De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Mijn grootouders online? Invloed van toenemende digitalisering op ouderen in onze samenleving
Opinie - Lien Permentier

Mijn grootouders online? Invloed van toenemende digitalisering op ouderen in onze samenleving

zaterdag 25 april 2020 11:54
Spread the love

 

In dit opiniestuk wordt ingezet op de bewustwording van de effecten van digitalisering op de doelgroep ouderen. Wat een mooie vooruitgang blijkt te zijn, is dat helaas niet voor iedereen. 

 

Als student koos ik er enkele jaren geleden voor om de bacheloropleiding ‘Orthopedagogie’ te volgen aan de UCLL in Diepenbeek. Nadat ik deze opleiding succesvol had afgerond, besloot ik om nog verder te studeren. Omdat ik al van jongs af aan interesse heb in de doelgroep ouderen, schreef ik me in voor de banaba (bachelor na bacheloropleiding) ‘Ouderencoaching’ aan de Thomas More Hogeschool in Geel. Mijn interesse in deze doelgroep wordt versterkt door persoonlijke ervaringen met mijn grootouders. Bovendien merk ik dat naast de toenemende vergrijzing de digitalisering een belangrijke plaats kent in onze samenleving. Dankzij nieuwe technologieën kunnen we veel meer dan vroeger. Denk hierbij aan online bankieren, online winkelen, enzovoort. De digitalisering brengt veel voordelen met zich mee, maar geldt dit voor iedereen? 

Vanuit mijn huidige opleiding heb ik geleerd dat het belangrijk is om de competenties en krachten van ouderen in het licht te zetten. Dit wordt ook wel empowerment genoemd. Door hun eigen mogelijkheden te exploiteren wordt er verwacht dat ouderen hun verouderingsproces zelf afremmen. 

Mijn grootouders zorgen goed voor zichzelf en zijn zelfredzaam. Ze doen bijvoorbeeld nog steeds zelf de boodschappen. Toch is er bij hen sprake van een toenemende frustratie en ontgoocheling, omdat ze bepaalde handelingen niet meer zelfstandig kunnen uitvoeren. Mijn grootouders moeten namelijk op regelmatige basis op consultatie bij de huisarts of in het ziekenhuis. Waar ze deze afspraken vroeger zelf maakten, dient dit nu steeds meer digitaal te gebeuren. 

Helaas reikt de technologische kennis van mijn grootouders niet zo ver en schakelen ze regelmatig de hulp in van kinderen of kleinkinderen. Ik sta versteld van het feit dat zelfs dokters de overstap maken naar online afspraken. Na verloop van tijd leven we allemaal in een digitale wereld. Ik verplaats me in de schoenen van de ouderen en ik kan heel goed begrijpen dat dit voor hen allemaal niet vanzelfsprekend is. Mij lijkt het daarom een slimme keuze om diensten/organisaties met betrekking tot gezondheid en zorg niet volledig te digitaliseren en op deze manier ouderen de mogelijkheid te geven om telefonisch of op andere manieren een afspraak vast te leggen.

Diverse lokale dienstencentra en ouderenorganisaties zetten reeds sterk in op de doelgroep ouderen en passen daarom op regelmatige basis hun activiteitenaanbod aan. Zo kunnen de ouderen kiezen om een workshop: ‘Meer doen met WhatsApp’ of ‘Hoe beveilig ik mijn computer?’ te volgen. Deze initiatieven zijn goed bedoeld, maar naar mijn mening bereiken ze hier niet voldoende ouderen mee. Eén op twee van de 65-plussers heeft namelijk geen smartphone om dit soort opdrachten uit te voeren. Deze groep ouderen is immers opgegroeid in een tijd zonder deze technologie. Het zou daarom relevanter zijn om algemeen te starten met bijvoorbeeld: ‘Wat kan ik met mijn computer/smartphone?’. Op deze manier leren de ouderen eerst hun apparaat kennen om hierna over te schakelen naar specifiekere toepassingen en systemen. 

Uiteraard is het belangrijk dat we inzetten op actief ouder worden. We streven sterk naar inclusie en proberen iedere gemeente om te bouwen tot een leeftijdsvriendelijke gemeente. Door ouderen de mogelijkheid te bieden om aan allerlei activiteiten te participeren, kunnen ze hun leervermogen blijvend stimuleren. Dit is allemaal erg positief in theorie, maar niet zo vanzelfsprekend in de praktijk. 

