Marc Vermeersch. Foto: Tomas Ronse
Interview - Tomas Ronse,

Moeder, van waar komen wij?

Marc Vermeersch is historicus van opleiding, maar werkt overdag als IT-er. In zijn vrije tijd schrijft hij boeken over het ontstaan van de mens, die hij met steun van andere historici tot stand brengt. Professor Herman Balthazar noemt hem een 'holistisch historicus. Tomas Ronse sprak met hem. "Vanwaar komen we, hoe zijn we geworden wat we zijn. Je wilt het weten, als je je afvraagt waar we naartoe gaan."

woensdag 22 september 2021 11:44
Spread the love

 

Marc Vermeersch is een moedige man. Er is veel moed voor nodig om je op een project te storten dat zelfs voor een heel team van wetenschappers een kolossale opdracht zou zijn.

Marc wil namelijk de hele geschiedenis van de mens vertellen. In een klare taal, leesbaar voor een groot publiek, alle kennis over ons verleden verwerkend die het historisch onderzoek en andere wetenschappen tot vandaag hebben opgeleverd.

Tot nu toe heeft hij drie boekdelen gepubliceerd, samen meer dan 1.300 bladzijden. Daarmee is hij nog maar aan het ontstaan van de landbouw gekomen. Er is dus nog een lange weg voor de boeg.

Het eindpunt – vandaag – zal misschien nooit bereikt worden. Maar dat schrikt Vermeersch niet af. Met een rustige discipline bouwt hij verder aan zijn kathedraal. Met de moed van een Sisyphus. In dit salon kan hij dus op sympathie rekenen.

Catal Hoyuk, de oudste stad ter wereld, wordt beschreven in Vermeersch’s derde boek. Tekening: Dan Lewandowski

In het voorwoord op het derde boekdeel noemt professor Jean Bourgeois Vermeersch “een echte ‘amateur’” (wat letterlijk betekent) “iemand die liefheeft”. Je moet de mens wel liefhebben als je je in die mate in zijn verleden wilt verdiepen.

Maar Vermeersch is ook een amateur in de figuurlijke zin: Hij is geen professionele historicus. Hij geeft zijn boeken uit in eigen beheer. Overdag werkt hij in de IT-sector, zijn historisch onderzoek doet hij in zijn vrije tijd. Wat zonder meer verbluffend is. Dat iemand in zijn vrije uurtjes zo’n berg werk kan verzetten, gaat mijn petje te boven.

‘Amateur’ betekent soms ook een lichtgewicht, iemand die te weinig kan of weet om ernstig te worden genomen. In die zin is Vermeersch beslist geen amateur. Hij is een geschoolde historicus die doctoreerde met een scriptie over het ontstaan van religie die men hier kan vinden.

Een van zijn mentors, professor Herman Balthazar, noemde hem “een holistische historicus”, een historicus die naar de ‘big picture’ kijkt. Daar is in onze tijd duidelijk nood aan. Het succes van auteurs zoals Jared Diamond en Yural Harari bewijst dat. Vanwaar komen we, hoe zijn we geworden wat we zijn. Je wilt het weten, als je je afvraagt waar we naartoe gaan.

Wat niet betekent dat Vermeersch enkel naar de grote lijnen kijkt. Integendeel, hij heeft (te?) veel oog voor details. Het lijkt wel alsof er in de hele wereld geen archeologische vindplaats is die hij niet nog eens wil omspitten.

Soms krijg je meer botjes en potscherven voorgeschoteld dan je lief is. Die mag je van Vermeersch wel eens overslaan. Hij helpt de lezer daarbij door een groene verticale lijn te trekken naast wat hij het belangrijkste vindt.

Alsof de geschiedenis van de mens nog niet lang genoeg is, neemt hij in zijn eerste boekdeel een flinke aanloop. 67 miljoen jaren gaat hij terug, naar de gemeenschappelijke voorouder van mensen, chimpansees en bonobo’s. Daarna vertelt hij hoe de mensaap een mens werd. De verschillende mensensoorten passeren het rijtje. Uiteindelijk schiet alleen de homo sapiens over.

Alle hedendaagse mensen zijn nakomelingen van een kleine groep sapiens die zo’n 80.000 jaren geleden Afrika verliet. Genetisch verschillen we nauwelijks: 99,9 procent van onze DNA is identiek. Gedurende 99,6 procent van onze geschiedenis produceerden de mensen geen voedsel: ze waren jagers-verzamelaars.

