid van de burgers en zeker de werknemers wordt bevorderd, getuigt van sociale perversiteit.

Ook Jong VLD roerde ineens de trom over mogelijke vormen van vermogensbelastingen. Voor hen was “een bijkomende belasting op economisch succes en investeringen geen optie in een land dat bijna het hoogste overheidsbeslag ter wereld hanteert. Ons land staat voor de moeilijke opdracht zijn overheidsfinanciën te saneren. De oplossing zit niet in het invoeren van meer belastingen, maar wel in het radicaal ontvetten van de overheid. Een kleine belasting op zeer grote vermogens is slechts een symbolische stap die nauwelijks bijdraagt aan de oplossing van het probleem. De oproep tot vermogensbelastingen leidt de aandacht af van wat echt moet gebeuren: besparen.”

Hadden we iets anders verwacht vanwege Jong VLD? Prachtig is toch de taal waarin alles wordt gegoten: een vermogensbelasting wordt door de liberale gehaktmolen “een belasting op economisch succes”; een progressief belastingstelsel wordt “het hoogste overheidsbeslag ter wereld”; publieke diensten inkrimpen wordt ineens “overheidsfinanciën saneren”.

“Prachtig is toch de taal waarin alles wordt gegoten: een vermogensbelasting wordt door de liberale gehaktmolen ‘een belasting op economisch succes’”

De jonge liberalen leiden inderdaad de aandacht af van wat er echt moet gebeuren: een fiscaliteit waarin de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, niet eenmalig, niet alleen in crisisperiodes, niet tijdelijk, maar altijd.

De volgende voorzet werd gegeven door Charles Michel, voorzitter van de MR, met opnieuw een cadeau voor de middenklassen, de zoveelste belastingsverlaging. Hij doet een pleidooi om het deel van het inkomen, dat vrijgesteld is van belasting, te verhogen. Daardoor zou elke belastingplichtige jaarlijks 500 euro netto meer moeten overhouden. Dat moet de sociale ongelijkheid met een werkloosheidsuitkering wat nadrukkelijker in de verf zetten.

Hij kant zich uitdrukkelijk tegen een miljonairstaks en verdedigt ook het systeem van de notionele intrestaftrek, een plundering van de publieke schatkist, maar is niet gekant tegen aanpassingen ten voordele van de kleine en middelgrote ondernemingen. Aan inkomstenzijde wil Michel wel raken aan de accijnzen op tabak, alcohol en brandstoffen. Dus nog maar eens een pleidooi voor een verhoging van regressieve belastingen, zonder een spoor van meer fiscale rechtvaardigheid waarbij de vermogens en bedrijven meer  bijdragen aan de sociale welvaartsstaat.

En dan wordt het zwaardere geschut in stelling gebracht. Alexander De Croo, voorzitter van Open VLD verklaart in Humo: “Als ik moet kiezen tussen een linkse belastingregering of een stabiele hervormingsregering die twee Vlaamse zetels tekort komt, is mijn keuze snel gemaakt.”

Johan Van Overtveldt, de voorbije jaren hoofdredacteur van Trends en nu de nieuwe hoofdredacteur van Knack in opvolging van Karl Van den Broeck, kan intussen ook zijn bekende afkeer van regulerende overheid, vakbonden en linkse partijen niet meer bedwingen en schrijft: “Contacten met de rating agencies leren dat er onder nog één strikte voorwaarde aan een afwaardering valt te ontsnappen, nl. een indrukwekkend programma van de volgende Belgische regering. Twee elementen staan daarin centraal. Ten eerste, een rigoureus budgettair saneringsprogramma waarin alle nadruk ligt op inperking van de uitgaven, vooral in de sociale zekerheid. Ten tweede, een programma met veel aandacht voor de aandrijvers van de economische groei, zijnde onder meer reglementering (arbeidsmarkt, vergunningen, administratieve lasten …) en fiscaliteit.”

Zijn keuze is duidelijk: hij ondersteunt de oproep van de negen werkgeversorganisaties en de liberale voormannen om de zes voorstellen van de Europese Unie zo snel mogelijk uit te voeren, waardoor ‘saneren’ de belangrijkste boodschap wordt samen met de (flexibele) hervorming van de arbeidsmarkt (hetgeen het precariaat verhoogt, de reden waarom veel jongeren vandaag in opstand komen in Griekenland, Portugal, Spanje, VS en VK).

