Kamerlid Meyrem Almaci (Groen) is sinds 1 augustus 2011 fractieleider van Ecolo-Groen in het federale parlement. In Antwerpen leidt ze de fractie van Groen in de gemeenteraad.
Opinie, Nieuws, Samenleving, Politiek, België, Antwerpen, Hoofddoekenverbod, Ambtenaren, Meyrem Almaci, Antwerpen, Laïciteit, Eigenheid en identiteit, Groen, Scheiding van kerk en staat, Neutraliteit - Meyrem Almaci

Meyrem Almaci: “Een overheid die een negatie vormt van verscheidenheid, daar pas ik voor”

"Na zes jaar is het duidelijk dat de dresscode het burgerschap in onze stad niet heeft versterkt, integendeel", schrijft Meyrem Almaci in haar interpellatie. "Het gevolg van het doortrekken van de huidige visie is het ontstaan van een samenleving waar alles grijs is en vooral, een overheid die een negatie vormt van verscheidenheid. Waar diversiteit weggevaagd wordt, zou vanzelf neutraliteit bestaan? Het is een visie op de samenleving die ik niet deel."

woensdag 27 februari 2013 13:05
Spread the love

De recente discussie aangaande de dresscode voor het Antwerpse stadspersoneel tart alle verbeelding. Na het omstreden hoofddoekenverhaal van de voorbije jaren is er nu een nieuwe dimensie aan de saga toegevoegd, die van de regenboog-T-shirts en truien.

Een schoolvoorbeeld van een verkrampte reactie. Waar de link tussen kledij en diversiteit in de stad Londen, door burgemeester Bart De Wever (N-VA) op andere vlakken als voorbeeld aangehaald, in steden als Amsterdam en Gent geen probleem is, wordt het dat in onze stad meer en meer.

Niet alleen heeft het vorige stadsbestuur een probleem ‘uit het niets’ gecreëerd – daar er geen noemenswaardige problematiek aan vooraf ging – ; ze heeft in haar reglement over de dresscode de deur opengezet voor steeds verder afglijdende en verregaande verboden op uitingen van eigenheid in naam van de ‘neutraliteit’.

Sinds de invoering van de dresscode in de stad Antwerpen is het veelgeroemde credo van eenheid in verscheidenheid ter bevordering van het samenleven dan ook ten prooi gevallen aan een bitsig debat met een sterk essentialistische ondertoon.

Extreemrechtse krachten in dit land hebben zo hun eigen redenen om het verbod op religieuze en levensbeschouwelijke symbolen aan te hangen, een opinie die tenminste de verdienste heeft van de duidelijkheid.

Wat mij interesseert zijn de argumenten van al diegenen die het welzijn van dit land voor ogen zeggen te hebben en het samenleven willen bevorderen en vandaaruit aangeven voorstander te zijn van een dresscode. Veelal komt het neer op het verdedigen van de scheiding tussen Kerk en staat vanuit een strikte laïcitische interpretatie (in de volksmond de ‘neutraliteit’) en het verdedigen van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Eerst en vooral is het belangrijk te stellen dat de scheiding van Kerk en staat, net zoals de gelijkheid tussen mannen en vrouwen verworvenheden zijn die eigen zijn aan de democratie en waaraan dus geen afbreuk mag worden gedaan. De scheiding tussen Kerk en staat impliceert de plicht van onpartijdigheid van de overheid ten opzichte van alle burgers.

Neutraliteit betekent met andere woorden dat de overheid haar burgers de vrijheid van overtuiging en van religie garandeert, door op geen enkele wijze een bepaalde overtuiging te bevoordelen. De vraag is op welke wijze ze dit het beste kan doen?

Historisch gezien zijn er altijd twee stromingen geweest: een eerder gematigde stroming, zoals Nederland, Engeland en ook België die kennen, en een militante stroming, zoals de laatste eeuwen Frankrijk heeft gekend. Bij deze laatste stroming ligt de nadruk sterk op eenheid en uniformisering.

Overheidsgebouwen en -instellingen zijn ruimtes waarin de verschillen, de verscheidenheid in de samenleving, dienen te worden geneutraliseerd. Voormalig Frans president Nicolas Sarkozy uitte eerder al zijn kritiek op deze strikte invulling van neutraliteit. Hij sprak over de noodzaak om over te stappen naar een meer positieve scheiding van Kerk en staat, in plaats van het hanteren van een vijandbeeld ten opzichte van elke diversiteit.

De invoering van de dresscode in Antwerpen werd middels die Franse invulling van laïciteit beargumenteerd. Dit is opmerkelijk, aangezien de traditie in Vlaanderen en Antwerpen geschiedkundig gezien een van grotere tolerantie ten aanzien van religiositeit is geweest. Er werd steeds pragmatisch met religieuze en levensbeschouwelijke symbolen omgesprongen.

