Lobbycratie in Brussel
Europa, Politiek, België, Brussel, Europese Unie, Tmd, Brussel, Lobbying, Jeanineuropa -

Lobbyen in Brussel is miljoenenindustrie

In Brussel proberen naar schatting 15.000 lobbyisten het beleid van de Europese Unie (EU) te beïnvloeden. Een meerderheid daarvan vertegenwoordigt bedrijfsbelangen. En het middenveld beschikt over onvoldoende middelen om tegenwicht te bieden. Bovendien begunstigt de Europese Commissie het bedrijfsleven met een betere toegang tot de besluitvorming. Er is sprake van een democratisch deficit.

maandag 17 januari 2011 12:37
Spread the love

“Het hele systeem van lobbyisme in de Europese Unie noemen we lobbycratie”, zegt Pia Eberhardt, beleidsmedewerker handel van lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO). “Dat is enerzijds het enorme leger van lobbyisten dat verscheidene technieken gebruikt om het beleid te beïnvloeden. Anderzijds gaat het om de Europese instellingen die erg openstaan voor de invloed van lobbyisten en dan vooral van bedrijfslobbyisten.”

Het evenwicht is verstoord

“Twee derde van de naar schatting 15.000 lobbyisten in Brussel vertegenwoordigt bedrijfsbelangen”, zegt Olivier Hoedeman, campagne- en studiemedewerker van CEO. “Dat wil zeggen dat een minderheid het opneemt voor algemene, publieke belangen. Het evenwicht is dus verstoord. Maar bedrijfslobbyisten zijn niet alleen talrijker, ze spenderen ook meer. Het gaat dan ook om een dure aangelegenheid. Doeltreffend lobbyen is aanwezig zijn in elke fase van de besluitvorming. En in dat opzicht zijn de financiële middelen die ondernemingen kunnen ophoesten, een voordeel. Dat is bij elke lobbycampagne hetzelfde verhaal.”

“Twee derde van de naar schatting 15.000 lobbyisten in Brussel vertegenwoordigt bedrijfsbelangen” – Olivier Hoedeman

Voedingsindustrie versus consumentenorganisaties

Neem nu het wetsvoorstel voor een verkeerslichtsysteem op voedingsverpakkingen. Dat systeem geeft met behulp van groene, oranje en rode codes aan hoe gezond een product is op vlak van de hoeveelheid (verzadigd) vet, suiker en zout. Gezondheids- en consumentenorganisaties staan hier volgens het rapport ‘A red light for consumer information’ van CEO volledig achter.

DeWereldMorgen.be

Meer dan een kwart van de mannen en meer dan een derde van de vrouwen in de EU lijdt aan overgewicht of obesitas. En onderzoek wijst uit dat consumenten door het verkeerslichtsysteem vijf keer beter in staat zijn gezondere producten aan te duiden. Dit in vergelijking met de Dagelijkse Voedingsrichtlijn of het GDA-systeem waar de voedingsindustrie voorstander van is. Dat geeft per voedingsstof aan wat de dagelijks aanbevolen hoeveelheid is.

Lobbycampagne van één miljard euro

CIAA, het verbond van de Europese voedings- en drankenindustrie spendeerde één miljard euro om het GDA-systeem te promoten. Zo kon CIAA, uit angst voor dalende verkoopcijfers van ongezond voedsel, het verkeerslichtsysteem buiten spel zetten. Op 17 juni 2010 verwierp het Europees Parlement het voorstel met een nipte meerderheid.

Volgens Zweeds Europarlementslid Carl Schlyter (groenen) is dat het resultaat van druk vanuit de voedings- en drankenindustrie. Hijzelf ontving wekelijks 230 e-mails van voornamelijk bedrijfslobbyisten. Tijdens deze campagne verdedigde 90 tot 95 procent van de lobbyisten de belangen van de voedings- en drankenindustrie. De overige vijf tot tien procent vertegenwoordigde consumentenbelangen.

Geld is invloed

“Voor het middenveld is het langdurig aanhouden van lobbycampagnes een van de grootste uitdagingen wat het beïnvloeden van de Europese wetgeving betreft.” Dat zegt Marc Maes, beleidsmedewerker handel van 11.11.11 – Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging.

