In mei 2010 werden er in de buurt van Gao nog gemeenschappelijke legermanoeuvres gehouden tussen de Malinese strijdkrachten en de VS in het kader van Africom
Nieuws, Afrika, Politiek, VS, Bamako, Mali, Frankrijk, ECOWAS, Africom, Militaire samenwerking, Militaire staatsgreep, President Amadou Toumani Touré, Kapitein Amadou Haya Sanogo, Touaregopstand, Opstand-toearegs -

Mali: coupplegers meer en meer geïsoleerd

De staatshoofden en regeringsleiders van ECOWAS komen dinsdag 27 maart op een buitengewone top in Abidjan samen over de crisis in Mali. Na de militaire staatsgreep van vorige week werd het land meteen geschorst als lid van de West-Afrikaanse landenorganisatie. Maandag kwamen tegenstanders van de coupplegers op straat in Bamako. De opstandige militairen lijken compleet geïsoleerd.

dinsdag 27 maart 2012 19:10
Spread the love

Dat de Malinese coupplegers nauwelijks weten wat ze eigenlijk willen bereiken met hun staatsgreep van 22 maart, waarmee ze een bruusk einde maakten aan meer dan 20 jaar stabiel democratisch bestuur, wordt met de dag duidelijker.

Juntaleider vraagt om ‘begeleiding’

Aan de vooravond van de buitengewone topconferentie over de Malinese crisis van ECOWAS, de regionale organisatie van de West-Afrikaanse staten, liet juntaleider kapitein Amadou Haya Sanogo weten dat hij ECOWAS vraagt “hem te begeleiden op weg naar een herstel van de democratie in deze moeilijke tijden voor ons land”.

ECOWAS heeft meteen na de coup bijzonder scherp gereageerd en het lidmaatschap van Mali opgeschort “tot de democratische instellingen en de grondwet opnieuw van kracht zijn”. De meeste buitenlandse donoren en VN-organisaties hebben hun officiële ontwikkelingssamenwerking eveneens bevroren, op essentiële hulpgoederen en voedselhulp na.

Ondertussen maken de Toeareg-rebellen van de MNLA en de salafistische gewapende beweging Ansar dine van de rivaliserende Toeareg-leider Iyad ag Ghali dankbaar gebruik van de chaos in het land en het machtsvacuüm dat ontstond door de staatsgreep om verder op te rukken en terrein te veroveren in het noordoosten van het land, vooral in de regio Kidal.

De coupplegers, die beweerden te hebben gehandeld uit onvrede met de ‘te softe aanpak’ van de rebellie door president Amadou Toumani Touré (ATT), bereiken dus net het tegenovergestelde van wat ze zegden na te streven.

Protest tegen coup neemt toe

Nadat de coupplegers de eerste dagen van de staatsgreep blijkbaar nog konden rekenen op begrip voor hun frustraties bij een deel van de bevolking die sinds half januari geconfronteerd wordt met een nieuwe gewapende opstand in het noorden en de daarbij horende vluchtelingenstromen en onzekerheid, keerde de stemming zich sinds het weekend – met plunderingen en chaos in Bamako – compleet tégen de opstandige militairen.

Hoe langer hoe meer politieke kopstukken van meerderheid en oppositie spraken zich de voorbije dagen in ongemeen scherpe bewoordingen uit tegen de staatsgreep. Ook de sterk georganiseerde civiele samenleving toonde haar afkeer van wat een “brutale breuk met de democratische tradities van ons land” werd genoemd.

Maandag 26 maart werd in Bamako door een duizendtal mensen openlijk betoogd tegen de coup, ondanks het formele verbod om openbare manifestaties te houden en de waarschuwing van de junta dat hard zou worden opgetreden tegen ordeverstoringen. Volgens getuigen zouden vooral leden van politieke jeugdorganisaties aan de manifestatie hebben deelgenomen.

Maandag ook deed juntaleider Sanogo zelfs een oproep op de Malinese staatstelevisie ORTM (die sinds de staatsgreep onder controle staat van de junta) tot de MNLA-rebellenleiders om rond de onderhandelingstafel tot een oplossing te komen. “Alles is bespreekbaar, behalve een aantasting van de territoriale integriteit en de eenheid van ons land”, verklaarde Sanogo. Precies de strategie van dialoog die ze de president eerder verweten.