In zijn tweede boek toont Vermeersch aan dat dit niet betekent dat hun beschaving stil stond. Hun technische kennis nam toe, hun cultuur werd complexer. Hoe overleefden deze mensen? Hoe begrepen ze hun wereld? Wat voelden ze? Vermeersch probeert die vragen zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden. Sommige thema’s lopen als rode draden door zijn boeken, zoals taalontwikkeling, werktuigen, de man-vrouwrelatie, seks, geweld, religie en kunst.

Minder dan 12.000 jaar geleden ontstond de landbouw en zo’n duizend jaar later de veeteelt. Wat maakte die stappen mogelijk? Welke gewassen en dieren werden getemd? Hoe leerden de mensen wilde dieren veranderen in huisdieren? Hoe verspreidden die technieken zich wereldwijd? Hoe ontstonden er steden en staten? Hoe veranderde het wereldbeeld van de mens? Dat en nog veel meer komt aan bod in het derde boek. De details zijn vaak fascinerend.

Drie volgende boeken zijn bijna klaar. Maar laten we Vermeersch er zelf over aan het woord laten. Wat volgt zijn uittreksels uit gesprekken met de auteur, in persoon en via email.

Je opzet is ontzettend ambitieus. Waar vond je de moed om daaraan te beginnen? Herinner je nog de dag dat je besloot: ik ga de volledige geschiedenis van de mens vertellen?

“Ik had als kind al veel interesse voor geschiedenis. Daarom koos ik het als studierichting. Ik wilde weten waar de mens vandaan kwam en hoe hij zou evolueren. Toen ik 48 was, heb ik een jaar nagedacht over wat ik de rest van mijn leven wilde doen.”

“Mijn vader was 49 toen hij overleed. Ik besloot om niet enkel te werken maar ook nog iets te ondernemen dat nuttig kon zijn. Een geschiedenis van de mens met verwerking van alle vooruitgang in de wetenschappen van de afgelopen 30 jaar, waaronder DNA-onderzoek en het darwinisme dat tot vandaag zijn invloed op steeds meer terreinen uitoefent.”

Wat is er mis met bestaande “geschiedenis van de mens”-boeken? Hoe verschilt jouw opzet van wat anderen gedaan hebben?

“De oudste Nederlandstalige geschiedenis van de mens, waarvan het eerste deel verscheen in 1950, ging ervan uit dat de mens ontstaan was in Indië. De kennis die sedertdien werd verzameld is gigantisch. Een synthese daarvan is een noodzaak.”

“In Wikipedia is wel ontzettend veel kennis opgeslagen maar het is geen middel om diepere inzichten en evoluties op lange termijn weer te geven. Sommige belangrijke thema’s voor de menselijke geschiedenis zoals ‘geweld’ of ‘religie’ worden er zeer pover besproken.”

In je boeken is religie een belangrijk thema.

“Religie is de oudste vorm van ideologie in de geschiedenis van de mens. Wrede praktijken van de mens werden vaak door religie goedgekeurd. De Azteken executeerden tot 20.000 gevangenen op één dag omdat de goden bloed wilden.”

“Men offerde kinderen, ook eigen kinderen, in tamelijk veel religies, ook voor er sociale klassen bestonden. Dat toont hoe gevaarlijk ideologie kan zijn. De mensheid kan zich maar bevrijden als ze zelfkritisch wordt tegenover alle totalitaire ideologieën, religieuze, politieke en andere.”

Een ander thema waar je telkens naar terugkeert is kunst. “Net als over religie vind je over kunst in Wikipedia verschillende definities, naar gelang de taalversie. Als er betekenisvolle verschillen zijn voor verschillende talen, dan wijst dat er op dat er geen consensus is over het begrip (wat onvermijdelijk is voor religie) of dat men het niet (volledig) begrijpt.”

“Ik heb vele jaren nagedacht over het begrip kunst, zoekend naar een definitie die de verschillen in voorkeur over tijd, ruimte, sociale klassen enzovoort zou overbruggen. Dat kunst intentioneel moet gemaakt zijn, had ik nooit aanvaard. Het zou betekenen dat kunst maken beperkt bleef tot een elite.”

Wandtekening van een Magdaleense bizon in de grotten van Altamira. Foto: Museo de Altamira y D. Rodriguez

“Wat was essentieel bij de mens om tot kunst te komen? De hersenchirurg professor Cammaert vertelde mij dat een dier als een hagedis dat insecten eet, automatisch snapt wanneer er een vlieg voorbij vliegt. Het zou dit dus ook kunnen doen als een stukje metaal zou voorbij zoeven.”

“Bij de mens ligt dat anders. Als hij potentieel voedsel zag, kreeg hij een goed gevoel, vond hij dat mooi. Evolutionair heeft de mens esthetisch gevoel ontwikkeld. Dat was de basis van het bestaan van kunst. Dat kunst over tijd, ruimte en andere context sterk kan verschillen in waardering, is een feit maar de basis is dezelfde, het menselijke esthetische gevoel.”

