(foto kristavanvelzen.sp.nl)
Opinie -

Liever gevangene onder Franciscus I dan onder Michel I

Op 6 november werd in Brussel betoogd tegen de besparingspolitiek van de regering Michel I. Gedetineerden mochten niet mee. Nochtans moeten ook zij inleveren. Is dat moreel verantwoord? Denkgroep MaatschappijKritische Christenen meent van niet.

dinsdag 11 november 2014 10:33
Spread the love

Er zijn zo van die zinnetjes die
meer verhullen dan openbaren. Zowel de federale als Vlaamse regeringsverklaring
staan er vol van. Neem nu deze uit het federaal regeerakkoord: “De regering zal de coherentie tussen de
uitbetaling van sociale uitkeringen aan gevangenen tijdens de periode van
gevangenschap onderzoeken en bijsturen
” [1]. Versta: “Ook bij de gedetineerden gaan we geld halen”.

Op 23 oktober 2014 meldden
verschillende media dat de regering overwoog de ziekte-uitkeringen voor gevangenen
te schrappen. Dat zou de overheid bijna 6 miljoen euro opleveren.   “Geen goed idee”, stelden de dag
nadien veertien organisaties van het middenveld, actief op het vlak van
armoedebestrijding  en welzijnswerk [2].

Eenzijdig de ziekte-uitkering ontnemen
tijdens de gevangenschap is niet de juiste weg
.” “Het is duidelijk”, stelden ze nog “dat het ondoordacht schorsen van uitkeringen veel ex-gedetineerden
veroordeelt tot de vicieuze cirkel van armoede. Indien mensen schulden opbouwen
bij hun verblijf in de gevangenis, indien zij nog vóór hun vrijlating al zonder
een minimum aan financiële ademruimte vallen, vergroot bovendien het risico dat re-integratie na hun vrijlating mislukt, met nadelige gevolgen voor de
samenleving. Ook slachtoffers zijn niet gebaat bij zo’n maatregel, integendeel,
zij riskeren zo nooit de schadevergoeding te krijgen waar ze recht op hebben.” “Hoe moeilijk dit binnen deze thematiek ook is, we mogen ons niet laten leiden
door wrok of verbittering…

Wrok en verbittering

Die ‘wrok’ en ‘verbittering’ smaak je onder meer op de website van het
Vlaams Belang en op de blog Don Viona Live [3]. Je
leest er uitlatingen als “terwijl het gevangenispersoneel kreunt onder de
werkdruk, de verouderde gebouwen en een immens gebrek aan middelen, gooit de
federale regering de gevangenen werkloosheidsvergoedingen toe” … “iedere euro
die wordt uitgegeven aan een crimineel is er één teveel” … “een gevangene mag
de maatschappij niets kosten, ze hebben het zichzelf aangedaan” … “laat  ze rotsblokken tot gravier (steenslag) slaan voor de aanleg
van nieuwe wegen…”
En dergelijks meer.

Je proeft het echter ook bij een persoon als CD&V-volksvertegenwoordiger, ACW-mandataris en
voormalig ACW-verbondssecretaris Stefaan
Vercamer.  Hij schrijft: “Het lijkt me niet verdedigbaar dat misdadigers, die in de gevangenis
worden opgevangen op kosten van de maatschappij, ook nog volop kunnen blijven
genieten van uitkeringen van de ziekteverzekering 
[4]”.

Vercamer pleit er verder voor dat de federale regering de uitbetaling van
de sociale zekerheidsuitkeringen voor gevangenen zou ‘herbekijken’ en tot een
‘harmonisering’  zou komen tussen de
verschillende  bestaande regelingen [5]. ‘Harmonisering’ is weer zo’n
buzzwoord om het woord ‘besparing’ niet in de 
mond te moeten nemen.  

In de keuze hoeveel men bespaart, waar men bespaart, van wie
men inspanningen vraagt en van wie niet, blijkt een overduidelijke politieke
voorkeur [6]. Dank
zij het Alegmeen Christelijk Werknemersverbond (ACW – nu Beweging.net) – is Vercamer op de post geraakt waar hij nu zit. Zijn
opties stemmen overeen met die van de regering waarvan zijn partij deel uit
maakt. Ze staan echter haaks op de waarden van de beweging waaruit hij gegroeid
is.   

Populisme

Het is moeilijk te weerstaan aan de populistische roep naar grotere
justitiële gestrengheid. Van zich ‘christelijk’ noemende politici zou men nochtans
mogen verwachten dat ze weerstand bieden aan toenemende onverdraagzaamheid
en het afnemende mededogen voor wie eens in de fout ging.

