Ik prijs mezelf gelukkig dat ik als docent in het RITCS sinds 2016 een vrouwelijke directeur heb waarmee het zeer aangenaam werken is. Mijn huidige directeur heeft visie, is eigenzinnig, leergierig, ook empathisch en enthousiasmerend. Met oud-rector van de VUB, de inspirerende Caroline Pauwels, is het altijd fijn samenwerken. In de Franstalige film- en theaterschool INSAS waar ik ook lesgeef, heeft men voor het eerst in het zestigjarig bestaan van de school, een vrouwelijke directeur verkozen. Enfin, finalement. Kunstenhuis Bozar werd veel te kort, maar met natuurlijke autoriteit en zachte hand geleid door Sophie Lauwers. Vrouwelijk leiderschap krijgt stilaan maar zeker en wijder verspreid vorm en inhoud.
Het wordt dus hoogdringend tijd dat in de machistische VS een vrouw met kleur en karakter aan de oprechte leiding komt. Michelle Obama for President !, roep ik geestdriftig uit. En als premier Alexander De Croo zijn feministische daad bij het feministische woord wil voegen, dan geeft hij de fakkel door aan Petra De Sutter bijvoorbeeld, een vicepremier met visie en zonder teveel ego.
Uiteraard zijn niet alle mannelijke leiders autoritair en op macht belust. Dat heb ik gelukkig ook kunnen beleven in mijn loopbaan. En ook : een vrouw aan de macht is niet altijd rozengeur en maneschijn. Ik heb ervaren hoe een vrouw als autoritaire kloon van Margaret Thatcher kon verdelen en heersen. Ze zalfde naar boven en sloeg naar beneden. Zo’n slechte kopie van de ‘Iron Lady’ is geen wissel van de wacht en beslist geen wissel op de toekomst.