Ondanks het feit dat er veel initiatieven bestaan, bereikt dit de meeste ouderen niet. Waarom? Omdat de informatie omtrent deze activiteiten nog te vaak uitsluitend digitaal te vinden is. Wie online informatie zoekt, komt vaak meer te weten dan wie enkel de informatie uit het gemeenteblad raadpleegt. Het optimaliseren van het gemeenteblad is daarom een logische volgende stap om ouderen beter te bereiken. 

We merken daarnaast sterk dat de toenemende digitalisering de mogelijkheden van de ouderen ondermijnt. Mijn grootouders kunnen niet meer zelfstandig een afspraak maken bij de dokter of het abonnement van hun krant verlengen. Bovendien zullen bankautomaten in de toekomst verdwijnen en worden deze systemen gedigitaliseerd. Wie toch nog hulp wenst, betaalt hier zes euro voor. Ouderen die geen smartphone of computer met internetverbinding hebben, vallen uit de boot en worden extra bestraft. 

Bovendien duikt er met deze toenemende digitalisering criminaliteit op. Mensen maken misbruik van de onwetendheid van bepaalde doelgroepen. Omdat iedereen mee wilt zijn met de tijd, wordt er vaker online geëxperimenteerd. Helaas zijn ‘fake websites’ niet altijd te onderscheiden van echte websites. Cijfers brengen ons immers bij dat drie op tien van de ouderen ooit al slachtoffer is geworden van internetcriminaliteit. Via kleine advertenties wordt er naar de gegevens van deze ouderen ‘gevist’. Omdat ze vaak niet beter weten geven ze hun gegevens door en worden deze helaas misbruikt. 

Toch trachten we ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven. Dit kan door initiatieven die ik hierboven reeds aanhaalde. Maar indien alles nog meer digitaliseert, vrees ik dat dit de mogelijkheden van deze doelgroep verder zal ondermijnen. Ik pleit daarom voor een specifieke aanpak of werkwijze om ouderen wegwijs te maken in deze gedigitaliseerde samenleving. We kunnen de vooruitgang immers niet vertragen of stopzetten. We moeten daarom trachten ouderen hier op een goede manier bij te betrekken. Maar hoe kan dit in de praktijk gerealiseerd worden? 

Ik denk dat een goede oplossing vanuit twee invalshoeken bekeken moet worden. Enerzijds kan er ingezet worden op vrijwilligerswerking. Ik denk hierbij aan vrijwilligers met achtergrondkennis over computers, technologie, enzovoort. Aan de hand van hun kennis en expertise kunnen zij vervolgens ouderen ‘coachen’ en wegwijs maken in de ingewikkelde gedigitaliseerde wereld. Het is vervolgens aan de ouderen om op dit aanbod in te gaan. Anderzijds is het niet enkel aan de ouderen om ‘mee te zijn met de tijd’, maar vraagt deze oplossing ook een flexibele houding van allerlei professionals. Zo kan er geopteerd worden voor een eenvoudig systeem om online verrichtingen te doen of afspraken te maken. Een systeem waarbij er bijvoorbeeld duidelijke stappen vermeld worden, op maat van de ouderen. Dit met een aangepaste woordenschat zodat iedereen de website begrijpt en kan hanteren.

Dit is een oplossing die niet in enkele dagen gerealiseerd kan worden en vraagt van beide partijen de nodige flexibiliteit. Toch denk ik dat we in onze huidige samenleving over de nodige kwaliteiten beschikken om deze oplossing mogelijks te realiseren. Het valt enkel te bekijken wie zich hier voor wilt inzetten en op welke manier. 

 

Dit opiniestuk trachtte duidelijk te maken dat de toenemende digitalisering gezien wordt als een medaille met een onvermijdbare keerzijde. Niet voor iedereen is dit gegeven een meerwaarde en het is daarom belangrijk om hier inzicht in te krijgen. Dit om mogelijke oplossingen tot stand te brengen en op deze manier te komen tot een inclusieve en leeftijdsvriendelijke samenleving. 

Lien Permentier (22) is studente Banaba ouderencoaching aan Thomas More Hogeschool in Geel.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!