Christelijke politici
zouden zich moeten inspannen om het justitioneel systeem te vermenselijken. Ze kunnen
zich daarbij  inspireren op een andere
stem die  – eveneens op 23 oktober 2014 – in
Rome klonk. Paus Franciscus I hield er een toespraak voor een delegatie van de
Internationale Associatie voor Strafrecht en voor verschillende organisaties van criminologen en
strafrechtspecialisten [7]

Pieter De Witte, medewerker van het Centrum voor Levensbeschouwing en Detentie [8],
vatte de grote lijnen van de toespraak samen. Hier en daar hebben wij er een
krachtige zin uit de pauselijke toespraak tussen gelast.  

Pauselijke toespraak

Paus Franciscus I belicht eerst en vooral twee sociologische
tendensen die hem zorgen baren. Ten eerste is er de drang tot wraak die haast ingebakken lijkt in het
menselijke handelen. De paus spreekt over de neiging van primitieve
samenlevingen om zondebokken te creëren op wie al het kwaad, dat de gemeenschap
treft, kan afgewenteld worden.

Hij voegt er meteen aan toe dat dit zondebok-mechanisme ook aanwezig blijft
in onze hedendaagse, schijnbaar geciviliseerde samenlevingen met hun moderne
strafrechtsystemen. Deze tendens wordt versterkt door de manier waarop
bepaalde politici en bepaalde media inspelen op de realiteit van misdaad in de
maatschappij.

Als tweede daarmee samenhangende tendens noemt de paus het strafrechtelijke populisme. Hij stelt
vast dat mensen ervan overtuigd zijn dat een aantal sociale problemen kunnen
opgelost worden door de toepassing van de openbare straf, “alsof voor de meest
diverse ziekten één en hetzelfde medicijn moet aanbevolen worden”.

Terwijl deze
sociaal-economische problemen andere oplossingen vereisen, kiest men voor de
gemakkelijke weg van het criminaliseren en stigmatiseren van kwetsbare groepen
in de samenleving. Tegenover deze tendensen schuift de paus twee principes naar
voor met het oog op een menswaardig strafrecht.

Voorzichtigheid

Ten eerste moet voorzichtigheid geboden zijn bij het straffen van mensen. Strafrecht
moet de laatste remedie zijn, als er geen andere mogelijkheden meer zijn. Er
moet bijgevolg actief gezocht worden naar alternatieve vormen om met
criminaliteit om te gaan.

Dat is een moeilijke opdracht  in tijden waarin vele rechters en justitieambtenaren
hun taak moeten vervullen onder druk van de massamedia, van sommige gewetenloze
politici en van sluimerende wraaklust in onze maatschappij.

Waardigheid

Een tweede
principe is dat van de menselijke waardigheid. Die wordt verdedigd door paus
Franciscus op vier vlakken: 

  1. De paus spreekt een ondubbelzinnige
    veroordeling uit van de doodstraf, ook die in de vorm van moordpartijen onder
    het voorwendsel van collateral damage.
    Opvallend is dat hij levenslange opsluiting een verdoken vorm van
    doodstraf noemt.
  2. Franciscus pleit voor een verbetering van de detentie-omstandigheden.
    Daarbij is hij erg kritisch voor landen die misbruik maken van de
    voorhechtenis.
  3. Hij formuleert een scherpe veroordeling van elke vorm van wreedheid. Daarbij wordt
    niet alleen gedacht aan bewuste foltering in “clandestiene detentiecentra” en
    vormen van eenzame opsluiting, maar ook aan elke bijkomende schade die door het
    systeem van detentie wordt toegebracht “in gevangenissen, instellingen voor
    minderjarigen, psychiatrische instellingen, politiebureaus en andere
    instellingen van detentie en straf”
  4. Tenslotte moet de menselijkheid ook hoog gehouden worden in onze omgang met
    kinderen, bejaarden en andere kwetsbare personen die met justitie in aanraking
    komen. Met betrekking tot de bejaarden zegt de paus: ”Hun fouten  kunnen een opportuniteit bieden om lessen uit
    te trekken voor de rest van de samenleving. Men leert niet enkel uit de deugden
    van de heiligen, maar ook uit de minpunten en fouten van zondaars”.

In een derde
deel van zijn toespraak belichtte paus Franciscus voor de verzamelde
strafrechtspecialisten twee soorten misdrijven die, in zijn ogen, een
bijzondere aandacht verdienen.

