Cultuur, Recensie, CD-bespreking, The Bony King Of Nowhere -

Luisterpost: The Bony King Of Nowhere ‘Eleonore’

Chauvinisme staat niet in ons woordenboek. Maar voor de jonge Belgische singer-songwriter Bram Vanparys, alias The Bony King Of Nowhere, maken we graag een nieuw lemma. Met zijn tweede cd ‘Eleonore’ steekt de man namelijk boven het gros van veel binnen- en buitenlands talent uit. Simpel en goed.

dinsdag 15 februari 2011 10:29
Spread the love

We dachten dat we wisten wat te verwachten toen we de nieuwste van The Bony King Of Nowhere in onze cd-speler mikten. Niet dus. Vanparys blijkt samen met een band en producer Koen Gisen zowat een reuzensprong gemaakt te hebben ten opzichte van eersteling ‘Alas My Love’. Was dat debuut van de 22-jarige Gentenaar niet onverdienstelijk, dan is opvolger ‘Eleonore’ ronduit overweldigend.

En dat is aan twee zaken te wijten. Eerst en vooral is er de sound van de songs die nog het meest doet denken aan Thom Yorke begeleid door Isbells. Maar die omschrijving is er slechts een om een idee te geven, want Vanparys is hier voldoende zichzelf om de luisteraar alle vergelijkingen snel te doen vergeten. 

Maar er zijn anderzijds ook de sterke liedjes die van een zeldzaam heldere tonaliteit getuigen. Slechts negen songs staan erop en telkens de plaat voorbij is, hebben we spijt dat het er niet meer zijn. 

Toch is die bewuste keuze voor een dik half uur muziek een goede geweest. De plaat bevat nauwelijks een zwak moment door de selectie en songs als de opener ‘Sleeping Miners’ of ‘The Garden’ bloeien langzaam open om zich vast te pinnen in de hersenen van de luisteraar en daar nog dagen rond te spoken. Ook ‘Going Home’ en ‘Some Are Fearful’ zijn liedjes die bewijzen dat de zanger veel in zijn mars heeft. Een speciale vermelding verdient ‘The Poet’, een vrije bewerking van Willem Elsschots ‘Het Huwelijk’, geschreven naar aanleiding van de opening van het Elsschotjaar. 

Muzikaal horen we op het eerste zicht slechts engelachtig stemmenwerk en de klassieke folkrockbegeleiding, maar in ‘The Garden’ komt er een zweverig orgeltje bij dat het nummer volledig opentrekt. Ook op het titelnummer zorgt dat orgeltje voor een mooi sixtiesaccent. De opbouw van de nummers vertrekt vaak bij een kabbelend begin om dan toe te werken naar een breder panorama, maar toch kunnen we niet van een geijkte formule spreken. Daardoor blijf je bij dit kleinood tot op de laatste noot op het puntje van de stoel zitten. 

Beoordeling: ++++

(PIAS)

De plaat kan je hier volledig beluisteren.

 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!