Een oude rocker met een nieuwe plaat: Neil Young.
Essay, Nieuws, Bob dylan, Leonard Cohen, Neil Young, The Rolling Stones -

LuisterPost: Waardig ouder worden in de rockmuziek?

Rock- en popmuziek schoten 50 jaar terug uit de startblokken en creëerden een compleet nieuwe cultuur. Maar inmiddels zijn de rebellen van toen behoorlijk oud geworden. In de week dat Beatle Paul en Beach Boy Brian 70 worden, lijkt het gepast om eens naar het ondertussen groot bejaardentehuis van de popmuziek te kijken.

vrijdag 22 juni 2012 13:28
Spread the love

Kan het nog dat echt oude rockartiesten veel te betekenen hebben? Ze hebben samen een cultuur groot gemaakt die in het teken stond van de jeugdige beeldstormerij, maar nu hebben ze een leeftijd die eerder hoort bij een mooie oude dag, dan de barricaden. 40 jaar terug schreef Bob Dylan ‘May you Stay Forever Young’. Het was natuurlijk slechts een wens (voor zijn pasgeboren zoon), maar het is ook waar popmuziek om draait… Of is er niets nieuws onder de zon? We denken maar aan Pablo Picasso die tot na zijn 90ste de hele kunstwereld in de ban kon houden. De pionier als lichtend voorbeeld en grote speler tot op hoge leeftijd?

In elk geval is het zo dat popmuziek steeds als een speeltuin van jong talent werd gezien en ervaren. Toen Brian Wilsons broer Dennis op zijn 39ste in 1983 overleed, werd dit nog door de goegemeente gezien als een oude popster die na een exuberant leven het loodje had gelegd. Ook de dood van John Lennon op zijn 40ste werd door het jonge punk- en new wavepubliek in die context ervaren.

Maar het merendeel van de rockers die de jaren ’60 mee hadden grootgemaakt, bleef verder leven en de rockmuziek is met hen mee oud geworden. Of jong gebleven, het is maar hoe je het ziet. Een persoon die in de jaren ’70 als één van de topkandidaten voor een vroege dood werd gezien, is Lou Reed. Sinds maart is hij 70 is en vorige week gaf hij nog een uitverkocht optreden in België. Dat het publiek daar niet enkel uit leeftijdsgenoten bestond, zegt veel over de huidige situatie. Leonard Cohen is eveneens een krasse zeventiger, terwijl The Rolling Stones Mick Jagger en Keith Richards al 68 zijn… Heel wat van die grote namen staan nog geregeld op het podium of dreigen dat weer te gaan doen, zoals in het geval van The Stones.

Verandert dit het wezen van de popmuziek? Nee, het is al een tijd aan de gang. Lange tijd leek het alsof de sixties sterren quasi weggeveegd waren, bij voorbeeld in de New Wave, de punk, de grunge en de vele andere stromingen van later tijden, maar telkens kwamen ze opnieuw in het zicht. En al waren ze ook elke keer weer wat ouder geworden, toch bleven ze in het oog van het grote publiek belangrijk. Denk maar aan de opwinding die  een mogelijke reünie van Pink Floyd veroorzaakt of het feit dat een sixtiesicoon als Scott Walker aan een nieuwe plaat werkt ook door de hipste muzieksites gul in de verf wordt gezet. We moeten ook niet ver kijken: het grote nieuws van Graspop is de komst van Ozzy Osbourne (toegegeven met zijn 63 nog wat jong voor het bejaardentehuis, maar in zijn toestand…).

