Patrice Lumumba (2 juli 1925 – 17 januari 1961). Foto: Public Domain
Getuigenis -

Ludo De Witte: ‘De bittere erfenis van de Lumumbacommissie, 2002-2022’

Precies twintig jaar geleden werden het rapport en de besluiten van de Lumumbacommissie aan het parlement gepresenteerd. Naar aanleiding van die verjaardag legde Ludo De Witte in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een analyse van de commissie en van haar gevolgen voor. DeWereldMorgen.be drukt zijn uiteenzetting integraal af.

maandag 7 februari 2022 18:00
Spread the love

 

Dames en heren,

Dank voor de gelegenheid die u me biedt om hier te reflecteren over de erfenis van de Lumumbacommissie. Vandaag, 20 jaar nadat die commissie haar conclusies neerlegde, waart de geest van de vermoorde premier nog steeds door dit land.

Lumumba beroert nog steeds de gemoederen. Hij werd een symbool en referentiepunt voor wie dekolonisatie en antiracisme in het hart draagt, maar roept bij sectoren van onze elites nog altijd afkeer op en is bij tijd en wijle ook een stoorzender in de Belgisch-Congolese relaties.

De redenen zijn niet ver te zoeken: het halfslachtige expertenrapport van destijds, de vage aanbevelingen van de commissie en de contradictorische uitvoering ervan door opeenvolgende regeringen.

Eerste minister Lumumba (l) neemt onaangekondigd het woord op de plechtige zitting voor de verklaring van de onafhankelijkheid. Koning Boudewijn (in wit uniform) kijkt verontwaardigd toe. Foto: screenshot YouTube

Enkele manco’s van het expertenrapport: contextuele analyses van cruciale documenten ontbreken; verhullende codetaal wordt niet ontleed; bezwarende getuigenissen van betrokken officieren worden niet in rekening gebracht en de rol van de VS en de VN wordt uit beeld gehouden.

Geschiedschrijving werd in een keurslijf geprangd ten dienste van een commissie die de revelaties in mijn boek ‘De moord op Lumumba’ politiek hanteerbaar moest maken. Een van de experts, professor Luc De Vos van de Koninklijke Militaire school, moest daarover waken.

Terwijl de commissiewerkzaamheden nog in volle gang waren, kwam De Vos op de radio vertellen dat de Belgische militairen in Congo uitsluitend bezig waren met het garanderen van de veiligheid van Belgische burgers.

Witte experts hadden de touwtjes in handen. De Congolese expert Jean Omasombo kreeg geen toegang tot essentiële archieven: achteraf noemde hij zichzelf “de (n-woord) van de commissie”… (Dixit commissielid Leen Laenens, plenaire vergadering Kamer, 5/2/2002, Beknopt Verslag plenumvergadering)

(Voor meer analyse van het expertenrapport, zie mijn artikelen ‘Brieven aan de Lumumbacommissie’ en ‘Lumumba in het Belgisch parlement’ in Uitpers, 31 december 2001 en 1 januari 2002).

 

Lumumba’s toespraak op 30 juni 1960 (Engelse ondertitels, 6:48):

 

Op suggestie van de experts (pagina 605: “Het staat aan de commissie te oordelen of Belgische regeringsinstanties morele verantwoordelijkheid dragen in de dood van Lumumba.”) stelde de onderzoekscommissie dat “met de normen inzake publieke moraal van vandaag (…) de commissie tot de conclusie komt dat sommige Belgische regeringsleden en andere Belgische actoren een morele verantwoordelijkheid dragen in de omstandigheden die tot de dood van Lumumba hebben geleid.” (pagina 839, in de sectie ‘Conclusies van de onderzoekscommissie’)

Een zonderlinge en betekenisloze conclusie, want stonden “de normen inzake publieke moraal” van toen wél toe dat een wettig verkozen premier werd vermoord? En wat betekent “een morele verantwoordelijkheid”?