“Lobbyen in Brussel is uitgegroeid tot een miljoenenindustrie” – Marc Maes

“Bedrijven betalen een lobbykantoor en ze blijven dat betalen totdat het besluitvormingsproces is afgelopen. Tegen die tijd hebben de meeste burgerorganisaties al lang afgehaakt. Invloed draait om geld. Lobbyen in Brussel is immers uitgegroeid tot een miljoenenindustrie. En bovendien heerst er in Brussel de logica dat wat goed is voor big business, goed is voor de wereld. Dat is een evidentie waar wij met beperkte middelen tegenin moeten gaan.”

Voor of tegen een liberale logica

“Geld is natuurlijk een van de belangrijkste factoren wat lobbyen betreft, maar het is zeker niet de enige”, zegt Eberhardt. “Het maakt natuurlijk een verschil dat een organisatie beschikt over een lobbybudget van 300.000 of 44 miljoen euro. Maar een andere belangrijke factor is ideologie en dat toont het Europese handelsbeleid goed aan.”

“Het directoraat-generaal (DG) Handel is het handelsdepartement van de Commissie. Je ziet duidelijk dat DG Handel vaker naar de ondernemingen luistert, omdat deze haar liberale agenda steunen. Het middenveld wordt op afstand gehouden, aangezien het deze agenda net bekritiseert.”

De Commissie zoekt zelfs actief steun voor haar liberaliseringsagenda. “Top down lobbying beschrijft de situatie waarin de Europese Commissie bedrijven aanzet om te lobbyen”, zegt Eberhardt. “Eind jaren ’90 bijvoorbeeld nodigde toenmalig handelscommissaris Leon Brittan de voorzitter van de Britse Barclays Bank uit om het European Services Forum (ESF) op te richten. Deze lobbyassociatie werd de grootste drijfveer achter het EU-offensief voor een liberalisering van diensten over de hele wereld.”

Particuliere boven algemene belangen

“De Europese Commissie geeft eigenlijk bevoorrechte toegang tot de besluitvorming aan de bedrijven”, zegt Eberhardt. “En dat schaadt de democratie. Onze samenleving telt verschillende belangen waarnaar elk democratisch bestuur op gelijke basis moet luisteren. En misschien kan je zelfs argumenteren dat de Europese Unie vooral moet luisteren naar groepen die het algemene belang vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld mensen die zich inzetten voor arbeidsrechten, milieubescherming of ontwikkelingssamenwerking. Voor particuliere belangen, zoals bedrijfswinst, die vaak in conflict staan met deze algemene, sociale belangen zou de Commissie minder aandacht moeten hebben.”

“Voor particuliere belangen zou de Commissie minder aandacht moeten hebben” – Pia Eberhardt

Legitimatie van het beleid

Maar volgens John Clancy, woordvoerder van eurocommissaris voor Handel, Karel De Gucht, is er niets aan de hand. “Ik ga niet akkoord met het idee dat het middenveld niet gehoord wordt”, zegt Clancy. “De mensen die voor het directoraat-generaal Handel werken, staan regelmatig in contact met NGO’s. Commissaris De Gucht ontmoet deze in de Civil Society Dialogue (CSD) en tijdens individuele contacten met verschillende organisaties.”

De bedoeling van de Civil Society Dialogue is om het middenveld meer te betrekken bij het Europese handelsbeleid. “Telkens als je de Commissie bekritiseert, omdat ze meer gehoor geeft aan bedrijfslobbyisten verwijst ze naar de Civil Society Dialogue”, zegt Eberhardt. “Voor haar is het een instrument om haar beleid te legitimeren. Het probleem van de CSD is dat de Commissie de kritiek die daar aangehaald wordt niet aan boord neemt. Er is dus geen enkele impact op het beleid en daarom beschouwen we het als een nutteloos forum. Het is louter een publiciteitsstunt om het handelsbeleid van de Commissie te legitimeren.”

Commissie negeert eigen normen

Toch stelde de Commissie normen op die haar verbieden bepaalde groepen meer toegang tot de besluitvorming te verlenen. Ook mag de Commissie niet slechts naar één kant van het verhaal luisteren. “DG Handel toont ons dat deze normen gewoon genegeerd worden”, zegt Eberhardt. “We stuurden de Commissie verschillende brieven om dit probleem aan te kaarten. Als we al een antwoord kregen, zeiden ze dat ze met alle belangengroepen spreken en dat hun deur voor iedereen openstaat. Volgens hen is er geen sprake van bevoorrechte toegang, maar als je naar het beleid kijkt, zie je dat dat gelogen is.”


Dit dossier kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos:

take down
the paywall
steun ons nu!