De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

MET MOSZKOWICZ VERLIET GELDERMAN HET KAMP

dinsdag 24 september 2019 10:58
Spread the love

Een gedenksteen in de tuin van het Oldenzaalse museum Het Palthe Huis zette historicus Rijn van Welij het op het spoor van verzetsstrijder Chris Gelderman. Een reconstructie.

Van Welij maakte een indrukwekkende en zeer nauwkeurige reconstructie van Geldermans verblijf in elf gevangenissen en concentratiekampen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Hij blijkt het maatje te zijn geweest van de latere strafpleiter Max Moszkowicz. „Gelderman, Moszkowicz en nog twee Nederlanders verlieten op 8 mei 1945 het zojuist door de Amerikanen bevrijde Oostenrijkse concentratiekamp Ebensee op zoek naar vrijheid.”

Van Welij, gids van het Oldenzaalse museum, kon de tekst die Gelderman op de steen liet graveren niet meteen goed ontcijferen. Met enige hulp lukte het: „Ter herinnering aan mijn gevallen vrienden 10 mei 1940-5 mei 1945. Ik heb den goeden strijd gestreden. Ik heb den loop geëindigd. 2 Tim. 4:7.”

Maar wie was de man achter deze steen en tekst, vroeg Van Welij zich af. Behalve de naam onder de tekst geen informatie over Chris Gelderman. Aangezien Gelderman van voor de Googleperiode was, kwam hij ook niet op internet voor. „Een toevallige ontmoeting met een telg van de Geldermanfamilie bracht een klein beetje licht in de duisternis, maar meer ook niet. Hij verwees mij naar twee dochters van Chris Gelderman. De ontmoeting met hen leverde echter niet veel meer op dan wat familiefoto’s. Informatie over de belevenissen van hun vader in de Tweede Wereldoorlog hadden zij niet.” „Vader sprak nooit over die periode”, vertrouwden de dochters hem toe.

Ook over de gedenksteen en de tekst erop konden de dochters weinig melden, behalve dat hun vader die steen een jaar na de Bevrijding bij hun villa heeft laten plaatsen. Van Welij moest dus via andere kanalen zijn zoektocht voortzetten.

Nieuwsgierig

De ontmoeting met de dochters had de nieuwsgierigheid van de historicus aangewakkerd. Hij vroeg informatie op bij het NIOD en bij door hem bezochte concentratiekampen. „De reden waarom Gelderman de steen in eerste instantie voor zijn huis in De Lutte had geplaatst, lag bij zijn aanhouding op 13 maart 1942. Na de bezetting en de capitulatie mocht dienstplichtig soldaat Gelderman van de Duitsers naar huis, omdat hij kon bewijzen dat hij werk had. Hij pakte de draad op in de Oldenzaalse Geldermantextielfabriek, waar hij directeur was.”

Inmiddels begon het verzet tegen de Duitse bezetter vorm te krijgen onder leiding van drie mannen, onder wie de Haarlemmer G. H. J. Rooze, die Gelderman wellicht leerde kennen toen hij in de Spaarnestad gelegerd was.

Welij: „Het verzet had districtsleiders nodig. In de herfst van 1940 zocht Rooze Gelderman in zijn woonplaats op. Hij werd een van de negentien districtshoofden van het verzet. In deze functie vervulde Gelderman een belangrijke rol tot aan zijn aanhouding op de Emmastraat in Oldenzaal. Bij zijn aanhouding zei hij tegen zijn vrouw: „Ik kom terug”, niet wetend dat hem een barbaarse tocht te wachten stond langs maar liefst elf gevangenissen en concentratiekampen.”

In eerste instantie wordt Gelderman voor verhoor naar Kamp Haaren in Noord-Brabant gebracht. Hij houdt hier vol: „Ik heb niets gedaan.”

Na zes weken gaat hij naar de beruchte gevangenis in Scheveningen. Hij wordt schuldig bevonden en belandt in een dodencel. In eerste instantie voeren de Duitsers geen executies uit. Mensen zoals Gelderman krijgen een ”doodstraf op termijn”. De bedoeling is wel dat ze nooit meer vrijkomen. Ze verdwijnen in ”Nacht und Nebel” (nacht en nevel). Van deze ter dood veroordeelde gevangenen mag de familie niets weten. Correspondentie is verboden.

Na vijf maanden in Scheveningen wordt Gelderman ondergebracht in Kamp Amersfoort en van hieruit gaat hij in 1943 naar Kamp Vught. Na twee maanden in Vught verdwijnt hij weer voor een halfjaar in kamp Haaren. In oktober volgt een overplaatsing naar het kamp in Amersfoort.

Na verschillende gevangenissen en kampen in Nederland wordt Gelderman op 26 oktober 1943 op transport gezet naar concentratiekamp Natzweiler-Struthof in Frankrijk. Hij verlaat Nederland.

