Amnesty International op 22 december: Kinderen in Irak, gevangen in het kruisvuur van de strijd om Mosoel, lijden aan afschuwelijke verwondingen en trauma’s”. (foto: Facebook)

Mosoel: “Onze huizen zijn het graf van onze kinderen”

"De militaire campagne om Mosoel te heroveren was al lang in de maak en de Iraakse autoriteiten en de internationale coalitie hadden betere voorzieningen moeten treffen voor de onvermijdelijke burgerslachtoffers”, aldus Amnesty International in een ontnuchterend rapport over de trauma's van oorlogskinderen in Mosoel. Vermits het bijna Kerstmis is, sluiten we het artikel af met een ontroerend verhaal over een meisje en een officier in Mosoel.

vrijdag 23 december 2016 11:31
Spread the love

Een verloren generatie?

Een generatie van kinderen, die konden ontsnappen aan het juk van de groep Islamitische Staat (IS), wordt niet alleen geconfronteerd met levenslange fysieke letsels, maar ook met verwoestende psychische schade. De ziekenhuizen en humanitaire organisaties, die overweldigd worden door het groeiende aantal getraumatiseerde kinderen, kunnen de toevloed niet beheersen, zo meldt Amnesty International in een rapport  van 22 december: “Irak: kinderen gevangen in het kruisvuur van de strijd om Mosoel lijden aan afschuwelijke verwondingen en trauma’s”.

Van de duizenden kinderen die zijn blootgesteld aan het aanhoudende geweld, krijgt slechts een fractie van hen toegang tot de psychologische zorg en ondersteuning die ze hard nodig hebben, aldus Amnesty.

De door de oorlog gewonde kinderen komen terecht in overvolle ziekenhuizen of in kampen voor ontheemden, in slechte humanitaire omstandigheden, waardoor hun lichamelijk en geestelijk herstel nog moeilijker wordt. Vele anderen blijven gevangen in gebieden waar de gevechten hevig woeden.

Getraumatiseerde kinderen

“Kinderen, gevangen in het kruisvuur van de gewelddadige strijd om Mosoel, hebben zaken gezien die niemand, van gelijk welke leeftijd, ooit zou moeten aanschouwen”, aldus Donatella Rovera, Amnesty International’s Senior Crisis Response adviseur, die net terug is van een 17-daagse missie naar Noord-Irak. “Ik ontmoette kinderen die niet alleen afschuwelijke wonden hebben opgelopen, maar die ook gezien hebben hoe hun familieleden en buren onthoofd werden in mortiervuur, aan flarden gescheurd door autobommen of andere explosies, of verpletterd onder het puin van hun huizen.”

“Mijn kinderen zagen hoe mijn zus voor hun ogen werd gedood, ze zagen onze buurman die werd onthoofd in de mortieraanval. Ze zagen lichaamsdelen op de grond. Hoe kunnen ze daar ooit nog van herstellen?”

In een ziekenhuis in Erbil sprak Amnesty met Umm Ashraf, die beschreef hoe zij en haar zeven kinderen gewond raakten toen op 13 december een autobom ontplofte buiten het huis waar ze zich schuil hielden in het oosten van Mosoel. Haar oudste dochter, de 17-jarige Shahad, verloor haar beide ogen in die explosie. “Onze huizen zijn het graf van onze kinderen”, vertelde Umm Ashraf. “Mijn buren zijn nog steeds bedolven onder het puin. Nog niemand heeft ze kunnen uitgraven. Ik heb zelf mijn gewonde kinderen van onder het puin vandaan gehaald.”

“Mijn kinderen zagen hoe mijn zus voor hun ogen werd gedood, ze zagen onze buurman die werd onthoofd in de mortieraanval. Ze zagen lichaamsdelen op de grond. Hoe kunnen ze daar ooit nog van herstellen?”

Schrijnende verhalen

In een vluchtelingenkamp ijsbeert vier-jarige Mohammed heen en weer, slaat zichzelf en bonkt met zijn hoofd tegen de grond. Meermaals per dag huilt hij ontroostbaar terwijl hij op de grond ligt. Zijn moeder Mouna zegt dat hij zich zo gedraagt sinds twee van zijn zussen werden gedood bij een mortieraanval op 12 november.