Op een persconferentie werd de commissievoorzitter door journalisten om uitleg gevraagd, maar een antwoord kwam er niet. Waarop een journalist zijn stuk over het commissieverslag dan maar de titel “België heeft een moord op zijn geweten” meegaf.

Patrice Lumumba toont zijn door boeien verwonde polsen bij zijn aankomst in Brussel. Foto Nationaal Archief/CC

Een morele verantwoordelijkheid in de moord: het is een betekenisloze, maar geen zinloze conclusie. Want op die manier ontslaat men België en zijn vertegenwoordigers van een concrete, daadwerkelijke verantwoordelijkheid en schermt men dit land af van zwaarwegende strafrechtelijke en financiële gevolgen.

(Tussen haakjes: de procureur van Brussel gebruikte in 1962 dezelfde kwalificatie om de Belgische koloniaal resident van Burundi niet te moeten vervolgen voor de moord op de Burundese premier Louis Rwagasore.)

De intentie om een schot op te trekken tussen België en de gevolgen van de misdaad verklaart allicht ook waarom de commissie niet de individuele verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken ministers heeft aangeduid, hoewel dat een taak was die expliciet tot haar opdracht behoorde.

Allicht verklaart dat ook waarom de huiszoeking bij politiecommissaris Gerard Soete, die Lumumba’s lichaam had vernietigd en tegenover journalisten en ondergetekenden bekende enkele resten van de oud-premier te bewaren, pas 10 maand na zijn dood gebeurde.

Waarom leverde die huiszoeking niks op? Ging men wel bij de nabestaanden op zoek? Jaren later toonde de dochter van Gerard Soete aan een Humo-journalist zonder problemen de nalatenschap van haar vader.

Een conclusie dringt zich bij dit alles op: de commissie wou een concrete rol van Belgen in de misdaad onder de mat vegen. Alsof het adagium dat sinds de moord al vier decennia meeging, overeind moest blijven: “de moord was een zaak van Bantoes”.

Het onverwerkte verleden onder ogen zien en duurzaam verwerken: dat was de centrale aanbeveling van de Lumumbacommissie. Hoe ze dat wou realiseren zonder de ondubbelzinnige rol van de Belgische regering en haar gezanten in de moord te erkennen, met op de achtergrond de slagschaduw van de onvindbare resten van de vermoorde premier die een Belgisch politieman als jachttrofee had bijgehouden, is een raadsel.

Was het ook minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel te veel? Op 5 februari 2002 werd in het parlement het commissierapport voorgesteld. Michel zei toen dat “certains membres du gouvernement d’alors et certains acteurs belges de l’époque portent une part irréfutable de responsabilités dans les événements qui ont conduit à la mort de Patrice Lumumba”. “Une part irréfutable de responsabilités”: dus meer dan een morele verantwoordelijkheid? Of was het een lapsus van de minister?

Hoe dan ook: de Belgische regering kwam met een plan op de proppen dat cynisch mag worden genoemd. De familie-Lumumba schadeloosstellen was geen optie, want dat zou een schuldbekentenis inhouden. Maar de familie met lege handen naar huis sturen was, gezien de feiten, evenmin een optie.

Vandaar het regeringsvoorstel om de familie te betrekken bij de oprichting van een ‘Lumumbafonds’ dat democratische educatie in Congo zou moeten aanbieden. Daartoe zou België bijna 4 miljoen euro vrijmaken, jaarlijks aangevuld met een bedrag van ten minste 500.000 euro. Op die manier zou de familie-Lumumba een compensatie krijgen, zonder dat dit als een schadevergoeding voor België’s rol in de moord kon worden opgevat.

Kort nadien werd dat plan evenwel verlaten. De Congolese president Laurent-Désiré Kabila was ondertussen opgevolgd door zijn zoon. Het regime van Joseph Kabila was bijzonder zwak, en leefde bij de gratie van het buitenland.