In Frankrijk komt hij in een werkkamp terecht. De gevangenen moeten hier barbaarse arbeid verrichten. Velen bezwijken eronder. Duitsers noemden dit ”Vernichting durch Arbeit”. Maar Gelderman heeft hier geluk. Duitsers komen erachter dat hij een talenknobbel heeft. Hij spreekt vloeiend Duits, Frans en Engels, dat hij geleerd heeft op een dure Zwitserse kostschool. Door zijn talenkennis krijgt hij een kantoorbaan, waardoor hem de verschrikkingen van de steengroeven bespaard blijven. Van de 590 Nederlandse Nacht und Nebelgevangenen zijn er hier 280 gestorven.

D-day

„Toen op 6 juni 1944 D-day begon en de geallieerden Frankrijk binnenvielen, werd de situatie hachelijk voor het enige Duitse concentratiekamp op Frans grondgebied”, vertelt Van Welij. „In september 1944 werd dit kamp in alle haast door de Duitsers ontruimd. Gelderman en de andere overlevenden werden op transport gezet naar Dachau.

Gelderman bleef hier slechts een week. Met een grote groep werd hij overgebracht naar Mauthausen, het grootste concentratiekamp in Oostenrijk. Dit was ook een werkkamp en gevangenen moesten onmenselijk hard werken in de steengroeven.”

Net als Dachau is Mauthausen voor Gelderman een doorgangskamp: ook hier blijft hij een week. Gelukkig maar voor hem, want dit kamp was voor de gevangenen een verschrikking. Ze moeten 186 onregelmatige treden naar beneden lopen om in de steengroeve grote blokken natuursteen uit te hakken. De trap wordt niet voor niets de ”trap des doods” genoemd, want ze moeten de stenen diezelfde trap omhoogsjouwen, opgejaagd door hun kampbeulen.

Op 20 september 1944 gaat hij naar zijn tiende kamp: in Melk. Hier werkt Gelderman met zijn overige kampbewoners in onderaardse wapenfabrieken.

Van Welij komt er gedurende het onderzoek achter dat Gelderman en de latere strafpleiter Max Moszkowicz elkaar hebben getroffen in de concentratiekampen: „Ondertussen stortte na het Westfront ook het Oostfront ineen. Het Rode Leger viel Polen binnen. Auschwitz werd half januari door de Duitsers op beestachtige wijze ontruimd. Van de 60.000 gevangenen kwamen er in een verschrikkelijke tocht 15.000 om het leven door kou en uitputting.

In deze dodenmars liep ook de 18-jarige Max Moszkowicz mee. Hij overleefde de barre tocht en kwam op 25 januari 1945 aan in Mauthausen. De Duitsers hadden in Polen de administratie vernietigd, waardoor Moszkowicz een andere naam kon opgeven. Ook was hij geen Jood meer, maar protestant. Na vier dagen werd Max Moszkowicz samen met de Nederlandse verzetsstrijder Coenradi op een vrachtwagen doorgestuurd naar kamp Melk. Hier ontmoetten Gelderman en Moszkowicz elkaar.”

Over de Donau

Maar het Rode Leger rukt verder op en naderde bijna Wenen. De Duitsers besluiten in alle haast Kamp Melk te ontruimen en de 21.000 gevangenen te evacueren. Op 11 april 1945 worden de meeste Nederlanders, onder wie Gelderman, per boot over de Donau naar Linz gevaren richting het allerlaatste en tevens ergste kamp: Ebensee. Moszkowicz vertrekt twee dagen later niet met boot, maar per vrachtwagen naar Ebensee. Hier hoort hij dat zijn vader twee dagen eerder een dodelijke injectie heeft gekregen.

Ebensee ligt verscholen in de naaldbossen en in april 1945 is dat zo’n beetje het laatste overgebleven veilige bastion waar de Duitsers gevangenen kunnen huisvesten. Door ontruiming van de andere kampen wordt Ebensee overspoeld door uitgeputte gevangenen. Er is nauwelijks eten. „Een kamp vol skeletten”, wordt dit kamp genoemd. Maar op 1 mei 1945 komen berichten binnen dat Hitler dood is. Sommige bewakers vluchten in burgerkleren. Het wordt chaos in het kamp waar Gelderman en Moszkowicz verblijven.

Op 5 mei probeert de gehate kampcommandant Gelderman en de rest richting de tunnels te dirigeren. Het plan van de kampcommandant is om die daarna met dynamiet op te blazen. Maar de gevangenen hebben dit door en verzetten zich collectief en schreeuwen: „Nein, nein, nein.”

Op 7 mei rijden twee Amerikaanse tanks en een jeep door de poort het kamp binnen. De bevrijding is dan een feit. Gelderman en Moszkowicz besluiten op 8 mei 1945 samen met nog twee Nederlanders niet op een georganiseerde repatriëring door het Rode Kruis te wachten. Te voet verlaten ze het kamp. Na een reis van zes dagen fietsen en lopen komen de vier Nederlanders aan bij een Amerikaans legerkamp in het Duitse Auerbach. De Amerikanen brengen de Nederlanders op 14 mei 1945 terug naar hun land.

Het barre verblijf van Gelderman in maar liefst elf gevangenissen en concentratiekampen duurde drie jaar, maar hij had bij zijn afscheid zijn vrouw beloofd terug te komen. Die belofte heeft hij gehouden, ook al was hij onvoorstelbaar vermagerd en lijdend aan tbc.

Abraham beth Arsan, freelancejournalist

GELDERMAN

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!