Bron: Flickr
Opinie -

Minimaal drie procent loonsverhoging alstublieft

In de komende maanden staat het thema loonsverhoging centraal. De Groep van 10 zal zich immers wederom toespitsen op het afsluiten van een interprofessioneel akkoord (IPA) dat als basis moet dienen voor akkoorden in de sectoren en ondernemingen. Hieronder enkele punten die in dit kader zeker niet uit het oog verloren mogen worden.

maandag 29 oktober 2018 16:59
Spread the love

Het zijn de werknemers die de rijkdom produceren.

De rijkdom wordt geproduceerd door de werknemers. Dit wordt bewezen naar aanleiding van elke werkonderbreking of staking. Op dat moment wordt er geen rijkdom meer geproduceerd en het is net dat wat de werkgevers onrustig en ongemakkelijk maakt.

De vraag is dus niet wie de rijkdom produceert (de werknemers dus), maar eerder hoe dat deze rijkdom wordt herverdeeld. Hoeveel gaat naar de werknemers (onder de vorm van loon en openbare diensten) en hoeveel naar de werkgevers (onder de vorm van winst)?

We hebben recht op een loonsverhoging.

Een loonsverhoging is iets anders dan een indexatie van de lonen. Een indexatie van de lonen doet niets anders dan uw koopkracht op peil houden ten opzichte van de stijgende prijzen. Essentieel en onmisbaar, dat wel, maar de werknemers worden er niet rijker van.

De werknemers in België hebben recht op een reële loonsverhoging. Wij zijn productiever dan ooit tevoren. Studies tonen aan dat werknemers sinds 1985 een productiviteitsstijging hebben bewerkstelligd van 35 procent, maar de reële lonen zijn slechts met 25 procent gestegen.

Hoe komt het dat de werknemers productiever zijn in België?

Daar zijn verschillende redenen voor, waaronder de kwaliteit van het werk en de arbeidsorganisatie. Kwaliteit van het werk behelst een vorm van expertise waarover de werknemers in België beschikken en zich vertaalt in een hoge vorm van kennis over de toegepaste arbeidstechnieken waardoor zij sneller en efficiënter werken. De arbeidsorganisatie verwijst vaak naar de flexibiliteit. Sinds de invoering van de wet Peeters zijn de werknemers in België nóg flexibeler gaan werken. We produceren met andere woorden meer om meer, in steeds flexibelere werkomstandigheden, maar onze lonen volgen niet.

Geef ons geld terug!

Indien de werknemers meer rijkdom creëren maar de lonen stijgen niet navenant, waar is deze rijkdom dan naar toe? Officieel is deze rijkdom gebruikt om de “competitiviteit van onze ondernemingen te herstellen”. In de feiten is dit “neo-liberiaans” voor “in de zakken van de ondernemingen en de aandeelhouders”. Recente studies tonen aan dat sinds het aantreden van regering Michel de werknemers 9 miljard euro hebben verloren. In dezelfde periode zijn de winsten van de (vooral grote) ondernemingen gestegen met 12 miljard euro! Hun winsten zijn in 32 jaar nog nooit zo hoog geweest. Ook tonen de studies aan dat in de periode 1985-2014, de herverdeling van de toegevoegde waarde van de ondernemingen aan hun werknemers is gedaald: van 65,6 procent naar 60,4 procent. Conclusie: sinds 1985 is het goed om aandeelhouder te zijn, en dan zegt deze studie van VIVES nog niets over de periode 2014 – 2019 …

Eerst nationaal onderhandelen, vervolgens in de sectoren en tot slot in de ondernemingen.

Het respecteren van bovenstaande niveaus en de volgorde van onderhandelingen is in het belang van alle werknemers. Het nationaal niveau behelst immers alle werknemers uit de privésectoren. Het zijn al deze werknemers samen die druk kunnen uitoefenen op de onderhandelingen. Pas daarna is het opportuun om op niveau van de sector te onderhandelen. In (sommige) sectoren is er immers minder slagkracht in vergelijking met het nationaal geheel aan werknemers in de privé. Zowel de Europese commissie als de huidige regering zouden graag het nationale onderhandelingsniveau zien verdwijnen omwille van de werknemersdruk dat dit niveau kan oproepen. Er is nog steeds teveel solidariteit onder de werknemers. Deze solidariteit zouden de regering en de Europese commissie graag fnuiken door rechtstreeks op niveau van de ondernemingen te onderhandelen (zelfs niet meer op sectorniveau!). Op deze manier willen zij de slagkracht breken. Enkel sterke syndicale ondernemingen zouden nog correcte akkoorden kunnen afsluiten, het merendeel van de weknemers zou op die manier echter verweesd achter blijven.

Laten we ons deel van de koek opeisen: een loonsverhoging van 3% voor iedereen!

a) We hebben 11,6 procent productiviteitsstijging in te halen in België. De studie van VIVES bewijst het: 11,6 procent is het verschil tussen de stijging van onze lonen en de productiviteit sinds 1996.

b) Laten we de economische groei ondersteunen. De economische projecties voorspellen een groei van 1,4 procent à 1,5 procent (cijfers nationale bank van België). Deze groei blijft bescheiden maar kan worden gestimuleerd door de koopkracht van de Belgische gezinnen een flinke boost te geven. Hiervoor is wel een significante stijging van de lonen nodig!

c) De loonkosthandicap t.o.v. de buurlanden is weggewerkt. Sinds de wet van 1996 zijn de loononderhandelingen gelimiteerd door een loonnorm, die loopt voor een periode van 2 jaar, en wordt bepaald op basis van de verwachte evolutie van de lonen van de ons omringende landen. De wet wil voorkomen dat de lonen in België sneller zouden stijgen dan die in onze buurlanden. Dit om te vermijden dat een te positieve loonevolutie onze competitiviteit zou onderuit halen. In ruil voor deze loonmatiging zouden de werkgevers zich inzetten om extra jobs te creëren. In de realiteit warden vooral de bedrijfswinsten aangedikt door de loonmatiging, door de (grote) ondernemingen onder de vorm van dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders. De beloofde jobs waren vooral een verhaal van flexibiliteit en precariteit. Al 20 jaar lang worden de vakbonden gefnuikt in hun looneisen door dit restrictief carcan die de loonnorm oplegt. Nochtans is de loonhandicap reeds weggewerkt sinds 2016. Voor het VBO is dit echter niet genoeg en zij hebben deze legislatuur de regering overtuigd om nog een stap verder te gaan en de loonnormwet op zo’n manier te hervormen dat er een mechanisme van automatische correctie à posteriori wordt voorzien. De nieuwe vast te leggen loonnorm zou immers automatisch verminderd worden met de “uitschuivers” van de voorafgaande jaren. Het is deze wetswijziging dat ervoor gezorgd heeft dat de reële salarissen in België zijn verminderd met 0,8 procent in 2017!

Enkel en alleen al in de woordkeuze voor loonhandicap blijkt op welke manier de werkgevers over lonen denken. Hoge lonen zijn echter helemaal geen handicap maar het resultaat van syndicale slagkracht en vastberadenheid, in het voordeel van de werknemers. Laten we deze slagkracht opnieuw gebruiken om serieuze loonsverhogingen te bekomen.

Dit artikel is van de hand van Nic Gortz, vakbondssecretaris voor ACV. Het werd herwerkt door Kris Vanden Bossche en is eerder gepubliceerd op het mediaplatform Voor Verbetering Vatbaar.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!