Slavernij en corruptie

Ten eerste is er mensenhandel en moderne vormen
van slavernij, waarvan vooral mensen het slachtoffer worden die in extreme
armoede leven. De paus gaf cijfers. Men kan spreken van één miljard mensen
gevangen in absolute armoede. Alleen al in het jaar 2012 moesten 45 miljoen
mensen op de vlucht omwille van geweld of vervolging. Onder hen 70 procent
vrouwen. Zeven op de tien mensen die van honger sterven zijn vrouwen of
meisjes.

Ten tweede is er de misdaad van corruptie. Vooral de rijken en de machtigen
lijken steeds weg te komen met vormen van corruptie die grote sociale schade
aanrichten. Zij wanen zich onkwetsbaar en boven elke wet verheven. De paus
wijst er op dat het strafrecht op dit vlak vaak heel selectief is. “Het is als
een net dat enkel de kleine vissen vangt en de grote laat zwemmen”.

Het is duidelijk dat de rode draad door heel de toespraak van de paus zijn
zorg voor de kwetsbare mens is. Hij denkt zowel aan de kwetsbare mens die als kleine vis
wordt geviseerd en gestigmatiseerd door de reële strafrechtpraktijk, als aan de
kwetsbare mens die slachtoffer wordt van mensenhandel en corruptie, misdaden
waar de grote vissen mee wegkomen.

De paus sluit op die manier aan bij
tendensen in het denken over strafrecht die erg kritisch zijn tegenover
bestaande strafmechanismen,  mechanismen
die vaak dienen als instrumenten van sociale controle. Zijn toespraak houdt ook
een pleidooi in voor een zoektocht naar andere ‘geneesmiddelen’ dan het uniform
opleggen van gevangenisstraffen. 

“Corruptie is als slechte adem. De betrokken persoon merkt het niet bij zichzelf. Het zijn de anderen die het merken en hem er attent op moeten maken. Om die reden is het weinig waarschijnlijk dat de corrupte persoon zich bewust zal worden van zijn toestand en uit gewetenswroeging zijn corrupte paden zal verlaten.”

“Corruptie is een groter kwaad dan zonde. Ze moet niet zozeer vergeven worden, maar behandeld. Corruptie is een tweede persoonlijke en sociale natuur geworden, in de zeden ingebakken en een gangbare praktijk in commerciële en financiële transacties.” (uit Fransiscus’ toespraak)

Uiteindelijk doet paus Franciscus niets meer dan het Bijbelse grondprincipe van
voorkeur voor de arme, de zwakke en de ‘ontrechte’ – in Bijbelse taal: de
vreemdeling, de wees, de weduwe, de arme (Exodus 22, 20 – 26) – naar onze
hedendaagse context te vertalen.

Bij die “armen, zwakken en ontrechten” horen
ook de meeste gedetineerden, zoals de veertien organisaties van het middenveld, actief op
vlak van armoedebestrijding en welzijnswerk,  er ons aan herinneren:

Tussen
criminaliteit en armoede bestaat een duidelijke correlatie. Heel wat
ex-gedetineerden belanden in de armoede na het uitzitten van hun straf.
Daarnaast zijn er ook mensen in armoede die (kleinere) criminele feiten plegen.”

“Zij kennen bovendien vaak de rechtsprocedures niet en kunnen evenmin een
advocaat betalen. Dit maakt dat er sprake is van een groot aandeel mensen in
armoede in de Belgische gevangenissen en een groot aandeel mensen die de
gevangenis verlaten in armoede
.” 


[1]
Regeerakkoord Michel I, 6.2.4. Strafuitvoering en gevangeniswezen.

[2]
De Morgen 24.10.2014. Ondertekend door Caritas Vlaanderen – Netwerk tegen
Armoede – Welzijnszorg vzw – Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede – De Rode Antraciet
– Bond Zonder Naam – Tralies uit de Weg – Caritas International – Kerkwerk
Multicultureel Samenleven – Broederlijk Delen – Pax Christi Vlaanderen – Liga
voor de Mensenrechten – Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling vzw –
Metanoia vzw Katholieke Gevangenis Aalmoezeniers

[3]
www.vlaamsbelang.org/nieuws/9482
; http://donviona.blogspot.be

[4]
http://stefaanvercamer.wordpress.com/2012/03/29/5069/

[5]
http://www.stefaanvercamer.be/

[6]
Deze zin is overgenomen van Yves Desmet, De Morgen 8 november 2014

[7]
Discorso del santo padre Francesco alla delegazione dell’associazione
internazionale di diritto penale
. Tekst in het Italiaans, Engels, Frans, Spaans
en Portugees: 

[8]
LINC (Leuvens Instituut voor Criminologie) – Hooverplein 10, 3000 Leuven. 

take down
the paywall
steun ons nu!