Lot van president Touré blijft onduidelijk

Over het lot van president ATT, wiens beleid de laatste maanden van zijn mandaat duidelijk tekenen van metaalmoeheid begon te vertonen, heerst nog altijd grote onduidelijkheid. Op 29 april zouden er presidentsverkiezingen worden gehouden en Touré was geen kandidaat meer omdat zijn twee grondwettelijk voorziene ambtstermijnen (2002-2012) erop zaten. De junta beweert dat Touré ‘in veiligheid’ is.

Volgens het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken had de Franse ambassadeur in Bamako dinsdag kort telefonisch contact met de aan de kant geschoven president. Maar meer details gaf Parijs niet vrij. Is hij gevangen genomen door muitende soldaten of staat hij onder de bescherming van leden van de presidentiële garde die niet aan de staatsgreep deelnamen? Frankrijk beweert alleen Touré te erkennen als democratisch verkozen president van Mali.

De malaise binnen de Malinese strijdkrachten dateert echter niet van gisteren. Al in 2010 gingen er hardnekkige geruchten in Bamako over een op til zijnde staatsgreep van gefrustreerde onderofficieren die de corruptie en de vriendjespolitiek van de hoogste legerleiding beu waren. Ook waren er geruchten van de betrokkenheid van hoge officieren bij lucratieve drugs- en wapensmokkel met noordelijke buurlanden.

Toeareg-opstanden en ‘terreurbestrijding’

In de uiterst dun bevolkte, maar zeer uitgestrekte en moeilijk te controleren Sahara-regio’s van het noordoosten van Mali (regio’s Tombouctou, Gao en Kidal) waren al meerdere opstanden geweest van Toearegs (1991 en 2006 waren de belangrijkste) en andere nomadische volkeren, die vooral naar meer autonomie streefden tegenover de regering in Bamako. En nooit de koloniale grenzen in de Sahara hebben erkend die hun traditionele bewegingsvrijheid uit de bloeitijd van de karavanenhandel aan banden legden.

Maar sinds er in het zuiden van Algerije sprake was van de aanwezigheid van de schimmige terreurgroep AQMI, de zogenoemde Al Qaeda in de Islamitische Maghreb, werden ook in het noorden van Mali af en toe activiteiten aan AQMI-groepen toegeschreven. Vooral de enkele gevallen van ontvoering van buitenlanders kwamen telkens in de westerse pers uitgebreid aan bod. Dit deed onder meer het toerisme in Mali uiteindelijk in elkaar storten, wat negatieve gevolgen had voor een prille sector die zich meer en meer was gaan richten op ecotoerisme en avontuurlijke woestijntochten.

Voor de Verenigde Staten was dit alles meer dan voldoende reden om Mali actief te betrekken in de globale strategie in de wereldwijde ‘strijd tegen de terreur’. Sinds Africom, het militaire commando van het Amerikaanse leger in Afrika in oktober 2008 operationeel werd, kon ook Mali rekenen op de speciale programma’s gericht op militaire samenwerking en training. Talloze gezamenlijke militaire manoeuvres tussen de legers van West-Afrikaanse landen en de VS vonden plaats in de Sahara. Het Malinese leger kreeg speciale legervoertuigen en uitrustingen om ‘terroristen’ te bestrijden in woestijnachtige gebieden.

Juntaleider kreeg militaire training in de VS

Ondertussen raakten ook meer gegevens bekend over juntaleider Amadou Sanogo. De beroepsmilitair die de rang van kapitein heeft, voltooide zijn opleiding aan de militaire academie van Kati, het garnizoensstadje op 15 km van Bamako waar de staatsgreep begon en nu dienst doet als hoofdkwartier van de junta. Bij zijn verschijningen op de Malinese staatstelevisie droeg hij opvallend een speldje van de US Marines op zijn uniform.

Hij kreeg zijn voortgezette training in Georgia en Virginia in de VS. Volgens Amerikaanse bronnen zou hij tussen 2004 en 2007 verschillende trainingscursussen gevolgd hebben als Engelstalige militaire instructeur in Texas. In 2008 was hij in Arizona voor een speciale training in het verzamelen van inlichtingen. In 2010 verbleef opnieuw hij 5 maanden in Georgia. Hij nam diverse keren deel aan door Amerikanen geleide militaire manoeuvres in West-Afrika en een conferentie over terrorismebestrijding in Marokko.      

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken liet na de staatsgreep weten de actie van de opstandige militairen af te keuren en de terugkeer van de democratische orde te eisen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!