Milieuboxen
Nieuws, Politiek, België -

Milieuboxen

Op 7 november 1996 krijgt het Vlaams parlement een vraag tot opheffing van de onschendbaarheid van Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling Theo Kelchtermans (CVP). Aan de basis ligt een nota van de zakenman Jean-Pierre Bleyen die is aangetroffen in een Zwitserse kluis. In die nota zou hij wel een tiental dossiers hebben vermeld waarbij geld naar de CVP zou versluisd zijn.

woensdag 1 augustus 2012 11:40
Spread the love

Het Hof van Cassatie wil Kelchtermans ondervragen over de toewijzing van het contract voor milieuboxen in 1991 – een miljard frank voor twee miljoen boxen – en over een mogelijk verband met de financiering van de CVP. Want dat is wat ondermeer te vinden is een document van de omstreden zakenbroers  Jean-Pierre en Marc Bleyen; dat zijn de vroegere bedrijfsleiders van de groep Zincpower.

Zeker is dat het bedrijf Plascobel, ondanks het advies van een ambtenarencommissie om Aralco te kiezen, de voorkeur kreeg van minister Kelchtermans. Maar na tussenkomst van de Raad van State sleepte Aralco toch het contract in de wacht. Maar wat bleek? Aralco en Plascobel raakten het intussen onderling eens want uiteindelijk mocht Plascobel een groot deel van de boxen in onderaanneming mocht maken voor Aralco.

Heel zeker is ook dat Plascobel in datzelfde jaar 1991 geld heeft gegeven: vijftigduizend frank aan de CVP en twee miljoen aan CEPESS, dat is het wetenschappelijk instituut van de CVP. Geld krijgen mocht toen maar opvallend is wel dat Plascobel alleen in 1991 geld schonk aan de CVP.

Op 13 november kiest het Vlaamse parlement unaniem voor de zogeheten derde weg. Het parlement verwijst Kelchtermans niet naar het hof van cassatie, wel vraagt het aan dat hof om te onderzoeken wanneer de eventueel strafbare feiten zich hebben afgespeeld. Indien dat voor 8 mei 1993 zou zijn, is het immers geen zaak voor het parlement. Uitzoeken of er corruptie mee is gemoeid, is dan werk voor later.

Het Vlaams parlement verwerpt op 19 december 1996 een motie die het ontslag vraagt van de minister. Half januari 1997 laat Theo Kelchtermans zich horen: van belangenvermenging is volgens hem nooit sprake geweest en daarenboven genoot hij steeds de steun van de Vlaamse regering.

Hoorzittingen over het contract van de milieuboxen zouden voor opheldering kunnen zorgen, vinden VLD en Agalev maar van hun motie komt eind januari 1997 niets terecht: SP en CVP willen er niet van weten.

Dan is het een tijdje stil, tot 21 mei 1997 wanneer er een twintigtal huiszoekingen zijn: op het kabinet van Kelchtermans en bij hem thuis, bij oud-kabinetsmedewerkers van hem, op het gemeentehuis van Peer waar hij burgemeester is, en verder bij OVAM, bij Plascobel en bij de broers Bleyen. De speurders zoeken naar sporen van smeergeld of illegale partijfinanciering. Kelchtermans verklaart gelukkig te zijn met deze evolutie en Jean-Pierre Bleyen zegt voor het eerst een verklaring te hebben kunnen afleggen over de milieuboxzaak.

Het onderzoek heeft zich nu een half jaar toegespitst op CVP-minister Theo Kelchtermans en de zakenbroers Jean-Pierre en Marc Bleyen. Maar in mei 1997 bereikt het milieuboxonderzoek ook volop de CVP. Op 27 en 28 mei strijken speurders van het Hoog Comité van Toezicht neer op het CVP-hoofdkwartier in de Brusselse Wetstraat 89. Zij willen vooral de boekhouding van de jaren 1989-94 bekijken en documenten met betrekking tot de partijfinanciering, inbegrepen het studiecentrum Cepess en vzw’s rond de partij. Ondermeer CVP-bedrijfsrevisor Herman Van Impe wordt ondervraagd.

