Opinie -

Minister Weyts, leerkrachten zijn geen proefkonijnen

Op enkele dagen tijd worden de belangrijkste veiligheidsmaatregelen voor de heropstart van de scholen in de prullenmand gekieperd. Alsof het om een niemendalletje gaat en er geen mensenlevens mee geriskeerd worden. De geloofwaardigheid komt hier zwaar op de helling te staan. En dat is zeer ernstig.

donderdag 28 mei 2020 20:15
Spread the love

Wie kan nog volgen?

Het dragen van een mondmasker en 4m² per leerling: nog geen week geleden waren dat absolute voorwaarden om leerlingen op een veilige manier terug naar school te sturen. Dat was het standpunt dat door de GEES, de Groep Experten Exit Strategie, verdedigde op het overleg van het Vlaamse onderwijsveld. Scholen werkten zich uit de naad om de heropstart in die omstandigheden voor elkaar te krijgen.

Na heel wat gewring van de minister, met wellicht steun van sterke lobbygroepen, wordt dan plots vrolijk verkondigd dat die maatregelen toch niet zo belangrijk zijn. Ineens zijn ze niet meer nodig. Wie kan nog volgen? Hoe geloofwaardig is dit nog allemaal?

Tweemaal problematisch

Op de vraag waarom dat nu niet meer nodig is maar een week geleden wel, komt een vage uitleg. Er zou nu “meer consensus” zijn onder de experts dat kleine kinderen “minder besmetten” dan volwassenen.

Dat is tweemaal problematisch. Vooreerst is er geen consensus. Studies spreken elkaar nog steeds tegen. Het kan zijn dat er nu iets meer studies zijn dan een week geleden die stellen dat kinderen minder besmettelijk zijn en zelf minder zouden aansteken, maar daar bestaat geen wetenschappelijke zekerheid over. Het is nog altijd gissen of liever voorzichtig zijn.

Ten tweede, als er al wat consensus is, gaat het niet over het feit dat kinderen niet besmettelijk zouden zijn, maar wel minder besmettelijk. Wellicht de helft minder dan volwassenen. Wellicht, want ook dat is niet zeker. Maar, minstens zo belangrijk is de vraag of ze zelf minder besmettingen doorgeven. Daarover bestaat er in elk geval weinig bewijs.

Zelfs als we uitgaan van het feit dat kinderen zowel minder besmettelijk zouden zijn als minder besmettingen doorgeven, dan blijven ze nogal altijd een ‘gevaar’ voor hun familieleden en leerkrachten. Alle volwassenen waarmee ze in aanraking komen boven de vijftig jaar hebben een sterk toenemende kans op sterfte indien ze besmet geraken.

Er zijn virologen, ook in ons land, die er voor waarschuwen om de scholen al te openen. Het zeer prestigieuze Johns Hopkins Center for Health Security (JHCHS) van de VS zegt over die kwestie het volgende: “Hoewel gepubliceerde studies tot nu toe aangeven dat kinderen met COVID-19 minder kans hebben op ernstige ziekten dan volwassenen, is er slechts beperkt wetenschappelijk bewijs, zijn er enkel modellen en anekdotische verslagen om te peilen of kinderen met COVID-19 op school het virus efficiënt kunnen overdragen aan andere kinderen, leerkrachten, schoolpersoneel en familieleden.”

Wordt daar dan geen rekening mee gehouden? Het lijkt erop dat we onder grote politiek druk de veiligheidsmaatregelen aan het lossen zijn. Moeten we in het kader van de klimaatopwarming dan ook maar de uitstootnormen versoepelen omdat we ze niet leuk of haalbaar vinden?

Wat we zelf doen …

In een aantal landen zijn de scholen al opnieuw open gegaan. Het is daarbij van belang om te beseffen dat in bijna al die landen het coronavirus veel minder heeft gewoed dan bij ons. De oversterfte per inwoner door corona in België behoort helaas tot de hoogste ter wereld.

In die landen is het dus veiliger om de scholen te heropenen. Desondanks blijft men in die landen ook in het basisonderwijs strikte veiligheidsmaatregelen hanteren:

  • In Denemarken wordt de ‘veilige afstand tussen de kinderen behouden. Er wordt zoveel mogelijk buiten les gegeven.
  • In Zwitserland is er ook veilige afstand en moeten ouders hun kinderen op een afstand van de school afleveren.
  • In de grootste staat van Australië komen leerlingen één dag per week naar school. Afstandsleren blijft de norm, het lesgeven spitst zich toe kleine leerlingen die het nodig hebben. Veilige afstand wordt gerespecteerd.
  • In Wales wordt het afstandsleren gecombineerd met het opnieuw naar school gaan, om te beginnen één dag per week.
  • In Israël is de school terug open voor de helft of minder van de leerjaren. Er zijn klassen van maximaal 15 leerlingen. De leerlingen dragen mondmaskers en respecteren de veilige afstand.
  • In Frankrijk zitten basisschoolleerlingen minstens een meter van elkaar in kleine klasgroepen.
  • In Shanghai betreden zowel de leerlingen als het onderwijspersoneel het schoolgebouw via een thermische scanner.
  • In Nederland gaan de basisscholen voor de helft van de tijd open.

Bij ons zijn strikte veiligheidsmaatregelen precies niet meer nodig. Zoals het ACOD onderwijs terecht zegt: “COVID-19 stopt blijkbaar aan de poort van het basisonderwijs”. Alsof Ben Weyts persoonlijk aan elke poort het virus gaat tegenhouden.

Proefkonijnen?

Op de vraag of een school in de VS op dit moment weer veilig open kan gaan, is er volgens het Johns Hopkins Centrum geen sluitend bewijs geleverd. Te veel vragen blijven onopgehelderd. Het Centrum pleit er daarom voor om de verschillende experimenten in Europa af te wachten, die grondig te bestuderen en daar de nodige lessen uit te trekken.

De Europese scholen als laboratorium, met andere woorden. En alle leerkrachten (én de ouders) als proefkonijn. Het Centrum zal ongetwijfeld met grote belangstelling kijken naar hoe ze in ons landje op dat vlak zullen experimenteren …

 

Carine Dedeygere is leerkracht in een middelbare school. Zij schrijft onder een schuilnaam. Naam en adres bekend bij de redactie.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!