Ahmet Koç en Dyab Abou Jahjah. Bron: Facebook Dyab Abou Jahjah
Opinie, Nieuws, Samenleving, België -

Links en de tandem Abou Jahjah-Koç: blijven we dezelfde fout maken?

De verwijten tussen Dyab Abou Jahjah en militanten van Movement X enerzijds en (vooral) blanke activisten anderzijds vliegen op de sociale media over en weer. De aanleiding is een bijeenkomst waar de betoging tegen de komst van Trump (op 24 mei) werd voorbereid en de vraag (volgens anderen: de eis) van Movement X om Dyab te laten spreken werd verworpen. Op de vergadering viel te horen dat Dyab “te controversieel” zou zijn.

maandag 15 mei 2017 13:43
Spread the love

De dag nadien werd bekend dat Dyab Abou Jahjah werkt aan de opbouw van een politieke partij met Ahmet Koç, een man die uit de sp.a werd gegooid wegens zijn pro-Erdoganstandpunten. Op Facebook werd alles op één hoopje gegooid, alsof het pro-Erdoganstandpunt van Ahmet Koç Dyab Abou Jahjah bij voorbaat zou diskwalificeren om over racisme, discriminatie en achterstelling te spreken. De agressieve verbale reacties vanwege de entourage van Dyab – “fuck off”, “smeerlap”, “middeleeuwse klassenanalyse” – helpen natuurlijk evenmin om een sereen debat op gang te krijgen.

We nemen even afstand van de aanleiding voor deze escalatie (de anti-Trumpbetoging) om onze visie uiteen te zetten over wat de inzet is van het debat. Zo willen we een bijdrage leveren dat voor opheldering en een beter begrip zou kunnen zorgen. We doen dit met een voet in beide kampen. We zijn allebei lid van Movement X. Ludo De Witte is activist en publicist die sinds 2002, toen de criminalisering van de AEL hoogtij vierde, opkwam voor het recht van de AEL om te vechten voor de emancipatie van moslimminderheden in dit land, en onderzoeker die in Knack blootlegde hoe eind 2002 extreem-rechtse agenten in het politiekorps van Antwerpen Dyab met valse verklaringen erin luisden, zodat hij in de gevangenis belandde.

a) Als links het echt meent en onderdrukte en achtergestelde minderheden, zoals moslims (en ook mensen van Afrikaanse origine), het recht toekent om op te komen voor hun belangen, tegen discriminatie en racisme, voor aanwervingsquota’s en prakijktesten om het racisme op de arbeidsmarkt en de woningmarkt te bestrijden, tegen racistisch politiegeweld, voor multicultureel onderwijs, enzovoorts, dan moet links aanvaarden dat deze medeburgers zich organiseren zoals zij dat zelf zien, met hun politiek bewustzijn, hun doelstellingen, hun organisatievormen. Het belerende vingertje van deze persoon kan wel en die persoon kan niet, of dit standpunt mag wel en dat niet, is een uiting van een totaal misplaatst superioriteitsgevoel. De mensen wiens leven gebukt gaat onder racisme en achterstelling, wat ook het voorwendsel moge wezen (afkomst, godsdienst of huidskleur) organiseren zich zoals ze zelf vinden dat te moeten doen. Wij menen dat het onvoorwaardelijke recht op zelforganisatie van minderheden of onderdrukte groepen niet ter discussie mag staan. Het zullen niet blanken zijn, die niet stilstaan bij en ook niet aan den lijve ervaren wat structureel racisme betekent, die het voortouw zullen nemen in die emancipatiestrijd. Die vaststelling betekent niet dat er geen bruggen gebouwd moeten worden of dat de ‘blanke’ activisten zich over racisme niet hoeven te bekommeren, wel integendeel.

b) Het feit dat sommigen aanhangers zijn van Erdogan is vandaag van secundair belang. Het project betreft immers het bestrijden van racisme hier, en niet de neo-Ottomaanse gloriedromen van Erdogan. Voorwaarden decreteren dat initiatiefnemers van een zelforganisatie eerst van gedacht moeten veranderen vooraleer we hen het recht willen geven een politieke zelforganisatie uit te bouwen, is een uiting van paternalisme én van politieke zwakte van links zelf.

c) Zeggen we daarmee dat de steun van veel Turkse Belgen voor Erdogan geen probleem is? Natuurlijk is die steun een probleem. Erdogan is de autoritaire leider van een chauvinistisch, Groot-Turks regime dat het Koerdische volk onderdrukt; dat een steunbeer van het imperialisme in het Midden-Oosten en van de racistische en kolonialistische staat Israël is. Vroeg of laat zal de collusie tussen het Turkse regime en de westerse machten, ook met Brussel, zorgen voor contradicties tussen het optreden van het Turkse regime en zijn Belgische tegenhanger enerzijds en een politieke expressie van de Belgische moslims anderzijds. Denk maar, om even in het verleden te duiken, aan de samenwerking tussen de politie- en veiligheidsdiensten van Turkije en België ten tijde van minister Johan Vande Lanotte; aan de lange arm van Ankara in de zaak Bahar Kimyongur; aan de rol van Turkse organisaties in de Turks-Belgische gemeenschappen van dit land. Het leidt geen twijfel dat de Turkse overheid én de Belgische overheid er alles aan zullen doen om een politieke emancipatie van Belgische gekleurde minderheden en/of moslims stokken in de wielen te steken; op dat punt zijn de violen gelijkgestemd.

