Essay, Nieuws, Wereld, Europa, Samenleving, Democratie, Markten, Schuldencrisis, Soevereiniteit, Watmet, Technocratie, Techno-totalitarisme -

Marktsoevereiniteit en techno-totalitarisme

Een essay van Thomas Decreus, filosoof aan de KU Leuven en mede-organisator van de Shame betoging op 23 januari 2011, over de verschuiving van volkssoevereiniteit naar marktsoevereiniteit en de opkomst van het techno-totalitarisme.

zaterdag 17 december 2011 15:40
Spread the love

De schuldencrisis in Europa en de manier waarop de Europese leiders ermee omgaan, openbaart een bepaalde politiek-ideologische tendens die zich aftekent binnen Europa (en elders). Een wijziging die we intuïtief aanvoelen maar die zelden of nooit expliciet vernoemd wordt: de verschuiving van volkssoevereiniteit naar, wat ik zou willen noemen, marktsoevereiniteit en de opkomst van een ‘nieuw’ soort postdemocratisch regime: het techno-totalitarisme.

Marktsoevereiniteit

Tegenwoordig lijkt het erop dat de markten het volk als soeverein onttroond hebben. Een simpele blik op de berichtgeving over de aanpak van de schuldencrisis volstaat. Wanneer na een zoveelste cruciale Europese top een evaluatie wordt gemaakt, gaat het altijd over de reactie van ‘de markten’, maar nooit of te nimmer wordt gepeild naar de reactie van ‘het volk’.

Zelfs een symbolische verwijzing naar een instantie als ‘het volk’ wordt steevast achterwege gelaten. Nochtans hebben de maatregelen die op dergelijke toppen beslist worden – ik hoef het u niet uit te leggen – rechtstreekse gevolgen voor miljoenen burgers.

De meest ultieme manifestatie van deze feitelijke soevereiniteit van de markten was vermoedelijk het afschieten van het Griekse referendum en het implementeren van een technocratie in zowel Griekenland als Italië. Maar marktsoevereiniteit openbaart zich in allerlei regionen. En de schuldencrisis is enkel een situatie waarin de soevereiniteit van de markten meer en meer manifest lijkt te worden.

De markten zijn, net zoals het volk, een abstracte entiteit. Maar in tegenstelling tot het volk bestaan er geen representanten van de markt. Er is niemand die ‘de markten’ vertegenwoordigt. Er is geen enkele persoon die spreekt namens de markten en die we kunnen aansprakelijk stellen voor de werking van de markten. Daardoor blijven de markten zich achter zichzelf verstoppen en kunnen ze op geen enkele manier aansprakelijk gesteld worden voor de uitoefening van hun macht. Soevereiniteit wordt helemaal abstract en tegelijk ontzettend reëel. Een kooi zonder traliën.

Zelfs al zijn er soms traders en topbankiers die publiekelijk verklaringen afleggen, zij verschuilen zich steevast achter de machine waarin ze, naar ze beweren, slechts een radar zijn. De markten beantwoorden aan de beschrijving die Martin Heidegger gaf van ‘das Man’ of ‘het men’: niemand is zichzelf en iedereen de ander. Iedereen verwijst naar een ander als verontschuldiging voor beslissingen die ze zelf moeten nemen of uitvoeren. Verantwoordelijkheid wordt een betekenisloos begrip.

Geen contestatie zonder representatie

De markten kennen geen representanten maar enkel duiders: zelfverklaarde of door de media opgevoerde experts die het irrationele rationeel trachten te maken, die uitleg geven, maar zelden tot nooit positie innemen; die bij hoog en bij laag beweren politiek neutraal te zijn, maar nooit schijnen te beseffen dat neutraliteit altijd een bepaald belang dient – meestal het heersende. Die duiders en experts – de Ivan Van De Clooten van deze wereld – vormen de schakel tussen markt en politiek. De politiek baseert zich op de analyses van de duiders en zo bepalen die duiders rechtstreeks of onrechtstreeks het beleid én de teneur van de publieke opinie. Meer nog, in landen als Italië en Griekenland hebben die experts uiteindelijk ook politieke functies opgenomen. Zij pretenderen slechts uit te voeren wat de markten van hen verwachten en worden op die manier politici die zichzelf niet meer als politici beschouwen.

Het is de dood van de (democratische) politiek. Want net door het feit dat de markt geen representanten kent maar enkel duiders, is er ook moeilijk contestatie mogelijk tegenover de markt. De macht is immers niet langer zichtbaar, niet langer te lokaliseren en daardoor des te moeilijker te contesteren.  Maar ook diegenen die ons zouden moeten vertegenwoordigen en die we in theorie wel kunnen contesteren, namelijk de in de naam van het volk handelende politici, portretteren zichzelf als niet langer aansprakelijk. Want zij beweren steevast te handelen ten dienste van een macht die hoger en fundamenteler is dan die van het volk en zijn vertegenwoordigers. Het volk wordt zodoende machteloos. Een reliek uit een ver democratisch verleden. Voer voor nostalgici.