Het lijkt alsof je zegt: esthetisch gevoel komt uit de maag. Dat lijkt me reductief, een te unicausale verklaring voor iets zo complex als kunst.

“De vergelijking met de maag is niet slecht. Dieren, waaronder de mens, hebben eigenschappen ontwikkeld die hen toelieten om zich beter in stand te houden en beter te reproduceren.”

“Kunst kan uiteraard complex zijn en is dat ook vaak. Ik ben niet bevoegd om daarover te oordelen. Ik heb enkel gezocht naar een antwoord op de vraag waarom kunst een evolutionair voordeel was.”

Je verwerkt een gigantische hoeveelheid data. Je delft diep in archeologie, antropologie, met vertakkingen naar genetica, plantkunde, klimatologie en nog veel meer. Hoe doe je dat? Krijg je hulp in je research?

“Het is dagelijks werk. Ik werk in IT tot de middag. Daarna studeer en schrijf ik. In het weekend en tijdens de vakanties onderzoek ik ook. Ik heb beroep gedaan op specialisten, zoals de antropoloog Rik Pinxten en de filosoof Johan Braeckman, maar ook een klimaat-expert.”

“In artikels en boeken vind ik de resultaten van het onderzoek van andere wetenschappers. Maar ik haal ook informatie uit gesprekken met ‘gewone’ mensen. Zoals mijn moeder, een boerendochter, die me vertelde hoe de koeien er 70 jaar geleden uitzagen, wat er geteeld werd, enzovoort.”

“Ik leer ook bij door de vragen en opmerkingen die ik krijg tijdens lezingen. Die helpen mij om beter te schrijven. Ik vermijd zoveel mogelijk gekunstelde, moeilijke zinnen. Ik heb drie vrienden die mijn teksten verbeteren. Zij waken over de leesbaarheid.

Je hebt tot hiertoe drie lijvige, rijkelijk geïllustreerde boekdelen gepubliceerd. Hoeveel boekdelen denk je nodig te hebben om het hele verhaal te vertellen?

“Ik ben nu drie boeken aan het afwerken. Het vierde in de reeks gaat over het ontstaan van landbouw en veeteelt in China en de verspreiding daarvan naar andere Aziatische landen. Dit boek moet nog gelay-out worden.”

Reproductie van een Altamira-bizon. Auteur onbekend/Public Domain

“Het vijfde boek gaat over de verdere Austronesische verspreiding in een gebied van Zuidoost-Azië naar Oceanië tot in Paaseiland en zelfs Madagaskar. Dit bleek een zeer moeilijk onderwerp vanwege de vele eilanden. Het is echter bijzonder interessant.”

“In Melanesië kwamen Chinese vrouwen en zwarte Melanesische mannen samen en vormden een nieuw volk, de Polynesiërs. Die zwermden in een relatief korte tijd uit over een zeer grote oppervlakte.”

“Ze bereikten zelfs Amerika en brachten vandaar de zoete aardappel naar Polynesië en Nieuw-Guinea. Ze ontwikkelden soms ook klassenmaatschappijen met sociale uitbuiting en mensenoffers. Maar er was ook veel geweld in maatschappijen zonder sociale klassen.”

“Hoeveel boeken er daarna nog volgen? Vandaag is dat moeilijk te zeggen maar ik zou zeer graag nog de opkomst en verspreiding van de Indo-Europese cultuur bespreken alsook de andere pijler, Mesopotamië, Zuidwest-Azië, Egypte.”

De eerste boeken gaan over de periode van jagers en verzamelaars en het ontstaan van de landbouw. Men noemde dat “de prehistorie”, alsof er toen nog niets gebeurde …

“Historici zijn al 50 jaar afgestapt van de notie prehistorie. Die komt uit de tijd dat men enkel geschreven bronnen had of enkel deze als volwaardig beschouwde.”

“Sindsdien hebben archeologie, linguïstiek, anatomie en andere onderzoeksvelden veel kennis over die periode bijgebracht. Vandaag is daar ook de DNA-analyse bijgekomen. Zelf gebruik ik de term niet in mijn boeken.”

Heeft die periode nog een impact op de mens van vandaag?

“Wij zijn in grote mate gevormd door ons bestaan als jagers en verzamelaars. Het omvat immers ruim 99 procent van onze geschiedenis. We zijn voor niet veel minder dan 99 procent biologisch bepaald door ons verleden als jager en verzamelaar. Genetisch zijn we sindsdien niet veel geëvolueerd.”

