Mijnbouwpoliticus smaadt referendum in Tolima

Mijnbouwpoliticus smaadt referendum in Tolima

vrijdag 15 april 2016 13:23
Spread the love

Fransisco Mejía, kandidaat voor het gouverneurschap van Tolima tijdens de vorige verkiezingen, heeft vorige week op 5 april zware beschuldigingen gedaan in het lokale Colombiaanse radioprogramma Zona de Impacto. Volgens Mejía zou de FARC een rol spelen in de geplande volksraadspleging rondom het mijnbouwproject La Colosa. Deze uitspraak kan nefast zijn voor de opkomst van deze stemming.

Eigendom foto: Comité Ambiental en Defensa de la Vida


Achtergrond: Het goudwinningsproject La Colosa

De Zuid-Afrikaanse goudproducent AngloGold Ashanti is al sinds 2006 bezig met het opzetten van het goudwinningsproject La Colosa. Dat gebeurt in de regio La Tolima, waar Renzo García Parra en Robinson Arley Mejía, gastsprekers tijdens de Academische Week van CATAPA – editie 2016,  vandaan komen. De bevolking leeft er van landbouw. Het project verkeert nog in de verkenningsfase, maar waarschijnlijk krijgt AngloGold binnenkort de exploitatievergunningen voor goudwinning.

Eén van de belangrijke gebeurtenissen in een reeks protest-acties van de lokale bevolking was een referendum van de nabij gelegen stad Piedras in juli 2013, waar de vraag gesteld werd of het bedrijf toestemming moest krijgen voor haar mijnbouwactiviteiten in de gemeente. 99% stemde tegen de aanwezigheid van het bedrijf op het territorium. Het was de eerste keer dat er een lokaal referendum gehouden werd over mijnbouwactiviteit en kreeg veel nationale media-aandacht. Echter, hoewel het referendum een wettelijk bindend mechanisme is binnen de Colombiaanse grondwet, werd door het Colombiaanse gerechtshof de wettelijkheid waarin het referendum was uitgevoerd in twijfel getrokken. De uitslag werd door de nationale overheid weggewuifd met als reden dat dit referendum alleen van toepassing is op el suelo, de grond, maar dat dit niet geldt voor el subsuelo, de ondergrond, omdat die in handen is van de nationale overheid. In 2016 plannen de lokale bewegingen uit Cajamarca ook zo’n lokaal referendum te organiseren in de hoop het project in ditmaal hun regio verder te vertragen en uiteindelijk tegen te houden.


Als raadslid Mejía tijdens de uitzending wordt gevraagd een beschrijving te geven van de personen die dit jaar posities namens de Democratische partij innemen, zegt Meija het volgende; “We hebben een raadslid die samen werkt met extreem links op het thema van het mijnbouwreferendum, waaronder de guerilla van de FARC”.

De FARC ontstond in 1964 uit de Colombiaanse communistische partij. De organisatie kwam voort uit de restanten van een aaneenschakeling van door communistische guerilla’s gecontroleerde dorpen in de jungle. Het idee was om de leden zich te laten verspreiden over de dorpen in de jungle, terwijl een deel van de strijders elders in Latijns-Amerika deelnam aan gewapende conflicten om ervaring op te doen. De FARC noemt zich ‘leger van het volk’. Het uiteindelijke doel is een eigen socialistische staat. De FARC claimt de gewapende vertegenwoordiging te zijn van de arme Colombianen, voornamelijk boeren, in de afgelegen gebieden. Naast de drugshandel en de ontvoeringen is de FARC ook berucht om het inzetten van kindsoldaten. De FARC heeft internationaal dan ook een zeer slechte naam en de beschuldigingen van Mejía zijn dan ook zeer ernstig.

Mejía vervolgt dat de guerilla van de FARC, raadsleden van Cajamarca zouden hebben bedreigd en onder druk hebben gezet opdat zij het referendum zouden aanvaarden. Hij benadrukt hierbij dat niet iedereen die vóór het referendum is, ook automatisch vóór de guerilla zou zijn, maar volgens hem is het een bewuste strategie van de organisatoren om de algemene opinie in een bepaalde richting te duwen, namelijk tegen de mijnbouw. Ook in de gemeente Piedras zou volgens Mejía de FARC een rol hebben gespeeld tijdens een mijnbouwreferendum in 2013.

Huidig raadslid voor de Centrum Democratische partij Hasbleidy Morales reageert op de beschuldigingen van Mejía; “Ik geloof oprecht dat wat deze meneer impliceert door te zeggen dat ik guerillera ben, hij eigenlijk bedoelt dat ik guerrera, een strijdster, ben omdat ik de natuurlijke hulpbronnen verdedig en bescherm. Ook de liberaal Camilo Delgado, voorzitter van de Raad van Ibagué, geeft na de uitzending met Mejía een reactie; “Het is schandalig, verwerpelijk en afkeurenswaardig dat deze man deze beweringen doet. Hij raakt mij hierbij persoonlijk aangezien ik één van de raadsleden was die vóór de komst van het referendum heeft gestemd. De uitspraken van Mejía zijn uiterst gevoelig in een land dat de heropleving van gewapende structuren buiten de wet om in haar land aanschouwt.

Het is niet de eerste keer dat het linken van de milieubeweging aan opstandelingen zoals de FARC als een truc wordt ingezet om processen te dwarsbomen. De Colombiaanse regering ontwikkelt grootschalige mijnbouwprojecten. In de gebieden waar projecten op stapel staan, ontstaan conflicten, terwijl er soms gewapende groepen, zoals de FARC, actief zijn.

Het referendum in Tolima lijkt op het goede spoor. De lokale bevolking is tegen het mega-mijnbouwproject uit liefde voor hun gronden en stemt eerder uit overtuiging in plaats van uit angst voor gewapende groepen.

 

Bronnen:

https://www.comiteambiental.com/minero-politica-uribista-estigmatiza-consulta-popular/

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!