Dat bleek ook in 2003, toen Kabila in een speech voor Belgische senatoren “de pioniers van de kolonisatie” bewierookte. Pioniers die volgens wetenschappelijke ramingen een regime vestigden dat tussen 1 en 5 miljoen Congolezen het leven kostte. Het was een hoogste symbolische knieval van de Congolese president.

Lumumba als icoon van democratie, volksparticipatie en een échte onafhankelijkheid: het interesseerde Kabila niet. Dat ontging België niet. Het Lumumbafonds werd begraven nog voor het was opgericht.

Een onbekende koloniale ambtenaar (Lumumba met hoed) bij het verplichte eerbetoon voor alle bezoekers uit Congo, een bloemenhulde aan het standbeeld van Leopold II op het Troonplein in Brussel. Foto: Archief NIR-INR

De familie-Lumumba probeerde dan maar via juridische weg te bekomen wat via politieke weg niet was gelukt: een ondubbelzinnige erkenning van schuld en een schadeloosstelling. In 2011 dienden hun advocaten een klacht in tegen twaalf Belgen die een rol hadden gespeeld in de gebeurtenissen die tot de moord hadden geleid. De klacht werd gekwalificeerd als een niet-verjaarbare oorlogsmisdaad, waarop een onderzoeksrechter werd aangesteld.

De afgelopen tien jaar bleef de situatie vrijwel ongewijzigd. Het gerechtelijk onderzoek sleept aan. In 2020 zei federaal procureur Frédéric Van Leeuw, daarover ondervraagd, dat personeelsgebrek verklaart waarom de verslagen van de ondervragingen achter gesloten deuren van de Lumumbacommissie nog niet waren opgevraagd.

Negen jaar lang had het gerecht de tijd niet gevonden om de Kamervoorzitter een brief te schrijven! (Vorige week kwamen speurders dan toch in actie, met een huiszoeking in het parlement. Voorlopig zonder zichtbaar resultaat, want de documenten blijven in de Kamer liggen, in een verzegelde ruimte).

Patrice Lumumba. Foto: Nationaal Archief NL/CC BY-SA 4:0

Het dossier van de jarenlang spoorloos gebleven resten van de ex-premier kreeg in 2016 een nieuw hoofdstuk. Na onthullingen in Humo en een klacht van ondergetekende, nam het Brusselse gerecht één tand uit de nalatenschap van Gerard Soete in beslag. Een tand waarvan wordt verondersteld dat die van Patrice Lumumba is.

Overigens wijzen een hele reeks indicaties erop dat sectoren van het politieke, diplomatieke en academische establishment gekant blijven tegen een opheldering van zaken en een constructief afsluiten van het dossier.

Want hoe verklaar je anders dat nog in 2008 een van uw experts een boek publiceerde waarin Patrice Lumumba wordt verantwoordelijk geacht voor de Congocrisis?

  • Dat in 2009 Charles Huyghe, genoemd in een VN-onderzoek over de moord op Lumumba, nog een hoge onderscheiding kreeg uit handen van de Belgische ambassadeur in Pretoria?
  • Dat Jacques Brassinne, die het voorwerp is van een strafonderzoek naar de moord, in 2019 opnieuw voorzitter werd van het Théâtre de Poche?
  • Dat in 2020 het Brusselse parket meedeelde dat de kinderen van Lumumba de in beslag genomen resten van hun vader op de griffie mogen komen ophalen, alsof het om een verloren portefeuille gaat?
  • Dat in het vernieuwde AfricaMuseum, in de kleine ruimte gewijd aan de dekolonisatie van Centraal-Afrika, de moord op Lumumba (en die op Rwagasore) wel wordt vermeld maar niet wordt uitgelegd?
  • Dat tot vandaag geen betekenisvolle plaats in onze hoofdstad naar Lumumba is vernoemd, en we het moeten stellen met een pleintje die naam onwaardig – enkele vierkante meters tussen een taxistandplaats en de kleine ring van Brussel?

