Opinie -

Moet België nieuwe gevechtsvliegtuigen aankopen? Nee, bedankt!

De regeringsonderhandelaars hebben beslist om de Belgische F-16 gevechtsvliegtuigen te vervangen. Over enkele jaren (periode 2023-2028) zullen deze gevechtsvliegtuigen hun maximum aantal vlieguren hebben bereikt. De vredesbeweging vindt deze aankoop in tijden van crisis compleet onverantwoord en zal in de komende maanden van zich laten horen. Hier alvast de antwoorden op een aantal belangrijke vragen.

maandag 25 augustus 2014 16:57
Spread the love

Wil de bevolking nieuwe gevechtsvliegtuigen?

Hoewel er nog geen echt debat is gevoerd over de aanschaf van nieuwe
gevechtsvliegtuigen, is uit een peiling van de Universiteit Antwerpen
gebleken dat de bevolking daar niet warm voor loopt.
Slechts een op vier van de bevraagde Belgen wil dat ons land nieuwe
gevechtsvliegtuigen aankoopt, tegenover bijna de helft die tegen is.

Dat betekent dat de groep van de tegenstanders dubbel zo groot is als
de groep van voorstanders. Een kwart van de bevraagden heeft geen
mening, wat erop kan wijzen dat er voor velen nog onvoldoende
informatie voorhanden is om zich uit te spreken.

Er is ook gepolst naar de keuze van de bevolking binnen de Vlaamse
politieke partijen. Daaruit blijkt dat binnen elke partij de groep
die geen voorstander is van de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen
telkens duidelijk het grootst is.


H
ebben we de middelen om nieuwe gevechtsvliegtuigen aan te
schaffen?

Er zijn weinig gegevens bekend over de juiste kostprijs van nieuwe
gevechtsvliegtuigen. Nederland heeft beslist om 37
F35-gevechtsvliegtuigen aan te kopen, waarmee een bedrag van 4,5
miljard euro is gemoeid. Nederland zit mee in het programma, wat de
stukprijs goedkoper maakt. Daarnaast heeft de Nederlandse rekenkamer
de exploitatiekosten op 7,5 miljoen euro per stuk berekend.

Minister
van Defensie Pieter De Crem heeft zijn voorkeur voor 40 F-35
gevechtsvliegtuigen uitgesproken. Dat kan bij extrapolatie op basis
van het Nederlandse dossier gemakkelijk oplopen tot een kostprijs van 6
miljard euro.

Daar komt bij dat Defensie reeds in een
programma zit voor de aankoop van 7 A400M transportvliegtuigen (een
miljard euro, nog te betalen) en wil investeren in de mijnbestrijdingscapaciteit (MCM) en twee nieuwe fregatten. Volgens de
gouverneur van de Belgische Nationale Bank moet België de komende
vier jaar nog 14 miljard euro besparingen realiseren, vooral op de
overheidsuitgaven. Een miljardenuitgave voor nieuwe
gevechtsvliegtuigen in het licht van deze budgettaire inspanningen en
de sociale en milieunoden is bijgevolg compleet onverantwoord.

Vallen er economische compensaties te verwachten, zodat een deel
van de investeringen worden terugverdiend?

Er zijn tot nu toe geen grondige, onafhankelijke studies gemaakt over
de economische return, voornamelijk gemeten in het aantal jobs dat
gecreëerd wordt en de productie en verkoop van onderdelen. Daarnaast
zijn er indirecte compensaties zoals de ontwikkeling van de
luchtvaartsector, technologietransfer, het onderhoud van de
toestellen, e.d. Volgens een advies van het Vlaams Vredesinstituut
(gepubliceerd op 2 juni 2014) kan de eventuele economische return
voor de aankoop van nieuwe jachtvliegtuigen niet ingeschat worden op
basis van een eenvoudige vergelijking met vroegere
compensatieregelingen voor de aankoop van de F-16’s.

België besliste
– in tegenstelling tot Nederland – om niet te participeren aan de
ontwikkeling van de F-35 gevechtsvliegtuigen. Belgische bedrijven
kunnen in het huidige dossier dus quasi geen aanspraak meer maken op
directe industriële participatie. De overheid kan ook alleen maar
kiezen tussen de kant-en-klare jachtvliegtuigen van de verschillende
constructeurs. Onderhandelingen met deze producenten over mogelijke
compensatieregelingen zullen zich dus vooral concentreren op
indirecte compensaties.

Tot slot is het belangrijk om het onderscheid
te maken tussen de economische return voor bedrijven en de
economische return voor de maatschappij in het algemeen. Als er
sprake is return on investment, dan is het niet noodzakelijk – zodat
het grootste deel daarvan naar de overheid gaat.

Gevechtsvliegtuigen ondersteunen de militaire
interventiecapaciteit. Vormt dat een bijdrage aan vrede en
stabiliteit?