“Hij [Johan Van Overtveldt] ondersteunt de oproep van de negen werkgeversorganisaties en de liberale voormannen om de zes voorstellen van de Europese Unie zo snel mogelijk uit te voeren”

De liberale prins Vincent Van Quickenborne herhaalt nog eens de woorden van zijn voorzitter, wijzend op het feit dat “de sociaal-economische nota van formateur Elio Di Rupo te veel focust op belastingen en te weinig op besparingen”. Volgens Van Quickenborne noopt de financiële crisis ons land tot een strenge begrotingsopmaak: “We moeten daarom absoluut de budgettaire aanbevelingen van de EU volgen”.

Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van werkgeverskoepel VBO, zet een voorlopig orgelpunt achter de rechtse aanval tegen de verzorgingsstaat, door een pleidooi te houden voor het afstaan van de soevereiniteit door alle landen van de eurozone en het zich scharen achter een vorm van neoliberale economische dictatuur: “In het regeerprogramma van de komende federale regering móét staan dat ons land de zes sociaal-economische aanbevelingen van de Europese Commissie aan België zal doorvoeren.”

Mocht de Europese Commissie het neoliberale pad verlaten en inzetten op de realisatie van een sociaal Europa, zouden deze Europa-verdedigers dan ook zo rigoureus het Europese beleid promoten?

De Europese Commissie stelde enige tijd geleden dat ons land vooral zijn uitgaven moet terugdringen om de openbare financiën te saneren en niet in te zetten op nieuwe belastingen want “de belastingdruk in België is immers al erg hoog”.

“De Europese Commissie stelde enige tijd geleden dat ons land vooral zijn uitgaven moet terugdringen om de openbare financiën te saneren en niet in te zetten op nieuwe belastingen want de ‘belastingdruk in België is immers al erg hoog’”

Nobelprijswinnaar economie Paul Krugman waarschuwde tegen de stringente Europese besparingsplannen: “Je moet het zo bekijken: de privévraag in die landen nam een duik aan het eind van de door schuld gefinancierde boom. Ondertussen werden de overheidsuitgaven teruggeschroefd door strenge besparingsplannen. Waar moeten de banen en de groei dan vandaan komen? Het antwoord is export, vooral naar andere Europese landen. Maar de export kan niet toenemen als de landen met grote schulden ook besparingen doorvoeren, en zo Europa in zijn totaliteit wellicht in een recessie zullen duwen.”

“Een deel van het probleem is wellicht dat de beleidselite in Europa een selectief historisch geheugen heeft. Ze praten graag over de Duitse inflatie van begin de jaren twintig, een verhaal dat niets te maken heeft met de huidige situatie. Maar ze praten bijna nooit over een veel relevanter voorbeeld: het beleid van Heinrich Brüning, de Duitse kanselier van 1930 tot 1932. Zijn gehechtheid aan sluitende begrotingen en het behoud van de gouden standaard maakte de Grote Depressie nog wat groter voor Duitsland dan voor de rest van Europa, waardoor het pad geëffend werd voor je weet wel.”

Niemand luisterde. Het is dan ook slechts een Nobelprijswinnaar economie.

Het ordewoord blijft dus ‘saneren’, waarbij men bedoelt de ‘overheid saneren’ dus ontvetten, verzwakken en uiteindelijk de mogelijkheden tot sociaal beleid en het organiseren van goede en gratis (of goedkope) publieke diensten voor de meerderheid van burgers verminderen. Want dat is de sociale prijs die de werknemers en de werklozen, jong en oud, zullen betalen indien rechts de strijd wint.

“Dat is de sociale prijs die de werknemers en de werklozen, jong en oud, zullen betalen indien rechts de strijd wint”

De formateur heeft de groenen gedumpt. Rechts krijgt voorlopig zijn zin. Het linkse front – niet om belastingen te verhogen – maar om de belastingdruk te verschuiven naar de sterkste schouders – vermogens en kapitaal – wordt verzwakt en de rechterzijde juicht.

De rijken hebben een groter gebruik gemaakt van het gemeenschappelijk goed – ze werden erdoor geholpen bij het creëren van hun rijkdom – dus hebben zij ook een grotere morele verplichting ertoe bij te dragen om het in stand te houden. Ze betalen op die manier slechts de achterstallen af van hun schuld aan de samenleving in haar geheel, en investeren in de ondersteuning voor de toekomst.