Onze feestdagen zijn bijna allemaal christelijk geïnspireerd. Rond de kerstperiode staan in de grote meerderheid van onze instellingen kerstbomen en kerststalletjes. En, om duidelijk te zijn: ik heb er ook absoluut geen probleem mee. Maar ze zullen wel steeds meer in vraag gesteld worden als andere uitingen van eigenheid wel uit die sfeer worden verbannen.

Voor mij is de uitdaging de toekomst op een positieve manier vorm te geven, en ruimte te laten voor een even pragmatische omgang met de nieuwe vormen van diversiteit en met neutraliteit.

Laat me hier vooral duidelijk zijn: ook ik ben voorstander van neutraliteit. Voorstanders van de dresscode verwijzen naar de vestimentaire voorschriften als verlengstuk van de neutraliteit. Net als de gebouwen zelf, dient ook het personeel de strikte definitie van de laïciteit uit te ademen. Ze mogen met andere woorden op geen enkele wijze aanleiding geven tot discussie over enige bevooroordeeldheid van de overheid. De burgemeester opperde in de verkiezingsdebatten dat het huidige beleid proportioneel en redelijk is.

Op basis van welke argumentatie meent de burgemeester dit? Door te bepalen hoeveel mensen getroffen worden? En passant de vrouwen met bandana op te sommen zodat iedereen zelf op zoek kan naar de vijf voornoemde dames? Met welk doel? En hoever gaat dit?

Want na het omstreden hoofddoekenverhaal, komt nu het nog absurdere vervolg met de regenboog-T-shirts. Sympathiespeldjes en buttons voor acties als ‘Kom op tegen kanker’ kunnen dus ook niet meer? Adidas-T-shirts ook niet?

Dat ambtenaren geen politieke voorkeur uiten, is evident. Maar de stad zou beter de kwaliteit van de dienstverlening beoordelen dan met een vergrootglas op zoek te gaan naar religieuze symbolen of uiterlijke tekens van sympathie voor een sportploeg, een serviceclub of een brede maatschappelijke actie.

Mag een lesbisch meisje nog kort haar hebben achter een loket? Geen vraag van mezelf, maar vanuit de holebi-verenigingen. Wat met een kankerpatiënte die een bandana draagt? Een man met een baard? Gaan we elk personeelslid vragen om zijn of haar motivatie? Het is daarbij ook een toppunt van betutteling en wantrouwen tegenover het middenkader van de stad dat zijn personeel moet aansturen.

De vraag is meteen ook in hoeverre er een duidelijk gedeelde visie is van de implicaties van de dresscode binnen de meerderheid. Ik citeer de Open VLD: “Bart De Wever zijn uitspraak dat holebi’s geen regenboog-T-shirt achter het loket mogen dragen, gaat te ver. Een moderne liberale democratie veronderstelt een rechtsstaat met neutrale ambtenaren en gezagsdragers. Seksuele geaardheid is echter geen overtuiging en kan dan ook niet ‘geneutraliseerd’ worden. Bart De Wever maakt een grote denkfout door een positieve keuze, zoals het toetreden tot een obediëntie gelijk te stellen met geaardheid.”

Open VLD stelt terecht dat het hier gaat om de basisvraag hoe we in deze stad een performante en neutrale dienstverlening kunnen organiseren. Voor de Open VLD gaat het dus enkel om het verbod op religieuze tekenen, niet op andere manifestaties van eigenheid. Probleem is dat de vigerende dresscode, zoals door de burgemeester in de pers terecht gestipuleerd; wel degelijk breder ging dan enkel religieuze tekenen.

Betekent dit dan dat de dresscode in haar toepassingsgebied aangepast wordt? De burgemeester verwees eerder ook naar de mogelijkheid van een uniform. Is dit nog steeds zijn visie? Een hoofddoek met een stralende ‘A’? De slogan is toch al overboord, nietwaar …

Groen gelooft geenszins dat de scheiding tussen Kerk en staat bedreigd wordt door het uiterlijk van mensen. Neutraliteit is niet steriel: ze staat of valt niet met de kledij, wel met een gelijke behandeling van elke klant, ook aan het loket. Mensen die voor de staat werken, moeten in hun job iedereen gelijk behandelen.

Kort gezegd: personeel moet worden beoordeeld op hun werk, niet op hoe ze eruit zien. U hebt inderdaad als bestuur de plicht om te zorgen dat mensen in een veilig klimaat kunnen werken of de stadsdiensten raadplegen. Mensen die weigeren bepaalde personen te helpen of anders behandelen omdat ze niet akkoord gaan met hun geaardheid, hun filosofische of religieuze overtuiging, hun uiterlijk … die doen hun job gewoonweg niet goed.