Ook Yezidi kinderen hebben in IS gevangenschap onbeschrijfelijk leed doorstaan. Meisjes niet ouder dan 11 jaar werden verkracht, terwijl jongens werden gedwongen om militaire training te ondergaan, leerden hoe je mensen onthoofdt, en werden verplicht om toe te kijken op executies.

“Je pakt de man bij de haren om zijn hoofd omhoog te trekken, zodat je zijn keel kan doorsnijden, en als hij geen haar heeft steek je twee vingers in zijn neus om zijn hoofd omhoog te trekken. Ze leerden me dit en nog veel andere manieren om te doden”, vertelde Jordo, een 13-jarige jongen die twee jaar doorbracht in IS gevangenschap.

AK, 10, is terug uit IS gevangenschap sinds november, meer dan twee jaar nadat hij was ontvoerd, samen met zijn ouders en zeven broers en zussen. Zijn verzorger vertelde Amnesty over de moeilijkheden in het omgaan met het grillige gedrag van de getraumatiseerde kinderen. “AK is zeer moeilijk te controleren,” zei hij.

“Hij vernielt en steekt dingen in brand, en de vorige dag ging hij naar buiten in de kou in zijn ondergoed en werd ziek. Hij bedwatert de hele tijd, dus hij – en nog anderen – slapen in aparte tenten vanwege de stank. Deze kinderen zijn heel erg getraumatiseerd en hebben professionele hulp nodig, maar we hebben geen hulp gevonden tot nu toe. “

Weinig of geen functionerende ziekenhuizen

Met weinig of geen functionerende of toegankelijke ziekenhuizen in de door conflicten getroffen gebieden, ligt de beste hoop om medische zorg te krijgen in Erbil, de hoofdstad van de semi-autonome regio Koerdistan. Hoewel Erbil slechts op 80 kilometer van Mosoel ligt, slagen slechts enkele inwoners van Mosoel erin om een ??speciale vergunning van de autonome regio te krijgen.

Sommige families, op de vlucht voor de gevechten, bevinden zich in de frontlinies en zijn niet in staat om over te steken naar gebieden gecontroleerd door de Regionale Regering van Koerdistan (KRG). Ze zijn gedwongen om dagenlang te wachten in het onveilige niemandsland. Maar zelfs het kleine gedeelte van de vluchtende bewoners van Mosoel dat erin slaagt om Erbil uiteindelijk te bereiken, wordt geconfronteerd met overvolle ziekenhuizen.

“De militaire campagne om Mosoel te heroveren was al lang in de maak en de Iraakse autoriteiten en hun internationale partners van de coalitie hadden betere voorzieningen kunnen en moeten treffen voor de onvermijdelijke burgerslachtoffers, zeker als je weet dat de ziekenhuizen in de KRG zwaar onder druk zouden komen te staan van een hoge instroom aan oorlogsgewonden”, aldus Rovera.

Het is hoog tijd dat de Iraakse autoriteiten en de internationale partners in de strijd om Mosoel een betere zorgverlening, revalidatie en beveiliging voor de getroffen burgers organiseren. Het verzorgen van burgerslachtoffers, in het bijzonder de meest kwetsbare groepen, moet een absolute prioriteit zijn en niet een bijzaak, aldus Amnesty

Een ontroerende ontmoeting in Mosoel

Het is bijna Kerstmis en het Midden-Oosten is dolgedraaid. Irak, Syrië, Jemen: oorlog, dood en vernietiging alom. Je kan op de sociale media de gruwelijkste dingen bekijken waartoe een mens in staat is in een nachtmerrie die al jarenlang aan de gang is. Maar soms kom je ook bijzonder mooie, menselijke verhalen tegen. Zeldzame momenten waarin de waanzin even stopt. En dus wordt dit verhaal opgedragen aan alle oorlogsvluchtelingen en ontheemde kinderen. Even een oase van menselijkheid in een ontredderde omgeving. 

