De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Moet de mens zijn goede leven in “geld” verdienen? Mijn model is anders: met naturel, verstand, geweten, generositeit, zegen en veel liefde.

woensdag 7 juli 2021 11:41
Spread the love

Onze moeder, Maria, is dus gestorven. De omstandigheden zijn bijzonder geweest. En ongetwijfeld optimaal voor ons persoonlijk, haar kinderen, om het grote verlies te verwerken. Als kind was ik als de dood dat moeder voortijdig zou wegvallen. In realiteit heb ik van het bestaan de kans ontvangen mij goed voor te bereiden. Op haar laatste dag, toen zij totaal buiten mijn weten op 1488 km in Londen aan haar laatste levensuren begon, stond ik gepakt te kijken en te luisteren naar de luide, indringende klokken van de IJzertoren, die blijkbaar graag de rol van doodsklokken mochten opnemen. Moeder en ik vormden één span, vanaf het vertrek naar het buitenland van vader, drie maanden voor mijn vierde verjaardag. Parentificatie, het opgevorderd worden door je ouders in hun onmacht, het lijkt voor de tijdgenoot een absoluut onaantrekkelijk perspectief. Toch lijkt mij dit het eeuwenoude model te zijn. De mens had geen macht over de natuur, van de prehistorie tot pakweg 1900. Naar onze normen leefde Homo sapiens vele millennia, zelfs miljoenen jaren in “absolute soberheid”. Een grote spirituele en intellectuele persoonlijkheid als André Chouraqui, vertaler van Bijbel en Koran, stelt echter overtuigd: “Alleen de mens die in absolute soberheid leeft, kan contact maken en steun krijgen van JHWH-God”. Vele verwende tijdgenoten zullen niet het positieve “absolute soberheid”, maar het woord Armoede verkiezen voor de traditionele situatie van de mensheid. Zoals de Vlaamse filosoof Maarten Boudry, die zegt: “De mens leefde in gruwelijke armoede, in vuile, ellendige omstandigheden. De mens heeft het nog nooit zo goed gehad.” Ik geloof dat absoluut niet. Ik zal die stelling nooit geheel kunnen beamen, nadat ik vrijwillige arbeid verrichte met drieduizend bellers bij de hulplijn Tele-Onthaal, dertig jaar solidair bezoeken bracht aan kameraden in de Institutionele Psychiatrie, en gewoon met doorleefde kennis van het aantal zelfdodingen in onze gemeenschap. In 1998 begon ik de aandacht te trekken op de depressieve, angstige, verslaafde medemensen en op de negen Belgen per dag die, ongetwijfeld na door topzware wanhoop en eenzaamheid te gaan, zelf een eind aan hun leven maken. Vandaag, zoveel jaar later, komen er eindelijk maatregelen van de overheid (en met name aangestuurd door Wouter Beke, minister van Gezondheid en volksvertegenwoordiger Els Van Hoof van dezelfde christendemocratische partij) die wat om het lijf hebben. Niet toevallig komt die kentering er na de noodtoestand veroorzaakt door het moordende virus, die ons allen weer sensitiever maakte voor zorg voor elkaar, voor tederheid (“knuffelen”) en voor de waarde van het goede gesprek. Belgen hebben in mijn ogen inchoatief geleerd hun eeuwige gebelgdheid wat opzij te zetten, en naar de medemens en zijn licht triestige, waarachtige en persoonlijke verhaal te luisteren. Met dank aan het virus, dus.

Die status van menselijke soberheid dringt zich intussen echter wel als het beste model op om als mensheid de overlevingskansen op aarde veilig te stellen. De auto’s aangedreven door de “oliemotor” met beperkte efficiëntie en met zware CO2 uitstoot vervangen door auto’s op elektrische batterijen, bijvoorbeeld, het is niet meer dan een schijnbeweging, over de lange termijn. De Ecologie is een strenge gids geworden, daar zal niet aan te ontkomen zijn. De gehele mensheid is gedurende bijna twee eeuwen immers, in de voetsporen van het historisch vreemde model van de Westerling, nogal onverschillig naar de natuur en dier-vijandig gaan leven en werken.

Sommige verlichte voorhoede-denkers geven aan hoe het geen toeval is dat mensen de natuur ongemerkt stelselmatig geweld aandoen, zoals in het bewust-eloos rijden met auto’s en vliegen met vliegtuigen. Dat geweld lijkt de mens nodig te hebben; omdat hij diep in zijn hart weet dat hem geweld is aangedaan, herhaalt hij deze agressie, om er trachten van af te raken. Zoals schrijver John Williams zijn hoofdpersonage Miller duizenden bizons laat doodschieten, totdat de lopen van zijn buksen oververhit raken en zijn gezicht onder een zwarte korst zit van kruitdampen, op die berg in Oregon in “Butcher’s Crossing”. De westerling met zijn industriële ijver en ‘arbeidsagressie’ kon niet beter symbolisch uitgebeeld worden.

