Koolzaad (Brassica napus). Foto: Vincent van Zeijst / CC BY-SA 3:0
Opinie - Greet Daems

Naar een onmiddellijke uitfasering van alle biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen

Na anderhalf jaar werd de beslissing om soja en palmolie uit te sluiten voor de productie biobrandstoffen op 13 december 2022 eindelijk in een wet vastgelegd. Ook de uitfasering van biobrandstoffen van de eerste generatie wordt al even beloofd, maar laat op zich wachten. PVDA-Kamerlid Greet Daems pleit ervoor dat België alle biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen onmiddellijk uitfaseert.

woensdag 21 december 2022 16:39
Spread the love

 

‘Ze zijn duur. Ze zorgen voor honger. En ze zijn vervuilender dan fossiele brandstoffen. Toch blijft de Vivaldi-regering met de voeten slepen om paal en perk te stellen aan het gebruik van biobrandstoffen in transport.

Biobrandstoffen: une fausse bonne idée

Biobrandstoffen zijn een valse klimaatoplossing. De theorie erachter strookt immers niet met de werkelijkheid. Biobrandstoffen zijn brandstoffen gemaakt van planten of van dieren die planten eten.

De verbranding van die biobrandstoffen is koolstofneutraal omdat de CO2 die daarbij vrijkomt al uit de lucht gehaald is door de planten in de biobrandstof tijdens hun groeiproces. Maar dit plaatje is te beperkt. Als je de uitstoot over de hele levenscyclus van biobrandstoffen meerekent, dan ligt de totale uitstoot van biobrandstoffen hoger dan die van de fossiele brandstoffen die ze vervangen.1

Maaidorser. Foto: Menno de Jong/CC0

De grote boosdoener daarbij is de uitstoot verbonden aan de veranderingen in landgebruik voor de teelt van deze grondstoffen. Dat creëert een bijkomende vraag naar landbouwgrond bovenop die van de voedselsector.

Om aan die vraag te voldoen, kan men niet anders dan het landbouwareaal te vergroten. Daardoor krijg je ontbossing of vernietiging van andere waardevolle ecosystemen. Op die manier verdwijnen heel wat carbon sinks2 die we nu juist hard nodig hebben.

Het gros van de biobrandstoffen wordt gemaakt van landbouwgewassen, ook die van de tweede en derde generatie. Momenteel ligt vooral de eerste generatie, waarbij gewassen rechtstreeks voor biobrandstoffen worden geteeld, onder vuur.

Oliepalmplantage in Maleisië. Foto: Craig/Public Domain

Maar ook biobrandstoffen van latere generaties, op basis van afval, reststromen of bijproducten van landbouwgewassen, brengen gelijkaardige risico’s voor het landgebruik en dus voor het leefmilieu met zich mee.

Enkel en alleen focussen op de eerste generatie biobrandstoffen zal dus geen soelaas bieden. We moeten onze pijlen richten op alle biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen als we het probleem écht willen oplossen en niet alleen een stukje verschuiven.

Op het kruispunt van de energie- en voedselcrisis

Daarnaast jagen biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen ook mee de voedsel- en energieprijzen de hoogte in. Bond Beter Leefmilieu en Canopea berekenden begin 2022 nog dat de verplichte bijmenging van biobrandstoffen alle Belgen samen jaarlijks 1 miljard euro extra kost aan de pomp.3

Ook de broodprijs heeft te lijden onder de concurrentiestrijd tussen de voedings- en de brandstofsector om graan. Alleen al de hoeveelheid tarwe die jaarlijks in de tanks van Belgische chauffeurs terechtkomt, zou 60% van de Belgische broodconsumptie kunnen dekken.4

Intussen loopt 10% van de Belgische bevolking risico op voedselonzekerheid omwille van de stijgende voedselprijzen.5

Gesneden suikerrietstengels. Foto: Rufina Uribe/CC BY-SA 2:0

En terwijl de verstoring van de wereldwijde graanmarkt door de oorlog in Oekraïne in het Zuiden zorgt voor miljoenen extra hongerige mensen, verdwijnt in Europa dagelijks het equivalent van 15 miljoen broden als biobrandstof in voertuigen. Met de hoeveelheid tarwe die daaraan opgaat zou Europa al 20% van de weggevallen Oekraïense tarwe-export kunnen compenseren op de wereldwijde voedselmarkt.6

Machtige bondgenoten

Dat biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen nog niet verboden zijn ondanks hun negatieve invloed op de klimaat-, energie- en voedselcrisis, heeft te maken met de immense lobbykracht van de sector.

Een Oxfam-studie7 uit 2016 bracht aan het licht dat de uitgaven voor de rechtstreekse lobbying van de Europese biobrandstofproducenten bij de Europese Unie die van de tabaksindustrie evenaren.

Reken je er ook nog de lobbykracht van actoren in de productieketen en bevriende industrieën bij, dan komen de totale jaarlijkse lobby-uitgaven voor biobrandstoffen bij de EU uit op rond de 40 miljoen euro, ongeveer evenveel als de EU-lobby-uitgaven van Big Pharma.