Het al dan niet dragen van symbolen zoals een hoofddoek of een kruisje, of een pin van een of andere soort, zal geenszins de gedachten en gedragingen van die persoon veranderen. Gedragscodes en huisreglementen dienen om dat soort problemen aan te pakken. Vestimentaire voorschriften grijpen echter helemaal niet op gedragingen in. Dit is overigens ook de definitie van actief pluralisme.

Sommige voorstanders van de dresscode verwijzen ook naar de gevoeligheid van de klanten aan het loket. Dat is wat mij betreft een non-argument. Net zoals ik vind dat een allochtone patiënt op de spoedafdeling geen eisen kan stellen qua sekse van de dokter die hem/haar behandelt, vind ik niet dat de overheid mag capituleren voor de vooroordelen van de klant die aan een loket komt.

Integendeel, hier hebben we een voorbeeldfunctie te vervullen. Dit betekent niet dat de hoofddoek en andere religieuze of morele symbolen overal moeten kunnen. Ook ik vind dat overheidsambtenaren die morele beslissingen moeten nemen, zoals rechters, volledig neutraal gekleed moeten gaan, om geen enkele schijn van partijdigheid te kunnen wekken. Zij vormen een instituut op zichzelf.

Maar loketpersoneel moet geen morele oordelen vellen, wel administratieve taken opnemen, en mensen correct helpen en doorverwijzen. Op dat gedrag kan je perfect controle uitoefenen, met of zonder hoofddoek, button, oorbel of regenboog-T-shirt.

Ik was uitermate verheugd, na zes jaar een andere teneur, te lezen dat ook de nieuwe fractieleidster van de SP.A vindt dat er ”geen onoverkomelijk conflict bestaat tussen de neutraliteit van de staat en het ‘propageren’ van gelijke rechten voor homo’s of dat een HIV-pinnetje ook maar iets zegt over de vooringenomenheid van de drager ervan?”

Het gevolg van het doortrekken van de huidige visie is het ontstaan van een samenleving waar alles grijs is en vooral, een overheid die een negatie vormt van verscheidenheid. Waar diversiteit weggevaagd wordt, zou vanzelf neutraliteit bestaan? Het is een visie op de samenleving die ik niet deel.

“Het gevolg van het doortrekken van de huidige visie is het ontstaan van een samenleving waar alles grijs is en vooral, een overheid die een negatie vormt van verscheidenheid. Waar diversiteit weggevaagd wordt, zou vanzelf neutraliteit bestaan? Het is een visie op de samenleving die ik niet deel

Vertrekkende van de dresscode en de argumentatie van neutraliteit kan het bestuur van Antwerpen immers niet anders dan tot in het absurde verder detailleren wat kan en niet kan: buttons, pins en T-shirt met specifieke opdruk. Naast de vraag wie hierover op welke manier controle gaat houden, is het ondertussen ook duidelijk dat deze dresscode ook inspirerend werkt voor mensen met minder goede bedoelingen, op de arbeidsmarkt en daarbuiten.

Na zes jaar is het duidelijk dat de dresscode het burgerschap in onze stad niet heeft versterkt, integendeel. En dat terwijl de uitdagingen qua diversiteit op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en op de woningmarkt nog steeds gigantisch zijn.

In zijn standpunt van 14 oktober 2011 stelt Lex Moolenaar, redacteur bij de Gazet van Antwerpen, dat het tijd is vanuit voortschrijdend inzicht de dresscode te herzien. Hij argumenteert vanuit een studie van de internationale NGO Open Society Foundations, die aanbeveelt om het hoofddoekenverbod in openbare diensten en op school te herzien, omdat onder meer door die maatregelen slechts 40 procent van de Antwerpse moslims vertrouwen heeft in het stadsbestuur.

Ten slotte: volgens het Europees Hof van de Rechten van de Mens heeft de Britse luchtvaartmaatschappij British Airways in 2006 het recht op godsdienstvrijheid geschonden toen het bedrijf een christelijk gelovige werkneemster verbood om op het werk een kruisje te dragen. Dat meldt De Juristenkrant.

Heeft het stadsbestuur al bekeken wat dit impliceert voor de werknemers van deze stad en de huidige dresscode? Volgens juriste Katayoun Alidadi (KU Leuven) heeft het arrest namelijk ook belangrijke gevolgen voor de Belgische rechtspraak.

Tijd om met een schone lei te beginnen en de verdelende dresscode achter ons te laten. De evaluatie ervan is vernietigend: deze discussie heeft enkel maar problemen gegenereerd en mensen tegen elkaar opgezet. Slechte beslissingen hoeven niet eeuwig te zijn. Vijf minuten politieke moed volstaan.

Meyrem Almaci

Meyrem Almaci is fractieleidster van Groen in de Antwerpse gemeenteraad en sinds augustus 2011 ook fractieleidster van Ecolo-Groen in het federale parlement. Deze tekst is haar interpellatie op de Antwerpse gemeenteraad van maandag 25 februari 2013.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!