Persoonlijk heb ik op merkwaardige wijze van kindsbeen af deze ‘ziekte’ aangevoeld, zonder er altijd de nodige woorden voor te vinden. Mijn kritische houding naar het vigerende model kenmerkt mij, samen met dierenliefde, leergierigheid en hulpvaardigheid. Ik keek zelden beaat naar “het systeem” zoals nu niet alleen de jongeren van Youth4Climate of XR (Extinction Rebellion) het noemen. Let op, het gaat niet alleen over deze groene avant-garde. Denk aan het snel woekerende wantrouwensdenken en de complottheorieën! Die brede golf doet denken aan de Jezusiaanse parabel van de mensengemeenschap die samen een toren wilde bouwen tot in de hemel, maar gaandeweg tot stoppen gedwongen werd, doordat “ze elkaar niet meer verstonden”. Mijn persoonlijke, kritische, doordachte, beperkte wantrouwen bracht mij er onder andere toe gefascineerd de studie te ondernemen van het andere genie. Dat ik aantrof in gedrag van dieren. Bij vele minder verwesterde volkeren zoals de zwart-Afrikaanse, de Amerikaanse Indianen, de Inuït, in de groepsethiek en de liefde voor de natuur bij de Japanners en de gastvrijheid en de gezonde gelatenheid en de religiositeit van de Arabieren. Mensen die allen meer leven vanuit zeer traditionele en ongetwijfeld meer natuurlijke waarden van de blanke westerling. Waarden zoals de familie. Met een bepaalde positie en grotere invloed voor de moeder. Zoals leven in hechte verbondenheid met de Natuur, het landschap, de omringende dierenwereld. Met meer aandacht voor het spirituele.

Ook al moeten we duidelijk stellen: die volkeren zijn zelden vrij van belligerentie, van strijdlust en militaire trots en reflexen. Of van goedgelovigheid en overmatige religieuze ijver. Bij “de anderen” komen ook oneerlijkheid, hebzucht, verraderlijkheid, jaloezie, afgunst en moordzucht voor. We kunnen die andere volkeren dus niet als absoluut ideaalmodel adopteren. Maar ze hebben voor mij persoonlijk de rol kunnen opnemen van een nuttige zijdelingse lichtspot op onze eigen, in wezen zeer vreemde cultuur en beschaving. En die kritische doorlichting hebben wij momenteel allen keihard nodig, daar zijn overtuigende aanwijzingen voor. Sinds de eeuwwisseling komen de crisissen als golven over ons heen: de bestuurlijke crisis, de economische crisis, de milieucrisis, de terroristen, de geopolitieke crisissen, de vergeldingsoorlogen in het Midden-Oosten, de crisis van de zingeving, van het geloof, van de autoriteit… De lijst is niet exhaustief. Komt daarbij dat het voor de meeste burgers bijna onmogelijk is geworden een overzicht te krijgen en voldoende inzicht, kennis en begrip. In de woorden van de taalkundige en grote observator Noam Chomsky: “Most People have no idea”. Waar moet dat eindigen? Niet alleen in een uitdrogende wereld met gestegen zeespiegel door de klimaatopwarming.