In de strategische concepten van de NAVO, de Europese Unie en België
zijn de meeste dreigingen, zoals energietoevoer, de ongeljke
verdeling van de welvaart, de gevolgen van de klimaatswijziging,
waterschaarste enz. niet-militair van natuur. Een militair antwoord
is weinig zinvol, onproductief en zelfs gevaarlijk. Aan militaire
interventies en het gebruik van gevechtsvliegtuigen daarin zijn er
grote nadelen verbonden. Grote interventies zoals in Afghanistan
(Sovjet-Unie), Somalië (VS), Kosovo (NAVO), Afghanistan (VS/NAVO),
Irak (VS), Libië (NAVO) zijn in humanitair opzicht rampzalig
gebleken.

Ten eerste. De militaire interventies in de meeste van die
landen hebben bijgedragen tot jarenlange instabiliteit. Ten tweede. Militair
interveniëren maakt de gewapende partijen in een conflict sterker
ten koste van de geweldloze politieke krachten, zoals we hebben
kunnen zien in Kosovo en Libië. Achteraf blijkt dat deze gewapende
groepen het recht in eigen hand durven nemen en niet gemakkelijk meer
te ontwapenen zijn. Ten derde. Elke militaire tussenkomst zet andere
potentiële doelwitten aan om zich extra te bewapenen om een
aanvaller af te schrikken en desnoods een aanval af te slaan. Op die
manier is elke nieuwe interventie onbedoeld een stimulans voor een
bewapeningswedloop. Ten vierde zijn militaire interventies erg
kostelijke aangelegenheden. De oorlogen in Irak en Afghanistan hebben
samen tussen de 4 tot 6 biljoen dollar gekost.

Moeten de nieuwe gevechtsvliegtuigen ook de nucleaire taken van
België verder opnemen?

De stationnering van Amerikaanse kernwapens in België is een
schending van het Non-proliferatieverdrag. Ondanks die schending
blijft België, naast Nederland, Duitsland, Italië en Turkije,
partner in het kernwapenprogramma van de Verenigde Staten, ingebed in
de visie van de NAVO. Volgens het strategisch concept van de NAVO
vormen kernwapens immers een hoeksteen van de defensie van het
bondgenootschap. In het kader van deze nucleaire sharing transporteren de Belgische F-16s de B61-kernbommen, die in Kleine
Brogel liggen.

De Amerikaanse regering heeft beslist om deze
kernbommen – die ook in een de hoger genoemde landen liggen – te
moderniseren. Deze upgrade kost 10 miljard dollar. De nieuwe
B61 krijgt een staartstuk mee, waardoor het een nucleaire precisiebom
wordt. De eerste bommen van dit nieuwe type zouden in 2019 of 2020
ons land binnengevlogen worden.

In eerste instantie komt enkel de
F-35 in aanmerking om de F-16 te vervangen. In theorie kunnen ook de
andere toestellen aangepast worden om de B61-kernbom te vervoeren,
maar die aanpassingen zijn peperduur en op dit moment ook niet
voorzien. Dit verklaart wellicht waarom minister van Defensie De Crem
zijn voorkeur voor de F-35 heeft uitgesproken. De vredesbeweging
verzet zich al jaren tegen de aanwezigheid van kernbommen in België
onoverzichtelijke humanitaire rampen veroorzaken.

Betekent het niet-aanschaffen van nieuwe gevechtsvliegtuigen dat
België geen bijdrage kan leveren aan de internationale vrede en
veiligheid?

Op basis van de recente voorbeelden is het twijfelachtig dat het
inzetten van nieuwe gevechtsvliegtuigen überhaupt een bijdrage
kunnen leveren aan de internationale vrede en veiligheid. Bovendien
kunnen de middelen voor de aanschaf ervan veel efficiënter worden
ingezet door extra te investeren in ontwapeningsopdrachten na een
vredesakkoord, opruimen van landmijnen of een niet-militair
veiligheidsbeleid en zo tal van mensenlevens redden.

Zo is er een
chronisch gebrek aan middelen voor de opvang van vluchtelingen in de
buurlanden van conflictgebieden. De onveiligheid als gevolg van
klimaatswijzigingen kan doeltreffender aangepakt worden door te
investeren in alternatieve energiebronnen. België zou ook een grote
bijdrage kunnen leveren om de millenniumdoelstellingen te helpen
realiseren, zoals het wegwerken van armoede en honger, ziektes zoals
malaria, enz. In eigen land kan met de kostprijs van nieuwe
gevechtsvliegtuigen bijvoorbeeld de hele woonproblematiek worden
aangepakt.

Genoeg redenen om werk te maken van een groot maatschappelijk debat
over de wijze waarop België zich het best – volgens kosten-baten –
voor de grote veiligheidsuitdagingen uitrust. Er is nood aan een
alomvattend en integraal veiligheidsbeleid dat niet langer focust op
militaire inspanningen.

CNAPD, Pax Christi Vlaanderen, Vrede en Vredesactie hebben de
handen in elkaar geslagen om zich te verzetten tegen de aankoop van
nieuwe gevechtsvliegtuigen

Vrede vzw heeft een dossier klaar over ‘De
toekomst van het Belgisch leger en de aankoop van nieuwe
gevechtsvliegtuigen’ 

take down
the paywall
steun ons nu!