Techno-totalitarisme

In plaats van het democratisch regime dat gekenmerkt wordt door het principe van volkssoevereiniteit, zien we in het kielzog van de opkomst van het principe van marktsoevereiniteit de contouren van een nieuw soort politiek regime opdoemen: het techno-totalitarisme. In het techno-totalitarisme is de expert de centrale figuur. Hij staat boven het volk, boven de politiek en boven iedere vorm van kritiek. Zijn visie is immers gebaseerd op harde, positiefwetenschappelijke beginselen die niet voor kritiek vatbaar zijn omdat iedere kritiek beschouwd wordt als een aanval op de wetenschap zelf (zei iemand patattenveld?).

Hiermee wordt een einde gemaakt aan de nooit eindigende discussie die het democratisch regime kenmerkt. De samenleving wordt niet langer als fundamenteel onbepaalbaar en open voor alternatieve interpretaties gedacht, maar als een complex systeem dat beantwoordt aan wetmatigheden die enkel voor een selecte groep van specialisten bevattelijk zijn. Die specialisten beweren wel in het algemeen belang te handelen, maar dat algemeen belang wordt door hen ingevuld en de bepaling ervan staat vast. Iedere (al dan niet bewuste) ideologische vooringenomenheid van wetenschappelijke kaders of de specialisten zelf wordt hierbij weggehoond omdat ideologie an sich geen geldig concept is binnen een dergelijk positiefwetenschappelijk wereldbeeld. Contestatie wordt dus niet alleen onmogelijk gemaakt door een gebrek aan representatie en zichtbaarheid van de feitelijke machthebbers, maar evengoed door de hegemonie van het positief-wetenschappelijke dat met die onzichtbaarheid gepaard gaat.

De hegemonie van het positiefwetenschappelijke

De hegemonie van het positiefwetenschappelijke  leidt ertoe dat expertise de nieuwe basis voor legitimiteit vormt. Participatieve structuren of democratische organisatievormen worden ondergeschikt aan een management- en expertiselogica. Kwantiteit wordt een synoniem voor kwaliteit. Inspraak wordt een veredelde vorm van enquêtering, vervolgens worden enquêtes verwerkt tot statistieken die zogenaamde objectieve spiegels zijn van de samenleving of bepaalde regionen ervan. Op basis van dergelijke ‘objectieve’ spiegels wordt het beleid bepaald. Wat daarbij vergeten wordt, is natuurlijk dat expertise geen synoniem is van ‘goed bestuur’ en dat ‘goed bestuur’ op zijn beurt geen synoniem is van participatie. Hoogstens blijft dan een vorm van pseudoparticipatie gehandhaafd. U kent het wel, u hebt recht van inspraak in uw school, bedrijf of stad tot op het moment dat u de structuren of de expertise zelf bevraagt. Dan wordt u irrationaliteit of extremisme verweten.

In het techno-totalitarisme  worden zowel representatie, contestatie als participatie schier onmogelijk. Wat ervoor in de plaats komt, is een schijnbaar tolerante orde die democratie verengd heeft tot een vorm van hyperindividualistisch consumentenliberalisme. Maar indien de bestaande machtsconfiguraties werkelijk uitgedaagd worden, wordt er niet langer geaarzeld om het veiligheidsapparaat in te zetten dat ontwikkeld werd in de nasleep van 9/11.

De uitzonderingstoestand die na 9/11 in het leven werd geroepen, lijkt meer en meer tot de normale gestalte van het regime te behoren. Wereldwijd zien we dat de macht van politie- en inlichtingsdiensten systematisch is toegenomen, het democratisch toezicht erop systematisch afgenomen. Tijdens dit schrijven bijvoorbeeld werd in de Verenigde Staten een veiligheidswet gestemd die het leger de macht geeft om burgers voor onbepaalde tijd vast te houden zonder welomschreven aanklacht. Hiermee is de VS feitelijk een politiestaat. Als Occupy of andere bewegingen te bedreigend worden, zal niet geaarzeld worden om via veiligheidswetten als deze in te grijpen.

Het is deze cocktail van een gebrek aan democratie, onmogelijkheid van verzet en een alsmaar repressiever veiligheidsapparaat die dreigt van eentechnocratieeen techno-totalitarisme te maken. Dit techno-totalitarisme is komende. Het is één van de monsterlijke contouren die opdoemt vanachter de ruïnes van het huidige politiek-economische bestel. Mijn omschrijving van het techno-totalitarisme en marktsoevereiniteit is dan ook tegelijk een beschrijving en een voorspelling. Het is een uitvergroting van een tendens die zich hier en nu aftekent, een toekomstbeeld dat ons aan het denken en het handelen moet zetten. Er is zeker en vast nog democratisch potentieel. Er is verzet. Er is hoop. Maar die hoop moet gebaseerd zijn op het besef van haar eigen noodzaak. Het verzet moet overtuigd zijn van haar dringendheid. Want wat op het spel staat, is niets anders dan onze democratische erfenis én toekomst.

Thomas Decreus

Thomas Decreus is als politiek filosoof verbonden aan de KU Leuven.

take down
the paywall
steun ons nu!