Mijn model om de mens en de gemeenschappen, de beschavingen te begrijpen, dat ik doorheen tientallen jaren van aandachtig observeren en intens studeren over de grenzen van vele wetenschapsdisciplines heen heb opgebouwd, is in wezen eenvoudig. Om een situatie, een patstelling of een crisis die lijden veroorzaakt goed te begrijpen, of het nu het Hitlerisme is of een geestesziekte bij een buurman, of de typerende stijl van de westerling, neemt volgende uitgangspunten. Zoek naar de diepere oorzaken. Kijk naar de geschiedenis die aan het heden voorafgaat. De mens en zijn vaak ongrijpbaar lijkende gedrag en problemen,  ze laten zich vrij goed lezen met twee grote referentiekaders in het achterhoofd: de lange termijn-geschiedenis van onze soort. De prehistorie, die lange periode waarin Natuur en Geschiedenis samenvallen, waarin de mens naar lichaam en geest is gevormd in omstandigheden die fel verschillen van de hedendaagse, enerzijds en de Biologie anderzijds. Naar mijn gevoel is inderdaad de grote oogst die de leer van Charles Darwin belooft, door zijn ontdekking van de Evolutie in haar werking over de miljoenen jaren  heen, nog lang niet volledig binnengehaald. De problemen en kansen die worden bestudeerd door de Menswetenschappen zijn de belangrijkste, veel meer dan de ingenieurs ons bijvoorbeeld kunnen bieden in hun macht over de materie (en de natuur). Die Menswetenschappen, zoals de psychologie en de filosofie, blijven echter tot op vandaag in verbazend grote mate stuurloos. De autoriteit van beide takken is tot op vandaag problematisch, omdat de opvattingen van de observator, van de wetenschapper, onvermijdelijk sterk meespelen in de wetenschappelijke conclusies. Op een dieper niveau, lijkt het te gaan om een onvermijdelijke eigenschap van de Werkelijkheid in haar relatie tot de (observerende) mens: je ontkomt niet aan persoonlijke betrokkenheid. Zoals in de deeltjesfysica, waar werd vastgesteld dat het oog van de observator vreemd genoeg het gedrag van de deeltjes beïnvloedt, zo gaat het voor het menselijke fenomeen dat tot de vier grote thema’s behoort: het lijden. Of de liefde, of het leven of de dood. Lytta Basset, Bijbelfilosofe, moeder van een kind dat zelfdoding pleegde en befaamde schrijfster, heeft het overtuigend uitgelegd: over iets als het menselijke lijden kan je niet “onafhankelijk”, afstandelijk tot “begrip” komen. Er is een plooi in de structuur van de Werkelijkheid die maakt dat je MOET ingrijpen om dat lijden te verlichten. De allergrootste westerse filosofen hebben om die reden dat vraagstuk niet kunnen tackelen; van Kant tot Nietzsche. Dat aspect van Onvermijdelijke Betrokkenheid, van appel op de mens, dat is naar mijn aanvoelen zeer veelbelovend; het is nog maar in heel weinig domeinen van denken en doen doorgedacht en toegepast. Het houdt onder meer in dat we mogen stellen dat veel academische denkers veel te terughoudend zijn. Hun inbreng in het maatschappelijk debat is van vitaal belang. Veel geleerden zijn te bescheiden. Niet alleen de klimaatwetenschappers, die veertig jaar lang bijna niet gehoord werden. Kijk, om de  fenomenale kracht te begrijpen van een PERSOONLIJK BETROKKEN KENNIS naar het succes van het kleine meisje uit Stockholm. Greta Thunberg doet in haar kracht en immense, (heilzame!) invloed denken aan de uitspraak van Archimedes: “Geef mij een steunpunt, en ik breng de aarde uit haar evenwicht”. Thunberg en andere ecologische activisten (en toegewijde hulpverleners en heiligen uit de traditie) brengen de mensheid juist IN evenwicht.

Omdat een denker en een schrijver vooral niet mag “bloedeloos” raken, en over zijn gezondheid en levenslust moet waken, omdat hij anders onbruikbare woorden produceert, ga ik het hierbij laten wat de analyse betreft. Ik heb ze immers ook juist geschreven als  inleiding bij mijn autobiografische essay over het wonder van een goede omgang met wat vreemd is. Over dat onderwerp mocht  ik voor het monastieke tijdschrift De Kovel nadenken. De monastieke wereld is vandaag bijna een anomalie, een fossiel. Zoals het juist fossielen zijn die Darwin op het spoor mochten zetten van een werkelijk wereldomvattende omwenteling in het perspectief van het leven en de mens, kunnen dit soort mensen die zich terugtrekken in een universum van dienstbaarheid, gebed, zang en regelmaat ons geregeld echter van een puur en precieus soort inspiratie voorzien.

 

