koopkracht vakbondsbetoging
Foto: Han Soete, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0
Opinie -

Nee Sammy Mahdi, het probleem is niet de werkloosheidsuitkeringen, de lonen zijn te laag

Recentelijk lanceerde CD&V-voorzitter Sammy Mahdi het idee om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken. Een volledig fout idee volgens Guido Deckers. Het is niet de werkloosheidsuitkering die we moeten beperken, maar het rechtse politieke beleid dat een onrechtvaardig economisch systeem in stand houdt.

dinsdag 13 december 2022 10:50
Spread the love

 

De werkloosheidsuitkering beperken in de tijd is al lang een wensdroom van N-VA, Open Vld en MR. Ook voor het Vlaams Belang is dat een eis. Zo staat te lezen in hun programma dat “Wie buiten zijn wil om werkloos wordt, moet tijdelijk een voldoende hoog vervangingsinkomen ontvangen.”

De CD&V vervoegt het rijtje met het voorstel dat een werkloze na drie jaar zijn uitkering verliest als hij of zij een job of opleiding weigert. En in het programma De Zevende Dag van 4 december zei Vooruit-voorzitter Conner Rousseau dat voor hem alles bespreekbaar is.

Arbeidskrapte

Dat dit voorstel door de rechtervleugel van het politieke spectrum opnieuw op tafel wordt gelegd, heeft alles te maken met een inkrimpende arbeidsreserve. In de vrije markteconomie is arbeid, net als goederen en diensten, een koopwaar.

Dat klinkt degraderend, maar het is de harde realiteit die zelfs niet wordt ontkend door de werkgeversorganisaties. Als de vraag van goederen en diensten groter is dan het aanbod, dan stijgen de prijzen.

Bij arbeidskrapte hebben werknemers de macht om hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden te eisen.

Bij de factor arbeid is dat hetzelfde mechanisme. Als er meer vacatures zijn dan werkzoekenden, dan hebben de werknemers en hun vakbonden de macht om hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden te eisen. De prijs die de werkgever voor arbeid dan moet betalen, wordt hoger.

En dat is nu precies wat de werkgeversorganisaties en hun politieke medestanders zorgen baart. Er is vandaag een krapte op de arbeidsmarkt. In Vlaanderen waren er eind november minder dan twee werkzoekenden voor elke vacature. Dat heeft twee nadelen: je kan minder mensen laten concurreren en het is veel moeilijker het juiste profiel te vinden.

Dus? Het aantal werkzoekenden moet worden verhoogd. En dat is nu precies wat men vandaag probeert. Men begint zich te focussen op de ‘inactieven’. Het gaat om 1,7 miljoen Belgen: huisvrouwen en -mannen, studenten, vervroegd gepensioneerden, en arbeidsongeschikten die met zo’n half miljoen zijn.

Die laatste groep wordt nu al geviseerd. Langdurig zieken kunnen 2,5 procent van hun uitkering verliezen als ze na lang aandringen blijven weigeren om mee te werken aan een terugkeer naar het werk.

Werkloosheidsval

Je hebt aan de ene kant de arbeidsreserve die ruim voldoende moet zijn om er uit te kunnen selecteren, maar aan de andere kant mag die groep volgens de rechtse denkers geen te hoge uitkeringen krijgen, omdat anders het verschil met werken te klein is. In het jargon noemen ze dat de ‘werkloosheidsval’.

Maar klopt die redenering? Zou het ook niet kunnen dat de lonen in heel wat sectoren te laag zijn? En mag je wel veralgemenen? Een alleenstaande die langdurig werkloos is, krijgt vandaag afgerond 1.300 euro netto per maand. Veel? Betaal daar vandaag maar eens je huur en de hoge energiekosten mee.

Niet de werkloosheidsuitkering is het probleem, maar het loon dat te laag is.

Als diezelfde langdurig werkloze een goedbetaalde job vindt, dan kun je om te beginnen al niet spreken van een werkloosheidsval. De situatie is anders voor de kortgeschoolden, die de grootste groep vormen in de werkloosheid. Zij komen vaak in laagbetaalde jobs terecht met minimumlonen van 11 euro bruto per uur.

De campagne van het ABVV om de minimumlonen te verhogen naar 14 euro bruto per uur, is dan ook het juiste antwoord. 800.000 werknemers zitten onder deze drempel. Onder hen bevinden zich ook werknemers uit de essentiële sectoren. Hierbij is dan niet de werkloosheidsuitkering het probleem, maar het loon dat te laag is.

Systeem creëert werklozen

Zij die de werklozen willen opjagen door hun uitkering in de tijd te beperken, verzwijgen in alle toonaarden het mechanisme van het economische groeiproces dat zorgt dat er altijd werknemers zullen zijn die hun baan verliezen.

Groei wordt namelijk gerealiseerd als de werkgevers manieren vinden om hun efficiëntie en productiviteit op te drijven, zodat ze tegen een lagere prijs kunnen verkopen en hun marktaandeel vergroten. Maar naarmate de ondernemingen productiever worden, merken ze dat ze evenveel kunnen produceren met minder personeel.

Het economische systeem produceert werkloosheid.