Naast koolzaad, palmolie en suikerriet is maïs eveneens een voedselgewas dat meer en meer gebruikt wordt voor de productie van biobrandstoffen in plaats van voor voedselproductie. Foto: Roger Culos/CC BY-SA 3:0

Die immense lobbykracht heeft de biobrandstofsector te danken aan het feit dat hij gedragen wordt door machtige monopolies die daar elk veel bij te winnen hebben. Voor de oliesector zijn biobrandstoffen een levenslijn om de boot van de volledige elektrificatie af te houden en hun markt voor fossiele motorbrandstoffen in leven te houden.8

Maar om de volledige consumptie van fossiele diesel en benzine te vervangen door biobrandstoffen, is er simpelweg niet genoeg landbouwgrond in de wereld.9

Voor de agrobusiness zijn biobrandstoffen dan ook een manier om hun industriële landbouwmodel te bestendigen. De druk die biobrandstoffen zetten op de vraag naar landbouwgewassen, smoren elk pleidooi voor een minder intensieve landbouw in de kiem.10

Maar ook klassieke plantagegroepen (waarvan België er maar liefst negen telt) die actief zijn in palmolie, soja of suikerriet, doen gouden zaken nu ze met biobrandstoffen een winstgevender afzetmarkt hebben gevonden dan de voedingssector.11

Het spreekt voor zich dat zij die niet zomaar gaan opgeven, hoewel biobrandstoffen meer en meer onder vuur komen te liggen.

Tijd om het roer om te gooien

Ook bij ‘de groenste regering ooit’, zoals de Vivaldi-coalitie zich noemt, lijkt de biobrandstoffenlobby een voet binnen de deur te hebben. Hoewel de groene ministers in die regering al langer beloven om een einde te maken aan biobrandstoffen van de eerste generatie, liepen de discussies daarover meermaals vast binnen de regering.

Een van de gevolgen daarvan is dat de nieuwe Europese richtlijn voor Hernieuwbare Energie (RED II), die een minimaal gebruik van biobrandstoffen toelaat, bijna anderhalf jaar na de de deadline nog steeds niet is omgezet.

Deze Indonesische boer zag zich verplicht zijn akkers af te zetten met prikkeldraad, nadat het door palmoliebedrijf Wilmar was afgemaaid voor de aanplanting van palmbomen. Foto: Kemal Jufri/Panos/OxfamAUS

Nochtans lag er al vóór die deadline een wetsontwerp klaar. De voorstellen van de regering(spartijen) rond biobrandstoffen die intussen de revue passeerden, stemmen weinig hoopvol.

De definitie van wat men beschouwt als ‘eerste generatie’ biobrandstoffen wordt steeds enger en de afbouwtermijn steeds langer. Deze regering lijkt zich tevreden te stellen met enkel de meest schadelijke biobrandstoffen op korte termijn uit te faseren, zonder rekening te houden met verschuivingseffecten.

Voor de PVDA is het alvast duidelijk: alle biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen moeten onmiddellijk verdwijnen uit de Belgische energiemix voor transport en de bijmengverplichting12 van biobrandstoffen moet evenredig verminderen. 

Alleen zo neem je de druk van biobrandstoffen op het landbouwareaal en de voedingssector volledig weg. Doe je dat niet, en viseer je slechts enkele landbouwgewassen, dan krijg je gewoon een verschuiving tussen de verschillende sectoren zonder de totale negatieve impact van biobrandstoffen te verminderen.

Deze brandstof is uitsluitend voor menselijk gebruik, niet geschikt voor de auto. Foto: pixnio.com

Dat de regering een einde maakt aan biobrandstoffen op basis van soja en palmolie is op zich een goede zaak. Maar in de praktijk betekent dit dat men gewoon meer koolzaadolie zou gaan gebruiken voor biobrandstoffen in België, waardoor er niet genoeg meer overblijft voor de voedingssector.

Die sector moet dan op zoek naar alternatieven en neemt dan zijn toevlucht tot de soja- en palmolie die niet meer toegelaten zijn voor biobrandstoffen. Het zijn in feite communicerende vaten.13

Daarom heb ik met de PVDA een resolutie14 ingediend om alle biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen onmiddellijk uit te faseren. De toekomst van het Belgische biobrandstoffenbeleid wordt in het voorjaar van 2023 beslecht met de omzetting van de RED II-richtlijn en de herziening van het Nationaal Energie- en Klimaatplan voor dit decennium.

Wij bieden alle partijen alvast de keuze voor een duurzaam mobiliteitsbeleid zonder schadelijke biobrandstoffen. Het is tijd voor hen om kleur te bekennen.

 

Notes:

2   Een ‘koolstofput’ verwijst naar een koolstofreservoir dat gedurende onbepaalde tijd meer koolstofverbindingen opneemt dat het uitstoot. Het beste voorbeeld daarvan zijn bomen. Het hout van een bos is een enorme carbon sink.

8   Don’t change the car, change the fuel – L’Echo, 23 maart 2022.

12   De verplichting dat bij het produceren en leveren van gas een bepaalde percentage uit groen gas moet bestaan.

13   How Rapeseed and Soy Biodiesel drive Oil Palm Expansion. International Council on Clean Transportation, 27 juli 2017.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!