Op 29 mei is er opnieuw huiszoeking op de CVP-partijzetel, voor de derde dag op rij, en ditmaal zijn er zelfs twee teams aan het werk. Eén werkt voor de zaak van de milieubox en één voor de affaire van de Super Club aandelen voor de KS (zie ook Super Club). De aandacht blijft vooral gaan naar de boekhouding van begin jaren negentig. Sommige documenten zijn eerst onvindbaar en worden dan toch door partijsecretaris Chris Taes en woordvoerder Willy Buijs teruggevonden en overhandigd aan het Hoog Comité. Het betreft documenten van Kridemo, dat is de vzw die voor de christendemocratische televisieprogramma’s zorgt. Van 1989 tot 1992 werkt Kredimo daarvoor samen met het bedrijf Hermes Communications; aandeelhouders daarvan zijn o.a. de twee broers Bleyen.

Het Hoog Comité wil uitvissen of de CVP geen geld toegestopt kreeg via Kredimo en/of Hermes. De Bleyen-nota zou immers nog een Plascobel-gift van enkele miljoenen vermelden. Die zou dan in de partijkas beland zijn via deze kanalen nadat het geld eerst passeerde via die andere Bleyen-firma ICC-Industries die een vermoedelijke nepfactuur leverde van ruim drieëneenhalf miljoen frank aan Plascobel.

Een ander vermoeden is dat het videoproductiehuis Hermes te goedkoop of zelfs gratis voor de CVP zou hebben gewerkt.
Leo Delcroix, die partijsecretaris was in die periode en mee het bedrijf Hermes heeft opgericht, verklaart aan CVP-voorzitter Marc Van Peel dat “er bij zijn weten niets illegaals is gebeurd”.

Begin juni valt er nog nieuws te rapen; een gedeelte van de CVP-boekhouding is verdwenen, meer bepaald documenten m.b.t. de inkomsten en uitgaven van Kridemo in 1990-91. Intussen is ook gebleken dat sommige facturen van Hermes aan Kridemo nooit in de boekhouding zijn geraakt. Partijvoorzitter Van Peel zet het accountantskantoor Ernst & Young aan het werk om de boekhouding van Kridemo door te lichten. Vele waarnemers vinden het duidelijk dat het onderzoek in de richting van Leo Delcroix schuift en zelfs dat de CVP afstand neemt van de oud-partijsecretaris. Maar dat laatste spreekt Van Peel dan weer meteen tegen: “Er is geen sprake van dat we hem laten vallen”.

Op 10 juni 1997 zorgt een verklaring van CVP-woordvoerder Willy Buijs voor opschudding: Kridemo en Hermes Communications waren geen kanalen waarlangs de partij illegale financiering binnenrijfde, neen, langs die kanalen is geld van en voor de partij overgeheveld naar de Bleyens en misschien ook anderen; van de verdwenen Kridemo-documenten zegt hij onomwonden dat die gestolen zijn, meer dan waarschijnlijk door bedrijfsrevisor Herman Van Impe.

CVP-voorzitter Marc Van Peel kan zich niet achter die beschuldigingen scharen en schorst z’n woordvoerder.

Een vroegere medewerker van Hermes Communications verklaart dan op 12 juni 1997 dat hij op 13 februari 1992 in opdracht van Leo Delcroix een valse factuur heeft opgesteld. Hermes Communications factureerde twee miljoen zeshonderdduizend frank aan het al genoemde ICC Industries voor een bedrijfsvideo die echter nooit werd geleverd. Wel zouden er twee CVP-televisiespotjes voor de verkiezingen van 1991 mee zijn gemaakt. Leo Delcroix laat weten dat hij nooit bevoegd was over Hermes of ICC en dus onmogelijk zo’n opdracht kon geven.

Begin juli 1997 raakt bekend dat de geschorste CVP-woordvoerder Willy Buijs weggaat op het CVP-hoofdkwartier en voor Wilfried Martens gaat werken. Die is voorzitter van de Europese Volkspartij en van de christendemocratische fractie in het Europees parlement.

(zie ook Bleyens, Blijweert Koen, Kelchtermans Theo, parlementaire onschendbaarheid, ministeriële verantwoordelijkheid)
 

uit het boek Barrez Dirk, Het land van de 1000 schandalen. Encyclopedie van een kwarteeuw affaires, Globe, 1997, 384 p. (geactualiseerde franstalige versie in 1998)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!