d) De vormen die deze contradicties zullen aannemen, is niet te voorspellen. En dan is het de vraag hoe moslims en hun vertegenwoordigers daarop zullen reageren. Plooit het nieuwe initiatief van de tandem Abou Jahjah-Koç voor het Belgisch imperialisme en het Groot-Turks chauvinisme? Zullen ze een chauvinistische houding tegenover het Koerdische volk en zijn belangrijkste vertegenwoordiger zoals de HDP in de praktijk steunen, bijvoorbeeld tijdens betogingen van Turkse Belgen? Houden ze vast aan de retoriek van het regime in Ankara dat de PKK een terroristische organisatie is, zoals het ANC van Mandela dat voor het Apartheidsregime was? Leggen ze zich neer bij de steun van Ankara voor Tel Aviv, en de diepgaande samenwerking tussen beide regimes, of veroordelen ze die? De praktijk, en de evolutie ervan, zal het uitwijzen. In elk geval zullen a priori-veroordelingen van blanken die boegbeelden zoals Dyab Abou Jahjah “te controversieel” vinden op een koude steen vallen. Terecht, want weinig overtuigend. Geef het een kans, laat de praktijk het uitwijzen, blijf in dialoog, we hebben evenveel van hen te leren als omgekeerd het geval is. 

Neem de vakbeweging, centrale hefboom van verandering: die is er de laatste jaren niet anti-racistischer op geworden. Er zijn nochtans redenen genoeg om discriminatie aan te vechten, van bij de Antwerpse politie tot zowat in elke sector van de privé. Noch het ABVV, noch het ACV hebben op dat vlak enige prestatiestaat voor te leggen. In het Verenigd Koninkrijk en de VS zijn er al jaar en dag ‘Black caucus’- groepen en netwerken actief, net zoals er LGBT-werkingen zijn. Onze achterstand, vooral in Vlaanderen, is problematisch. Of neem de Koerdische kwestie, vandaag bovengehaald als stok om ermee op de tandem Abou Jahjah / Koç te slaan: de oorverdovende stilte van de PVDA, Groen en sp.a over Koerdisch zelfbeschikkingsrecht is tekenend. 

Sommigen maken partijpolitieke berekeningen: zal de tandem Dyab Abou Jahjah / Koç enkele percenten, misschien een zetel, afpakken van PVDA, Groen, sp.a? Het is een “argument” dat ook in 2002-2003 opgeld maakte om de AEL te veroordelen en de criminalisering van de organisatie door politiek, gerecht, media en staatsveiligheid rustig zijn gang te laten gaan. Dat soort politieke rekenkunde waarbij het democratisch recht van een bevolkingsgroep om voor zijn emancipatie op te komen ondergeschikt wordt gemaakt aan een zetel meer of minder is een uiting van het monoculturele denken waar ook links het slachtoffer van is. Het initiatief van Koç en Dyab Abou Jahjah bekampen is bovendien contraproductief want het zal de kloof – die men pretendeert te willen overbruggen achter het ordewoord van eenheid – enkel vergroten.

Gezien het feit dat het racismeprobleem gedurende decennia nooit veel meer dan op moralistische wijze werd aangepakt en gezien het feit dat bij partijen, vakbonden en de civiele maatschappij weinig of geen ruimte bestaat voor zelforganisatie en zelfstandige belangenbehartiging is het volgens ons weinig verwonderlijk dat de betrokkenen op een bepaald ogenblik stellen dat het welletjes is geweest en voor zelfstandige acties gaan. Zij weten maar al te goed dat als zij zich niet verzetten tegen racisme en achterstelling het niemand anders in hun plaats zal doen.

e) De linkerzijde doet er goed aan met enige bescheidenheid te kijken naar haar eigen balans op dit vlak. We zitten natuurlijk op alle fronten in het defensief, maar dat betekent daarom nog niet dat vormen van cultureel-religieus-etnische onderdrukking, stigmatisering en uitsluiting minder belangrijk zijn. Als er tekortkomingen zijn in de standpunten van Turkse en Marokkaanse Belgen en hun leiders, dan is dat in de eerste plaats te wijten aan de veel grotere, immense tekortkomingen van ons, ‘blanke’ activisten, om op momenten dat het er echt toe doet (bijvoorbeeld zoals in 2002-2004) aan de zijlijn te blijven staan of bepaalde initiatieven van in het begin elke legitimiteit te ontzeggen. Ook dit draagt bij tot een verzuurde relatie en zal de nodige samenwerking in de strijd tegen racisme bemoeilijken. In dergelijke strijd is het van essentieel belang te erkennen dat onderdrukten zichzelf moeten kunnen organiseren, binnen en naast de bestaande organisaties. Wanneer het over vrouwen gaat is deze opvatting gelukkig veel minder controversieel, maar volgens ons gaat dit evenzeer op voor gekleurde minderheden.

Stephen Bouquin is hoogleraar sociologie aan de universiteit Evry-Parisud, syndicaal vormingswerker en auteur van Helemaal Anders, Critica, 2015.

Ludo De Witte is auteur van o.m. De moord op Lumumba, Van Halewyck, 1999 en Wie is bang voor moslims, Van Halewyck, 2004. Hij publiceert in september een pleidooi voor ecosocialisme bij EPO.

take down
the paywall
steun ons nu!