Minder VRT maakt dom
Verslag, Nieuws, België, VRT, Openbare omroep -

Minder VRT maakt dom

Landen met een sterke openbare omroep hebben een bevolking die beter geïnformeerd is. De kenniskloof tussen rijk en arm, en tussen hoog- en laaggeschoold, is er ook merkelijk kleiner dan in landen waar de publieke omroep minder sterk is. Dat blijkt uit een wetenschappelijke vergelijking tussen de VS en drie Europese landen.

woensdag 31 maart 2010 16:36
Spread the love

James Curran, professor communiciatie aan de Universiteit van Londen, onderzocht wat de gevolgen zijn van de voorthollende commercialisering van het medialandschap. Levert dat een minder of juist beter geïnformeerd publiek op?

Hij nam twee landen – Finland en Denemarken – waar de openbare omroep nog altijd het medialandschap overheerst en vergeleek die met de VS waar de publieke omroep bijna niets voorstelt en Groot-Brittannië waar er eerder een gemengd systeem is met een sterke openbare omroep maar met stevige concurrentie van commerciële spelers die weinig last hebben van overheidsregels.

In samenwerking met een Amerikaanse, een Finse en een Deense universiteit werden de nieuwsuitzendingen van de twee grootste tv-zenders van elk land vier weken lang op de rooster gelegd. Daarna werd bij een staal van 1000 mensen in elk land gepeild naar de kennis over binnenlandse en buitenlandse onderwerpen.

De Britse en Amerikaanse zenders blijken dubbel zoveel aandacht te besteden aan zacht nieuws (beroemdheden, human interest, sport, amusement, …) dan de Scandinavische zenders. Als Amerikaanse en Britse zenders al over het buitenland berichten, gaat hun aandacht vooral naar Irak en Afghanistan.

Kyoto? Nooit van gehoord

Dat blijkt nogal ingrijpende gevolgen te hebben op het kennisniveau van de bevolking van die landen. Om een voorbeeld te geven: 67 procent van de Amerikanen weet niet dat Nicolas Sarkozy de president is van Frankrijk. Op zeven van de acht vragen over de buitenlandse actualiteit scoren de Amerikanen slechter dan de Europeanen. Verontrustend: 62 procent van de Amerikanen weet niet dat het Kyoto-protocol iets te maken heeft met klimaatwijziging. In Finland en Denemarken weet meer dan 80 procent van de bevolking dat wel.

Uitgedrukt in scores: Scandinaviërs halen in het vak buitenlandse actualiteit een ruim voldoende (62 tot 67 procent. De Britten scoren 59 procent en de Amerikanen hinken ver achterop met een dikke buis (40 procent).

Ook over belangrijk binnenlands nieuws zijn de Amerikanen en de Britten respectievelijk slecht en minder goed geïnformeerd. Denemarken en Finland scoren daar 78 procent. De Britten en de Amerikanen 67 en 57 procent.

Amerikanen blinken qua kennis alleen uit als het over beroemdheden gaat. Meer dan 90 procent van de Amerikanen weet precies wie Mel Gibson, Donald Trump en Britney Spears zijn.

Kenniskloof

Waarom scoren de Amerikanen zo slecht? Ten eerste omdat ze heel weinig naar het tv-journaal kijken, zo schrijven de onderzoekers. In Denemarken en Finland kijken dubbel zoveel mensen regelmatig naar het journaal dan in de VS.

Maar er is een tweede belangrijke reden. Er gaapt een enorme kenniskloof tussen arm en rijk en hoog- en laaggeschoold in de VS. Het is vooral het kennisniveau van de zwakkeren in de Amerikaanse samenleving die het nationale niveau naar beneden halen. In de VS is de kenniskloof 29 tot zelfs 40 procent. In Finland zijn mensen met een laag inkomen zelfs beter geïnformeerd dan hun rijkere landgenoten.

Wat heeft het medialandschap daar mee te maken?

Tot hier de opmerkelijke vaststellingen. Maar hoe komt dat nu? Is er een verband tussen het medialandschap en kennis over de actualiteit? Ja, antwoorden de onderzoekers.

Openbare omroepen blijken er beter in te slagen om alle segmenten van de samenleving aan te spreken. “Openbare omroepen staan onder enorme druk om alle groepen in de samenleving te bereiken om hun publieke financiering te rechtvaardigen”, stelt James Curran. “Commerciële zenders daarentegen staan eerder onder druk om kijkers die het geld laten rollen voorrang te geven om zo hun advertentie-inkomsten te maximaliseren.”

“De centrale objectieven van openbaren en privé-omroepen zijn ook verschillend. Commerciële zenders moeten winst maken, terwijl openbare omroepen de samenleving moeten dienen op een manier die vastgelegd wordt in wetten en regels”, aldus Curran.

Natuurlijk zijn er ook nog andere factoren, erkennen de onderzoekers. Maar: “Dat betekent niet dat de architectuur van het mediasysteem onbelangrijk is.” Een medialandschap met een sterke openbare omroep draagt bij aan een meer egalitaire samenleving, aldus de onderzoekers.

Het omgekeerde is evenzeer waar, schrijft Curran. “De trend (naar een Amerikaans mediamodel, nvdr) lijkt te leiden tot een verarmd publiek leven gekarakteriseerd door een dalende blootstelling aan ernstige journalistiek en verlaagde niveaus van publieke kennis.”

Curran sluit dan ook af met een waarschuwing: “Een voortschrijdende deregulering van de omroepen zal vermoedelijk leiden tot minder kennis die nodig is om te functioneren als burger.”

Het onderzoek Media System, Public Knowledge and Democracy: A Comparative Study van James Curran, Shanto Iyengar, Ander Brink Lund en Inka Salovaara-Moring verscheen in 2009 in European Journal of Communication.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!