Dit zijn fundamentele linkse waarden, die progressieve belastingen motiveren. De rechterzijde verbergt deze waarheid. Ze laat uitschijnen dat de ondersteunende infrastructuur er gewoon is, als door magie ontstaan of via onwrikbare natuurwetten, maar bovenal alleen het gevolg is van ‘economisch succes’ waarbij de overheid gaat lopen met het geld uit je zakken.

“Dit zijn fundamentele linkse waarden, die progressieve belastingen motiveren. De rechterzijde verbergt deze waarheid. Ze laat uitschijnen dat de ondersteunende infrastructuur er gewoon is, maar bovenal alleen het gevolg is van ‘economisch succes’ waarbij de overheid gaat lopen met het geld uit je zakken”

De waarheid bestaat er echter in dat, via de gemeenschappelijke rijkdom, onze samenleving veruit meer geld in veel zakken steekt dan ze eruit haalt. De waarheid is dat we met een overdaad aan private rijkdom zitten en een arme overheid die haar sociale taken niet kan volbrengen. De waarheid is dat de overheid deze maatschappelijke keuzes zelf gemaakt heeft en ook vandaag kan kiezen, ofwel voor de opbouw van private rijkdom of voor meer collectieve rijkdom.

Natuurlijk  zoeken regeringen in Europa en de VS naar tientallen miljarden euro’s of dollars. Je kunt dan kiezen voor een brutale sanering van de sociale zekerheid en het verhogen van regressieve belastingen of om de noodzakelijke inkomsten te verdelen volgens draagkracht.

Grote vermogens, multinationale ondernemingen, grote aandeelhouders en speculanten verrijken zich ten koste van de gemeenschap en ontlopen via allerlei creatieve fiscale constructies, zowel legaal als illegaal, hun fiscale plichten. De gewone mensen, de loon –en weddetrekkenden, betalen intussen de inderdaad hoge inkomstenbelastingen.

We kunnen die groeiende kloof niet langer aanvaarden en pleiten voor een ‘Copernicaanse fiscale omwenteling’, want zonder herverdeling en fiscale rechtvaardigheid wordt sociale welvaart en veiligheid onbetaalbaar. Het grote geld mag niet blijven ontsnappen.

“We kunnen die groeiende kloof niet langer aanvaarden en pleiten voor een ‘Copernicaanse fiscale omwenteling’, want zonder herverdeling en fiscale rechtvaardigheid wordt sociale welvaart en veiligheid onbetaalbaar. Het grote geld mag niet blijven ontsnappen”

De alternatieven bestaan: het invoeren van een vermogenskadaster en een progressieve belasting op de grote fortuinen (een miljonairstaks niet beperkt in de tijd); strijd tegen de fiscale fraude; volledige opheffing van het bankgeheim; sterk beperkende wetgeving inzake notionele interesten; stopzetting van de belastingvermindering voor de vennootschappen; taxering van de superwinsten van Electrabel; bijkomende middelen bezorgen aan de fiscale administratie om de belastingcontroles correct uit te voeren; sluiting van de belastingparadijzen met als start de automatische uitwisseling van gegevens tussen belastingparadijzen en de nationale fiscale diensten; heffing van een taks op financiële transacties.

Deze maatregelen kunnen het federaal budget spijzen met 25 miljard euro per jaar. (zie de nationale campagne van FAN/RJF “Laat het grote geld niet ontsnappen”: bezoek de website www.hetgrotegeld.be en onderteken het eisenprogramma. Voor de uitbouw van een verzorgingsstaat die we met zijn allen nodig hebben.

Het is geen socialisme, maar het is wel sociaal. Het zou een linkse overwinning zijn op de aanval van rechts op ons welzijn en geluk. Het is nu aan u, mijnheer de formateur, om te kiezen.

Voor meer rechtvaardige herverdeling van welvaart en welzijn, voor meer sociale gelijkheid, dus voor meer economische stabiliteit, is een linkse ‘belastingsregering’ nodig. Een regering die het grote geld niet langer laat ontsnappen.

Eric Goeman

Eric Goeman is woordvoerder van Attac Vlaanderen en coördinator van FAN.
 

take down
the paywall
steun ons nu!