“Ze was heel jong, het meisje dat voor ons zat in het stoffige zand even buiten Mosoel (zie foto) Ze had haar jongere broertje in haar armen, in een poging om hem te beschermen. Telkens we probeerden om in haar buurt te komen, begon ze te gooien met stenen en met alles wat ze maar kon vinden. Ze was zichtbaar moe en haar gezicht zat onder het stof en de modder. Ze was veel te jong om alleen gelaten te worden in deze desolate omgeving.

We maakten ons heel ongerust. Waar was haar familie en wat was er met hen gebeurd? En wat bracht haar naar deze plaats?! We stonden rond haar en probeerden haar zo lief en vriendelijk mogelijk te overtuigen dat we het beste met haar voorhadden.

We lieten haar wat kalmeren, maar als we één stap dichterbij kwamen begon ze alweer stenen naar ons te gooien terwijl haar kleine broertje niet echt comfortabel lag te slapen op haar schoot. We vroegen ons af hoe we dit het best zouden kunnen aanpakken. De stenen konden ons niet echt deren, maar ik dacht dat het beter was om op een afstand te blijven tot het meisje wat rustiger zou worden en niet meer zou panikeren.

We wachtten tot ze geen stenen meer had om te gooien. Je bent in oorlogsgebied en het enige wat je hebt is een geweer en overal hangt de verstikkende geur van buskruit! Je hebt geen pop noch ander speelgoed dat je zou kunnen helpen om dit jonge meisje te kalmeren … Ik vergeet nooit hoe sommigen van mijn makkers de tranen in hun ogen hadden toen ze dit hartverscheurende tafereel aanschouwden! Ik kwam schoorvoetend, met kleine stapjes dichterbij en sprak sussende woorden met zachte stem: “kom dochtertje, je hoeft niet bang te zijn.”

Ik merkte dat, hoe meer ik naderde, hoe dichter ze haar broertje tegen haar borst klemde. Toen ik heel dichtbij was gekomen, hield ze haar kleine hand voor haar gezicht en zei: “oom, dood me alsjeblieft niet”. Zichtbaar ontroerd zei ik dat ik écht niet van plan was om haar te doden. “Ik ben hier om je naar huis te brengen”. Ik hurkte voor haar neer, terwijl iedereen rondom mij benieuwd was wat er zou gebeuren.

Zoiets maak je maar eens in je leven mee. Ik trachtte me in te beelden hoe ze door het puin van de vernielde huizen en straten had gelopen met deze kleine uk in haar armen. Ik vroeg waar haar vader en moeder waren, waarop ze enkel antwoordde: “Daesh” (acroniem voor Islamitische Staat- IS).

Ik tekende met mijn vinger een schets van een stuk speelgoed in het zand, en toen ze naar de schets keek, vroeg ik haar of ze het mooi vond. Ze glimlachte en zei: “ja, oom”. “Kom mee”, antwoordde ik, “en ik zal jou en je broertje een echt stuk speelgoed geven”. Ze keek me aan met een blik van duizend vragen in haar ogen, terwijl ik geduldig haar beslissing zat af te wachten.

Je zal het waarschijnlijk heel vreemd vinden dat Asad Al Asadi (zo heet de officier) die tegen DAESH vecht, moest wachten op de beslissing van een kind !! Ja mensen, ik wachtte op haar beslissing, want wat zij heeft moeten doorstaan is met geen woorden te vatten. Ze stond langzaam recht, pakte haar broertje beet en schudde het stof van haar kleren alsof ze mijn zorgen over haar van zich trachtte af te schudden.

Ze nam mijn hand vast en we begonnen te lopen. Ze zei: “Mijn broer heeft honger, oom”. “Maak je geen zorgen”, antwoordde ik. Ik tilde haar op, droeg haar en haar broertje op mijn arm en ik liep voortdurend te denken … wat gebeurt er toch in mijn land??”

Asad Al Asadi

Vertaling uit het Arabisch naar het Engels: Abdulkarim Hani

Dirk Adriaensens is lid van het uitvoerend comité van het BRussells Tribunal. 

take down
the paywall
steun ons nu!