Deze aanwijzingen tonen aan dat België nog een hele weg heeft te gaan voor het zijn koloniaal verleden heeft verwerkt. Om dat ‘onverwerkte verleden’ aan te pakken, pleitte de Lumumbacommissie er ook voor om onze archieven – ons gearchiveerd verleden – te vervolledigen en te vrijwaren voor onderzoek.

In dat verband sluit ik mijn betoog af met een verwijzing naar mijn jongste boek, waarin ik verslag uitbreng van mijn jarenlang onderzoek naar de rol van Belgische autoriteiten in de moord op de Burundese premier Louis Rwagasore, die enkele maanden na de moord op zijn Congolese collega om het leven werd gebracht.

Het is een verhaal van racisme, corruptie, repressie en moord, en van een gehypothekeerde onafhankelijkheid van een Afrikaans land, maar ook van verdwenen of vernietigde archieven, zowel in het Rijksarchief als in het archief van het departement Buitenlandse Zaken.

Dat verwondert niet, want op de website van Buitenlandse Zaken zelf staat gewoon geafficheerd dat de directie toegang tot archiefstukken verleent of beperkt, onder meer “aan de hand van de algemene criteria voor de bescherming van de internationale betrekkingen van federaal België”.

Diplomaten zijn dus gemachtigd om documenten die “de internationale betrekkingen van federaal België” kunnen bezwaren, aan het oog van onderzoekers te onttrekken. In mijn boek druk ik overigens onweerlegbare bewijzen af dat documenten worden achtergehouden of verdwijnen.

En daar blijft het niet bij. Archieven die ten onrechte als ‘privé’ worden aangemerkt, zoals die van ministers bij de uitoefening van hun functie, worden niet alleen ‘opgeschoond’, maar dikwijls gewoon leeggehaald.

Enkele voorbeelden zijn die van de minister van Afrikaanse Zaken Harold d’Aspremont Lynden en van minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak betreffende hun Burundibeleid. Om nog maar te zwijgen over het verzet van de Veiligheid van de Staat om de archieven van de koloniale Sûreté aan het Rijksarchief over te maken.

Kortom: het verleidt me in interviews weleens tot de boutade dat ik me als onderzoeker soms als een pianist voel die gevraagd wordt een stuk van Bach te spelen … op een piano waarvan enkele noten zijn verwijderd.

Zo wordt het onderzoek naar misdaden zoals de moord op Lumumba of die op Rwagasore, of naar de installatie van een etnische dictatuur in Rwanda in de aanloop naar de onafhankelijkheid, bij voorbaat gehypothekeerd.

Wat bijzonder erg is. Want de dekolonisatiejaren vormen een scharnierperiode waarin het kolonialisme wordt omgezet in neokolonialisme, dat is: de voortzetting van het kolonialisme met andere middelen achter een zwarte façade.

Voor het begrijpen van onze hedendaagse samenleving, en van de plaats van het racisme daarin, is die periode minstens zo belangrijk als de koloniale periode in enge zin (Ik veroorloof me hier een opmerking terzijde: uw experts hadden in hun rapport best wat meer aandacht aan de dekolonisatiejaren mogen wijden).

Tot zover een summier overzicht van twintig jaren van gemiste kansen en halfslachtige oplossingen.

Hopelijk weet uw commissie, gesterkt door een toegenomen maatschappelijke afkeer van racisme en kolonialisme, een kentering in te zetten.

 

Ludo De Witte in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, 31 januari 2022

Zie hier alle artikels van Ludo De Witte bij www.dewereldmorgen.be

Ludo De Witte. De moord op Lumumba. Kritak (1999), heruitgave 2020, met nieuwe inleiding door de auteur. 366 pp. ISBN 978 94 0147 1466

Ludo De Witte. Moord in Burundi – België en de liquidatie van premier Louis Rwagasore. EPO, Antwerpen, 2021, 348 pp. ISBN 978 9462 2672 9 25

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!