“Nieuwe ontwikkelingen waren bijvoorbeeld het vermogen om melk te verteren, een gevolg van de veeteelt. We danken dat aan ons herdersverleden. Een belangrijke erfenis van de jagers/verzamelaars is onze grote capaciteit om samen te werken. Een andere is de drang naar gelijkheid. Een negatieve erfenis is onze gewelddadigheid maar die is in de loop der tijd wel verminderd.”

Is er geen gevaar dat we op basis van observaties van eigentijdse jagers/verzamelaars te veel gaan extrapoleren naar het verleden? Is het bijvoorbeeld wel correct om uit de vaststelling dat sommige restgroepen het verband tussen seksuele bevruchting en zwangerschap niet door hadden – ze dachten bijvoorbeeld dat een vrouw zwanger werd omdat de geest van een voorouder in haar was geslopen – af te leiden dat deze misvatting overal lang heeft bestaan?

“Hoe konden de jagers-verzamelaars weten dat seks tot bevruchting leidde? Een koppel had vele keren seks tussen bevruchting en geboorte. Soms met meerdere partners. Sommige indianen geloofden dat een kind meerdere vaders kon hebben.”

“De mens weet nog niet veel meer dan een eeuw hoe de regels van de vrouw verlopen. Sommige dokters dachten dat vrouwen vanwege hun “emotionele, hysterische natuur” regelmatig moesten bloeden.”

In alle maatschappijvormen die de mens heeft gekend, lijkt patriarchaat een dominante trek. Is dat altijd zo geweest? Kan dat ooit veranderen?

“De vraag naar het bestaan van een matriarchaat is één van de meest gestelde op mijn lezingen. Er is echter nooit een maatschappij bekend geweest waar vrouwen de politieke macht hadden. Dat is een mythe.”

“Je had wel meerdere maatschappijen, zoals die van de pygmeeën, de Irokezen of de Buid van Mindoro waar de positie van man en vrouw globaal genomen gelijk was. In alle andere gebruikten mannen geweld om vrouwen te onderdrukken.”

“Geweld tegen vrouwen bestaat ook vandaag nog in het Westen, waar de wet voor man en vrouw nochtans gelijkheid bracht, maar het is veel verminderd. Ook in de rest van de wereld gaat de situatie van de vrouw vooruit. Zelfs de Taliban beloven nu dat vrouwen een plaats zullen hebben in hun regering. Ook al is dat window dressing, het toont dat zij zich niet van de rest van de wereld kunnen afsluiten.”

Er is een tendens om de ‘motor’ van de geschiedenis te reduceren tot technologische ontwikkeling. Zo hoorde ik onlangs een Amerikaanse schrijfster op de radio beweren dat het huwelijk een product was van de ploeg. Alsof het huwelijk niet bestond voor de landbouw …

“Het bestond inderdaad al veel langer. Het evolutionaire voordeel van het huwelijk én de liefde is dat ze het mogelijk maakten om kinderen beter op te voeden. Om beter en sneller de kennis door te geven. Om die kennis te ontwikkelen en te onderhouden was samenwerking noodzakelijk.”

“Dat leidde tot aanpassingen in de hersenen, tot de ontwikkeling van ‘Theory of Mind’. Dat is de capaciteit om de intenties van anderen te begrijpen, te ‘lezen’. Het is de ontwikkeling van kennis die de voornaamste motor is van de menselijke geschiedenis. Technologie is daar een onderdeel van, zeker niet te onderschatten.”

Door de landbouw kwamen er dorpen en steden. Een meer complexe maatschappij dus en dat wordt vaak als reden aangegeven waarom er staten en klassen ontstonden en de egalitaire, communautaire levenswijze verdween. Maar klopt dit verhaal wel? Maakte landbouw een klassenmaatschappij onvermijdelijk?

“Zoals ik in mijn derde boek beschrijf, na het ontstaan van de landbouw in Zuidwest-Azië bleef een klasseloze maatschappij er nog 5.000 à 6.000 jaar bestaan. Landbouw maakt op zich een klassenmaatschappij niet onvermijdelijk maar het ontstaan van staten wel.”

“In een staat is er een relatief gevorderde arbeidsverdeling. Zij die de leiding hebben van de productie, de religie, het leger, grote werken, genieten privileges. Dat in combinatie met geweld leidde tot klassenmaatschappijen.”
Kan het niet anders? De eerste grote pogingen om het anders te doen liepen uit op mislukkingen. Daar moeten lessen uit getrokken worden.

 

Dit interview werd overgenomen van het Salon van Sisyphus. Je kan de boeken van Marc Vermeersch bestellen op zijn blog.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!