Die oudere artiesten blijven in een aantal gevallen ook nieuw werk uitbrengen. Vorige week verscheen bij voorbeeld Americana, de nieuwste plaat van Neil Young. De Canadees is inmiddels 66, maar een nieuw album van hem kan steevast op een hoop interesse rekenen. Alleen wordt deze plaat door velen bijgezet bij zijn wat vreemder werk. Americana bevat namelijk covers van – wat we gemakshalve – standards zullen noemen. Geen classics uit de rock, pop of soul, maar liedjes uit een breder schat, een van de populaire muziek van de laatste eeuw aangevuld met een nationale hymne en zelfs een paar regelrechte kleuterliedjes. Dergelijke onderneming is niet zonder gevaren, als we het moeten transponeren naar ons taalgebied dan zou het zoveel betekenen als uitvoeringen van ‘Op de purperen heide’ (‘Oh Susanna’) en ‘De Vlaamse Leeuw’ (hier – echt waar – God Save The Queen en niet het nummer van The Sex Pistols)… Maar gelukkig zijn een aantal van de versies op deze plaat wèl meer dan de moeite waard en dat komt vooral doordat Young hier nog eens het onvervaarde Crazy Horse uit de stallen schopt. Kras is dat op sommige songs er geen onderscheid valt te maken tussen de Young van 40 jaar terug en die van nu, qua klank. Het enige dat ervoor zorgt dat je een verschil hoort, zijn de hier en daar aanzwellende koren, net als op Living With War, zijn anti-Bushplaat van het vorige decennium. Voor ons combineren koren en rockmuziek hoegenaamd niet, maar Neil Young kan veel vergeven worden.

Van een afstand bekeken is het hele project hoe dan ook de spielerei van een artiest die ver voorbij het punt zit dat hij puur commerciële overwegingen nog moet laten meespelen. Hij is daar niet alleen in. We denken maar aan Bob Dylan (71) die als laatste wapenfeit op platengebied een kerstplaat uitbracht… Het zou nochtans voor beide giganten veel lucratiever zijn om enkel nog greatest hitstournees te doen en daar voor grof geld te ontvangen. Dat ze op hun oude dag, naast oorspronkelijk werk, ook dit soort van vreemde projecten najagen, zegt misschien positievere zaken over hun geestesgesteldheid dan menigeen zou denken.

Eigenlijk keren deze monumenten een beetje terug naar hun midlife crisis, periodes waarin de beide heren ook behoorlijk bizar uit de hoek kwamen. Bij Bob Dylan verscheen er ineens een countryfixatie (de man was toen van zijn motor gevallen, hadden we het daar niet over een midlife crisis?) en een tijd later had hij nog een tweede midlife crisis toen hij compleet in den Here ging en de goegemeente wilde overtuigen dat ze gered moest worden door het geloof. Bij Neil Young waren er de synthesizerplaten (‘Trans’), de retrotoestanden (‘Everybody’s Rockin’) en op een bepaald moment koesterde hij plotsklaps een aantal rechtse standpunten. Dat laatste heeft hij later voldoende rechtgezet door een gestage stroom aan politieke rock onder andere op Living With War. Beide heren blijven dus meer dan interessant en dat opent natuurlijk ook mooie perspectieven in het kader van de oudere popmuzikant .

De zaak is dat de concerten van deze oude knarren vaak nog meer dan uitstekend zijn. Denken we ook aan de magie van een Cohen of Paul McCartney of Brian Wilson of op heel hoge leeftijd BB King en wijlen Bo Diddley die tot op zijn 79ste verschroeiend uit de hoek kwam… Maar er zijn ook andere – zacht uitgedrukt – minder gunstige voorbeelden. Zo zagen we een aantal jaren terug een concert van ‘The 3 KIngs Of Rock & Roll’, met name Chuck Berry, Little Richard en Jerry Lee Lewis. Berry verprutste zijn eigen songs met de verkeerde intro’s en een minderwaardige backing band, Little Richard liet de hoge uithalen door een jonger groepslid zingen en Jerry Lee kan eenvoudig niet meer articuleren…

Er zijn ook in andere delen van de muziek voorbeelden van te vinden. Operazangeressen die maar een schaduw van zichzelf meer zijn, maar door het publiek aanbeden worden of Charles Aznavour die op zijn 88ste niet meer juist kan zingen, maar die vorig jaar wel een reeks optredens gaf. Tot een jaar of 15 terug was hij nog indrukwekkend, maar nu is het echt intriest om de wat korzelige oude man te zien afgaan. Geldklopperij, drijvend op nostalgie en al met al een zeer onsmakelijke business. Hopelijk gaat het in de rockmuziek in de komende decennia niet die richting uit. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!