Ik lever in nummer 68, met als dossier het thema “Het vreemde, een paradox”, een persoonlijke bezinning op de manier waarop de (westerse) mens omgaat met wat vreemd is. Dat thema van onze omgang wat ons niet eigen is, is buitengewoon leerzaam natuurlijk. Niet alleen omwille van de vastlopende situatie in onze houding naar de natuur, het milieu, de planeet en de biosfeer, die grote Andere, waar wij toch voor eens en altijd een klein onderdeel zullen van zijn, zoals structuurpsycholoog en schrijver Paul Verhaeghe geregeld benadrukt. Denk ook aan het eeuwige thema van de “vreemdelingen”. Denk aan de spanningen rond immigratie, de Marokkaanse Belgen, het racismespook. “De komst van de barbaren” die ons onze “welverdiende welvaart” zouden kunnen afnemen, het is waarschijnlijk een van de diepste angsten die momenteel in onze streken de zielen beroeren. Zelfs mijn oude professor Nieuwe Tijd, een brave en dienstbare, geleerde man, goede huisvader en christen, blijkt er door getroffen. Openheid en gastvrijheid, dienstbaarheid en zorg voor wie in nood verkeert, het ziet er niet direct uit dat die nobele centrale waarden van de humaniteit het snel gaan halen van bepaalde waarden die sinds ongeveer een eeuw de dienst zijn gaan uitmaken. Waarden en doelen zoals hard werken, geloof in geld, geloof in menselijk en persoonlijk technologisch kunnen, geloof in de Wetenschappen en in ons menselijk en nationaal organisatietalent en onze machines. Haastige arbeidsstrijd en Machines inderdaad, van de mentaliteit van de frontlijnsoldaat en de generaal tot de tank en de bommenwerper die veiligheid en bevrijding brachten in oorlogstijd, tot de hedendaagse oversized SUV-auto, de klok, het goedkope vliegtuig en de snelle vrachtwagen en boot, vol containers. Het is ingewikkeld en problematisch. Toch is er hoop; ook als je weet dat over het gevaar van teveel gebruiken van machines al is nagedacht en geschreven door Zuang Zi, een criticus van de toonaangevende Chinese wijze uit de derde eeuw voor christus!

Lees mij dus, en kijk naar mijn leven en daden. Een schets van de lessen getrokken uit dit doorleefde parcours kunt u kosteloos downloaden en lezen via de link. Vanuit mijn slecht karakter laat ik u even zoeken op de website. De foto geeft een sleutel. Ik voeg als smaakmaker nog de woorden toe die ik op Facebook heb benut.

Wat gebeurt er wanneer je als baby gedragen wordt, veel wordt geknuffeld, als moeder altijd bij je is, en oudere heren je verhalen vertellen? Als je later laat leiden door gloeiende sympathie voor de medemensen, en je vooral in actie komt voor de mensen op je pad die in nood lijken? Wanneer je leeft van liefde, ook zoveel mogelijk van de toegewijde, passionele erotische liefde?  En wanneer je tussendoor heel hard nadenkt over de volgende stap, met inzet van je hoge intelligentie waarop je hebt leren vertrouwen ? Wanneer je gevormd geweten en gevoel daarbij altijd als ultiem kompas neemt? Wanneer je de leidraad van je vader “All you do, do well!” als levensmotto adopteert? Wanneer je compromisloos hebt gaan geloven, ook door de toewijding van je warme moeder, en door bepaalde schokkende ervaringen die je mocht te boven komen, in het goede van het Leven en van God.

Wanneer je die goede God gaat zoeken en ter hulp roepen in lastige en evenzeer in gelukkige, dankbare momenten? Hoe ga je om met al die dingen en mensen die vreemd zijn, en wat maak je mee wanneer je hen juist aantrekkelijk acht en bron van inspiratie & ontdekkingen? Hoe heeft die omgang mij, Stef Hublou, gevormd en ‘rijk’ gemaakt op een niet materialistische wijze? Hoe ‘slijpt’ de vreemde mens en het vreemde fenomeen onze kern, onze ziel? Hoe wordt het gewone stukje koolstof dat de mens is, op die manier soms een heldere, mooie, nuttige diamant? Mijn essay is nu beschikbaar via de dekovel.org. “Hoe het vreemde ons vormt. Van armoede en angst naar rijkdom, veiligheid en waardigheid.”

 

Ik hoop dat mijn getuigenis een beetje kan bijdragen aan het besef dat je nog zo hard mag werken, nog zoveel mag in je macht en bezit kunt verwerven, en je dan toch geen voldoening en vreugde meemaakt. Dat waarden als generositeit, de  nodige zorg bieden aan anderen die ze nodig hebben, vriendelijke nabijheid bieden, verstandig afwachten, de stemmen van mens en dier en wind beluisteren, kennis vergaren in alle mogelijke domeinen, trouw blijven aan anderen en eerst en vooral aan jouw droom van schoonheid, maar ook het oefenen van strijdbaarheid, standvastigheid, geloof in je souvereniteit en waardigheid, geloof aan de pracht van je eigen lichaam en dat van anderen, kortom waardering voor de betekenis van wat tot je komt in momenten van sterke emotie en gevoel… met evenveel aandacht voor de negatieve sentimenten zoals pijn, rouw en schuld, als voor de positieve zoals warmte, levenslust, liefde en vriendschap… dat die levenshouding wel eens veel heil, veel zegen zou kunnen brengen voor onze persoon, voor onze Beschaving en onze Biosfeer.

 

Stef Hublou Solfrian

www.dekovel.org

 

 

 

 

Stef Hublou, zeven dagen na de dood van zijn moeder Maria

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!