Kunstmatige verlichting groeit wereldwijd met naar schatting 6 procent per jaar. Wetenschappers wisten al dat de verlichting invloed heeft op het gedrag van individuele insecten, maar de gevolgen voor hele gemeenschappen waren nog niet gekend.

Uit de nieuwe studie, die gepubliceerd werd in Biology Letters, blijkt nu dat insectenpopulaties in de buurt van artificiële verlichting meer roofdieren en aaseters tellen. Dat kan gevolgen hebben voor andere soorten, en op zijn beurt voor vogels en zoogdieren die die soorten eten. De veranderingen kunnen consequenties hebben voor het hele ecosysteem en uiteindelijk ook voor de mens, waarschuwen de wetenschappers.
Straatlampen

On onderzoeksteam bestudeerde de relatie tussen kunstlicht en insecten in het plaatsje Helston in Cornwall. Onder de straatlampen vonden ze over het algemeen meer insecten dan tussen de lampen, en er bleken meer roofdieren en aaseters tussen te zitten, zoals loopkevers en hooiwagens.

“Onze studie toont aan dat lichtvervuiling een ingrijpend effect kan hebben op de fauna in steden en dorpen”, zegt hoofdauteur Tom Davies van het Instituut voor Milieu en Duurzaamheid aan de University of Exeter. “We moeten ons bewust zijn dat de groei in kunstmatige verlichting gevolgen heeft voor de delicate ecosystemen waarvan we allemaal afhankelijk zijn. Ons onderzoek toont voor het eerst aan dat lichtvervuiling hele gemeenschappen van ongewervelden verandert. Nu moeten we onderzoeken welke impact dat heeft op andere gemeenschappen, welke gevolgen het heeft van de diensten die het ecosysteem biedt voor de mens, en of we iets moeten veranderen aan de manier waarop we stedelijke omgevingen verlichten.”