Een kleiner aantal werknemers produceert dan dezelfde hoeveelheid goederen, net doordat de productiviteit is gestegen. Het resultaat: werkgevers die investeren in een grotere productiviteit gaan dan ook over tot ontslagen: een deel van hun werknemers wordt werkloos en belandt op de arbeidsmarkt. Anders gezegd: het economische systeem produceert werkloosheid.[1]

Dat uitkeringssancties niet werken als maatregel om de kansen op werk van werklozen te verhogen, toont recent onderzoek aan. Zo evalueerden zowel de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen (RVA) als de OESO (de club van rijkste landen) de Belgische maatregel die in 2012 de werkloosheidsuitkeringen sterker deed dalen.

Hun conclusie is dat deze maatregel niet heeft gezorgd voor meer werklozen aan het werk.

Ontmanteling van de sociale zekerheid

Als je werkloos wordt omwille van economische redenen (faillissement, herstructurering, delokalisatie, …), is dat niet je eigen schuld. Daarom heeft men de sociale zekerheid uitgevonden die zorgt voor een vervangingsinkomen bij ziekte, werkloosheid en pensionering.

Al decennia lang wordt de sociale zekerheid echter gekortwiekt waardoor het steeds moeilijker wordt om te zorgen voor leefbare uitkeringen. De bijdragen voor de sociale zekerheid en de belastingen die werknemers betalen, worden gebruikt om de winsten te verhogen. Over deze ontmanteling van de sociale zekerheid ten voordele van de winsten hoor je maar weinig.

Sinds de jaren ’90 van vorige eeuw zijn alle regeringen aan de werkgevers loonsubsidies beginnen geven in de vorm van vrijstellingen op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing of bijdrageverminderingen aan de sociale zekerheid. Op die manier nemen de overheid en de sociale zekerheid een deel van de loonmassa van de bedrijven over.

Over deze ontmanteling van de sociale zekerheid ten voordele van de winsten hoor je maar weinig.

Het gaat om vele miljarden. Voor de cijfers nemen we de recente studie erbij van Matthias Somers, coördinator en wetenschappelijk medewerker bij denktank Minerva.

Wat klein begon, is vandaag verworden tot een grote berg miljarden. In 1996 ondersteunde de overheid de bedrijven met loonlastenverlagingen ter waarde van 1,3 miljard euro.

Voor 2022 schat het Federaal Planbureau dat arbeidslastenverlagingen ten gunste van de bedrijven zo’n 10,3 miljard euro kosten aan de sociale zekerheid en 3,9 miljard euro aan de federale fiscaliteit. Samen is dat een goede 14 miljard euro. Voor 2027 zou dit al om 16,7 miljard euro gaan, of twaalf maal zoveel als in 1996.

Het effect van die overheidssteun is dan ook zeer zichtbaar in de resultaten van de winstcijfers, die trouwens al hoog zijn zonder die subsidies.

winst

Grafiek: Denktank Minerva

Rond de eeuwwisseling ging 36 procent van de meerwaarde die de werknemers produceerden, naar de kapitaalbezitters. Vandaag ligt dat cijfer boven de 45 procent. Zonder de overheidssteun zou het afgerond uitkomen op 41 procent, wat ook al veel is (zie grafiek).

Het zijn dus niet de werkloosheidsvergoedingen die het probleem vormen, maar het parasitair gedrag van de kapitaalbezitters en de politici die voor de cadeaus zorgen.

Dat wil niet zeggen dat er geen ondersteuning mag gegeven worden aan bedrijven. Maar in plaats van die massa miljarden loonsubsidies aan alle bedrijven te geven, moet er onmiddellijk een wet komen die strikte voorwaarden oplegt. Elk van deze loonsubsidies verdient een ernstige analyse om de impact ervan op de tewerkstelling in vergelijking met de kost te checken en om negatieve effecten op te sporen.

Eerst de mensen, niet de winst

Met een sterke sociale zekerheid kunnen we zorgen dat iedereen van een volwaardig inkomen kan genieten. Daarom moeten alle uitkeringen opgetrokken worden boven de armoedegrens. Voor België was de armoedegrens in 2021 een inkomen van 1.287 euro netto per maand voor een alleenstaande, of 2.703 euro netto per maand voor een huishouden bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen.

Volgens dit criterium liep 13,1% van de Belgische bevolking in 2021 het risico om in armoede te vervallen. Het waren de 75-plussers (22%), de werklozen (38%), de eenoudergezinnen (25%), de mensen met een laag opleidingsniveau (25%) en huurders (27%) die het grootste risico liepen.

“De politici spreken het electoraat niet zozeer naar de mond, ze creëren een electoraat.”

Kortom, het is niet de werkloosheidsuitkering die we moeten beperken, maar het rechtse politieke beleid dat een onrechtvaardig economisch systeem in stand houdt. In een interview met het weekblad Knack zegt Maarten Hermans, expert ‘Welzijn op het werk’ bij het ACV het volgende:

“Uit Brits onderzoek blijkt dat de manier waarop beleidsmakers over uitkeringssancties voor werklozen en zieken praten, effect heeft op het draagvlak bij de bevolking. Zelfs als de voorstellen van Sammy Mahdi (voorzitter van de CD&V) nooit realiteit worden, dan nog zorgen zijn woorden ervoor dat mensen meer en meer de associatie maken tussen uitkeringen en de ‘hangmat’. De politici spreken het electoraat dus niet zozeer naar de mond, ze creëren een electoraat.”

 

Note:

[1] Kapitalisme voor beginners, Vivek Chibber, Berchem 2019, p. 40-41

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!